Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Lopik 2015

Vergelijkbare documenten
Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Lopik 2017

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE IJSSELSTEIN 2017

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Houten

Financieel Besluit. sociaal domein. Gemeente Oude IJsselstreek

Artikel 3.6 Persoonsgebonden budget hulpmiddel en vervoersvoorziening... 5

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE OUD-BEIJERLAND

Financieel Besluit Sociaal Domein Gemeente Oude IJsselstreek Burgemeester en wethouders van de gemeente Oude IJsselstreek;

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE Strijen 2017, tweede versie (1ste wijziging)

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente <NAAM> 2015 concept. Artikel 3.6 Persoonsgebonden budget hulpmiddel en vervoersvoorziening...

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montferland;

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Oud-Beijerland,

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Strijen 2018

Artikel 2.7 Persoonsgebonden budget hulpmiddelen en vervoersvoorzieningen... 5

NADERE REGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE IJSSELSTEIN 2018

Gemeente Leidschendam-Voorburg- Besluit maatschappelijke ondersteuning

Gelet op de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldambt 2017; Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldambt 2018

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oisterwijk 2015

gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Houten;

HOOFDSTUK 3 RECHT EN VERPLICHTINGEN MAATWERKVOORZIENING ALS PERSOONSGE- BONDEN BUDGET

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Voorschoten Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorschoten;

Gemeente Zoetermeer. Wmo besluit Zoetermeer 2016

Financieel Besluit maatschappelijk ondersteuning gemeente Grootegast 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2015 Nr

gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Houten;

MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE NEDERWEERT Vastgesteld door burgemeester en wethouders in de vergadering van 9 december 2014.

Financieel Besluit maatschappelijk ondersteuning gemeente Grootegast 2015

Financieel besluit maatschappelijk ondersteuning gemeente Leek Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leek;

NADERE REGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE MONTFOORT 2018

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Berkelland 2010

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Achtkarspelen 2012

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE LEUDAL December Besluit Wmo 2015 Leudal, Versie 4 december

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Sint- Oedenrode 2015, versie 2 30 juni 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel,

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2017 Nr

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Nunspeet 2016

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Sint-Oedenrode 2015, versie 3

B e s l u i t e n: Burgemeester en wethouders van Purmerend, Gelet op Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Purmerend 2011,

GEMEENTEBLAD. gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Houten;

Besluit: Vast te stellen het navolgende Besluit voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013.

Besluit maatschappelijke ondersteuning Hollands Kroon 2015

GEMEENTEBLAD. Nr januari Officiële uitgave van de gemeente Capelle aan den IJssel

besluit vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Loon op Zand 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning Hollands Kroon 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montferland;

besluiten vast te stellen het volgende BESLUIT MAATSCHAPPELIJK ONDERSTEUNING GEMEENTE MARUM 2015

Nadere regels verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Amersfoort 2017

Nadere regels maatschappelijke ondersteuning 2016

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst 2016

besluit vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Edam-Volendam 2017.

Besluit maatschappelijke ondersteuning citeertitel: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Scherpenzeel vastgesteld bij besluit van

Nadere regel Wmo 2015 Gemeente Ede. Inhoud Inhoud 1. Hoofdstuk 1 - Inleiding 2. Hoofdstuk 2 - Persoonsgebonden budget (pgb) 2. Artikel 1.

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2016

vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal 2015

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2015 GEMEENTE EPE

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster Gelet op Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Beemster 2013,

Prijzen voor te leveren diensten

2. Besluit Besluit maatschappelijke ondersteuning Capelle aan den IJssel oktober 2018.

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heeze-Leende 2016

Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Achtkarspelen 2015

Bijlage tabel wijzigingen verordening, nadere regels en beleidsregels

Wijziging van de Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 gemeente Noord-Beveland

Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Wierden 2015

GEMEENTEBLAD. Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Houten 2016

Nadere regel Wmo Gemeente Ede

Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning 2018

Wetstechnische informatie

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE OOSTSTELLINGWERF 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Grootegast;

Burgemeester en wethouders van de gemeente Oude IJsselstreek;

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015

NADERE REGELS BEHORENDE BIJ DE VERORDENING WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE WIJDEMEREN 2013

Tarieventabel bij Verordening maatschappelijke ondersteuning De Wolden 2017: bij artikel 11 en 12 over Pgb en Eigen Bijdragen

Besluit maatwerkvoorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roermond 2015

Uitvoeringsbesluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Bergen op Zoom 2018

Besluit maatschappelijke ondersteuning Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2017

1. Financiële Bijlage bij Nadere regels Maatschappelijke ondersteuning 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Urk

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING MAASSLUIS VLAARDINGEN SCHIEDAM 2015

a) verordening de van toepassing zijnde Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Kerkrade.

