Gemeente Kaag en Braassem Afdeling Ontwikkeling J.J. Démoed Postbus AA ROELOFARENDSVEEN

Vergelijkbare documenten
Gemeente Amsterdam Afdeling Onderwijs, Jeugd en Zorg J.M. Stam Postbus BV AMSTERDAM

U verzoekt mij om de ontheffingstermijn te wijzigen in 18 oktober 2016 tot en met 17 oktober 2021.

Ontwikkelingsbedrijf Vathorst Beheer B.V. G. van der Vlies Veenslagen RT AMERSFOORT

Lyaemer Wonen Y.A. Tiemensma Straatweg PZ LEMMER. Datum 7 augustus 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

J. Bosch Buntlaan MG DOORN. Datum 23 december 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Bosch,

Van der Valk Hotel, Akersloot M. Wulp Geesterweg 1A 1921 NV AKERSLOOT. Datum 28 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Provincie Groningen Afdeling Omgeving & Milieu R.W.G. van der Zwaag Postbus AP GRONINGEN

Aannemingsbedrijf Lagendijk B.V. G.J. Lagendijk Kade EP HARDINXVELD GIESSENDAM

Moerhave B.V. R.J. Noordman Raadhuisstraat 1b 4835 JA BREDA. Datum 30 november 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Waterschap Rijn en IJssel M.T. de Vos Postbus AC DOETINCHEM. Datum 11 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Teylingen W. Kosters Postbus ZJ VOORHOUT. Datum 5 september 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Rotterdam O. van Velthuijsen Posbus KP ROTTERDAM. Datum 12 april 2016 Betreft Wijziging ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Een kopie van deze brief en de ontheffing wordt verstuurd aan Arcadis Nederland B.V.

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen De aanvraag Overwegingen

Gemeente Rotterdam M. Meyer Postbus BE Rotterdam. Datum 23 september 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Waterschap Vechtstromen Van Klompenburg Postbus GA ALMELO. Datum 27 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woonstad Rotterdam Postbus CJ ROTTERDAM. Datum 23 augustus 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Dura Vermeer Onderhoud en Renovatie Hengelo Postbus AW HENGELO OV. Datum 11 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Reinbouw Vastgoed B.V. Postbus AA DIEREN. Datum 29 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Gemeente Amersfoort R.J. Limburg Postbus EA AMERSFOORT. Datum 11 augustus 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Hoogheemraadschap van Delfland J.J. van den Hooff Postbus DB DELFT. Datum 5 december 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Bestuurscommissie Sarsven en de Banen I.J. Orbons-Hettema Postbus MA MAASTRICHT

Dura vermeer Divisie Infra BV R. Schunk Taurusavenue 100 Postbus AC Hoofddorp

F.H. Nauta Van Hogendorplaan JM AMERSFOORT. Datum 10 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Nauta,

Koninklijke Burgers' Zoo B.V. E. Peeters Antoon van Hooffplein SH ARNHEM. Datum 29 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Provincie Noord-Brabant J.A.L. van Zandvoort Postbus MC s-hertogenbosch. Datum 20 juli 2016 Betreft Beslissing op wijzigingsverzoek

Gemeente Overbetuwe T.J. Willems Postbus AA ELST. Datum 6 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Elburg W. Jager Postbus AB ELBURG. Datum 28 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Jager,

Gemeente Nijmegen Directie Grondgebied T. Martens Postbus HG NIJMEGEN

Gemeente Staphorst S. Brand Postbus AA STAPHORST. Datum 3 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woningstichting SallandWonen P. Jong Postbus AD RAALTE. Datum 8 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Dijkhuis Aannemersbedrijf B.V. G.J. Horsman Molensteen NM HARDENBERG. Datum 11 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting Accolade Postbus AH HEERENVEEN. Datum 17 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Dimensis B.V. A. van der Zaan Kerkplein BM OLST. Datum 22 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Regelink Ecologie B.V. M. van den Hoorn Papenweg NE MHEER. Datum 25 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Almere A.R.M. Loijer Postbus AE ALMERE. Datum 18 augustus 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

BVR Groep B.V. A. Oomen Postbus BJ ROOSENDAAL. Datum 11 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Oomen,

Woningstichting Eigen Haard Arlandaweg EX AMSTERDAM. Datum 30 januari 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Renkum Postbus HA OOSTERBEEK. Datum 1 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Amarant Groep K. Hermens Postbus AS TILBURG. Datum 12 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Hermens,

