- O 1 MEI Ministerie van Economische Zaken. Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State Postbus EA DEN HAAG.

Vergelijkbare documenten
Addendum Passende Beoordeling IJsseldelta-Zuid. Uitwerking ADC-criteria

Uitspraak /4/R6

Ri jkswa terstaa t Ministerie van Infrastructuur en Milieu

IJsseldelta-Zuid fase 2 Reevesluiscomplex. Addendum ADC-toets

Zomerbedverlaging Beneden-IJssel. Kampen

Wijzigingsbesluit. Natura 2000-gebied # 76. Veluwerandmeren

Directie Natuur en Biodiversiteit Team Vergunningen Nb-wet POV-dag 'het delen-durven-doen'festival donderdag 5 januari 2017

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Reactienota gewijzigde aanleg Inlaatsysteem IJsseldijk. 26 april 2017

Doel van de informatiebijeenkomst

Reactienota doorgaande vaarverbinding Reevediep. 7 juli 2017, definitief

IJsseldelta- Zuid. Nota Ruimte budget 22,4 miljoen euro. Planoppervlak 650 hectare

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Zomerbedverlaging Beneden-IJssel en Gebiedsontwikkeling IJsseldelta-Zuid, Overijssel

Ruimte voor de Rivier IJsseldelta Presentatie 15 april 2013 Klankbordgroep

Bypass IJsseldelta

PKB Ruimte voor de Rivier Investeren in veiligheid en vitaliteit van het rivierengebied

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Samenvatting. Inleiding

Ministerie van Economische Zaken

Overwegingen bij definitief besluit vergunning Wet natuurbescherming project Stroomlijn fase 3, tranche 7, perceel 1 en 2

SPELREGELS EHS. Een gezamenlijke uitwerking van rijk en provincies. Ministeries van LNV en VROM en de provincies

ALGEMENE VERGADERING. Voorstel Kennisnemen van de stand van zaken van het project IJsseldelta Zuid.

omgevingsvergunning Kampetr Datum omgevingsvergunning: 20 augustus 2013 Dossiernummer: OLO-nummer: Fr-*>u

Procedurewijzer. Voor het wijzigingsbesluit Veluwerandmeren. #76 Veluwerandmeren

Inhoudelijke overwegingen RvR Project Vier Maatregelen Nederrijn; deelgebied Tollewaard

Witteveen+Bos, RW /torm/027 definitief d.d. 26 maart 2012, toelichting aanvraag watervergunning

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

Hydraulische beoordeling nieuwe waterkering Alexander, Roermond. WAQUA-simulaties ten behoeve van Waterwetaanvraag

Stappenplan vergunningaanvraag

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Quickscan natuur terrein aan de Bosruiter in Zeewolde

PROVINCIE. Mededeling FLEVOLAND. Onderwerp Mededeling Voortgangsrapportage Verbetering doorstroming N307 Roggebot - Kampen

Arcus Zuid Projectontwikkeling B.V. B.J.M. Mertens Dorpstraat JX OIRSBEEK

O N T W E R P O M G E V I N G S V E R G U N N I N G , 16 oktober 2015

Aan Robert Vos;Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving. Kenmerk VEB Doorkiesnummer +31(0)

Gebiedsbescherming, Windparken op Land en de praktijk van de Provincie Groningen. Aaldert ten Veen, Stibbe Olaf Slakhorst, Provincie Groningen

Natuuronderzoek bestemmingsplan Reeve te Kampen

Reactienota bouw Reevesluiscomplex. 5 september 2017

IJsseldelta-Zuid. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 16 augustus / rapportnummer

Notitie. 1 Aanleiding

Reactienota zienswijze over het ontwerpprojectplan Restontwerpen fase 1 IJsseldelta-Zuid. September 2015

- 6 NOV STATENVOORSTEL. Aan: Provinciale Staten

Visie op Zuid-Holland. Verordening Ruimte. Wijzigingsbesluit behorende bij ontwerpherziening Herijking EHS

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

Integrale Passende Beoordeling IJsseldelta fase 2

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Veehouderij Epe

website - 47-RO ab.doc Pagina 1

PROVINCIE FLEVOLAND. Mededeling. Onderwerp Mededeling Voortgangsrapportage Verbetering doorstroming N307 Roggebot - Kampen

Vergunning Nb-wet 1998; Project Stroomlijn; Cortenoever

Besluit. Ministerie van Economische Zaken. Tennet TSO B.V. T.a.v. de heer Postbus AS ARNHEM. Geachte heer

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

ij'. Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat .~ \~

Bomen in water, gemeente Heerde

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND

Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur

Ecologische effecten van de Hanzelijn op Vogelrichtlijngebieden. Aanvullende rapportage Drontermeer. Alterra-rapport 176b 1

RBOI - Rotterdam/Middelburg bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel

GEMEENTE OLDEBROEK. D:\iBabs\WebServices\PdfConverterService\Temp\tdp2o4og.rw307f5d33f-b a8a7-e575baf46cf3.docx

Culemborg aan de Lek

Wat is de invloed van Bypass IJsseldelta op de Waterveiligheid?

Besluit. TenneT TSO BV. Postbus AS Arnhem

hydraulische, morfologische en scheepvaarteffecten dijkversterking BR636-1 BR636-1/smei/147 ir. A. Zoon

Havenkwartier Zeewolde

Handelingsperspectief hoge gronden en waterveiligheid

Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer H. van der Meer Postbus HB AMSTERDAM

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedseikwaliteit

_).l, Vogelbescherming

Bijlage 1 Wettelijk kader

Notitie flora en fauna

Actualiteiten natuurregelgeving 6 oktober 2016

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Provincie Overijssel. Postbus GB Zwolle. 20 oktober Aanlegwerkzaamheden Reevediep. Geachte heer Otten,

Procedureel De aanvraag voor de onderhavige vergunning werd gedaan bij het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (hierna: EL&I).

Ministerie van Economische Zaken

Toelichting begrenzing EHS, kiekendieffoerageergebied en bosgebied

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

MIRT-verkenning Varik-Heesselt

Partiële herziening Omgevingsplan Flevoland 2006: aanpassing vanwege IJsseldelta Zuid en N23

Aanvulling op de effectbeoordeling Regelwerk Pannerden [R SIH-evp-V03-NL] ten behoeve van de beoordeling voor een NB-wet vergunning

De vormvrije m.e.r.-beoordeling: vereisten

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Rijkswaterstaat Ministerie van tnftastructuur en Milieu

w>«v r ''"Mei Ingekomen GEMEENTE BRUMMEN: Datum 6 februari 2012 Onderwerp reactie op motie over dijkverlegging Cortenoever november 2011

1 ADVIESNOTA ZOMERBEDVERLAGING BENEDEN-IJSSEL

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Impact van het PAS-arrest: oplossingenrichtingen voor de praktijk

Omgevingsdienst West-Holland

Gedeputeerde Staten. Burgemeester en Wethouders van Teylingen Postbus ZJ Voorhout

Bestemmingsplan buitengebied Doetinchem

IJsselmeergebied vanwege de ligging aan het Drontermeer (Randmeren).

In dit besluit vindt u de inhoudelijke overwegingen die eraan ten grondslag liggen. De aanvraag en de bijlagen maken onderdeel uit van dit besluit.

Nota van Beantwoording Zienswijzen. Ontwerpbestemmingsplan. Ruimte voor de Grecht

Natuurwetgeving & Windenergie op land. Marieke Kaajan 15 juni 2016 NWEA Winddagen

Hiermee beantwoord ik de vragen van het lid Smaling (SP) over de alarmerende staat van de Duitse dijken net over de grens (ingezonden 8 juli 2015).

Figuur 1: Links: Luchtfoto plangebied (bron: Google Maps, maart 2016). Rechts: foto plangebied (juni 2014).

Lyaemer Wonen Y.A. Tiemensma Straatweg PZ LEMMER. Datum 7 augustus 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Transcriptie:

Ul Ministerie van Economische Zaken > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State Postbus 20019 2500 EA DEN HAAG Datum Betreft - O 1 ME 2015 - Nb-wet 1998; project Jsseldelta Zuid/Reevediep; ADC-toets Directoraat-generaal Agro en Natuur Directie Natuur en Biodiversiteit Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Factuuradres Postbus 16180 2500 BO Den Haag Overheidsidentificatienr 00000001003214369000 T 070 379 8911 (algemeen) www.rijksoverheid.nl/ez Beliandeld door T.G.J. van Hattum Geachte Afdeling, Bijgaand treft u aan het 'Addendum Passende Beoordeling Jsseldelta Zuid' (kenmerk: 1229643 d.d. 28 april 2015). Hierin is, conform uw uitspraak d.d. 11 februari 2015 (kenmerk: 201401736/1/R6), opgenomen de ADC-toets als bedoeld in de artikelen 19g en 19h van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna- Nb-wet 1998). Dit addendum leg ik (mede) ten grondslag aan de op 5 december 2013 verleende Nb-wet vergunning voor het project Jsseldelta Zuid/Reevediep. k vertrouw er op hiermee aan uw uitspraak te hebben voldaan. Hoogachtend, T 070 379 8911 (algemeen) t.g.j.vanhattum@minez.nl Ons kenmerk DGAN-NB / 15059123 Uw kenmerk uw uitspraak d.d. 11 februari 2015,.(zaaknummer 201401735/1/R6) Bijlage(n) 1 ;hdrcm"atfr Dijksma Staatssecretaris van Economische Zaken OJ O" o; cn~ Nl; CJ" Pagina 1 van 1

OOC Tauw Addendum Passende Beoordeling Jsseldelta-Zuid Uitwerking ADC-criteria n opdracht van: ruimte voor de rivier ijsseldelta

Ul Tauw Addendum Passende Beoordeling Jsseldelta-Zuid Uitwerking ADC-criteria Eindconcept, 28 april 2015

U G) Ul Tauw Verantwoording Titel Opdrachtgever Projecllolder Auteur(s) Projectnummer Aantal pagina's Datum Handtekening Addendum Passende Beoordeling Jsseldelta-Zuid, uitwerking ADC-criteria v.pro]ect Ruimte voor de Rivier Jsseldelta Wc Versteeg LUB Bruihsma, Jeroen Reimerink & Elles van Drunen 122a6ö3\ (çxi^u^ief bijlagen) Colofon Tauw bv BU Meten, nspectie & Advies Handelskade 37 Postbus 133 7400 AC Deventer Telefoon +31 57 06 99 91 1 Fax +31 57 06 99 66 6 Addendum Passende Beoordeling Jsseldelta-Zuld. uitwerking ADC-criteria - versie 1-3\40

Ul 4M0 Addendum Passende Beoordeling Jsseldelta-Zuid, uitwerking ADC-criteria - versie 1 -