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE WESTSTELLINGWERF 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning maatwerkvoorzieningen gemeente Roermond 2016

gelet op artikel van de Wet maatschappelijke ondersteuning en artikel 149 van de Gemeentewet;

Besluit nadere regels Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Sint-Michielsgestel 2016

Financieel besluit behorende bij de verordening en nadere regels maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp 2015

CONCEPT (model)besluit BEHORENDE BIJ DE VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013

Model Raadsbesluit wijziging Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015

Tarieventabel bij Verordening maatschappelijke ondersteuning 2017: bij artikel 11 en 12 over Pgb en Eigen Bijdragen

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE MARUM 2016

Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer 10 7 mei 2015

Voorzieningen. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend, gelet op artikel 160 van de gemeentewet, besluit vast te stellen het

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2016 gemeente Geertruidenberg

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2016

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Delft 2016

gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, 2.1.5, 2.1.6, 2.1.7, en van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

Transcriptie:

CVDR Officiële uitgave van Lopik. Nr. CVDR351436_1 15 mei 2018 Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Lopik 2015 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lopik, gelet op de artikelen 1.d, 6.10, 12.4, 12.7, 13.2, 14.5, 16.7, 17.2, 19.1, 19.4, 20, 21 en 26.2 van de Verordening Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Lopik 2015; besluit vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Lopik 2015 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen 1. In dit Besluit wordt verstaan onder: a. Wet: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015; b. Verordening: Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Lopik 2015 c. Uitvoeringsbesluit: Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning 2015 (Algemene Maatregel van Best) 2. Alle begrippen die in dit Besluit worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet, de Verordening, het Uitvoeringsbesluit en de Algemene Wet bestsrecht (Awb). Hoofdstuk 2 Persoonsgebonden budget Artikel 2.1 Verstrekking op verzoek 1. Verstrekking van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van de cliënt. 2. De cliënt is verplicht desgevraagd inlichtingen te verstrekken over de met het persoonsgebonden budget aan te schaffen dan wel in te kopen maatwerkvoorziening. Artikel 2.2 Budgetperiode 1. Het persoonsgebonden budget wordt geacht in ieder geval toereikend te zijn, voor zover van toepassing, met de normale afschrijvingstermijn die geldt voor de met het persoongebonden budget aan te schaffen dan wel in te kopen maatwerkvoorziening. Daaronder worden ook de instandhoudingskosten gerekend. 2. Indien binnen de afschrijvingstermijn blijkt dat geen recht meer bestaat op de maatwerkvoorziening waarvoor het persoonsgebonden budget is verstrekt, wordt het persoonsgebonden budget naar rato teruggevorderd dan wel de maatwerkvoorziening ingevorderd. Artikel 2.3 Eisen aan toekenning persoonsgebonden budget 1. Onverminderd de voorwaarden en/of weigeringsgronden van artikel 2.3.6 van de wet bestaat geen recht op een persoonsgebonden budget indien en zolang een risico bestaat dat beslag kan worden gelegd op het persoonsgebonden budget. 2. Uit het persoonsgebonden budget kunnen personen uit het sociale netwerk worden betaald, voor zover de zorg de gebruikelijke- en mantelzorg overstijgt en indien: a. Dat tot een effectieve en doelmatige ondersteuning leidt zoals die beschreven staat in het ondersteuningsplan b. Deze persoon heeft aangegeven dat de zorg aan de cliënt voor hem niet tot overbelasting leidt. 3. Het is niet toegestaan het persoonsgebonden budget te besteden aan tussenpersonen, belangenbehartigers, vertegenwoordigers of bemiddelaars. 4. Het is niet toegestaan het persoonsgebonden budget te besteden aan bemiddelingskosten en administratiekosten. 5. Het is toegestaan het persoonsgebonden budget te besteden aan reiskosten van de zorgverlener, mits in verhouding en doelmatig. 6. Het is toegestaan een feestenuitkering uit het persoonsgebonden budget te betalen, mits in verhouding. Artikel 2.4 Persoonsgebonden budget en kwaliteit Bij de verstrekking van een persoonsgebonden budget voor een hulpmiddel, een woningaanpassing, diensten en huishoudelijke ondersteuning dient te worden voldaan aan de door het College gestelde voorwaarden voor wat betreft de kwaliteit als bedoeld in de wet. 1