Koninklijke Woudenberg Ameide B.V. L.G.P.M. Camps Postbus ZG AMEIDE. Datum 25 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Wovesto L.A.M. Overmars Postbus AC SINT-OEDENRODE. Datum 1 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Waterschap Rivierenland M. Wannée Postbus AN TIEL. Datum 23 december 2014 Betreft Besluit verlenging ontheffing. Geachte heer Wannée,

Enza Zaden Beheer B.V. Enkhuizen Q.A.M. van Vlimmeren Haling 1E 1602 DB ENKHUIZEN

Gemeente Rijswijk Postbus HH RIJSWIJK. Datum 20 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Hurks Vastgoedontwikkeling Eindhoven B.V. J. van Daal Postbus AR EINDHOVEN

Stichting Brabantwonen H.G.P.F. Roozendaal Postbus AD OSS. Datum 2 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stadhuis Gemeente Tiel B. Jagt Postbus HH TIEL. Datum 4 november 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Jagt,

Gemeente Noordwijk W.J. Groenendijk Postbus AG NOORDWIJK ZH. Datum 13 september 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Innovatiekracht b.v. S. Verwaijen Oudhuizerstraat BS KLARENBEEK. Datum 20 november 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Deventer E.T.M. Masman Postbus GC DEVENTER. Datum 17 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Emmtec Services bv D. van der Meer Postbus CA EMMEN. Datum 25 mei 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht B.L. Reuvers Postbus GJ AMSTERDAM

Stichting UWOON M. de Jager Postbus AG HARDERWIJK. Datum 9 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Logchies Renovatie en Onderhoud B.V. Postbus AM BEVERWIJK. Datum 19 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland A. Oosterhoff Hoofdweg BL VEENHUIZEN

Wijk Ontwikkelings Maatschappij Kerckebosch B.V. F. Steenbergen Graaf Lodewijklaan DM ZEIST

Stichting Waternet J. Wright Postbus GJ AMSTERDAM. Datum 3 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

TriVia/School met de Bijbel De Kandelaar Meidoornlaan 2- Bestuursknt 4233 CN AMEIDE

Gemeente Apeldoorn A.A.B. Klein Goldewijk Postbus ES APELDOORN. Datum 25 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Enexis B.V. Postbus AW S-HERTOGENBOSCH. Datum 19 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Gemeente Den Haag M. Schalk Postbus DP DEN HAAG. Datum 12 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

WOM Den Haag Zuidwest B.V. R.H.W. Meere Loevesteinlaan BG DEN HAAG. Datum 2 december 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Van der Molen Groenconsult J. van der Molen Walhof AV LOBITH. Datum 17 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Van Wijnen Projectontwikkeling Noord B.V. P.W.L. Hutten Postbus AB GORREDIJK

Witteveen+Bos C.M. Sluis-de Leeuw Postbus AE DEVENTER. Datum 28 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woningstichting Servatius L. Hupperts Postbus BD MAASTRICHT. Datum 19 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Buro Bakker Adviesburo voor Ecologie B.V. H.J. Steendam Weiersloop DZ ASSEN

Liander Infra West N.V. M. van Dijkhuizen Postbus AB DUIVEN. Datum 2 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Waterschap Reest & Wieden R. Dijsselhof Postbus AC MEPPEL. Datum 19 april 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Amante Vastgoed B.V. Nijverheidsweg 31-E 1851 NW HEILOO. Datum 5 september 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Heusden P. Bosch Postbus AA VLIJMEN. Datum 29 maart 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Bosch,

Gemeente Amsterdam Afdeling Onderwijs, Jeugd en Zorg J. Stam Postbus BV AMSTERDAM

Kickersvoet B.V. J.M. Borstlap Carrouselweg LN HELLEVOETSLUIS. Datum 12 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Rijkswaterstaat Midden Nederland F. Waarsenburg Postbus AP LELYSTAD. Datum 5 december 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woningbouwvereniging Anna Paulowna L.G.M. Roozendaal Molenvaart AC ANNA PAULOWNA

Stichting wonencentraal B. van der Marel Postbus CA ALPHEN AAN DEN RIJN

Recreatieschap Rottemeren K. Opstal Postbus AH SCHIEDAM. Datum 19 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woningbouwvereniging Hoek van Holland F. Claessens Planciushof GC HOEK VAN HOLLAND. Datum 2 maart 2017 Betreft Beslissing op aanvraag

