SM Inclusief: condensator, eindaanslagbeugels, verankeringsplaat en bevestigingsschroeven.

Vergelijkbare documenten
Modellen en specificaties

SML. Technische gegevens. Leidingspanning Vac 230

JAZZ. Geblokkeerde (onomkeerbare) elektro-mechanische motorreductor met handmatige ontgrendeling. Éénfasevoeding 230 Vac.

TECNO. Leidingspanning Vac 230

SWING. Modellen en specificaties SWING/I SWING/R

TDC3. Specificaties. Zelfblokkerende elektro-mechanische motorreductor met handmatige ontgrendeling. Monofasevoeding 230 Vac.

RAP3. Leidingspanning Vac 230 Motorvoeding Vdc 24 Max. stroomafname A 6 Max. opgenomen vermogen VA 180 Nominale koppel danm 26 Openingstijd sec. 2.

TCJAZZ: elektro-mechanische motorreductor. Zelfblokkerende elektro-mechanische motorreductor met handmatige ontgrendeling. Monofasevoeding 230 Vac.

Kenmerken. Overzichtstekening BR6

NEDERLANDS CE VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING VOOR MACHINES (RICHTLIJN 89/392/EEG, BIJLAGE II, DEEL B)

ROGER TECHNOLOGY Handleiding voor de installateur motor serie R41

SC V. SC V.xls 1 / 9

PS-300 en PS-400 Handleiding 2004

TECHNISCHE GEGEVENS U.M. CE.C

G30 SERIES. De digitale kennis van vandaag opent uw schuifpoort

1.1 ALGEMENE VOORZORGSMAATREGEL

ROGER Belgium KIT MOTOR MET KNIKARM R23 TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN AFMETINGEN. Nominaal vermogen. Openingstijd voor 90 Thermische veiligheid 140 C

BOB 21M BOB 2124E BOB 30M BOB3024E

H30 SERIES. De digitale kennis van vandaag opent uw schuifpoort

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL

ROGER Belgium SCHUIFHEK OPENER R30 TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN AFMETINGEN R30 MODELLEN R30/ R30/ R30/ R30/1209

HERMES 250. Elektromechanische draaipoortopener MONTAGE HANDLEIDING

HERMES 200. Elektromechanische draaipoortopener MONTAGE HANDLEIDING

H20 SERIES. De digitale kennis van vandaag opent uw draaipoort

KUDA KUDA (15000/DX-15000/SX) KUDA (22000/DX-22000/SX) Elektromechanische lineaire opener GEBRUIKSAANWIJZING VOOR DE INSTALLATIE

SYSTEMEN VOOR SCHUIFHEKKEN 2.500KG PASS V FOTO AUTOMATIC GATES

BOB50M: L /2010 R1 BOB5024E: L /2010 R2 BOB 50M BOB 5024E INSTALLATIEHANDLEIDING EN ONDERDELENLIJST


L /2010 Rev.00 ONDERGRONDSE AANDRIJVING DU.IT14N HANDLEIDING EN ONDERDELENLIJST

L /2012 R2 BILL30 BILL50 INSTALLATIEHANDLEIDING EN ONDERDELENLIJST

R30 SERIES. De digitale kennis van vandaag opent uw schuifpoort

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies

PROGRAMMEERBARE STURING

HINDI 880 ELECTRO - HYDRAULISCHE DRAAIHEKOPENER ENKEL OF DUBBEL GEBLOKKEERD. Handleiding Hindi 880

G30 SERIES. De digitale kennis van vandaag opent uw schuifpoort

Klemmenblok. Werking Van De Besturingslogica


AGILIK SLAGBOOM Technische handleiding slagboom AGILIK

DE HEKAUTOMAATSPECIALIST

STAKA. Handleiding elektrische bediening. Dakluiken Flachdachausstiege Roof access hatches Trappes de toit

^BULL15M/20M/20T/25T TEKENING BEDIENINGSUNIT TECHNISCHE GEGEVENS BULL15M BULL20M BULL20T BULL25T

Montage motor PREMIER WAARSCHUWING -Lees voor het installeren de inst ructies hieronder nauwkeurig. - Het is strikt verboden om de PREMIER motor te ge

R21 SERIES. De bijna onzichtbare digitale kennis van vandaag opent uw draaipoort

H30 SERIES. De digitale kennis van vandaag opent uw schuifpoort

INFRAROOD FOTOCEL VOOR AUTOMATISCHE POORTEN EN HEKKENS F100 E

L /2012 R2 BILL30 INSTALLATIEHANDLEIDING EN ONDERDELENLIJST

LAADZUIL ELEKTRISCHE MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC laadzuil met plug and play systeem

R41 SERIES. De digitale kennis van vandaag opent uw binnenblijvende kantelpoort

H23 SERIES. De digitale kennis van vandaag opent uw draaipoort

AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE

R23 SERIES. De digitale kennis van vandaag opent uw draaipoort

L N L N. Fig.3 L N L N. Fig.4

BES External Signaling Device

L Rev. 10/08/02 ONDERGRONDSE AANDRIJVING DU.350N DU.350NV INSTALLATIEHANDLEIDING EN ONDERDELENLIJST

IXENGO L. FR Manuel d installation. DE Installationsanleitung. IT Manuale d installazione. NL Installatiehandleiding D811862

Jack vta 562/800. Pagina 1 van 15 versie

HANDLEIDING VLEUGELHEKOPENER

BAYT 980 BAYT 980. Oliehydraulische slagboom voor toegangscontrole. Oliehydraulische slagboom. BAYT 980 gelakt. BAYT 980 inox RVS

Montage handleiding CL200T:

DR / DR Montage handleiding

Jack vta 562/800. Pagina 1 van 12 versie

Aandrijvingen voor draaihekken Type installatie

Aandrijvingen voor draaihekken Type installatie

II PROGRAMMEERBARE STURING

PHONIRO MAIN ENTRANCE

R20 SERIES. De digitale kennis van vandaag opent uw draaipoort

GEBRUIKERSHANDLEIDING

Boormotor WEKA DK09. Algemene technische gegevens mm mm mm Oliebad

Handleiding voor de installatie van de elektrische automatische deurdranger

PA250 HANDLEIDING KNIKARM OPENER 24V MOTOREN

Handleiding voor de installatie van de vleugelhekopener, type 400

CORAL 1050 VIGILO Oliehydraulische verzinkbaren palen. Cilindervormige stalen paal Ingebouwde hydraulische groep. Coral 1080 versie ø 100 mm

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *

Boormotor WEKA DK116

COMBI 740 ELECTRO - HYDRAULISCHE DRAAIHEKOPENER DUBBEL GEBLOKKEERD ONDERGRONDS. Handleiding Combi 740

Aandrijvingen voor schuifpoorten

INHOUDSOPGAVE 0.. VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING EN WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR BESCHRIJVING EN TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN...

SMTL1-30 AAN/UIT SCHAKELAAR MET LED INDICATIE. Montage & gebruiksvoorschriften

Jack vta 562/800. Pagina 1 van 9 versie

PDM-8-MB POM (VOEDING OVER MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden.

INHOUD. CE Verklaring van Overeenstemming 8. 2

Motor Scooter Alarm Systeem. Installatie handleiding

DYNAMIC 3000/4000. Draaihekaandrijving. Montage- en gebruikershandleiding

GPRS-A. Universele monitoringsmodule. Quick start. De volledige handleiding is verkrijgbaar op Firmware versie 1.00 gprs-a_sii_nl 02/18

DIC WANDMODEL HANDLEIDING MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC wandmodel met plug and play systeem

Gebruiksaanwijzing doseergoten, type DS.

R21 SERIES R21 EN R21SUB. De bijna onzichtbare digitale kennis van vandaag opent uw draaipoort

INHOUD. 1. CE-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING VOOR MACHINES pag BESCHRIJVING pag TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN pag INSTALLATIE pag.

Handleiding Electro - visapparaat

CAU-1 & CAU-1T NUL-EMISSIE AFZUIGUNIT VOOR ROETMETINGEN i.c.m. SSM 2000 en DSS-2

MT ELEKTRONISCHE REGELAAR. Montage & gebruiksvoorschriften

BES External Signaling Device

ACHTER MUREN,METALEN FRAMES OF PANELEN, OF ANDER TYPE OBSTAKELS WELKE EEN GOEDE RADIO COMMUNICATIE KUNNEN VERSTOREN MET DE SPARK

MONTAGEHANDLEIDING. Kit met digitale manometer BHGP26A1

dynamos Automation for sliding gates up to 1000 Kg

Fig.1a Fig.1b

PROGRAMMEERBARE STURING

BES External Signaling Devices

INHOUD. 1. CE-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING VOOR MACHINES pag BESCHRIJVING pag TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN pag INSTALLATIE pag.

Transcriptie:

SM 2000 Modellen en specificaties SM 2000 Elektromechanische motorreductor in oliebad voor poortvleugels met een gewicht van max. 2000 kg; met: Mechanische droge koppeling Elektrische rem Handmatige ontgrendeling in geval van nood. Inclusief: condensator, eindaanslagbeugels, verankeringsplaat en bevestigingsschroeven. Technische gegevens u.m. SM2000 SM2000T Voedingsspanning Vac 230 400 Maximale gewicht poortvleugel Kg 2000 2000 Krachtregelling dan 140 250 Maximaaal stroomverbruik A 4,3 2,7 Maximaal vermogensverbruik VA 1000 1800 Condensator µf 25 Nominaal koppel danm 5 9 Snelheid poortvleugel m/min 10 10 Temperatuurbereik C -20 +70-20 +70 Thermische beveiliging C 150 Motorolie SAE 100 100 Intermitterend bedrijf % 40 50 Gewicht Kg 24 22,5 VOLT Control unit FCE FCM SM 2000 230 SM 2000 M 230 SM 2000 T 400

Totaalbeeld GLOBALE AFMETINGEN 1. Voedingsleiding 2. Hoofdschakelaar 3. Differentiaalschakelaar 4. SM 2000 5. Fotocel 6. Antenne 7. knipperlicht 8. Keuzeschakelaar met sleutel

Controles vooraf Alvorens tot het installeren over te gaan dienen de volgende controles uitgevoerd te worden. 1. De poortconstructie moet stevig en adequaat zijn. 2. Tijdens het openen en sluiten mag de poort geen bijzondere zijwaartse bewegingen maken. 3. Het systeem van de benedenrail en de bovengeleider moet zonder wrijving werken. 4. Om ontsporing van de poort te voorkomen dienen aanslagen te worden aangebracht, zowel bij het openen als bij het sluiten. 5. Bij reeds bestaande schuifpoorten dient een eventueel aanwezige handvergrendeling te worden verwijderd. 6. Plaats de kabelgoten voor de voedingskabels (diameter van 25 tot 50 mm) en voor de externe aansluitingen (fotocel, knipperlicht, sleutelschakelaar etc.) aan de onderkant van de poort. Installatie van de motorreductor 1. Bevestig de verankeringsplaat met 4 chemische ankers of isoleer de plaat in beton (fig. 1). 2. Haal de kap van de motorreductor af. 3. Zet de motorreductor op de bevestigingsplaat. 4. Doe de 4 inbusschroeven op hun plaats en laat ze minimaal 5 mm uitsteken. (Dit dient voor de uiteindelijke afstellingen) (A - fig. 2). 5. Ontgrendel de motorreductor (fig. 2-3). 6. Doe de onderlegringen en de schroeven, die bij de levering inbegrepen zijn, op de tandheugelelementen 7. Zet een element van de tandheugel op het tandwiel ter hoogte van het eerste afstandsstuk en teken de positie af (fig. 4). 8. Zet dit tandheugelelement met een klem aan de poort vast. 9. Verplaats de poort met de hand en plaats het afstandsstuk ter hoogte van het tandwiel. 10. Na controle van het eerste afstandsstuk, dat op één lijn moet zitten met de zojuist afgetekende positie, moeten eerst de beide afstandsstukken aan de zijkant op een paar punten vastgelast worden en daarna kan het middelste afstandsstuk vastgelast worden. 11. Om het volgende element van de tandheugel ook in de juiste stand te kunnen monteren, is het verstandig om een deel van de tandheugel met een klem vast te zetten en daarna de betreffende afstandsstukken op een aantal punten vast te lassen. (fig. 5). Herhaal deze procedure totdat alle overige onderdelen van de tandheugel zijn gemonteerd. Verzeker u ervan dat alles in orde is en las vervolgens de afstandsstukken zorgvuldig op de poort. 12. Het gewicht van de poort mag nooit op het tandwiel drukken, u dient zich er dus van te verzekeren dat er tussen het tandwiel en de tandheugel minimaal 2 mm ruimte overblijft; maak voor kleine afstellingen gebruik van de 4 inbusschroeven (fig. 6). 13. Maak de motorreductor stevig aan de verankeringsplaat vast. 14. Plaats de 2 eindaanslagbeugels op de tandheugel van de poort. 15. Doe de kap er weer op. N.B.: De tandheugelelementen mogen niet tegen elkaar aan en niet tegen de afstandsstukken aan gelast worden. Als de poort nieuw is dient de speling tussen de tandheugel en het tandwiel een paar maanden na de installatie gecontroleerd worden. Als de speling tussen de tandheugel en het tandwiel afgesteld moet worden draai dan aan de 4 inbusschroeven.