Daaronder wordt in ieder geval verstaan dat de maatwerkvoorziening: a. als veilig, doeltreffend en cliëntgericht kan worden aangemerkt; b. wordt afgestemd op de individuele situatie van de cliënt; c. wordt verstrekt in overeenstemming met de professionele standaard; d. wordt verstrekt met respect voor en inachtneming van de rechten van de cliënt Artikel 2.5 Persoonsgebonden budget woningaanpassing 1. Bij de verlening van een persoonsgebonden budget voor het realiseren van een woningaanpassing dient binnen 6 maanden na het besluit met de werkzaamheden te worden aangevangen. 2. Voor de verstrekking van een persoonsgebonden budget voor een woningaanpassing gelden de volgende voorwaarden: a. met de werkzaamheden waarop de maatwerkvoorziening betrekking heeft, mag geen aanvang worden gemaakt voordat het College positief heeft beslist op de aanvraag; b. het College heeft desgevraagd op één of meer door het College te bepalen tijdstippen toegang tot de woning of het gedeelte van de woning waar de aanpassing wordt aangebracht; c. de cliënt verstrekt desgevraagd inzage in de bescheiden en tekeningen die betrekking hebben op de woningaanpassing; d. aan het College wordt desgevraagd de gelegenheid geboden tot het controleren van de gerealiseerde woningaanpassing. 3. Onmiddellijk na de voltooiing van de aanpassingswerkzaamheden verklaart de cliënt schriftelijk aan het College dat de bedoelde werkzaamheden zijn voltooid. 4. De gereed melding, bedoeld in het vorige lid, is voorzien van een verklaring waaruit blijkt dat bij het treffen van de maatwerkvoorziening is voldaan aan de voorwaarden waaronder het persoonsgebonden budget is toegekend. 5. Het persoonsgebonden budget wordt achteraf en per omgaande na ontvangst van de nota( s), uitgekeerd aan cliënt. De cliënt is zo in de gelegenheid om de nota( s) binnen de betalingstermijn met het persoonsgebonden budget te voldoen. 6. De cliënt aan wie de persoonsgebonden budget is verstrekt voor het realiseren van een woningaanpassing aan de eigen woning is verplicht zorg te dragen voor een opstalverzekering die in voldoende mate de te verzekeren waarde van de woning dan wel de getroffen woningaanpassing dekt voor het risico van schade. Artikel 2.6 Persoonsgebonden budget hulpmiddel en vervoersvoorziening 1. Bij de verstrekking van een persoonsgebonden budget voor een hulpmiddel kunnen voor zover van toepassing in de individuele situatie, de volgende voorwaarden worden opgelegd: a. de cliënt dient een maatwerkvoorziening van goede kwaliteit aan te schaffen volgens de door het College daaraan gestelde eisen; b. de cliënt dient een onderhoudscontract af te sluiten met een leverancier, waarin hij tenminste zijn opgenomen kosten van reparaties (inclusief onderdelen, voorrijdkosten en arbeidsloon), 24-s service, recht op gebruik van leenvoorziening, jaarlijks onderhoud en keuring; c. de cliënt dient bij aanschaf van een vervoersvoorziening een wettelijk aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten. 2. De cliënt dient het College desgevraagd in de gelegenheid te stellen de met het persoonsgebonden budget aangeschafte maatwerkvoorziening te bezichtigen en te laten beoordelen. 3. Het persoonsgebonden budget wordt achteraf en per omgaande na ontvangst van de nota( s), uitgekeerd aan cliënt. De cliënt is zo in de gelegenheid om de nota( s) binnen de betalingstermijn met het persoonsgebonden budget te voldoen. Artikel 2.7 Hoogte persoonsgebonden budget diensten 1. Onder diensten als bedoeld in dit artikel worden verstaan: Ondersteuning Zelfredzaamheid, 1,2 en 3, Ondersteuning Maatschappelijke Deelname 1, 2 en 3, kortdurend verblijf alsmede het noodzakelijk vervoer van en naar de locatie waar deze diensten worden geboden. 2. De hoogte van het persoonsgebonden budget voor diensten is gerelateerd aan de tarieven waarvoor het college deze diensten heeft gecontracteerd. Er zijn Tarieven Maatwerkvoorziening Begeleiding Overgangsrecht en Tarieven Maatwerkvoorzieningen Begeleiding Instroom (zie bijlage tarievenlijst). 3. De hoogte van het persoonsgebonden budget voor diensten is gerelateerd aan de tarieven waarvoor het college deze diensten heeft gecontracteerd. 4. Bij het vaststellen van de hoogte van het persoonsgebonden budget als bedoeld in het vorige lid houdt het college in ieder geval rekening met overheadkosten, de kwaliteitseisen die aan de beroepskrachten mogen worden gesteld en andere kostencomponenten, zoals secundaire arbeidsvoorwaarden. 2