Combinatie Mouterijnoort VOF Postbus AC WAGENINGEN. Datum 30 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Rijkswaterstaat W. Vermeulen Postbus AN ROTTERDAM. Datum 2 december 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting Woonbedrijf SWS.Hhvl P. Adriaanse Willemstraat AG EINDHOVEN. Datum 6 maart 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Arnhem M. Geurs Postbus EL ARNHEM. Datum 24 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte mevrouw Geurs,

IJsselsteinse Woningbouwvereniging H.T.J. van den Heiligenberg Postbus AB IJSSELSTEIN

Enza Zaden Beheer B.V. J.P. Mazereeuw Postbus AA ENKHUIZEN. Datum 17 augustus 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Heumen A.C. Kneppers Postbus AZ MALDEN. Datum 18 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Rijkswaterstaat W.T. Saers Griffioenlaan LA UTRECHT. Datum 3 december 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Woerden J. van Leer Blekerijlaan GR WOERDEN. Datum 22 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting Openbare Scholengemeenschap Vlaardingen Schiedam (OSVS) W.C.M. Kokx Postbus DA VLAARDINGEN

Ministerie van Defensie DVD/Vastgoed West KHK/ K2 D.L. Voerman Dr Stolteweg AX ZWOLLE

Woningstichting SWZ M. Boeijen Postbus DA ZWOLLE. Datum 24 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen De aanvraag Overwegingen

Woningstichting Brummen A. Schreuder Postbus AC BRUMMEN. Datum 8 september 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Rijkswaterstaat C.D. Hus Postbus AN ROTTERDAM. Datum 14 december 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen.

Servatius Woningstichting L. Hupperts Postbus BD MAASTRICHT. Datum 31 maart 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Breda Postbus RH BREDA. Datum 13 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Petter,

Gemeente Lansingerland J. Koch Postbus AA BERKEL EN RODENRIJS. Datum 16 december 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Alphen aan den Rijn S. de Kogel Postbus AA ALPHEN AAN DEN RIJN. Datum 15 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Groningen Directie Ontwikkeling en Uitvoering G. Lieffering Postbs JB GRONINGEN

Gemeente Amsterdam Afdeling Onderwijs, Jeugd en Zorg J.M. Stam Postbus BV AMSTERDAM

Transcriptie:

> Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Gemeente Kaag en Braassem Afdeling Ontwikkeling J.J. Démoed Postbus 1 2370 AA ROELOFARENDSVEEN Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl Datum 23 december 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen Kenmerk FF/75C/2016/0388.toek.wh Bijlagen Geachte heer Démoed, Naar aanleiding van uw verzoek van 8 augustus 2016 en de aanvullingen hierop van 22 augustus 2016, 7 november 2016 en 8 november 2016, geregistreerd onder aanvraagnummer, om een ontheffing als bedoeld in artikel 75 van de Flora- en faunawet te krijgen, deel ik u het volgende mee. Ik verleen u ontheffing van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 11 van de Flora- en faunawet voor zover dit betreft het verstoren van voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van de bittervoorn, kleine modderkruiper en de rivierdonderpad. De Wet natuurbescherming Dit besluit is genomen in het kader van de Flora- en faunawet. Op 1 januari 2017 zal de Wet natuurbescherming van kracht worden; dit kan mogelijk gevolgen hebben voor uw project. Vanaf 1 januari 2017 zullen een aantal soorten niet meer bij wet beschermd zijn, een aantal soorten die nu niet beschermd zijn zullen dat juist wel worden. Het kan dan ook zo zijn dat u nu een ontheffing krijgt voor soorten die straks niet meer beschermd zijn. In dat geval hoeft u niets te doen. Het kan ook zo zijn dat in uw projectgebied soorten voorkomen die straks beschermd zijn, maar waar u nog geen ontheffing voor heeft. In dat geval dient u mogelijk een aanvullende ontheffing aan te vragen bij het bevoegde gezag. De aanvraag De aanvraag heeft betrekking op de realisatie van het project Braassemerland, gelegen in de gemeente Kaag en Braassem. Het project betreft de herinrichting van een voormalig glastuinbouwgebied. De werkzaamheden bestaan uit het dempen en vergraven van watergangen, het slopen van bebouwing, het bouwrijp maken van het terrein en de realisatie van nieuwbouwwoningen. Ontheffing wordt gevraagd van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 11 van de Flora- en faunawet voor wat betreft exemplaren van de bittervoorn (Rhodeus amarus), kleine modderkruiper (Cobitus taenia) en de rivierdonderpad (Cottus gobio). Pagina 1 van 5