J:s. ^ Tau w nhoud Verantwoording en colofon 3 Samenvatting 7 1 nleiding / 10 2 De effecten die leiden tot de noodzaak voor dé^ïpc-to^^!v> 12 2.1 Aanleiding.//. 11 " 12 2.2 Nadere analyse van verstorende effecten'soo^recreatie 13 2.3 Conclusie effecten c-.. 3 Alternatieven (A) d^...^s>>..^.c.<... 17 3.1 Vraagstelling {.(..O...^^^ 17 \ V i '1 3.2 3.3 Beschouwing van projectdoelemen alternatieven Conclusie alternatieven...^!svn...^rr:tttrrrr 17 25 4 Dwingende redenen van^groot openbaar belang (D) 26 4.1 Vreagstelling"^^.^^.!^. 26 4.2 Menselijke gezondheid'en openbare veiligheid 26 4.3 Vooj/heFmilieu,^«ezeplijk gunstige effecten 27 4.4 Conclusie dwingende redenen van groot openbaar belang 29 5 Compensatie (C) 30 5.1 Uitwerking van de compensatie 30 5.2 Stand van zaken compensatie 34 5.3 Conclusie compensatie 35 6 Eindconclusie 37 Gebruikte bronnen 39 Addendum Passende Beoordeling Jsseldelta-Zuid, uitweri<ing ADC-criteria - versie 1-5\40

.Jï. U'l Jl ^ Tau w Samenvatting Met het oog op onder andere de uitvoering van het project Ruimte voor de Rivier Jsseldelta heeft de raad van de gemeente Kampen het bestemmingsplan "Jsseldelta-Zuid" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt onder meer de realisatie mogelijk van^e^rfhoogwatergeul - het Reevediep - ten zuiden van Kampen tussen de Jssel en het.drontermeer en van de Reevedam ten zuiden van de uitstroomopening van de hoogwatergeukin het Drontermeer. Het Reevediep verbindt de Jssel, via het Drontermeer en het Vosseme'ep, met^h^t Jsselmeer. Bij. hoogwater op de Jssel wordt via de hoogwatergeul extra water afgevoerd^ar het Jsselmeer, wat leidt tot een verlaging van de waterstand van de Jssel en h^l4lenpan het^in de Watenwet voorgeschreven beschermingsniveau en van de daarbij behor.en'd^^oercapaciteit. De realisatie van het Reevediep en de Reevedamleidt tot het verdwijnen van rietmoeras in het Natura 2000-gebied "Veluwerandm#en"^ÏhidiUv atu''ra 2000-gebied gelden instandhoudingsdoelen voor c^dei^ne^^e^brôedvogelsoorten roerdomp en grote karekiet, welke afhankelijk zijn van rietmoeras àisji[eefgëbied. Het effect op de instandhoudingsdoelen voor roerdomp en grote kare det^qndérzocht in de Passende Beoordeling "Planstudie Jsseldelta- Zuid" van 20 maart 20j13. Op gron'd van de Passende Beoordeling hebben gedeputeerde staten van Flevoland ejt^sta^^ecretaris van Economische Zaken (bij besluit van respectievelijk 19 december 20 3je7r5 decembër>2013) een vergunning vedeend op grond van artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998. Op 11 februari 20T5-heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een tussenuitspraak gedaan op de beroepen tegen, onder meer, het bestemmingsplan van Kampen en de voornoemde Natuurbeschermingswet-vergunningen. De Afdeling oordeelt dat de aanleg van nieuw leefgebied (rietmoeras) in de Passende Beoordeling ten onrechte is meegenomen als mitigerende maatregel. Volgens de Afdeling kan het project, wat betreft de hoogwatergeul en de Reevedam, alleen doorgang vinden indien voldaan wordt aan de criteria van artikel 19g en 19h van de Natuurbeschermingswet 1998 (de zogeheten "ADC-toets"). De Afdeling stelt de bevoegde gezagen in de gelegenheid het geconstateerde gebrek te herstellen door alsnog een ADC-toets uit te voeren ten aanzien van de gevolgen van de verstoring/vernietiging van leefgebied van de roerdomp en de grote karekiet in het Natura 2000-gebied "Veluwerandmeren". Ter uitvoering van de opdracht van de Afdeling is het voorliggende Addendum op de Passende Beoordeling Jsseldelta-Zuid opgesteld, waarin de alternatieven (A), dwingende redenen van groot openbaar belang (D) en compensatie (C) worden onderbouwd. Addendum Passende Beoordeling Jsseldelta-Zuid, uitwerifing ADC-criteria - versie 1-7\40

n de Passende Beoordeling is (worst-case) uitgegaan van het vedies van in totaal 4,1 hectare leefgebied van de roerdomp en de grote karekiet door zowel vernietiging als verstoring. Een nader onderscheid was op dat moment niet nodig, omdat ervan werd uitgegaan dat door de aanleg van de 8 hectare nieuw rietmoeras dat (ecologisch) functioneel is voordat ingrepen in bestaand leefgebied zullen plaatsvinden (en in totaal 42,7 hectare nieuw rietmoeras) waarin het project voorziet, de effecten ruimschoots gemitigeerd zouden worden. Met de tussenuitspraak van de Afdeling van 11 februari 2015 is er echter nu wel reden om onderscheid te maken tussen het effect door verstoring en het effect door vernietiging en om heflffect door verstoring nader te beschouwen. Uit deze nadere analyse blijkt dat verstoringseffecten door recreatief gebruik van de vaargeul in het Reevediep en het fietspad aan de zuidzijde van-de l^^evedam geen gevolgen hebben voor roerdomp en grote karekiet ten zuiden van de Reevedarri omdat.ter plaatse geen geschikt leefgebied voor deze soorten aanwezig is. Ten noordeftvan-de Reevedam is dat wel het geval, maar worden de verstoringseffecten geheékgèmitigéerd^dö^ de reeds in de Passende Beoordeling en vergunningen opgenomen zoneringsmaétregel voor waterrecreatie. Door deze maatregel beperkt het effect zich tot;^^'^yerji^j«^an'totaal circa 1,7 hectare leefgebied van de roerdomp en de grote karekiet (rietmoeras) door-vernietiging. Verstoring door recreatie is niet meer aan de orde. Alleen voor^t^i^lie^^door vernietiging dient dus een ADC-toets te worden uitgevoerd. Alternatieven (A) Op basis van de:snalyseswmi.6gelijke alternatieven blijkt dat er geen reëel alternatief is voor een hoogwaterpeul tussen Zwolle en Kampen, dat zowel de taakstelling voor waterstandsvevla^gjjitcie PKB kan halen en minder effecten op Natura 2000-gebieden heeft. De volgende alternatieven zijn beschouwd: Het nulalternatief Dijkversterking in plaats van Ruimte voor de Rivier Een (lange) zomerbedverlaging Een dijkvedegging Noorddiep Locatie- en inrichtingsalternatieven voor de monding van het Reevediep Het afzien van de Reevedam Geen van deze alternatieven voldoet aan de (gecombineerde) doelstelling uit de PKB Ruimte voor de Rivier en/of heeft grotere effecten op de in het geding zijnde Natura 2000-gebieden. Alle locatie- en inrichtingskeuzes zijn als uitwerking van de nevendoelstelling van de PKB 'verbetering ruimtelijke kwaliteit' reeds geoptimaliseerd voor natuur en in het bijzonder ook de Natura 2000- doelen. 8\40 Addendum Passende Beoordeling Jsseldelta-Zuid, uitweridng ADC-criteria - versie 1 -

u'l Ul Tauw Dwingende redenen van groot openbaar belang (D) Het primaire belang van de hoogwatergeul Reevediep ligt in de hoogwaterveiligheid op zowel korte als lange termijn. Er is hierbij zonder twijfel sprake van een dwingende reden van groot openbaar belang in het kader van de menselijke gezondheid en openbare veiligheid. Voor de aanleg van de (blauwe natuurrijke) hoogwatergeul is verder de duurzame bijdrage aan natuurbehoud en natuurontwikkeling evident. De hoogwatergeul levert een grote bijdrage aan de oppervlakte van en samenhang tussen natte natuur in de regio, waajvan ook soorten die in de Natura 2000-gebieden voorkomen, zoals roerdomp en grote karekiet in grote mate, zullen profiteren. n de tweede plaats betekent de ontwikkeling ook een f^se,;winst voor de natuurdoelen in de EHS zelf. /^^^^k Er is dus ook sprake van een dwingende reden van groot^pepbaar belang in het kader van voor het (natuurlijk) milieu wezenlijk gunstige effecten vxö>^ Compensatie (C) Het reeds aangelegde rietmoeras van 8 hécsre (rietmoeras fase 0) als leefgebied voor roerdomp en grote karekiet ontwikkelt zich voorspc^edig. Dezê^^oppervlakte is ruim vier keer zo groot als het verlies van oppervlakte waan/oor gecom^enseerd/tient te worden. Er wordt in dit compensatiegebied actief gesjtuui^p^d^^vva^^^^^ van de rietontwikkeling en het functioneren van de compensatie voordat de ing^^nsinibèsteand leefgebied zullen plaatsvinden. De compensatie maakt deel uit van een j^ter iwû\;^^ van 42,7 hectare dat door herbegrenzing wordt toegevoegd aan l iet Naturai20Ö0-gebied Veluwerandmeren. Het ontwerp-wijzigingsbesluit ten aanzien van deze fert)egrenjing is op 28 mei 2013 genomen door de staatssecretaris van Economische Zaken^en heefuan 6 juni 2013 tot en met 17 juli 2013 ter inzage gelegen. n de Natuurbesche mingswet^ergunning van de staatssecretaris van Economische Zaken is geborgd dat de aantasting van het'bestaande rietmoeras pas mag plaatsvinden wanneer de eerste 8 hectare van het niëuwe rietmoeras functioneel is. Addendum Passende Beoordeling Jsseldelta-Zuid, uitweridng ADC-criteria - versie 1-9\40