5. Het bedrag voor het persoonsgebonden budget dat ten behoeve van de inschakeling van een persoon die behoort tot het sociale netwerk van de cliënt wordt verstrekt en aan de persoon die niet als beroepskracht wordt aangemerkt bedraagt maximaal 75 procent van de goedkoopst passende oplossing in natura. 6. Het bedrag voor het persoonsgebonden budget dat ten behoeve van de inschakeling van een persoon die behoort tot het sociale netwerk van de cliënt wordt verstrekt, bedraagt maximaal de in het persoonlijke budgetplan gemotiveerde en door het college aannemelijk geachte inkomstenderving. 7. Persoonsgebonden budget voor een dienst wordt verstrekt middels trekkingsrecht via de Sociale Verzekeringsbank na goedkeuring van de zorgovereenkomst. Artikel 2.8 Hoogte persoonsgebonden budget huishoudelijke ondersteuning 1. het persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden vastgesteld op basis van het aantal geïndiceerde uren conform de tabel normering huishoudelijke taken, vermenigvuldigd met het tarief. Afronding van de uren vindt plaats naar boven op 15 minuten. 2. Het bij het in het vorige lid bedoelde persoonsgebonden budget van toepassing zijnde tarief is vastgelegd in de bijlage, behorend bij dit Besluit. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen contracten met particulieren en contracten met een bemiddelingsorganisatie voor HH1 en HH2. Deze bedragen kunnen worden geïndexeerd. 3. Persoonsgebonden budget voor huishoudelijke hulp wordt verstrekt middels trekkingsrecht via de Sociale Verzekeringsbank na goedkeuring van de zorgovereenkomst. Artikel 2.9 Hoogte persoonsgebonden budget hulpmiddelen, vervoersvoorzieningen en woningaanpassingen 1. De hoogte van het persoonsgebonden budget voor hulpmiddelen, vervoersvoorzieningen en woningaanpassingen bedraagt in ieder geval niet meer dan de h- dan wel aanschafprijs van de goedkoopst passende oplossing in natura, waaronder gerekend onderhoud, reparatie en verzekering (instandhoudingskosten) zoals die door het college aan de aanbieder verschuldigd is. 2. Het college kan de hoogte van het persoonsgebonden budget als bedoeld in het vorige lid vaststellen op basis van een offerte. Artikel 2.10 Controle op besteding 1. Het college kan ten aanzien van cli ten die een persoonsgebonden budget ontvangen: a. tussentijds een rapportage over de besteding eisen; b. steekproefsgewijs informatie van de besteding van het persoonsgebonden budget opvragen; c. de besteding van het persoonsgebonden budget inhoudelijk laten beoordelen door een medewerker van het breed sociaal loket of met een door het college in te schakelen derde. 2. De cliënt is eraan gehouden volledige medewerking te verlenen aan verzoeken van het college genoemd in het eerste lid. 3. In geval van weigering van medewerking kan het college op grond van artikel 14.3 lid d en 15.1 van de Verordening overgaan tot terugvordering. Hoofdstuk 3 Bijdrage in de kosten Artikel 3.1. Eigen bijdrage Regiotaxi De ritbijdrage voor gebruik van de Regiotaxi voor Wmo-vervoerpashouders bedraagt op 1 januari 2015 0,65 per zone. Dit bedrag kan jaarlijks worden geïndexeerd. Artikel 3.2 Verschuldigde bijdrage in de kosten maatwerkvoorziening 1. De bijdrage in de kosten is verschuldigd met inachtneming van de regels waaronder het bijdrageplichtig inkomen van het Uitvoeringsbesluit. 2. De bijdrage in de kosten bedraagt niet meer dan de kostprijs van de maatwerkvoorziening. 3. De kostprijs van de maatwerkvoorziening is: a. het toegekende en betaalde PGB; b. de hprijs die het College verschuldigd is aan de aanbieder; c. de koopprijs die het College verschuldigd is aan de aanbieder; d. voor diensten geldt het tarief welke het College verschuldigd is aan de aanbieder; 4. De eigen bijdrage voor huishoudelijke hulp in natura wordt als volgt gemaximeerd: a. Voor HH1: maximaal de prijs van de door de gemeente gecontracteerde zorgaanbieder met de laagste prijs, zoals vastgelegd in de bijlage van dit besluit b. Voor HH2: maximaal de prijs van de door de gemeente gecontracteerde zorgaanbieder met de laagste prijs, zoals vastgelegd in de bijlage van dit besluit 3