Overwegingen Wettelijk kader Beschermde soorten De bittervoorn, kleine modderkruiper en de rivierdonderpad zijn beschermde inheemse diersoorten als bedoeld in artikel 4, lid 1, onder d, van de Flora- en faunawet. De bittervoorn is tevens opgenomen in bijlage 1, behorende bij het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten 1. Datum 23 december 2016 Verbodsbepalingen Op grond van artikel 11 van de Flora- en faunawet is het verboden om nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde inheemse diersoorten te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren. Ontheffing Op grond van artikel 75, lid 5, van de Flora- en faunawet worden ontheffingen slechts verleend wanneer er geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort. Op grond van artikel 75, lid 6, aanhef en onder c, wordt voor soorten genoemd op bijlage 1 van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoortenontheffing slechts verleend wanneer er, naast de voorwaarde dat geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort, geen andere bevredigende oplossing bestaat en met het oog op andere, bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen, belangen. De belangen waarnaar verwezen wordt, zijn genoemd in artikel 2, lid 3 van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten. Instandhouding van de soorten De bittervoorn, kleine modderkruiper en de rivierdonderpad zijn in het plangebied aangetroffen. Het plangebied bevat slechts suboptimaal leefgebied voor de bittervoorn en de kleine modderkruiper, waardoor maar enkele exemplaren van deze soorten zijnvastgesteld. De rivierdonderpad is in de nabije omgeving van het plangebied vastgesteld. Doordat de watergangen met elkaar in verbinding staan en geschikt (suboptimaal) leefgebied in het plangebied aanwezig is, is het voldoende aannemelijk dat de soort in het plangebied voorkomt. Door de werkzaamheden kunnen voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van de bittervoorn, kleine modderkruiper en de rivierdonderpad worden beschadigd, vernield en verstoord. Om negatieve effecten van de werkzaamheden op de soorten tot een minimum te beperken stelt u maatregelen voor zoals beschreven in hoofdstuk 4 van het bij de aanvraag gevoegde rapport Ecologisch werkprotocol project Braassemerland te Kaag en Braassem van 4 september 2009 en zoals beschreven in de aanvulling op de aanvraag van 8 november 2016. De door u voorgestelde maatregelen zijn voldoende. 1 Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten (Stb. 2000, 525), laatstelijk gewijzigd bij Stb.2012, 615. Pagina 2 van 5

Door de werkzaamheden wordt 7.578 vierkante meter aan watergangen aangetast. Voorafgaand aan de werkzaamheden worden de watergangen ongeschikt gemaakt door de water- en oevervegetatie te maaien en worden er vervolgens exemplaren van de bittervoorn, kleine modderkruiper en de rivierdonderpad weggevangen en verplaatst naar geschikt alternatief leefgebied in de omgeving van het plangebied. U bent voornemens om 6.364 vierkante meter aan nieuwe watergangen voor de soorten te realiseren. De nieuwe watergangen zijn na drie jaar opnieuw geschikt voor de soorten. Doordat het plangebied beperkt geschikt is voor de bittervoorn, kleine modderkruiper en de rivierdonderpad, is het aannemelijk dat de exemplaren van de soorten tijdelijk naar geschikt alternatief leefgebied kunnen uitwijken. De werkzaamheden zullen gefaseerd uitgevoerd worden en er is voldoende geschikt alternatief leefgebied voor de bittervoorn, kleine modderkruiper en de rivierdonderpad in de omgeving van het plangebied aanwezig, waar de exemplaren van de soorten tijdelijk naar kunnen uitwijken. Met inachtneming van de door u voorgestelde maatregelen zorgt u vooraf voor voldoende alternatief dat in kwantiteit en kwaliteit overeenkomt met de huidige functionaliteit van de voortplantings- of vaste rustof verblijfplaats voor de aanwezige populaties van de bittervoorn, kleine modderkruiper en de rivierdonderpad. De functionaliteit van de voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaats van de bittervoorn, kleine modderkruiper en de rivierdonderpad blijft hierdoor behouden. Datum 23 december 2016 Echter, ondanks deze maatregelen worden door het realiseren van de werkzaamheden voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van de bittervoorn, kleine modderkruiper en de rivierdonderpad verstoord. Immers, de bittervoorn, kleine modderkruiper en de rivierdonderpad worden gedwongen om de huidige verblijfplaats te verlaten en een alternatief te gaan zoeken. Door de werkzaamheden wordt het in artikel 11 van de Flora- en faunawet neergelegde verbod op het verstoren van de vaste rust- of verblijfplaats van de bittervoorn, kleine modderkruiper en de rivierdonderpad derhalve overtreden, zodat voor die werkzaamheden een ontheffing is vereist. Daar de bittervoorn, kleine modderkruiper en de rivierdonderpad wel in de omgeving aanwezig blijven komt de gunstige staat van instandhouding niet in het geding. De aangetroffen exemplaren van de bittervoorn, kleine modderkruiper en de rivierdonderpad zijn onderdeel van lokale populaties in de omgeving van het plangebied. De te realiseren watergangen zullen na de werkzaamheden geschikter zijn als leefgebied voor de soorten, waardoor het voldoende aannemelijk is dat de bittervoorn, kleine modderkruiper en de rivierdonderpad in de omgeving van het plangebied aanwezig blijven. De gunstige staat van instandhouding van de bittervoorn, kleine modderkruiper en de rivierdonderpad komt niet in gevaar, mits gewerkt wordt conform de door u voorgestelde maatregelen en volgens de overige in de ontheffing opgelegde voorschriften. De zorgplicht genoemd in artikel 2 van de Flora- en faunawet blijft van toepassing. In de ontheffing is dan ook een aanvullend voorschrift opgenomen. Pagina 3 van 5