4:Ï. Ul 1 nleiding Met het oog op onder andere de uitvoering van het project Ruimte voor de Rivier Jsseldelta heeft de raad van de gemeente Kampen het bestemmingsplan "Jsseldelta-Zuid" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt onder meer de realisatie mogelijk van een hoogwatergeul - het Reevediep - ten zuiden van Kampen tussen de Jssel en het Dronté?meer en van de Reevedam ten zuiden van de uitstroomopening van de hoogwatergeul in het^d^ntermeer. De hoogwatergeul verbindt de Jssel, via het Drontermeer en het Vossemeer, mefhet Jsselmeer. Bij hoogwater op de Jssel wordt via de hoogwatergeul extra water afgevoerdliaaij het Jsselmeer, wat leidt tot een veriaging van de waterstand van de Jssel en het halerrvan het'in de Watenwet voorgeschreven beschermingsniveau en van de daarbij behorende^afvoercapaciteit. De realisatie van de Reevedam hangt samen met de realisatie van de'hoogwatergeul en is nodig om het Drontermeer ten zuiden van de uitstroomopening van de hppgwatefgeul'té^beschermen tegen hoogwater en om de instroom van gebledsvreemd water'énverslechtefing van de waterkwaliteit te voorkomen. Aan de zuidzijde van de Reevedam zal (in fase 2) een fietspad worden aangelegd en <^ V *^ ' opengesteld voor (recreatief) fietsverkeer.'v De realisatie van de hoogwatergeïiï'en^de.réevedam leidt tot aantasting van rietmoeras in het Natura 2000-gebied "Veluwetaii^mer^^ n dit Natura 2000-gebied gelden instandhoudingsdoelen voor onder meer de broedvogelsoorten roerdomp en grote karekiet, welke afhankelijk zijn van rietmoeras als leefgebied^et effect op de instandhoudingsdoelen voor roerdomp en grote karekiet is onderzocht ia^g"passendé:beœrdeling "Planstudie Jsseldelta-Zuid" van 20 maart 2013 (Royal Haskoning, TaiW & WitteVeen+Bos, 2013). n de Passende Beoordeling is uitgegaan van, in een conservatieve ben^derjng, een totaal veriies van 4,1 hectare rietmoeras. Geconcludeerd is dat dit met zekerheid niet léidt tot significante negatieve effecten, omdat in het kader van het project Jsseldelta-Zuid maar liefst 42,7 hectare nieuw leefgebied (rietmoeras) wordt gerealiseerd en onderdeel zal gaan vormen van het Natura 2000-gebied, waarvan in ieder geval 8 hectare gereed is voordat het bestaande rietmoeras wordt aangetast. De draagkracht van het Natura 2000-gebied voor de roerdomp en de grote karekiet neemt daardoor aanzienlijk toe. Op grond van de Passende Beoordeling hebben gedeputeerde staten van Flevoland en de staatssecretaris van Economische Zaken (bij besluit van respectievelijk 19 december 2013 en 5 december 2013) een vergunning verieend op grond van artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998. n de Natuurbeschermingswet-vergunning van de staatssecretaris van Economische Zaken is de realisatie van het nieuwe leefgebied voorgeschreven en zijn aanvullende voonwaarden gesteld om de functionaliteit van het nieuwe leefgebied te waarborgen (voorschriften 29 t/m 35). Op 11 februari 2015. heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een tussenuitspraak gedaan op de beroepen tegen, onder meer, het bestemmingsplan van Kampen 10\40 Addendum Passende Beoordeling Jsseldelta-Zuid, uitweri<ing ADC-criteria - versie 1 -

Ji. Ul ( -..' G) M- Ul ^ Ta uw en de voornoemde Natuurbeschermingswet-vergunningen. De Afdeling oordeelt dat de aanleg van het nieuwe leefgebied in de Passende Beoordeling ten onrechte is meegenomen als mitigerende maatregel. Volgens de Afdeling kan het project, wat betreft de hoogwatergeul en de Reevedam, alleen doorgang vinden indien voldaan wordt aan de criteria van artikel 19g en 19h van de Natuurbeschermingswet 1998 (de zogeheten "ADC-toets"). De Afdeling stelt de bevoegde gezagen in de gelegenheid het geconstateerde gebrek te herstellen door alsnog een ADC-toets uit te voeren ten aanzien van de gevolgen voor het leefgebied van dè roerdomp en de grote karekiet in het Natura 2000-gebied "Veluwerandmeren" als gevqlg^van de realisatie van Reevediep én Reevedam. ^ Ter uitvoering van de opdracht van de Afdeling is het vobriiggende Addendum op de Passende Beoordeling Jsseldelta-Zuid opgesteld. n dit Addenelum isi^^é door de Afdeling vereiste ADCtoets uitgevoerd. De alternatieven (A) komen aan^bod in^hoofdstuk 3. De dwingende redenen van groot openbaar belang (D) worden onderbouwd in^^fdstukj4. De compensatie (C) wordt beoordeeld in hoofdstuk 5. Daaraan voorafgaand wdrden'ln hoofdstuk 2 eerst de effecten van de aanleg van het Reevediep en de Reevedam nauwk'euriger in beeld gebracht. Daaruit volgt gedetailleerder dan uit de Passende^eoo^^elingjnwelke mate aantasting van leefgebied van de roerdomp en de grote karekiet optreedt;en cómpénsatie nodig is. Dit addendum is opgestejdjjopr^auw in opdracht van het Project Ruimte voor de Rivier Jsseldelta, onder begeleiding vàn^ee^projectgroep bestaande uit vertegenwoordigers van Ministerie van EZ, Provincie Flevoland, Gemeente Kampen, Waterschap Groot Salland, Rijkswaterstaatï PfGVincie^yerijssel en Royal HaskoningDHV. Addendum Passende Beoordeling Jsseldelta-Zuid, uitweridng ADC-criteria - versie 1-11\40

De effecten die leiden tot de noodzaak voor de ADC-toets 2.1 Aanleiding n de Passende Beoordeling is uitgegaan van het veriies van in totaal 4,1 hectare leefgebied van de roerdomp en de grote karekiet. Het ging om: // Aantasting/verstoring van 2,4 hectare rietmoeras door de aanlêgwan de hoogwatergeul in combinatie met aanleg en gebruik van de vaargeul, en^-7r^ Aantasting/verstoring van 1,7 hectare rietmoeras dopr/deaanleg van'de Reevedam in combinatie met aanleg en gebruik van onderhoud^^en^inetspad De 2,4 hectare voor de hoogwatergeul betreft veriies^a'n rietmoeras doordat het rietmoeras langs de oostelijke oever van het Drontermeer \Ara^doo'r,^den;^or de uitstroomopening van de hoogwatergeul en verstoring van rietmoeras aan de noordzijde van de vaargeul. De 1,7 hectare voor de Reevedam omvat het veriie^ar;i rietmoeras door de aansluiting van de Reevedam op de oostelijke oever van het Drontermeerseq^erstpr^g'cloor het gebruik van het fietspad door (recreatief) fietsverkeer. De oppervlaktes^van 2,4 en 1,7 hectare zijn bepaald op grond van de worst-case-aanname datjn_ee^^^~van-1^0 meter aan weerszijden van de vaargeul en de Reevedam leefgebied van'dè^roerdómp en de grote karekiet wordt verstoord. De fysieke aantastingen van rietmoeras omv^atten een oppervlakte van circa 1,4 hectare voorde hoogwatergeul^r^gecti^,elijk^drca 0,3 hectare voor de Reevedam. De effecten zoals beschreven in de Passendé'Beoordeling-zijn weergegeven in figuur 2.1. n de Passendé.BeQordêling is geen nader onderscheid gemaakt tussen de twee verschillende effecttypen fysieke aantasting en verstoring. Er is zonder onderscheid uitgegaan van een efl'ect van 4,1 hectare verstoring/vernietiging. Zonder daarin mitigerende maatregelen te betrekken is vervolgens aangenomen dat significantie niet op voorhand uit te sluiten is. Een nadere beoordeling van dat effect was op dat moment niet nodig, omdat ervan werd uitgegaan dat door de aanleg van de 8 hectare nieuw rietmoeras voordat ingegrepen in bestaand leefgebied plaatsvinden (en in totaal 42,7 hectare nieuw rietmoeras waarin het project) voorziet, de effecten sowieso ruimschoots gemitigeerd zouden worden. Met de tussenuitspraak van de Afdeling van 11 februari 2015 is er echter nu wel reden om onderscheid te maken tussen het effect door verstoring en het effect door vernietiging en om het effect door verstoring nader te beschouwen. 12\40 Addendum Passende Beoordeling Jsseldelta-Zuid, uitweri<ing ADC-criteria - versie 1 -

45. OOC Tauw Figuur 2.1 Verlies van leefgebied van roerdomp en grote karel<iet (worst case) volgens de Passende Beoordeling uit 2013 2.2 Nadere analyse van verstorende effecten door recreatie Project Jsseldelta-Zuid kan, zoals aangegeven in de Passende Beoordeling, leiden tot een toename van recreatieve verstoring. Zonder mitigatie kan dit effect significant zijn. Bij de nadere beoordeling van de verstoring door recreatie is in de eerste plaats van belang dat de aangehouden verstoringsafstand een worst-case-aanname is. De verstoringsafstand voor de grote karekiet is maximaal 50 meter (Van der Hut, 2009). Voor de roerdomp geldt dat deze binnen een afstand van 25 meter van een verstoringsbron niet broedt, en dat 90% broedt op een afstand groter dan 50 meter van een verstoringsbron (Van der Hut, 2009). De afstand van 150 meter is een maximale verstoringsafstand die in verschillende relevante onderzoeken is gegeven (Van der Hut, 2009; Van der Hut et al., 2008). De mate van verstoring neemt af naar mate de afstand van de verstoringsbron toeneemt. Addendum Passende Beoordeling Jsseldelta-Zuld, uitweridng ADC-criteria - versie 1-13\40

.Ji. i LJ'"! K..) tri De concrete verstoringsafstand is voorts afhankelijk van de aard van de verstoring. Voor zowel de roerdomp als de grote karekiet zorgt het betreden van rietlanden voor de meeste verstoring, met name van broedende vogels. Daarnaast hangt de "impact" van een recreatievorm af van geluidsproductie, onvoorspelbaarheid, snelheid, duur/verblijf en zichtbaarheid. Luide, snelle en onvoorspelbare activiteiten die lang duren en goed zichtbaar zijn, zorgen voor de grootste verstoring. Speedboten en kitesurfers zijn daarom erg verstorend. Fietsers daarentegen zorgen voor weinig verstoring (snel voorbij en altijd op het fietspad, dus voorspelbaar), maar als ze stoppen en afstappen verdubbelt dat de impact direct. Recreatie.^op.het land heeft verder minder impact dan recreatie op het water. Een roeiboot heeft bijvoorbeeld eën>driemaal grotere- en een motorjacht een vijf keer grotere impact dan een fietser 0D,lan5»Geded^eÏijk kan gewenning aan verstoring optreden als vogels leren dat de verstoring geèn daallverkelijke bedreiging vormt en voorspelbaar is (Krijgsveld et al., 2008). Het gebruik van het fietspad langs de Reevedani^entde vaargeul in het Reevediep leiden niet tot betreding van rietlanden en zijn daarmee,^écrëatievörn\^/met een relatief gering verstorend karakter. Dat neemt niet weg dat een verstorend effec^ä^or recreatie niet op voorhand kan worden uitgesloten. ^ Een belangrijk gegeven is dat*e^birinen?de ietlanden langs het Drontermeer grote verschillen zijn in kwaliteit als leefgebied<wgi^ge>dœ^ en grote karekiet en dat er in de huidige situatie al sprake is van recreatiejle verstoring, met name vanaf het water. Uit recent veldonderzoek door Altenburg & Wymenga^n het kader van het monitoringsplan van het nieuwe rietmoeras fase O (Oudejans & VamSer Hiit 20c^)»blijkt dat actueel geschikt habitat voor roerdomp en grote karekiet zich cbncentreert rond het eiland Reve. Dit onderzoek is gebaseerd op de kwaliteit van de aanwezige^netopstanden, verstoring is daarin niet meegenomen. Opvallend is verder ook de geconstateerde geischik'theid van het riet ter plaatse van de tunnelbak van de Hanzelijn, omdat dit nog zeer jonge rietlanden zijn die na de aanleg van de tunnelbak tot ontwikkeling zijn gekomen. Verder blijkt dat met name de rietlanden direct ten noorden van de Gelderse Sluis (en ten zuiden van de toekomstige Reevedam) een zeer beperkte kwaliteit hebben als leefgebied voor roerdomp en grote karekiet (Oudejans & Van der Hut, 2015). De rietzones zijn hier te smal om als broedhabitat te kunnen fungeren. Alleen de buitenrand direct grenzend aan het open water is in potentie geschikt als foerageergebied. Echter juist op deze locatie is sprake van diffuse waterrecreatie omdat de Gelderse Gracht / Gelderse Sluis de toegang tot het Drontermeer vormt voor waterrecreatie vanuit Noordeinde, waar onder meer een kanoverhuurbedrijf gevestigd is. De Gelderse Sluis is onder normale omstandigheden vrijwel permanent passeerbaar voor dit type recreatie. 14\40 Addendum Passende Beoordeling Jsseldelta-Zuid, uitweridng ADC-criteria - versie 1 -

