De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van);

Vergelijkbare documenten
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van nr

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van [[Datum openlaten]], nr. [[nr invullen]];

Gelet op de artikelen 1a van de Cessantiawet BES, 1a van de Wet ongevallenverzekering BES en 1a van de Wet ziekteverzekering BES;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van datum openlaten, nr. nr. invullen;

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van [[Datum openlaten]], nr. [[nr. invullen]], ;

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

tot Aanpassing van het Besluit uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken in verband met de Invoeringswet Participatiewet

Gelet op de artikelen 1.8, eerste lid, en 1.9, eerste lid, van de Wet kinderopvang;

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van, nr. ;

Voortgangscijfers inburgering Totaal Nederland

Voortgangscijfers inburgering Totaal Nederland

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van);

Besluit van. Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I. Het Voertuigreglement wordt als volgt gewijzigd: Artikel wordt als volgt gewijzigd:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van..., nr...;

Informatiebijeenkomst BVNT2. Mohammed el Hamdaoui Beleidsadviseur DUO

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van [[Datum openlaten]], nr. [[nr invullen]]:

Gelet op artikelen 1.8, eerste lid en 1.9, eerste lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

Het Besluit universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen wordt als volgt gewijzigd:

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,nr. [[nr invullen]];

De Raad van State gehoord (advies van 31 januari 2003, nr. W /III);

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

VERORDENING WET INBURGERING GEMEENTE ALPHEN AAN DEN RIJN 2012

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van);

VERORDENING WET INBURGERING

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid BESLUIT:

Artikel I Wijziging van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt als volgt gewijzigd:

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van xxx, nr. xxx);

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Besluit van tot wijziging van het Besluit burgerlijke stand 1994 in verband met de akte van geboorte

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

VOORSTEL VAN RIJKSWET. Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Gelet op de artikelen 1.8, eerste lid en 1.9, eerste lid, van de Wet kinderopvang 1 ;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van);

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

WIJy yillem/e%lexander, BIJ DE GRATIE GODS, KONING DER NEDERLANDEN, PRINS VAN ORANJE-NASSAU, ENZ. ENZ. ENZ.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Besluit van houdende wijziging van de regels omtrent het generiek examenonderdeel Engels voor de middenkader- en specialistenopleiding (mbo-4)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Koninkrijksrelaties van nr. ;

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van, Directie Sociale Verzekeringen, SV/R&S/03/;

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Integratie en Samenleving. Nieuwe beleidsontwikkelingen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Besluit van (datum) tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang

tot wijziging van het Besluit omgevingsrecht (aanwijzing bovengrondse elektriciteitsleiding als vergunningvrij bouwwerk)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie, in overeenstemming met Onze Minister van Defensie;

College van B&W. Leden van de gemeenteraad. Informatie over de uitvoering van Wet inburgering. Geachte dames en heren,

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van,

Beleidsregels behorend bij de Verordening Wet inburgering Helmond 2015

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar

Gelet op artikel 673, tiende lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van);

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Ontwerpbesluit van [[ ]] tot wijziging van het Besluit inburgering in verband met een vrijstelling voor werkenden van het examenonderdeel oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt en enkele technische wijzigingen Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van [[Datum openlaten]], nr. [[nr invullen]],; Gelet op de artikelen 3, derde lid, 5, vierde lid, onderdeel a, 8, eerste lid, onderdeel b en f, en artikel 16, eerste lid, en vierde lid, onderdeel c, van de Wet inburgering; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van [niet invullen], HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN: ARTIKEL I Het Besluit inburgering wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 2.1, derde lid, wordt onder b, c en d vervangen door onderdelen b, c en d,. B Na artikel 2.4 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 2.4a Van de verplichting om kennis van de Nederlandse samenleving te verwerven, voor wat betreft het onderdeel oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt, bedoeld in artikel 2.10, eerste lid, onderdeel b, en het inburgeringsexamen, bedoeld in artikel 3.9, derde lid, onderdeel b, te behalen, wordt op verzoek vrijgesteld de inburgeringsplichtige die gedurende een periode van twaalf maanden voorafgaande aan het verzoek in ten minste zes maanden minimaal 48 uur per maand werkzaamheden in loondienst heeft verricht. C Artikel 3.9b wordt als volgt gewijzigd: a. In het tweede en derde lid wordt de door Onze Minister aan te wijzen beoordelaars vervangen door een of meer door Onze Minister aan te wijzen beoordelaars. b. In het vierde lid wordt examinatoren vervangen door een of meer examinatoren.