Belang van de ingreep U heeft ontheffing van verbodsbepalingen aangevraagd op grond van het belang: de uitvoering van werkzaamheden in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling. De werkzaamheden die nodig zijn voor de realisatie van het project worden uitgevoerd in het kader van ruimtelijke inrichting en ontwikkeling. Ten behoeve van dit belang kan ontheffing worden verleend, mits geen benutting of economisch gewin plaatsvindt en zorgvuldig wordt gehandeld. Van benutting of economisch gewin van de bittervoorn, kleine modderkruiper en de rivierdonderpad is geen sprake. Ik verwacht dat er door het realiseren van het project geen permanent negatieve effecten optreden ten aanzien van de aanwezige populaties van de bittervoorn, kleine modderkruiper en de rivierdonderpad. Datum 23 december 2016 Andere bevredigende oplossing Het project is locatiegebonden vanwege de herinrichting van een verouderd glastuinbouwterrein. De bestaande bebouwing is in slechte staat en wordt niet meer gebruikt. De beperkte geschiktheid van het plangebied als leefgebied voor de bittervoorn, kleine modderkruiper en de rivierdonderpad leidt tot minimale schade aan de soorten. Tevens wordt door de herinrichting van het plangebied duurzaam omgegaan met het gebruik van grond en wordt het gebied geschikter voor de bittervoorn, kleine modderkruiper en de rivierdonderpad dan in de huidige situatie. Door de gekozen inrichting, werkwijze en de planning (buiten de kwetsbare periode) wordt schade aan de bittervoorn, kleine modderkruiper en de rivierdonderpad zoveel mogelijk voorkomen. Hiermee is het voldoende aangetoond dat geen andere bevredigende oplossing voorhanden is. Zorgplicht Voor de soorten waarvoor ik u ontheffing verleen, bent u gehouden aan de in de ontheffing opgenomen voorschriften. Voor alle soorten echter, geldt de zorgplicht ex artikel 2 van de Flora- en faunawet, die van toepassing is op zowel beschermde als onbeschermde dier en plantensoorten, ongeacht vrijstelling of ontheffing. Op grond hiervan dient u zoveel als redelijkerwijs mogelijk is schade aan deze soorten te voorkomen. Vogels U dient gedurende de werkzaamheden rekening te houden met het broedseizoen van vogels. Verstoring van broedgevallen van vogels dient te worden voorkomen. Voor de in het plangebied te verwachten vogelsoorten kan dit plaatsvinden door werkzaamheden buiten de broedperiode van aanwezige soorten uit te voeren. Tevens kunnen voorbereidende maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat vogels tot broeden kunnen komen binnen het plangebied. Ik wijs u erop dat voor het broedseizoen geen standaardperiode wordt gehanteerd in het kader van de Flora- en faunawet. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. Voorts wijs ik u erop dat verblijfplaatsen van vogels die hun verblijfplaats het hele jaar gebruiken jaarrond zijn beschermd. Voor het verwijderen van dergelijke verblijfplaatsen is te allen tijde een ontheffing vereist. Pagina 4 van 5

Conclusie Gelet op het voorgaande verleen ik u ontheffing ex artikel 75 van de Flora- en faunawet. Aan deze ontheffing zijn voorschriften verbonden. De ontheffing en de voorschriften treft u hierbij aan. Bezwaar Als u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u binnen zes weken na verzending van deze brief digitaal of schriftelijk een bezwaarschrift indienen. De datum bovenaan deze brief is de verzenddatum. Datum 23 december 2016 Een digitaal bezwaarschrift kunt u indienen via mijn.rvo.nl/bezwaar. Als u schriftelijk bezwaar wilt maken, stuurt u het ondertekende bezwaarschrift naar de, afdeling Juridische Zaken, postbus 40219, 8004 DE Zwolle. Vermeld in uw bezwaarschrift in ieder geval onze referentie, het briefkenmerk en de datum van de beslissing waartegen u bezwaar maakt. U vindt onze referentie en het briefkenmerk in de rechter kantlijn van deze brief. Meer informatie Heeft u nog vragen, kijk dan op onze website mijn.rvo.nl. Of bel ons: 088 042 42 42 (lokaal tarief). Met vriendelijke groet, De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze: Marco Klaassen De teammanager Vergunningen Pagina 5 van 5

ONTHEFFING Naar aanleiding van het verzoek van de heer J.J. Démoed op 8 augustus 2016, namens de gemeente Kaag en Braassem en de aanvullingen hierop van 22 augustus 2016, 7 november 2016 en 8 november 2016 gelet op artikel 75, lid 3, van de Flora- en faunawet Verleent de Staatssecretaris 1 van Economische Zaken hierbij aan: Naam: Gemeente Kaag en Braassem (hierna: ontheffinghouder) Adres: Westeinde 1 Postcode en woonplaats: 2371 AS ROELOFARENDSVEEN Ontheffing voor het tijdvak van: 23 december 2016 tot en met 28 september 2020 Van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 11 van de Flora- en faunawet voor zover dit betreft het verstoren van voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van de bittervoorn (Rhodeus amarus), kleine modderkruiper (Cobitus taenia) en de rivierdonderpad (Cottus gobio). Het gebied waarvoor de ontheffing geldt, betreft het plangebied voor de realisatie van het project Braassemerland, gelegen 1,25 kilometer ten zuidoosten van Roelofarendsveen in de gemeente Kaag en Braassem, coördinaten X=103.440 en Y=467.940, één en ander zoals is weergegeven in de figuren 1 en 2 van het bij de aanvraag gevoegde rapport Quickscan flora en fauna Braassemerland fase 3 en 6 te Roelofarendsveen gemeente Kaag en Braassem van 16 september 2016. Aan deze ontheffing zijn de volgende voorschriften verbonden: Algemene voorschriften 1. De ontheffing wordt slechts voor de hierboven genoemde soorten en beschreven verboden handelingen verleend. 2. Deze ontheffing geldt alleen voor de werkzaamheden die conform de aanvraag worden uitgevoerd, voor zover in deze ontheffing zelf niet anders is aangegeven. 3. De ontheffinghouder dient onverwijld contact op te nemen met het bevoegd gezag indien bij het uitvoeren van de werkzaamheden van het project andere beschermde soorten dan de genoemde worden aangetroffen of andere handelingen als bedoeld in voorschrift 1 noodzakelijk zijn. 4. Deze ontheffing kan uitsluitend gebruikt worden door (medewerkers van) de ontheffinghouder of haar rechtsopvolgers of in opdracht van de ontheffinghouder handelende (rechts-)personen. De ontheffinghouder of haar rechtsopvolgers blijven daarbij verantwoordelijk en aansprakelijk voor de juiste naleving van deze ontheffing. 5. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden dient een afschrift van deze ontheffing en de bijbehorende brief op de locatie van de werkzaamheden aanwezig te zijn en op verzoek te worden getoond aan de daartoe bevoegde toezichthouders of opsporingsambtenaren. 1 Krachtens de wettekst is de Minister bevoegd tot het afgeven van een ontheffing ex artikel 75 van de Flora- en faunawet. Op basis van de portefeuilleverdeling tussen de Minister van EZ en de Staatssecretaris van EZ is deze bevoegdheid belegd bij de Staatssecretaris. 1 van 3