42. Tauw Voor de rietvogels blijkt dat deze het meest verstoringsgevoelig zijn tijdens het foerageren. Dit geldt in het bijzonder voor de meest kritische soort, de roerdomp. Dit komt enerzijds doordat de soort overdag foerageert en anderzijds omdat deze een voorkeur heeft voor de moeraszones direct grenzend aan open water. Omdat de rietzones bij de Gelderse Sluis een zeer beperkte potentie hebben als leefgebied voor roerdomp en grote karekiet en er hier al sprake is van verstoring door diffuse recreatie zoals kano's en andere kleine bootjes, kan worden gesteld dat de actuele kwaliteit als leefgebied nihil is. Dit wordt ook bevestigd dobr het ontbreken van waarnemingen van beide soorten op deze locatie. Dit betekent ve'rwlgens ook dat er geen verstoringseffect optreedt aan de zuidzijde van de Reevedam ^óoryiet^gebruik van het geplande fietspad omdat er hier geen sprake is van actueel geschikt-liawtat voor^rqerdomp en grote karekiet. Voor de rietlanden ten noorden van de Reevedani'ls verstoring-door diffuse recreatie een belangrijke factor voor de actuele kwaliteit van ttebleéfgebied>van roerdomp en grote karekiet. n de huidige situatie wordt aan de oostzijdej,vah-ïiet Dronjermeer, vanaf de Reevedam tot aan de Jachthaven Roggebot (inclusief de oostzijde van hêt eiland Reve) circa drie kilometer rietoever in meer of mindere mate beïnvloed doôi^ffuse^watetrecreatie. n de Passende Beoordeling is voorzien in een recreatieve zonering vanaf dè noordzijde van de Reevedam tot even ten zuiden van de jachthaven waarbij rec1^éaintërt!d.oo en drijvers, ondersteund met een verbodsbepaling, uit he^t^pndiep^wati^ buiten de vaargeul worden gehouden (zie figuur 2.2). Deze zonering zorgt ervoor datïm^de toekomstige situatie diffuse waterrecreatie geweerd wordt, waardoor de rietlanden worden ^e,vrijwaard van verstoring door dit type recreatie. Dit geldt dus voor het merendêit^an dè^eçrder genoemde drie kilometer rietoevers, waarvan het grootste deel - ook na de ir^grepen^vrór Reevediep en Reevedam - behouden blijft. De recreatie in dé-vaargeul van het Reevediep bestaat voornamelijk uit motorboten. De verstoring is echter doorgaans kort van duur (alleen bij het kruisen van de rietkraag) en is daarnaast voorspelbaar, omdat schepen in de vaargeul blijven en weinig manoeuvreren. Daarnaast geldt een snelheidslimiet en mag venwacht worden dat voor dit type recreatie gewenning zal optreden, waardoor de effecten beperkt zijn. Gebruik van het fietspad langs de Reevedam kan ook voor verstoring zorgen, maarzoals hiervoor beschreven speelt dit alleen aan de noordzijde van de dam. Door de positionering van het fietspad aan de zuidzijde van de dam is het verstorend effect aan de noordzijde in beginsel al van beperkte aard. Het positieve effect van de zoneringsmaatregel weegt ruimschoots op tegen de potentieel negatieve effecten van recreatie in de vaargeul en van gebruik van het fietspad. Het positieve effect vindt ook plaats op alle locaties waar het negatieve effect op kan treden. Netto resteert dus nergens een negatief effect door recreatieve verstoring als gevolg van Jsseldelta-Zuid. De recreatieve zonering is dus een effectieve mitigerende maatregel. Addendum Passende Beoordeling Jsseldelta-Zuid, uitweridng ADC-criteria - versie 1-15\40

Ul De zonering ten noorden van de Reevedam was reeds opgenomen in voorschrift 6 van de Natuurbeschermingswet-vergunning van Flevoland. Figuur 2.2 Verlies van leefgebied van roerdomp en grote karekiet (nadere uitwerking: geen verstoring aan zuidzijde Reevedam en inclusief mitigatie) 2.3 Conclusie effecten Uit voorgaande analyse volgt dat alleen de vernietiging van rietmoeras als gevolg van de aansluiting van de Reevedam op de oostelijke oever van het Drontermeer en de aanleg van de monding van het Reevediep tot (mogelijke) significant negatieve effecten leiden. Het gaat dan om vernietiging van respectievelijk circa 0,3 en 1,4 dus totaal 1,7 hectare leefgebied van roerdomp en grote karekiet. Alleen voor dit effect dient derhalve een ADC-toets te worden uitgevoerd. Verstoringseffecten zoals beschreven in de Passende Beoordeling zijn niet aan de orde (ten zuiden van de Reevedam) of worden volledig gemitigeerd (ten noorden van de Reevedam). Er is dus geen toename van verstoord oppervlak leefgebied van roerdomp en grote karekiet. Alleen voor de vernietiging dient derhalve een ADC-toets te worden uitgevoerd. 16\40 Addendum Passende Beoordeling Jsseldelta-Zuid, uitweridng ADC-criteria - versie 1 -

-[3. ^ Tau w 3 Alternatieven (A) 3.1 Vraagstelling Bij de alternatieventoets gaat het om de vraag of er redelijkenwijs alternatieve oplossingen voorhanden zijn, die dezelfde doelen bereiken en minder effecten hebben op Natura 2000- gebieden. n de volgende paragraaf wordt allereerst ingegaan op^ocioelen die voor het project Jsseldelta-Zuid gelden en vervolgens op de alternatieven, waarbij^zqwel locatie- als inrichtingsalternatieven in beschouwing zijn genomen. ^ 3.2 Beschouwing van projectdoelen en altéi^natieven Langs de Rijntakken geldt in het algemeen een be^cftermingsmveau van 1/1.250 per jaar. Voor de Jsseldelta geldt een norm van 1/2.000 per jaafflln 1993 îîfeeft de Commissie Boertien hierbij een maatgevende afvoer vastgesteld van 15.000im3/s bij Lobith. Na de hoge rivierstanden in 1993 en 1995 is in 2000 de maatgevende^jia^ier vertïo.og^'naar 16.000 m3/s bij Lobith. De normen voor de dijkringen zijn vastgelegd in de Waterwet (2009). De hydraulische randvoorwaarden worden ô-jaariijks'vastgesteld door de Minister van l&m. Ruimte voor de Rivier Het Rijksprogramma Ru,imte:;vo^d richt zich op de waterveiligheid in het stroomgebied van de Rijntakken en markeert eei^ omslag in hoogwaterbescherming: van dijkverhoging naar rivierverruiming. Ruimtevoer de Rivier heeft als doelstelling dat de Rijn in 2015 16.000 m3/s veilig kan afvoerehvruimfe;;j^r''de Rivier bestaat uit een pakket samenhangende maatregelen, die de veiligheid van âlle^bewoners van het rivierengebied verhogen. Ook wordt nauw samengewerkt^met^nze^buurianden. Ook in de bovenstroomse delen van het stroomgebied van de Rijn in ZwitseriaridrDuitsland en Frankrijk zijn en worden maatregelen getroffen in de vorm van rivien/erruiming en waterberging. Ruimte voor de Rivier werkt daarom nauw samen met omringende landen, zoals in de nternationale Commissie ter Bescherming van de Rijn. n de PKB Ruimte voor de Rivier (2006) staat welke maatregelen het kabinet voor de doelen wil inzetten (zie tekstkader). Het zogenaamde basispakket bestaat zoveel mogelijk uit maatregelen die de rivier meer ruimte geven en hoge waterstanden veriagen. Voorbeelden daarvan zijn uitenwaardveriaging, dijkteruglegging, kribveriaging en zomerbedverdieping. Dijkversterking is alleen opgenomen als andere maatregelen niet geschikt of te duur zijn. Addendum Passende Beoordeling Jsseldelta-Zuid, uitweri<ing ADC-criteria - versie 1-17\40

S. 1 ül n 2006 heeft het kabinet de, planologische Kernbeslissing Ruimte Voor de Rivier vastgesteld, ook wel / kortweg PKB Ruimte yoor de Rivier genoemd Deze PKB Ruimte voor dé Rivier heeft drie doelen: ' ^' ' m 2015 kan een afvoer van 16.000 kubieke meter water'pef seconde veilig door de Rijntakken stromen; ^ door de maatregelen die hiervoor nodig zijn, verbetert ook de ruimtelijke kwaliteit vari het - ' '-' ' rivierengebied, bijvoorbeeld door natuuronhvikkeling éh uitbreiding van recreatieve mogelijkheden," r.. de extra ruimte die de rivier in de loop van de eeuw nodig kan hebben als klimaatveranderingen verder, doorzetten, blijft daarvoor beschikbaar. ' ' - - ' - ' ' ', ^,L//<; brochure PKB Ruimte voor de Rivier (Ministerie van VWS i.s.m. Ministerie vari VROM én Ministerie van, De PKB Ruimte voor de Rivier omvatte voor de^lviertal'^e Js^l acht samenhangende.., ^iw/' nvierverruimende maatregelen om ervoor te^zorgen^dat 16:000 m3/s bij Lobith veilig kan worden afgevoerd. Dit pakket maatregelen moet<,worden geziën'âls onderdeel van een 'keten' van P{ Ô maatregelen in het hele rivierengebied, zowel nationaal als internationaal. Bij de uitwerking van één van deze maatregelen, de planstudie^x/o^je^^zomerbedveriaging, bleek dat de negatieve effecten van deze ingreep groteiww.arer^an venwacht. Bij de beschrijving van het alternatief (lange) zomerbedverlaging wordtjhier vévder op ingegaan. Door deze negatieve éffecten, on^er meer op Natura 2000-doelen langs de Jssel, bleek de oorspronkelijke^^n^rb'^veria^'g uit de PKB niet volledig uitvoerbaar. Hierdoor werd uiteindelijk gekozen vooreen verkorte^zbnierbedveriaging in combinatie met inzet van het Reevediep als hoogwatergeii ^et beperkte capaciteit (fase 1 ). Het Reevediep was overigens al in de PKB voorzien als ma^^^d^bor de (middel)lange termijn. Andere alternatieven voor de korte termijn, waaronder uitenwaardvergraving en dijkverhoging, vielen daarbij als alternatief af doordat het beoogde waterstandsveriagend effect van 41 cm bij Zwolle niet wordt bereikt en/of vanwege problemen met de uitvoerbaarheid, waaronder ongewenste effecten op Natura 2000-doelen langs de Jssel. Met het Reevediep wordt tevens geanticipeerd op de lange termijn veiligheid bij verder toenemende rivierafvoeren, omdat de capaciteit met het oog op de toekomst (klimaatadaptatie) kan worden uitgebreid (fase 2). Naast hoogwaterveiligheid wordt in Jsseldelta-Zuid ook ingezet op integrale gebiedsontwikkeling gericht op het versterken van de kwaliteit van het gebied. Deze kwaliteitsversterking komt met name tot uiting in natuurontwikkeling en versterking van de recreatieve mogelijkheden. Het Reevediep voldoet daarmee aan de dubbeldoelstellingen uit de PKB. 18\40 Addendum Passende Beoordeling Jsseldelta-Zuid, uitweri(ing ADC-criteria - versie 1 -