D In artikel 4.1a, eerste lid, onderdeel b, wordt onder a vervangen door in onderdeel a,. E Artikel 4.13 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het derde lid, onderdeel a, vervalt binnen de termijn, genoemd in artikel 7a, eerste lid, van de wet, of binnen de met toepassing van artikel 7a, derde lid, van de wet of de bij of krachtens artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de wet gestelde regels verlengde termijn, binnen de termijn, genoemd in artikel 7b, eerste lid, van de wet, of de met toepassing van artikel 7b, derde lid, van de wet of de bij of krachtens artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de wet gestelde regels verlengde termijn en of na de puntkomma. 2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 4. De kwijtschelding, bedoeld in het derde lid, wordt slechts verleend indien de omstandigheid, bedoeld in onderdeel a, b of c, zich heeft voorgedaan binnen de termijn, genoemd in artikel 7a, eerste lid, van de wet respectievelijk de termijn, genoemd in artikel 7b, eerste lid, van de wet of de met toepassing van artikel 7a, derde lid, van de wet respectievelijk artikel 7b, derde lid, van de wet of de bij of krachtens artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de wet verlengde termijn. ARTIKEL II Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 april 2019. Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

Nota van toelichting 1. Algemeen Met het onderhavige besluit zijn een aantal wijzigingen in het Besluit inburgering (hierna: het besluit) aangebracht. Ten eerste is een vrijstelling voor het examenonderdeel oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt (hierna: ONA) voor werkenden geïntroduceerd. Ten tweede is een versoepeling aangebracht ten aanzien van de examinatoren. Ten slotte is een omissie hersteld met betrekking tot de regels voor kwijtschelding van de lening voor asielmigranten. Vrijstelling ONA In mijn brieven aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2017/18, 32824, nr. 203 en nr. 220) heb ik aangekondigd dat ik degene die examen voor het onderdeel ONA moet doen en die over werk beschikt, vrijstelling voor dit onderdeel van het examen wil verlenen. Achtergrond van deze vrijstelling is dat als iemand in de praktijk aantoont zelfstandig op de Nederlandse arbeidsmarkt te kunnen functioneren er geen reden meer is dat aan te tonen via een examen of via een verplichte deelname aan 64 cursusuren ONA. In de hier voorliggende wijziging van het besluit zijn de voorwaarden opgenomen waaronder deze vrijstelling wordt verleend. Met de wijziging van het besluit wordt het mogelijk om een aanvraag bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (hierna: DUO) te doen voor vrijstelling van het ONA-examen. Voorwaarde voor inwilliging is dat voor de aanvrager, in de twaalf maanden voorafgaand aan het tijdstip van aanvraag, gedurende ten minste zes maanden, minimaal 48 uur per maand, verloonde uren zijn opgenomen in de loonaangifte. Het recht op vrijstelling wordt door DUO beoordeeld op basis van de beschikbare gegevens uit de polisadministratie waarin de verloonde uren zijn opgenomen. Onder polisadministratie wordt verstaan datgene dat daarover is opgenomen in artikel 33 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen. In mijn brief van 23 april 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 32824, nr. 220) heb ik aangegeven dat ik de mogelijkheid wilde bezien om ook vrijstelling te verlenen voor aanvragers die als ondernemer actief zijn op de Nederlandse arbeidsmarkt. Ik heb hier nader overleg over gevoerd met het Ministerie van Financiën en met DUO die de aanvragen tot vrijstelling gaat behandelen. Op grond van dit overleg ben ik tot de conclusie gekomen dat er in de belastingwetgeving geen soortgelijk criterium aanwezig is om te komen tot een bruikbare definitie van ondernemer die overeenkomt met het 48 uurs per maand criterium voor een werkende in loondienst. Ook is het niet doenlijk om op een uitvoeringstechnisch eenduidige manier tot een beschrijving te komen die voor DUO uitvoerbaar is. Zodoende zie ik af van de vrijstellingsmogelijkheid voor ondernemers. De vrijstelling geldt voor iedereen die gehouden is om het ONA-examen te doen in het kader van de inburgeringsplicht. Dit betekent dat ook voor de geestelijk bedienaren geldt dat zij voor vrijstelling van het ONA-examen in aanmerking komen als zij voldoen aan het urencriterium. Immers voor hen geldt dan ook dat zij zelfstandig op de Nederlandse arbeidsmarkt kunnen functioneren en er zodoende geen reden meer is dat apart aan te tonen. De vrijstelling werkt bovendien van rechtswege door voor nietinburgeringsplichtigen die het inburgeringsexamen moeten afleggen voor het verkrijgen van een sterker verblijfrecht.