5. De bijdrage in de kosten is gelijk aan de maximale bijdrage zoals opgenomen in het Uitvoeringsbesluit en volgen telkens de aanpassingen door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. 6. De bijdrage in de kosten voor een woningaanpassing wordt gedurende maximaal 39 perioden van 4 weken opgelegd aan belanghebbende. 7. De bijdrage in de kosten wordt berekent en geïnd door het Centraal Administratiekantoor (CAK). Hoofdstuk 4 Tegemoetkoming meerkosten Artikel 4.1 Primaat verhuizen Indien de (voorzienbare) kosten voor een bouwkundige of woontechnische woonvoorziening hoger zijn dan 7.500,- geldt als uitgangspunt dat verhuizing naar een aangepaste woning of naar een tegen lagere kosten aan te passen woning de goedkoopst compenserende voorziening is, tenzij er sprake is van individuele omstandigheden waardoor verhuizen geen adequate oplossing is. Artikel 4.2 Meerkosten en aanvraag 1. Het College kan aan de persoon als bedoeld in artikel 1f van de Verordening een tegemoetkoming in de meerkosten op aanvraag verlenen voor: a. de verhuiskosten die het gevolg zijn van een verhuizing als bedoeld in artikel 10.6 van de Verordening; b. de kosten in verband met de aanschaf van een geschikte sportrolstoel welke noodzakelijk is in verband met zelfredzaamheid en participatie; c. de kosten in verband met het zich verplaatsen in de leefomgeving met een eigen auto 2. Geen tegemoetkoming wordt verstrekt indien de oorzaak van de te maken meerkosten voortkomen uit een voorzienbare situatie. Artikel 4.3 Hoogte tegemoetkoming meerkosten 1. Het College maximeert de tegemoetkoming voor de verhuiskosten als volgt: a. een bedrag voor de kosten van verhuizing van 1.000,- b. een bedrag voor de kosten van stoffering en verven/behangen van de nieuwe woning, afhankelijk van gezinsgrootte: - eenpersoonshuishouden 934,- - meerpersoonshuishouden 1.500,- 2. Het College maximeert de tegemoetkoming aan de cliënt voor de volgende voorziening als volgt: a. vervoerskosten 55,40 per maand b. een sportvoorziening 2.527,- eenmalig voor de d van 3 jaar voor de aanschaf en onderhoud van een sportvoorziening c. indien de sportvoorziening na 3 jaar nog bruikbaar is, kan een vergoeding worden toegekend van maximaal 557,- voor het onderhoud voor de d van 3 jaar. Artikel 4.4 Uitbetaling meerkosten 1. De tegemoetkoming als bedoeld in 4.3 eerste lid onder a van dit Besluit wordt uitbetaald nadat het College heeft vastgesteld dat de persoon aan wie de tegemoetkoming is toegekend is verhuisd naar de voor hem meest geschikte beschikbare woning. 2. De tegemoetkoming als bedoeld in artikel 4.3 eerste lid onder b van dit Besluit wordt uitbetaald nadat het College de aanvraag om de tegemoetkoming heeft toegekend 3. De tegemoetkoming als bedoeld in artikel 4.3 tweede lid onder b van dit Besluit wordt uitbetaald op basis van een door het College goedgekeurde offerte. Artikel 4.5 Woningsanering Bij de berekening van meerkosten voor woningsanering wordt rekening gehouden met een lineaire afschrijvingstermijn van: a. 7 jaar met betrekking tot de te vervangen vloerbedekking en/of gordijnen b. 20 jaar met betrekking tot het aanpassen van een keuken of badkamer. De vergoeding wordt naar rato berekend. Buiten de afschrijvingstermijn wordt geen vergoeding toegekend. Hoofdstuk 5 Jaarlijkse waardering mantelzorgers Artikel 5.1 4