Ul G) Tauw De nuloptie De nuloptie is opgevat als het niet uitvoeren van Ruimte voor de Rivier en eveneens geen andere maatregelen zoals dijkversterkingen. n dat geval wordt het wettelijk vastgelegde beschermingsniveau dat is gebaseerd op een maatgevende afvoer van 16.000 m3/s bij Lobith niet gehaald. Voor de korte termijn betekent dit dat er veiligheidsknelpunten zullen blijven bestaan en dat de gewenste veiligheid van alle bewoners van het rivierengebied niet kan worden gegarandeerd. Ook zal sprake zijn van een afwenteling van toenemende risico's op toekomstige generaties omdat het pakket noodzakelijke maatregelen op langeréjermijn alleen maar zal toenemen. De nuloptie is dus nadrukkelijk ongewenst en geenyeëel'alternatief, Alternatief dijkversterkingen in plaats van Ruimte voor de,rivier maatregelen De taakstelling voor de Ruimte voor de Rivier maatregerï'rnbe''beneden Jssel is vastgesteld op 41 cm waterstandsveriaging bij Zwolle. n de ben^enloóp van^e Jssel zorgt de zomerbedveriaging over een lengte van 7,5 kilomete ^Lissen;de Molenbrug bij Kampen en de Eilandbrug bij de monding van de Jssel vpbr^n waterstandsveriaging van 20 centimeter bij Zwolle bij de maatgevende afvoer. [ Voor de resterende taakstelling van^2^rn'ls'eetrgeschikte maatregel gevonden in het Reevediep. Daarmee wordt aamaïieiaoelstel.lingen voldaan. Dijkversterking heeft geen waterstandsveriagend ^fect^s^voonjit alternatief zou worden gekozen, zal de waterstand op de Jssel vanaf Kampen stijger^zelfs'^tot bij Deventer. Deze stijging zou tot gevolg hebben dat de betrokken in uitvoering^^nde Ruimte voor de Riviermaatregelen, zoals de dijkvedegging Westenholte eƒ1;aèhjitenwaa^dvergravingen bij Zwolle en Deventer, herzien zouden moeten worden omdat het wettejijke vereiste beschermingsniveau-niet meer wordt bereikt. De samenhang tussen de maatregelen in de PKB Ruimte voor de Rivier wordt daardoor verbroken. De aanleg van de rivien/erruimende maatregel Reevediep scoort zeer goed op de aspecten overstromingskans per jaar, economisch risico en slachtofferrisico. Om deze redenen wordt dijkversterking niet als reëel alternatief in aanmerking genomen. Alternatief (lange) zomerbedverlaging De keuze voor de Zomerbedveriaging Beneden-Jssel in combinatie met een versnelde inzet van het Reevediep is tot stand gekomen doordat de oorspronkelijke zomerbedveriaging van circa 22 kilometer zou leiden tot fors negatieve effecten op verscheidene habitattypen in Natura 2000- gebied Uitenvaarden Jssel (intussen Rijntakken). Deze effecten worden veroorzaakt door afname van inundatieduur, inundatiefrequentie en sedimentatie. De venwachting was aanvankelijk dat deze negatieve effecten gemitigeerd konden worden door bestaande kades in de uitenwaarden (verder) te veriagen. Addendum Passende Beoordeling Jsseldelta-Zuid, uitweri<ing ADC-criteria - versie 1-19M0

.Ji. ül t-.j H. Ül Bij de uitwerking van de planstudie voor de zomerbedveriaging bleek echter dat negatieve effecten op natuur zich niet alleen binnen maar ook buiten de uitenwaarden zouden voordoen. Dit werd veroorzaakt door een veriaging van de grondwaterpeilen in de ruime omgeving, waaronder ook in Natura 2000-gebieden zoals Veluwe en Sallandse Heuvelrug (DHV, 2008a & 2008b; Programmadirectie Ruimte voor de Rivier, 2013). Deze daling van de grondwaterpeilen zou ook een verplaatsing van-een grondwaten/erontreiniging bij het stationsgebied van Zwolle kunnéaveroorzaken, waardoor enkele drinkwaterputten verontreinigd kunnen raken. Hien/oor'vrarehigeen directe oplossingen voorhanden. Beperking van de drinkwatenwinning ter plekk^\ji/as niet rn"ogelijk vanwege de venwachte toename van de vraag naar drinkwater, het ontbreken oni van alternatieve putten, de hoge kosten voor de aanleg van dergelijke putten en de ie lange ingep prbce proceduretijd die daarmee gemoeid is. Door deze negatieve effecten bleek de zomerbedverlaging dveriagihg riagihi u^iï^ u\h PKB niet volledig uitvoe ook niet vanuit natuuroptiek (Programmadirecti^^irnte'vooi>de, _^ _ "Ruirnte^voocc- mte V Rivier,..,,, 2013). Dit leidde ven/olgens tot de keuze voor een verkorte;$ómerbedwlaging, Jverla maar tegelijkertijd was duidelijk - _,, dat aanvullende maatregelen noodzakelijk waren om de taakstelling bij Zwolle te kunnen halen Aanvullende maatregelen, zoals kribverlaging-en'het venvijderen van hydraulische obstakels, bleken een te beperkt waterstai^verlagena,effect te sorteren. Ook het alternatief van dijkvedegging Noorddiep^abals re^^ering voor de lange termijn in de PKB was opgenomen, bleek niet te voldoen (zie hierna)^hiei^door werd uiteindelijk gekozen voor een verkorte zomerbedveriaging aangevuld met een beperkte inzet van het Reevediep. Voor deze combinatie bestaan, in heyeftt^an^de^ iakstelling voor waterstandsdaling bij Zwolle, geen reële alternatieven.lf Alternatief dijkverlegging Noorddiep Met de dijkveriegging Noorddiep (zie figuur 3.1), welke als gereserveerde maatregel was opgenomen in de oorspronkelijke PKB, kan niet het noodzakelijke waterstandsveriagend effect bij Zwolle worden bereikt. Ook zijn de natuureffecten bij een uitmonding in het Natura 2000-gebied Ketelmeer en Vossemeer zeer groot. Het geringe waterstandsdalend effect van deze maatregel wordt ingegeven doordat in het mondingsgebied van de Jssel het Jsselmeerpeil bepalend is voor het maatgevend hoogwater. Naarmate een maatregel dichter bij het Jsselmeer plaatsvindt wordt het waterstandsveriagend effect bovenstrooms op de Jssel dus kleiner. De natuureffecten hangen samen met de brede rietmoerassen die langs het Ketelmeer aanwezig zijn en waarvoor vergelijkbare instandhoudingsdoelen gelden als in het Drontermeer, waaronder ook voor roerdomp en grote karekiet. Het oppervlakteveriies aan riethabitat is bij een dijkveriegging Noorddiep aanmerkelijk groter dan bij het Reevediep. Nog los van de hydraulische haalbaarheid is een Noorddiep-variant dus ook vanuit natuuroptiek (en met name ook Natura 2000) geen gunstiger alternatief. 20\40 Addendum Passende Beoordeling Jsseldelta-Zuid, uitweri<ing ADC-criteria - versie 1 -

i Ul t-.j Tauw Figuur 3.1 Hoogwaterveiligheidsmaatregelen in de Jsseldelta (gewijzigde PKB Ruimte voor de Rivier, 2013) + indicatief het alternatief dijkveriegging Noorddiep Locatiealternatieven monding Reevediep Alleen (potentiële) alternatieven in de vorm van een noordelijker of zuidelijker monding van het Reevediep in het Drontermeer of Vossemeer zijn relevant in het kader van de effecten op roerdomp en grote karekiet. Noordelijker monding van het Reevediep Een noordelijker monding van de hoogwatergeul is redelijkerwijs niet mogelijk vanwege de ligging van de eind 2012 gerealiseerde Hanzelijn. Deze vormt een dwangpunt voor de locatiekeuze van de monding van het Reevediep. Om deze reden zijn noordelijker varianten al vroeg in het plantraject afgevallen. Overigens zou een noordelijker ligging met een monding in het Drontermeer of Vossemeer vergelijkbare effecten veroorzaken op rietvegetaties en daarvan afliankelijke vogelsoorten. Ook in het Vossemeer gelden instandhoudingsdoelen voor roerdomp en grote karekiet. Samenvattend is een noordelijker ligging van de monding geen reëel alternatief met minder effecten op Natura 2000. Addendum Passende Beoordeling Jsseldelta-Zuid, uitweri<ing ADC-criteria - versie 1-21\40

Ül Ül Zuidelijker monding van het Reevediep Een iets zuidelijker gelegen monding betekent dat de effecten bij Eiland Reve sterk toenemen. Het beïnvloede areaal riet, en daarmee het areaal leefgebied van roerdomp en grote karekiet, is in dit geval significant groter en vanuit ecologisch oogpunt scoort deze variant duidelijk negatiever. Om problemen bij Reve-eiland te voorkomen, zou gekozen kunnen worden voor een veel zuidelijker ligging van de monding. n dit geval dient de Reevedam in zuidelijke richting te worden opgeschoven. Dit betekent vervolgens dat een groter deel vân het Drontermeer een andere waterkwaliteit (rijker aan nutriënten) en een toename vap'4ynam\ek krijgt. n vergelijking met de huidige plannen betekent dit dat een veel grotere opper^lakyéi^^ het habitattype kranswienwateren zal verdwijnen, wat tot eën significant effécf^p dit habitattype zal leiden. n de huidige plannen is rekening gehouden met (worst-case).het verdwijnen van circa 25 ha van het habitattype kranswienwateren. Dit veriies is, zoals bèschnbyen'in de Passende Beoordeling, niet significant omdat,er door de gunstige trend van^het'habitattype'momenteel circa 100 ha meer X "x Ay ^ kranswienwater aanwezig is dan het beoogde instandhoudingsdoel. Ook na uitvoering van Jsseldelta-Zuid resteert er nog ruim voldoende oppervlakte en kwaliteit van dit habitattype om r f \t^ A het instandhoudingsdoel duurzaam te halen. Bij eén verlegging van de monding van de hoogwatergeul en dus ook de Reevédamiin^zu^lijker richting is het instandhoudingsdoel echter wel in het geding en treden ook sterkere'effècten'op in het voedselaanbod van een aantal watervogels waarvoor eveneelî^nstànd^iidingsdoelen gelden. Samenvattend is een zuidelijker ligging van de monding^gee!^eëel^ ernatief omdat de negatieve effecten op het Natura 2000- gebied Veluwerandmeren aanmérkelljk'groter zijn dan in de huidige variant. ^ i nrichtingsalt^natieveh^npndihg Reevediep n de verschillèndé planvormingsfasen die Jsseldelta-Zuid in de periode 2005-2013 heeft dooriopen, inclusjef^het,besluit MER en de SNP 3 planuitwerking, zijn uiteenlopende inrichtingsvarianten.beschouwd van een 'groene' variant met agrarisch gebruik tot een 'blauwe' variant met veel natte natuur en mogelijkheden voor recreatie. De oorsprong van de keuze voor een waterrijke en gevarieerde ('blauwe') hoogwatergeul is gelegen in het participatieproces in de Masterplanfase van het project in 2005-2006, en geeft tevens invulling aan de meervoudige doelstelling uit de PKB, waarbij zowel hoogwaterveiligheid, natuurontwikkeling en versterking van de recreatieve mogelijkheden centraal staan. De breedte en afwisseling in open water (in de stroombaan van Reevediep) en meer of minder dicht begroeide delen (in de meer stromingsluwe delen, buiten de stroombaan) zorgen ervoor dat de hoogwaterveiligheidsdoelen worden gehaald, dat er ruimte is voor ontwikkeling van dynamische deltanatuur en dat er ook een aantrekkelijk gebied ontstaat voor recreatie. Bij de aanleg van een hoogwatergeul vindt hoe dan ook een effect plaats op de rietlanden langs het Drontermeer en dus op het huidige leefgebied voor roerdomp en grote karekiet. nrichtingskeuzes en dimensionering zijn daarop niet van invloed. 22\40 Addendum Passende Beoordeling Jsseldelta-Zuid, uitweridng ADC-criteria - versie 1 -

ül OOC Tauw De monding van het Reevediep in het Drontermeer is in het nrichtingsplan Jsseldelta-Zuid (Royal Haskoning, Tauw & Witteveen+Bos, 2012b) relatief breed uitgevoerd (zie figuur 3.2). Dit geldt zowel voor de breedte van dijk tot dijk als voor het open water deel (inclusief vaargeul) binnen het Reevediep. Deze keuze sluit landschappelijk aan op het open en waterrijke karakter van de randmeren, maar belangrijker nog is dat de brede monding inclusief de vaargeul de hoogwaterdoelen faciliteren en tegelijkertijd optimaal gebruik maken van de op- en afwaaiingsdynamiek. Dat speelt met name in fase 2, wanneer een open verbinding zal worden gecreëerd tussen het Jsselmeer / Vossemeer en het noordelijk deel van het Drontermeer. Hierdoor kan de windgestuurde Jsselmeerdynamiek het Reevediep via het Vossemeer bereiken. Maar ook in fase 1 is door opwaaiing sprake van een ecologisch waardevolle gradiënt tussen meer en minder dynamische delen binnen het Reevediep. Een aantal keren per jaar zal het Reevediep inunderen met water uit de Veluwerandmeren bij zuidwestenwind (zie figuur 3.3). Dit effect wordt in de toekomst (fase 2) verder versteri^t nadat de bestaande Roggebotsluis wordt venwijderd en opwaaiing vanuit het Jsselmeer gaat plaatsvinden. De samenkomst van rivierdynamiek vanuit de Jssel en dynamiek vanuit de Veluwerandmeren (fase 1) en het Jsselmeer (fase 2) vornnt bij uitstek een gebiedseigen natuuriijk kenmerk en wordt met de brede monding en inrichting daarvan in combinatie met het inlaatregime vanaf de Jssel optimaal gefaciliteerd. Figuur 3.2 Ontwerp monding Reevediep inclusief vaargeul (Royal Haskoning, Tauw & Witteveen+Bos, 2012b) Addendum Passende Beoordeling Jsseldelta-Zuid, uitweri<ing ADC-criteria - versie 1-23\40

-D....n 1 V Figuur 3.3 nundatiebeeld Reevediep: 10 keer per jaar in fase 1 (Royal Haskoning, Tauw & Witteveen+Bos, 2012b) Door de robuustheid en ruimte voor peildynamiek is de meenwaarde van het Reevediep en de brede monding daarvan in het Drontemieer voor natuur zeer groot. Het versterkt het karakter van de Jsseldelta als een meerarmige riviermonding en binnendelta, waarbij ook de strategische ligging als ontbrekende schakel in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) tussen de randmeren en de Jssel van belang is. Zoals in paragraaf 4.3 is beschreven is er ook een directe relatie tussen de natuurdoelen in het Natura 2000-gebied en de aangrenzende EHS. Dit geldt ook specifiek voor het Drontermeer en het Reevediep. De dynamische hoogwatergeul, waar ook volop ruimte is geboden voor de ontwikkeling van nieuwe rietmoerassen, zal hier ook gunstig zijn voor roerdomp en grote karekiet die in de omliggende Natura 2000-gebieden onder druk staan. De brede monding van het Reevediep is dus een inrichtingskeuze die er voor zorgt dat de verschillende projectdoelen optimaal worden ingevuld. Dit geldt zowel voor de hoogwaten/eiligheidscomponent als voor de versterking van de ruimtelijke kwaliteit. Deze laatste komt specifiek voor Jsseldelta-Zuid tot uiting in maximale ruimte voor natuuriijke peildynamiek en de daarbij horende natuurdoelen en in het veriengde daarvan ook mogelijkheden voor recreatie. De beoogde natuurdoelen sluiten op hun beurt aan op de instandhoudingsdoelen van de omliggende Natura 2000-gebieden, zoals Drontermeer en Jssel, en het Reevediep als nieuwe schakel daartussen. 24\40 Addendum Passende Beoordeling Jsseldelta-Zuid. uitweridng ADC-criteria - versie 1 -

-[i. Ül ^ Tau w Alternatief zonder Reevedam n een alternatief zonder Reevedam wordt het gehele Drontermeer beïnvloed door Jsselwater bij gebruik van het Reevediep als hoogwaterafvoer. De aanleg van een dam in het Drontermeer is op de eerste plaats onvermijdelijk om hoge waterstanden en overstromingen in het zuidelijk deel van het Drontermeer (onder andere bij Eburg) te voorkomen. Een alternatief zonder aanleg van de Reevedam is dus vanuit het perspectief van waterveiligheid niet reëel. Daarnaast is de invloed van nutriëntenrijk Jsselwater op dé>waterkwalitèit>in het hele Drontermeer zodanig groot is dat de kans op omslag vanthet nü/heldere naar een troebel watersysteem zeer groot is (Royal Haskoning, Ta^w^S Witteyeen+Bos, 2012d). Daarmee zullen de nstandhoudingsdoelen voor onder meer kranswiervegetaties, en een groot aantal watervogels niet meer gehaald kunnen worden en zal dus sprake;zijn van)significant negatieve effecten (Royal Haskoning, Tauw & Witteveen+Bos, 201^3)'ÇEMS sind^gooo langdurig en fors geïnvesteerd in verbetering van de waterkwaliteit van de Randmerên (inclusief het Drontermeer) met groot succes voor zowel natuur als recreatie^d^e^v^steringen zouden in een alternatief zonder Reevedam dus in gevaar komen en daarqabst-is^ze optie ook vanuit Natura 2000-perspectief niet gewenst. 3.3 Conclusie alternatieven^ Op basis van de analyse van mogelijke alternatieven blijkt dat er geen reëel alternatief is voor een hoogwatej;geui;tussenzwolje en Kampen, die zowel de taakstellingen voor waterstandsverlaging ei^ ^erbetering van de ruimtelijke kwaliteit uit de PKB Ruimte voor de Rivier kan halen en "^^r effecten op Natura 2000-gebieden heeft. De voorgenomen lange zomerbedveriagiriglbleek niet haalbaar door onacceptabele effecten op de drinkwatenarinning bij Zwolle en de beschermde natuur (Natura 2000). Altematieven voor de locatie van de hoogwatergeul zijn eveneens niet voorhanden. Dit geldt zowel voor alternatieven aan de noordzijde van de Jssel (verder stroomafwaarts) als voor een andere locatie van de monding van het Reevediep zelf, onder meer door het dwangpunt Hanzelijn. Qua locatie en inrichting zijn er geen alternatieven die de doelstellingen uit de PKB even goed kunnen behalen en minder effect op Natura 2000-gebieden hebben. Dit geldt dus zowel voorde hoogwaterveiligheidsdoelen als de uitgewerkte doelen voor verbetering van de ruimtelijke kwaliteit in de vorm van natuurontwikkeling en versterking van de recreatieve mogelijkheden. Addendum Passende Beoordeling Jsseldelta-Zuid, uitweri<ing ADC-criteria - versie 1-25\40

Ül t-.j G) Ü'l 4 Dwingende redenen van groot openbaar belang (D) 4.1 Vraagstelling Doordat (significante) effecten op het Natura 2000-gebied Veluwerandmeren door het project Jsseldelta-Zuid niet uitgesloten kunnen worden, dient de vraag beantwoord te worden of er sprake is van dwingende redenen van groot openbaar belang, zoal,srbedoeld in de Habitatrichtlijn en de Natuurbeschermingswet 1998. n de volgende paragrafeniwordt ingegaan op motieven in het kader van menselijke gezondheid en openbare veiligheid respec'tieyelijk voor het milieu wezenlijk gunstige effecten. A(/^^\\ 4.2 Menselijke gezondheid en openbare^veilighêld Hoogwaterveiligheid ^^\r<^ Ay^ Onze rivieren zijn de afgelopen eeuwen stéeds'meêr^geklemd tussen steeds hogere dijken, waarachter de bodem is gedaald. Door djt 'badkuipeffect', door de bevolkingsgroei en door de toegenomen economische activiteit<2ijn dejpotentiële gevolgen van een overstroming groter geworden. Daarnaast krijgen rivierenniee^smelken regenwater te venwerken door toenemende weersextremen als gevolg van.kjjmaatyerandering. Zonder maatregelen is Nederiand onvoldoende beschermdbij-w.erstromingen. Bij een dijkdoorbraak langs de rivieren is de veiligheid van 4 miljoep^mensenjn deklagere delen van Nederiand in gevaar. Overstromingen in die gebieden kunnen riiœr dan llooo mensenlevens kosten en 100 miljard euro schade veroorzaken. "^efïtilîustratlej-tyssen 1998 en 2004 waren er in Europa meer dan 100 grote overstromingeh, waarbij-reirca 700 doden vielen en 250.000 mensen hun huis kwijt raakten De V'-\ l-l totale schade bedroeg rond de 25 miljard euro. De Watenvet bepaalt dat dijken in de Jsseldelta bestand moeten zijn tegen extreme hoogwaterstanden die met een gemiddelde kans van 1/2000 per jaar voorkomen. Het is een veiligheidsnorm die is gebaseerd op statistieken over de herhalingstijd van extreem hoge waterstanden uit het verieden. De realisering van de hoogwatergeul is nodig om bij de gestelde maatgevende afvoer voor 2015 het wettelijk vastgestelde veiligheidsniveau te kunnen realiseren. Zonder de realisatie van het Reevediep komt de veiligheid van de Jsseldelta tot bovenstrooms van Zwolle in gevaar. De achtergronden van de hoogwaterveiligheid in de regio Jsseldelta zijn reeds uitgebreid beschreven bij de alternatievenafweging in hoofdstuk 3. 26\40 Addendum Passende Beoordeling Jsseldelta-Zuid, uitweridng ADC-criteria - versie 1 -

Ji. ül ül Tauw Samenvattend is de conclusie dat er een zeer groot en toekomstgericht maatschappelijk belang gelegen is in de hoogwaterbeschermingsmaatregelen. Dit belang kan zonder twijfel worden aangemerkt als dwingende reden van groot openbaar belang, zoals bedoeld in de Habitatrichtlijn en Natuurbeschermingswet. 4.3 Voor het milieu wezenlijk gunstige effecten Realisatie Ecologische Hoofdstructuur (EHS) AA\\, De PKB Ruimte voor de Rivier richt zich op het realiseren van twee samenhangende doelstellingen, namelijk het op het vereiste veiligheidsniveal^brengen'vànjhet rivierengebied tegen overstromingen en het leveren van een bijdrage aan'het^erbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied. Deze tweede doelstélling-^eldt ook voor de verkorte zomerbedverlaging en de hoogwatergeul^én is^specifiek voor het Reevediep uitgewerkt in de vorm van natuurontwikkeling en het verster^ent^nda,recreatieve mogelijkheden. Het Reevediep is onderdeel van de integrale gebiedsontwikkeling Jsseldelta-Zuid, waarin de verbetering van de ruimtelijke kwaliteiuot^jting^ doordat economische en ecologische ontwikkelingen elkaar in samenhang vèrsterken.-de ecologische en recreatieve component hebben ook een nadrukkelljke'^sämenhan'ä^met de hoogwaten/eiligheidsdoelstellingen. Het Natura 2000-netvyerk is onder^eel>an de Ecologische Hoofdstructuur op nationaal niveau. Op land beslaat de total^ehs circa twee maal zoveel oppervlak als de Natura 2000-gebieden alleen. Deze 'inbéaaing'mn?^^^s zorgt ervoor dat de Natura 2000-gebieden in ecologisch opzicht niet geïsoleerd li^gpen, maar onderdeel uitmaken van een samenhangend netwerk. Zonder de EHS\zoudejT,de Natura 2000-gebieden als weinig duurzame geïsoleerde gebieden in Nederiand liggen-(broekmeyer et al., 2007). Dit is met name van belang voor soorten waarvoor versnippering op regionaal of zelfs (inter)nationaal niveau een groot probleem vormt. Ook onder optimale milieu- en watercondities kunnen de Natura 2000-gebieden alleen niet het duurzaam voortbestaan van dergelijke soorten garanderen. De samenhang en ook het grotere areaal van de EHS zorgen daarnaast ook voor een bufferende werking, waardoor de optimale milieu- en watercondities binnen de Natura 2000-gebieden beter kunnen worden gerealiseerd. Bij het beoordelen van de ecologische meerwaarde van de hoogwatergeul is het ook van belang om op 'boven regionale schaal' te kijken. De hoogwatergeul verbindt in de toekomst niet alleen de Natura 2000-gebieden Veluwerandmeren en Uitenwaarden Jssel (als onderdeel van Rijntakken) tot een robuuste eenheid, maar vormt daarnaast vooral een grote aanwinst in de 'natte' Natura2000-keten tussen Zuid-Friesland, Noordwest-Overijssel en Flevoland, de zogenaamde natte as zoals al beschreven in de Vijfde Nota (2000/2001). Addendum Passende Beoordeling Jsseldelta-Zuid, uitweridng ADC-criteria - versie 1-27\40

.Ji. Ü1 Dit netwerk van wetlands biedt de ruimte voor dynamische natuur waan/oor Nederiand, door de ligging in de delta van Rijn, Maas en Schelde unieke potenties heeft en waarvan iconische soorten zoals de bever en de otter kunnen profiteren. Het sluit aan bij de huidige inzichten over een meer grootschalige systeembenadering waarbij abiotische randvoonwaarden terugkeren die in het verieden heel gewoon waren in Nederiand. Steeds meer worden door mensenhanden gemaakte barrières voor bijvoorbeeld trekkende vissen opgeheven en kenmerkende situaties van een rivierdelta hersteld wat erg positief is voor de soorten die daar yan nature thuishoren. Het project Jsseldelta-Zuid kan op die manier ook bijdragen aan de^e'œfogische samenhang op bovenregionaal niveau. v Deze bijdrage wordt gerealiseerd door naast de eisen vätxiit waterveiligheid ruimte te bieden aan gebiedseigen natuuriijke processen, in het geval vantde hóog^vatergeul met name de water(peil)dynamiek vanuit randmeren en rivier^dc)or^aanleg^van het Reevediep is er peildynamiek van twee kanten: enerzijds door opwaaiing van)water in de brede monding van het Reevediep vanuit de Veluwerandmeren (fa'së^), respectievelijk het Jsselmeer (fase 2) en anderzijds door hoogwaterperioden op de Jssel Het Reevediep zal in fase 1 alleen bij een hoogwatergolf op de Jssel gaan meestromen. n fase 2 zal het Reevediep echter frequênterlmeégaan stromen door een aangepast inlaatregime aan de Jsselzijde (eens in d_e^-jaar). Vanuit veiligheidsoogpunt is er een noodzaak om het systeem periodiek op zijn goede^werking^te^kunnen testen, maar daarnaast zijn er ook redenen om de inlaat frequenter te gebruiken daip^vanuit veiligheidsoogpunt benodigd is, namelijk: Ecologisch/functionerenude.bypass wordt beschouwd als een tak in de delta van de Jssel, waar de Jssel ruimte^wordt gegeven om via water en sediment mede vorm te geven aan het landschap^^ft^de^tuur van de bypass. Op deze wijze wordt de natuur ook voorbereid op een grote Jsselwaterstroom bij een hoogwaterpiek. Water(peil)dynamiek en inundatie vanuit hoogwater op de Jssel zijn een belangrijke factor voor de ontwikkeling en instandhouding van natuurdoeltypen in het Reevediep (Royal Haskoning, Tauw en Witteveen+Bos, 2012a & 2012b) Maatschappelijke beleving: om duidelijk te maken aan de bevolking wat de hoogwatergeul is, waarvoor de maatregel nodig s (hoogwaterbewustzijn) en hoe deze werkt, is er de wens om water periodiek in te laten voor de beleving van de bypass Het ontwerp voor het Reevediep faciliteert dit unieke systeemkenmerk van water(peil)dynamiek in de rivierdelta zoveel mogelijk. Het Reevediep is zodanig ruim gedimensioneerd en gevarieerd ingericht dat er naast elkaar ruimte ontstaat voor uiteenlopende vegetaties van zowel dynamische als meer laagdynamische standplaatsen. Zo is het waterriet voor roerdomp en grote karekiet kenmerkend voor dynamische situaties, tenwijl luwere komgebieden als habitat voor onder meer de waterspitsmuis fungeren. 28\40 Addendum Passende Beoordeling Jsseldelta-Zuid, uitweridng ADC-criteria - versie 1 -

Ji. 1 Ül h-'- Ül Tauw Juist deze variatie draagt bij aan het belang van het Reevediep als ecologische schakel en gradiënt en biedt optimale omstandigheden voor behoud en versterking van de biodiversiteit. Er is een overeenkomst met de toekomstige beheerder (Staatsbosbeheer), die ervoor zorgt dat de beoogde natuurwaarden tot stand komen en ook op lange termijn gewaarborgd zijn. De beoogde grote meenwaarde van het Reevediep op ecologisch vlak hangt sterk samen met de gemaakte inrichtingskeuzes, die op hun beurt gebaseerd zijn op de^itwerking van de doelen van Jsseldelta-Zuid in het kader van verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. Door de robuustheid en ruimte voor peildynamiek is de meerwaarde van het Reevediep'zeer-'groot. Het versterkt het karakter van de Jsseldelta als een meerarmige riviermondin^^ri binnehdelta, waarbij ook de strategische ligging als ontbrekende schakel in de Ecolo^jsche^liioofdstructuur (EHS) tussen de randmeren en de Jssel van belang is. Het project Jsseldëlta-'Zuid maakt optimaal gebruik van de potenties die het watersysteem en de ruimtelijke'li^ing'tusse'n'jssel en randmeren voor natuur bieden. Deze natuunwinst kan dus eenduidig als'v^ç^het milieu wezenlijk gunstig effect worden beschouwd, zoals bedoeld in de HabitatriclTtÏijn'en Natuurbeschermingswet 4.4 Conclusie dwingende r^enerrw^groot openbaar belang Het primaire belang van de hoogwatekgeul Rèeve^'iep en de Reevedam ligt in de hoogwaterveiligheid op zowem<o(tèrals;)aitge termijn. Er is hierbij zonder twijfel sprake van een dwingende reden van grpot^penbaa^r belang in het kader van de menselijke gezondheid en openbare veiligheid. Voor de aanlega^anrde '(bjauvvejj^ hoogwatergeul is de duurzame bijdrage aan natuurbehoudjén natuur^ontwikkeling evident. Dit belang komt allereerst tot uiting in de 'lokale' bijdrage aan de-ehs-d^ëlen en de eveneens gunstige effecten op de synergie tussen de EHS en het Natura 2000-gebled'Veluwerandmeren. Daarnaast is ook op bovenregionaal niveau sprake van een waardevolle schakel in het netwerk van grote natte natuurgebieden (wetlands). Er is dus ook sprake van een dwingende reden van groot openbaar belang in het kader van voor het (natuuriijk) milieu wezenlijk gunstige effecten. Addendum Passende Beoordeling Jsseldelta-Zuid, uitweri<ing ADC-criteria - versie 1-29\40

-t. ül Ul 5 Compensatie (C) 5.1 Uitwerking van de compensatie Door de aanleg van Jsseldelta-Zuid verdwijnt volgens de Passende Beoordeling in totaal maximaal 4,1 hectare (worst-case) leefgebied door vernietiging en verstoring. Op basis van een nadere effectanalyse is gebleken dat een deel van de effecten, narnêlijk de verstoring door recreatie als gevolg van Jsseldelta-Zuid, volledig door mitigatiejn^^e vorm van zonering kan worden voorkomen en hiervoor geen compensatie meer aan deordvis,-(zie hoofdstuk 2). Het effect beperkt zich derhalve tot circa 1,7 hectare vernietigingen, rietmoeras als leefgebied voor roerdomp en grote karekiet. n dit hoofdstuk wordt desalniettemin uitgegaan van de 'oorspronkelijke' compensatieopgave. Deze compensatie^is^^inm^ al gerealiseerd en zal met zekerheid ook voldoen bij de nu vastgestelde beperkter^effectomvang. Om het veriies aan leefgebied voor roerdomp en grotekarèkiet te compenseren is in 2014 een nieuw rietmoeras van 8 hectare aangelegd (fase Ojrietmoeras). Deze compensatiemaatregel was als natuurinclusieve maatregel al onclerdeekvanjie'passende Beoordeling. Planning Tegen de achtergrond ^^n'^ë^echte^taat van instandhouding van beide vogelsoorten is het essentieel dat het beschikbare habitat^niet verslechtert en dat op termijn zelfs uitbreiding en verbetering plaatevindt^daaromjs'voor de realisatie van het project en voorafgaande aan de aantasting van'l3 itaand'ha.bh;a't^l 8 hectare rietmoeras ten noorden van de tunnel van de Hanzelijn aanjl;^et Drontermeer als compensatie gerealiseerd (het lichtblauw gearceerde deel in het ontwerp invigyim^')/ De ontwikkeling van dit rietmoeras wordt al vanaf de aanleg gemonitord, omdat-ingrepen in bestaand leefgebied pas kunnen plaatsvinden als voldoende oppervlak en kwaliteit in het gecompenseerde leefgebied met zekerheid is gerealiseerd. Uit deze monitoring blijkt dat het nieuwe rietmoeras zich goed ontwikkelt (zie ook paragraaf 5.2 en Oudejans en Van der Hut, 2015). De compensatie is op basis van de resultaten tot nu toe naar venwachting volledig functioneel in 2017. n de Natuurbeschermingswet-vergunning van de staatssecretaris van EZ zijn voonwaarden opgenomen die ervoor zorgen dat (ook als het riet later dan gepland geschikt is) de compensatie geborgd is (voorschriften 29-35 uit vergunning DGNR- RRE/13180094, afgegeven door EZ op 19-12-2013). n de vergunningvoorschriften zijn voonwaarden verbonden aan de wijze van aanleg (met werkplan en monitoring) en is opgenomen dat de doorsteek van de Drontermeeroever alleen mag plaatsvinden als de compensatie functioneel is. 30\40 Addendum Passende Beoordeling Jsseldelta-Zuid, uitweridng ADC-criteria - versie 1 -

Tauw Figuur 5.1 Fasering van het nieuwe rietmoeras langs het Drontermeer (totaal 42,7 hectare), met in lichtblauwe arcering het compensatiegebied van 8 ha dat in 2014 is gerealiseerd Locatie en inrichting De belangrijkste functie van het rietmoeras is het bieden van habitat voor grote karekiet en roerdomp. Ruimtelijk gezien sluit de gekozen locatie aan bij het bestaande Natura 2000-gebied Veluwerandmeren. Met deze keuze en de opname van deze 8 ha binnen de Natura 2000- begrenzing is de samenhang van de compensatie binnen het Natura 2000-netwerk verzekerd. Op pagina 81 en 82 van de Passende Beoordeling zijn de eisen die deze vogels stellen aan hun habitat en de inrichting van het compensatiegebied in detail beschreven. Hien/oor is gebruik gemaakt van literatuur en expertkennis van Tauw en Altenburg & Wymenga. Het ontwerp is daardoor optimaal afgestemd op de eisen die deze doelsoorten stellen aan hun omgeving. Addendum Passende Beoordeling Jsseldelta-Zuid, uitweridng ADC-criteria - versie 1-31\40

Ji. Ül Ül Voor beide doelsoorten hebben habitateisen met name betrekking op oppervlak, randlengte, waterdiepte, leeftijd en type riet (m.n, waterriet). Naast roerdomp en grote karekiet zullen tal van andere soorten profiteren van het rietmoeras, waaronder soorten waarvoor instandhoudingsdoelen gelden in het Natura 2000-gebied Veluwerandmeren zoals diverse watervogels en de meervleermuis. Snelle rietontwikkeling Het rietmoeras dat ter compensatie wordt aangelegd moet zo snëpiriogelijk geschikt habitat vormen voor roerdomp en grote karekiet. Bij de aanleg zijn gecdlntroieerde omstandigheden gecreëerd om rietontwikkeling snel op gang te brengen. Binnëri^het plarigebied van de compensatie is het namelijk mogelijk om met tijdelijke dij1 es eiièen gemaal de waterstand te controleren. Onder optimaal peilbeheer zal riet zich^fet shelst^ntwikkelen. Het optimale peilbeheer (een uitzakkend peil in de zomer) is overgenómenmjit ervaringen binnen andere projecten. Naast een optimaal peilbeheer is het natuurlijk ook>nodig om voldoende bronmateriaal van riet te hebben in de vorm van wortelsjökkèn, zaaxi^ef^é^g^oene stengeldelen. Deze zijn op de nieuwe (water)bodem niet aanwezig en zijn daarorfîikunstmatig aangebracht. Omdat het vooral voor het plangebied van fase O belahgrijk;i ^atj1et^ snel ontwikkelt is de plantdichtheid daar hoog. Gezien de specifieke eisen van^^e^elsoörten wordt beschikbaar bestaand riet uit het gebied (buiten Natura 2000) h'er^ebröikt omvsnel volwassen rietpollen te creëren die geschikte nestellocaties kunnen vontlen;.zoàls hiervoor aangegeven blijkt uit de monitoringsresultaten dat deze aanpak werkt. // \X ^v> Beheer ^/^^ Het beheer var^de comfjensatie is uitgewerkt in het nrichtingsplan Natuur Jsseldelta-Zuid (Royal Haskoning, Tauw & Witteveen+Bos, 2012b). Een vitaal rietland wordt gecreëerd door in de zomermaanden hetl:ietland te laten droogvallen, tenwijl in winter en voorjaar het rietland geïnundeerd moet zijn. Met maaien (buiten de gevoelige perioden van broedvogels) wordt bosvorming voorkomen. Door gefaseerd maaibeheer in een groter gebied wordt de hoeveelheid geschikt habitat steeds constant gehouden. Het beheer van de compensatie kan daarom niet los worden gezien van andere rietlanden in het Natura 2000-gebied en het Reevediep. Voor optimaal habitat moet het compensatiegebied eens in de 7 jaar (gefaseerd) gemaaid worden. Het toekomstige beheer is vastgelegd in een overeenkomst met de toekomstig beheerder (Staatsbosbeheer). Compensatie in breder perspectief Op termijn zal de compensatie deel gaan uitmaken van een 42,7 hectare groot nieuw rietmoeras tussen de Roggebotsluis en de Hanzelijn. Gerichte beheermaatregelen zorgen daarna voor het optimaliseren van het gebied op de langere termijn. 32\40 Addendum Passende Beoordeling Jsseldelta-Zuid, uitweriiing ADC-criteria - versie 1 -

43. ^ Tau w Het totale nieuwe gebied van 42,7 hectare is opgenomen in het ontwerp-wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Veluwerandmeren dat medio 2013 ter inzage heeft gelegen. Hien/oor zal dus het beschermingsregime van Natura 2000 van toepassing zijn en door het bestemmingsplan is de natuurfunctie ook planologisch geborgd. Dit geldt dus ook voor het deel van het gebied dat bedoeld is als compensatielocatie. Binnen de 42,7 hectare bevindt zich een verscheidenheid aan waterdiepten en rietvegetaties zodat een gevarieerd habitat ontstaat. Aan de westzijde van het,n1euwe rietmoeras is aanvullend sprake van een recreatieve zonering die verstoring door diffuse^at^recreatie voorkomt. De opzet van het toekomstige rietmoeras is zodanig robuust daftóèkomstï^eïyerstoringseffecten door bijvoorbeeld recreatief gebruik aan de noord-, oost-ién zuidzijde (ook hier is rekening gehouden met een verstoringsafstand van 150 mej;er) zondermeer geen probleem kunnen vormen. Het rietmoeras van 42,7 maakt op zijn beü^ ói^äerdee\^^\/ar\ de in totaal circa 350 hectare nieuwe natuur die met de plannen voor Jsseldelta^Zu'iclWrdt gerealiseerd. Het geheel aan nieuwe natuur is toegevoegd aan dé^ecolmische^hoofdstructuur (zie figuur 5.2). Naast het gebied van 42,7 hectare zullen ook grótekandéré'delen als rietmoeras delen van het Reevediep als rietmoeras ingericht en beli^rpworde^n zijn daarmee tevens geschikt als leefgebied voor de grote karekiet en roèrdomp^bevvel deze ontwikkeling niet als compensatie n het kader van Natura 2000 geldt, is wel sprake^van'een gunstige invloed op de duurzame instandhouding van beide vogelsoorten in de^egio, waarmee indirect ook een duidelijk gunstig effect te venwachten is op het functioner^rvà/an hewslatura 2000-gebied voor onder meer water- en moerasvogels. Addendum Passende Beoordeling Jsseldelta-Zuid, uitweridng ADC-criteria - versie 1-33\40

i Ül Legenda XT'- L g-..,g^,;, WÊ tattalmd'vwwrd tvnn vwaiigdgra9lmd2,6%adllh«mln -, J..er'.ig,: graf s'd! G-, nalt*ru,gmm*13s%w«t«r*n20%2>cmhouloo*a«non* nj,flw homogitn mw5% mcnhoimctm Ma njigtt honwgmn mat 90% acmwumimml j ll jg,* gr-, zacrir'i./j'j >i c'> 0%a Figuur 5.2 Natuurdoelen Jsseldelta-Zuid (Royal Haskoning, Tauw & Witteveen+Bos, 2012c) 5.2 Stand van zaken compensatie n de lente van 2014 is de eerste 8 hectare van het rietmoeras Drontermeer aangelegd. Tauw en Altenburg&Wymenga (Oudejans en Van der Hut, 2015) monitoren de rietontwikkeling om de voortgang naar geschiktheid als leefgebied voor grote karekiet en roerdomp te bepalen en om de vegetatieontwikkeling waar nodig bij te kunnen sturen. De ontwikkeling van de rietvegetatie blijkt in het algemeen goed te veriopen. De voorspoedige resultaten zijn terug te zien in de foto's (figuur 5.3). Na twee maanden (de tijd tussen de twee foto's) is er een duidelijke groei van het riet zichtbaar. Sinds de aanplant zijn enkele aanvullende maatregelen genomen. Om vraat door ganzen te voortkomen, is om de rietaanplant een raster van draden en gaas aangebracht. n het najaar van 2014 is verder gebleken dat er wilgenopslag plaatsvond op de drooggevallen delen. Door het flexibele ontwerp kon de waterstand worden opgezet om deze ontwikkeling verder tegen te gaan. Als extra beheermaatregel is de wilgenopslag in april 2015 handmatig verwijderd. 34\40 Addendum Passende Beoordeling Jsseldelta-Zuid, uitweri(ing ADC-criteria - versie 1 -

OOC Tauw m met uitgetopenrietstekken,12 septemtier 2014 Figuur 5.3 Recente ontwikkeling Compensatie 5.3 Conclusie compensatie n voorgaande paragrafen is de wijze en het tijdsbestek van de compensatie toegelicht. Op basis hiervan blijkt dat de gerealiseerde compensatie zowel in omvang als in de tijd het veriies van habitat kan opvangen. Door de omvang en de inrichting kan het compensatiegebied na voldoende ontwikkelingsfijd de functies van het rietland dat verloren gaat meer dan genoeg opvangen. Addendum Passende Beoordeling Jsseldelta-Zuid, uitweridng ADC-criteria - versie 1-3S\40