Examinatoren en beoordelaars In het onderhavige besluit wordt bovendien meer flexibiliteit mogelijk gemaakt voor de invulling van het afnemen van examens. Zo wordt het hiermee mogelijk om bijvoorbeeld bij het ONA mondeling examen te gaan werken met één examinator en met één inhoudelijk verslaglegger in plaats van met twee examinatoren. Deze mogelijkheid kan worden ingezet voor het tegengaan van te lange wachttijden bij het afnemen van examens. Kwijtschelding lening bij vrijstelling of ontheffing Voorts wordt met deze aanpassing van het besluit een technische wijziging doorgevoerd zodat duidelijk is dat er alleen sprake kan zijn van kwijtschelding van de lening indien de vrijstelling of ontheffing van de inburgeringsplicht is verleend binnen de inburgeringstermijn van drie jaar of de verlengde termijn. Regeldruk De nieuwe vrijstelling heeft tot gevolg dat de aanvrager die gedurende langere tijd op de Nederlandse arbeidsmarkt actief is of is geweest, wordt vrijgesteld van de verplichting het ONA-examen af te leggen of om te voldoen aan de verplichting om 64 uur ONA cursusuren te volgen. Daarmee neemt de regeldruk voor deze doelgroep feitelijk af. De overige wijzigingen hebben geen gevolgen voor de regeldruk. 2. Uitvoeringstoetsen en consultatie Uitvoeringstoets DUO Regeldruktoets ATR Internetconsultatie 3. Artikelsgewijs Artikel I, onderdeel A en D Dit betreft de wijziging van een formulering. Artikel I, onderdeel B In het nieuwe artikel 2.4a is de vrijstelling voor werkenden van het examenonderdeel ONA geregeld. Om vrijstelling te verkrijgen moet een verzoek bij DUO worden ingediend. De vrijstelling wordt verleend indien voldaan is aan de voorwaarden. De voorwaarden zijn dat de inburgeringsplichtige in de twaalf maanden voorafgaande aan de aanvraag in ten minste zes maanden minimaal 48 uur per maand arbeid heeft verricht. Dit komt neer op een gemiddelde van 12 uur per kalenderweek. Er wordt enkel gekeken naar een periode van twaalf maanden voorafgaande aan de aanvraag, omdat het voor de vrijstelling moet gaan om recente werkervaring. Wanneer van degene die vrijstelling aanvraagt in de polisadministratie het aantal gewerkte uren per vier weken is opgenomen worden deze uren omgerekend naar uren per maand (het aantal gewerkte uren delen door 20 maal 21,75). Op die manier wordt bepaald of aan het aantal vereiste uren per maand is voldaan.

Artikel I, onderdeel C Met dit onderdeel is toegevoegd dat het telkens moet gaan om de beoordeling door één of meer beoordelaars of examinatoren. Dit zorgt ervoor dat in de toekomst flexibeler kan worden omgegaan met de wijze van beoordeling en examinering. De voormalige formulering stond eraan in de weg om de beoordeling of examinering in bepaalde gevallen door één persoon te laten doen. Artikel I, onderdeel E Het nieuwe vierde lid regelt dat de kwijtschelding, bedoeld in het derde lid, alleen wordt verleend indien de vrijstelling of ontheffing is verleend binnen de inburgeringstermijn van drie jaar of de, op grond van artikel 7b, derde lid, of de bij of krachtens artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de wet, verlengde termijn. Wanneer de vrijstelling of ontheffing wordt verleend buiten die termijn(en) komt de inburgeringsplichtige niet in aanmerking voor ambtshalve kwijtschelding van de lening. Door de toevoeging van het vierde lid kan het derde lid, onderdeel a, technisch worden gewijzigd. Hierin worden de verwijzingen naar de termijnen weggehaald, omdat dit nu geregeld wordt in het vierde lid. Artikel II Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 april 2019. Wat betreft het nieuwe artikel 2.4a betekent dit dat aanvragen om vrijstelling van het examenonderdeel ONA per 1 april 2019 ingediend kunnen worden. Aangezien gekeken wordt naar een periode van twaalf maanden voorafgaande aan de aanvraag, kan degene die in de periode april 2018 tot april 2019 voldoende uren heeft gewerkt ook een vrijstelling krijgen. Wat betreft de wijziging van artikel 4.13 betekent dit dat de kwijtschelding van de lening niet wordt verleend, indien de vrijstelling of ontheffing is verleend op of na 1 april 2019 en die verlening heeft plaatsgevonden buiten de termijn van drie jaar of de op grond van artikel 7b, derde lid, of de bij of krachtens artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de wet. De kwijtschelding wordt uiteraard wel verleend indien de vrijstelling of ontheffing is verleend binnen de genoemde termijnen. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees