DE GEESTEN ONDERSCHEIDEN De wijze van de Knecht 21 januari 2018 9:00 / 10:30 uur ANDREASKERK PUTTEN Voorganger: ds. Werner Gugler Ouderling: E. van Steendelaar/ A. van Kempen Organist: W.J. Schaap / J. van den Brink Lector: F. van den Broek/ D. van Meerveld Koster: H. Hoorn / N. Kuijt
Mededelingen Intochtslied Psalm 81 1. Jubelt God ter eer, Hij is onze sterkte! Juicht voor Isrels Heer, stem en tegenstem springen op voor Hem die ons heil bewerkte. Votum Groet 8. Ik ben HIJ DIE IS: God wil Ik u wezen. Uit de duisternis van de slavernij maakte Ik u vrij: hebt gij nog te vrezen? 4. God heeft ons gezegd nooit gehoorde dingen. Heilig is t en recht nu en t allen tijd Hem die ons bevrijdt vrolijk toe te zingen. 9. Leef uit mijn verbond. Vraag van Mij vrijmoedig. Open wijd uw mond. Al wat u ontbreekt, al waar gij om smeekt geef Ik overvloedig. Gebed Gezang 323 1. God is tegenwoordig, God is in ons midden, laat ons diep in t stof aanbidden. God is in ons midden, laat nu alles zwijgen alles in ons voor Hem neigen. Wie de stem heft tot Hem sla de ogen neder, geve t hart Hem weder. 7. Maak mij recht eenvoudig, stil in den gebede, afgezonderd in uw vrede. Maak mij rein van harte, dat ik uwe klaarheid schouwen mag in geest en waarheid. Heer laat mij even vrij als een ad laar stijgen, zo word ik U eigen. 8. Heer kom in mij wonen, zij mijn hart en leven, U ten heiligdom gegeven. Gij die zo nabij zijt, wend mij toe uw wezen, dat G in mij uw beeld moogt lezen. Waar ik ga, zit of sta, laat mij U aanschouwen met een stil vertrouwen.
Opwekking 181
Schriftlezing: Jesaja 42: 1-4 1 Hier is mijn dienaar, hem zal ik steunen, hij is mijn uitverkorene, in hem vind ik vreugde, ik heb hem met mijn geest vervuld. Hij zal alle volken het recht doen kennen. 2 Hij schreeuwt niet, hij verheft zijn stem niet, hij roept niet luidkeels in het openbaar; 3 het geknakte riet breekt hij niet af, de kwijnende vlam zal hij niet doven. Het recht zal hij zuiver doen kennen. 4 Ongebroken en vol vuur zal hij het recht op aarde vestigen; de eilanden zien naar zijn onderricht uit. Psalm 99: 1,3 1. God is Koning, Hij sticht zijn heerschappij. Volken, hoort zijn stem. Buigt u, beeft voor Hem, die met macht gekroond op de cherubs troont. Aarde, word bewogen, beef voor zijn vermogen. 3. Niet op bruut geweld hebt G uw macht gesteld. Gij o Koning, zegt: Ik bemin het recht. Onder uw beleid heerst gerechtigheid; uw verbond heeft leven aan uw volk gegeven. Schriftlezing: Marcus 1: 21-34 21 Ze gingen op weg naar Kafarnaüm, en op de eerstvolgende sabbat ging Jezus naar de synagoge en onderwees er de mensen. 22 Ze waren diep onder de indruk van zijn onderricht, want hij sprak hen toe als iemand met gezag, niet zoals de schriftgeleerden. 23 Er was in de synagoge ook een man die bezeten was door een onreine geest, en hij schreeuwde: 24 Wat hebben wij met jou te maken, Jezus van Nazaret? Ben je gekomen om ons te vernietigen?
Ik weet wel wie je bent, de heilige van God. 25 Jezus sprak hem streng toe en zei: Zwijg en ga uit hem weg! 26 De onreine geest deed de man stuiptrekken en verliet hem met een luide schreeuw. 27 Iedereen was zo verbijsterd dat ze tegen elkaar zeiden: Wat is dit allemaal? Een nieuwe leer met groot gezag! Zelfs als hij onreine geesten een bevel geeft, wordt hij gehoorzaamd. 28 Het nieuws over Jezus verspreidde zich algauw overal in Galilea. Preek Opwekking 355 1. U die mij geschapen hebt, U wil ik aanbidden als mijn God, in voor- of tegenspoed. Uw liefde doet mij zingen. U die mij geschapen hebt, U wil k danken hoe ik mij ook voel, en U gehoorzaam zijn. Heer, U bent mijn doel. 2. U bent mijn bestemming. U hebt mij gemaakt om als uw kind in voor- of tegenspoed uw liefde uit te stralen. Dit is mijn bestemming. Dienen met verstand en met gevoel vanuit gehoorzaamheid. Heer, U bent mijn doel. Gebeden Collecte
Slotlied: Gezang 460 1. Loof de Koning, heel mijn wezen, gij bestaat in zijn geduld, want uw leven is genezen en vergeven is uw schuld. Loof de Koning, loof de Koning, tot gij Hem ontmoeten zult. Zegen 2. Looft Hem als uw vaadren deden, eigent u zijn liefde toe, want Hij bergt u in zijn vrede, zegenend wordt Hij niet moe. Looft uw Vader, looft uw Vader, tot uw laatste adem toe. 3. Ja, Hij spaart ons en Hij redt ons, Hij kent onze broze kracht. Hij bewaart ons, Hij ontzet ons van de boze en zijn macht. Looft uw Heiland, looft uw Heiland, die het licht is in de nacht.