Fig. 1 Fig. 2 Fig. 3 Fig. 4 Fig. 6 Fig. 6

Krachtregeling Om de drijfkracht regelen moet u de koppeling van de motorreductor afstellen (fig. 7). N.B. Volgens de geldende normen mag de drukkracht van de poort niet groter zijn dan 15 kg. Om de afstelling te controleren moet u gebruik maken van een krachtmeter. Elektrische aansluitingen Zie de handleiding van de elektronische besturingskast.

Elektrische rem Het onmiddellijke stoppen van de poort wordt gewaarborgd door de elektrische rem aangesloten op de twee meest rechtse klemmen gemerkt met "230Vac LAMP". Het wrijvingswerk is afhankelijk van tal van factoren en met name van de uitloop, de remsnelheid en de inschakelfrequentie. Het remanker dient vervangen te worden nadat het wrijvingsmateriaal 1,5 mm afgesleten is. Nadat u het remanker vervangen heeft moet u controleren of de luchtspleet naar behoren afgesteld is. De ideale afstelwaarde van de bedraagt 0,2 mm. De maximum aanvaardbare waarde van de luchtspleet bedraagt 0,7 mm. Toename van de luchtspleet vanwege slijtage van het wrijvingsmateriaal leidt tot achteruitgang van de remprestaties. Om het remanker in de juiste positie af te stellen moet u: 1. De schroef M5 losdraaien. 2. Aan de klemring draaien en de juiste luchtspleet afstellen (maak daarbij gebruik van een diktemeter). 3. Draai de schroef M5 weer aan. Denk eraan! Nalatig onderhoud leidt tot haperen van de rem.

Storingen en oplossingen 1. De poort gaat niet open of dicht. De elektromotor werkt niet, er is geen geluid of trilling waar te nemen. a. Controleer of de voeding goed is aangesloten op de elektronische besturingskast. b. Controleer de zekeringen. c. Controleer of de opstart-condensator van de motor goed functioneert. Om dit te controleren dient een hulpcondensator van 25µF parallel aan de kabels OPENEN-SLUITEN aangesloten te worden (SM 2000). d. Ga met de juiste controle-apparatuur na of de besturingskast goed functioneert. e. Controleer of de motorreductor 230 Vac ± 10 % voeding krijgt. 2. De poort gaat niet open, de motor werkt, maar er is geen beweging. a. Ga na dat de koppeling niet te los staat. b. Controleer of het tandwiel goed in de tandheugel ingrijpt. c. Controleer of bij het starten van de motor de elektrische rem op de juiste manier reageert. d. Het is mogelijk dat de poort mechanisch geblokkeerd wordt door één van de beide mechanische aanslagen. In dit geval moet de motorreductor handmatig ontgrendeld worden. Beweeg de poort met de hand uit de abnormale positie en zet de eindaanslagbeugels in de juiste stand alvorens het systeem weer op de automatische stand in werking te stellen. Enkele belangrijke aanwijzingen tot slot 1. Het systeem moet geaard worden. 2. De voedings- en besturingskabels moeten altijd gescheiden van elkaar gehouden worden. 3. Vermijd heftige mechanische schokken op de aanslagen door rubberen stootblokken aan te brengen. 4. Om het gevaar van verplettering of meeslepen te voorkomen moet er gebruik gemaakt worden van de volgende beveiligingssystemen: o fotocellen o krachtinstelling o druklijsten Indien het systeem zich aan een openbare weg bevindt moeten tenminste twee van de bovengenoemde systemen geplaatst worden (gekozen uit de drie types of van hetzelfde type). 5. De druklijst kan alleen voldoende beveiliging geven als hij direct kan reageren op de motorvoeding. Anders moet de druklijst samen met een ander systeem gebruikt worden. 6. Alle van de hierboven genoemde beveiligingssystemen moeten in ieder geval de beweging van de poort stoppen op het moment dat er een object in de bewegingsruimte komt dat er niet thuis hoort. Het is ook mogelijk de beweging direct de andere kant op te laten gaan na signalering van het object. Na ontgrendeling kan de openings- of sluitingscyclus volbracht worden. 7. Het systeem moet geïnstalleerd worden overeenkomstig de geldende normen. 8. Alle onderhouds-, reparatie- en afstelwerkzaamheden moeten door vakmensen uitgevoerd worden.