In samenspraak met het steunpunt Mantelzorg en de Adviesraad Sociaal Domein bepaalt het college jaarlijks wat de blijk van waardering is en op welke wijze deze wordt verstrekt. Hoofdstuk 6 Slotbepalingen Artikel 6.1 Inwerkingtreding 1. Dit Besluit treedt in werking op 1 januari 2015. 2. Het Besluit Individuele voorzieningen Maatschappelijke ondersteuning gemeente Lopik 2012 wordt ingetrokken. Artikel 6.2 Citeertitel Dit besluit kan aangehaald worden als Besluit Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Lopik 2015. Ondertekening Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Lopik op 16 december 2014. Het college van burgemeester en wethouders van Lopik; de secretaris, de burgemeester, (H. Capel) (mw. mr. R.G. Westerlaken-Loos) 5

Bijlage 1 Tarieven Maatwerkvoorziening Begeleiding Overgangsrecht Maatwerkvoorziening H300 BG-Begeleiding H150 Begeleiding extra H153 Gespecialiseerde begeleiding (PSY) H152 Begeleiding speciaal (NAH) H531 activiteit basis (SOM, LG) gr. gr. 8+ H533 Module cliënt kenmerk (PG, VG ouderen) gr.gr. 6+ H801 module revalidatie (SOM) gr.gr. 6+ H811 Dagactiviteit Licht (VG) gr.gr.6+ F125 Dagactiviteit LZA (PSY) gr.gr.8+ H871 Dagactiviteit ZG visueel licht H800 Module cliënt kenmerk (SOM,LG) gr.gr. 5 H812 Dagactiviteit midden (VG) gr.gr. 5-6 H833 activiteit (LG) zwaar gr.gr. 1-4 H832 activiteit (LG) midden gr. gr. 5-6 H533 Module cliënt kenmerk (PG, VG ouderen) gr.gr. 6+ H813 Dagactiviteit zwaar (VG) gr.gr. 1-4 Z996 Verblijfscomponent kortdurend verblijf V&V Z992 Verblijfscomponent kortdurend verblijf GGZ ind. vast Z993 Verblijfscomponent kortdurend verblijf Z994 Verblijfscomponent kortdurend verblijf H126 (SOM, PG,VG,LG.ZG,PSY) H127 PV extra (SOM,PG,VG,LG,ZG en PSY) H137 farmaceutische telezorg Tarief 41,51 44,45 72,23 67,98 27,27 50,36 45,94 29,03 8,31 28,90 50,36 36,75 44,91 41,93 50,36 56,54 28,16 18,11 21,33 21,77 38,51 41,25 38,51 Per deel deel deel deel deel deel deel deel deel deel deel H803 Vervoer besteding/behandeling V&V H990 Vervoer besteding GGZ H894 Vervoer besteding GHZ extramuraal H895 Vervoer besteding GHZ rolstoel extramuraal H621 Vervoer besteding rolstoel midden en zwaar toeslag H625 Vervoer activiteit ouderen toeslag 7,02 6,84 8,28 20,00 18,93 15,99 6

Bijlage 2 Tarieven Maatwerkvoorziening Begeleiding nieuwe instroom Maatwerkvoorziening Tarief Per Ondersteuning Zelfredzaamheid 1 Ondersteuning Zelfredzaamheid 2 Ondersteuning Zelfredzaamheid 3 39,78 44,45 70,54 Ondersteuning Maatschappelijke Deelname 1 Ondersteuning Maatschappelijke Deelname 2 Ondersteuning Maatschappelijke Deelname 3 28,86 43,33 56,54 deel deel deel Kortdurend Verblijf 25,97 Vervoer besteding/behandeling V&V Vervoer besteding GGZ Vervoer besteding GHZ extramuraal Vervoer besteding GHZ rolstoel extramuraal 7,02 6,84 8,28 20,00 7

Bijlage 3 Tarieven persoonsgebonden budget Maatwerkvoorziening huishoudelijke hulp Maatwerkvoorziening Tarief Inh particulier 15,00 per HH 1 via organisatie 15,00 per HH 2 via organisatie 20,00 per Maximering eigen bijdrage Maatwerkvoorziening huishoudelijke hulp Maatwerkvoorziening Tarief HH 1 Maximaal 20,00 per HH 2 Maximaal 22,00 per 8