6. De ontheffinghouder dient, zodra de datum waarop de werkzaamheden zullen aanvangen bekend is, het bijgevoegde meldingsformulier volledig in te vullen en naar het bevoegd gezag te zenden. Specifieke voorschriften 7. U dient, met in achtneming van onderstaande voorschriften, de maatregelen uit te voeren zoals beschreven in hoofdstuk 4 van het bij de aanvraag gevoegde rapport Ecologisch werkprotocol project Braassemerland te Kaag en Braassem van 4 september 2009 (bijlage 2 bij dit besluit) en zoals beschreven in uw aanvulling op de aanvraag van 8 november 2016 (bijlage 3 bij dit besluit). 8. U dient bij de planning van de werkzaamheden rekening te houden met de voortplantings- en overwinteringsperiode van de bittervoorn, kleine modderkruiper en de rivierdonderpad. Deze loopt voor de voortplanting globaal van april tot en met augustus en voor de winterrust van november tot en met maart. Afhankelijk van het seizoen en de weersomstandigheden kan deze periode langer dan wel korter zijn. De geschiktheid van de periode voor het uitvoeren van de werkzaamheden dient te worden bepaald door een deskundige 2 op het gebied van de bittervoorn, kleine modderkruiper en de rivierdonderpad. Zorgplicht Ik wijs u er op dat u op grond van artikel 2 van de Flora- en faunawet de volgende maatregelen in acht dient te nemen: 9. U dient bij watergangen, die begrensd zijn door een afdamming, geen gebruik te maken van de opstuwmethode of prop-methode. In plaats daarvan dient het wegvangen en verplaatsen van exemplaren van de kleine modderkruiper plaats te vinden met een werkgang richting open water. Overige voorschriften 10. De werkzaamheden en bovengenoemde voorschriften dienen te worden uitgevoerd onder begeleiding van een deskundige op het gebied van de soorten waarvoor ontheffing is verleend. 11. U dient een ecologisch werkprotocol op te stellen met daarin bovengenoemde voorschriften. Alle betrokken partijen, met name ook de uitvoerenden op de bouw- of projectlocatie, dienen van het werkprotocol op de hoogte gesteld te worden. 12. Deze ontheffing kan worden ingetrokken, indien blijkt dat de ontheffinghouder zich niet houdt aan de voorschriften. 2 Het Ministerie van Economische Zaken verstaat onder een deskundige een persoon die voor de situatie en soorten ten aanzien waarvan hij of zij gevraagd is te adviseren en/of te begeleiden, aantoonbare ervaring en kennis heeft op het gebied van soortspecifieke ecologie. De ervaring en kennis dient te zijn opgedaan doordat de deskundige: - op HBO-, dan wel universitair niveau een opleiding heeft genoten met als zwaartepunt (Nederlandse) ecologie; en/of - op MBO niveau een opleiding heeft afgerond met als zwaartepunt de Flora- en faunawet, soortenherkenning en zorgvuldig handelen ten opzichte van die soorten; en/of - als ecoloog werkzaam is voor een ecologisch adviesbureau, zoals bijvoorbeeld een bureau welke is aangesloten bij het Netwerk Groene Bureaus; en/of - zich aantoonbaar actief inzet op het gebied van de soortenbescherming en is aangesloten bij en werkzaam voor de daarvoor in Nederland bestaande organisaties (zoals bijvoorbeeld Zoogdiervereniging, RAVON, Stichting Das en Boom, Vogelbescherming Nederland, Vlinderstichting, Natuurhistorisch Genootschap, KNNV, NJN, IVN, EIS Nederland, FLORON, SOVON, STONE, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, De Landschappen en Stichting Beheer Natuur en Landelijk gebied) en/of - zich aantoonbaar actief inzet op het gebied van de soortenmonitoring en/of - bescherming. 2 van 3

13. Indien blijkt dat de in de ontheffing gestelde termijn niet voldoende is om de werkzaamheden waarop de ontheffing betrekking heeft uit te voeren, dient u, minimaal vier maanden voor het verstrijken van deze termijn een nieuwe aanvraag in te dienen. Dit voorkomt onnodige vertraging van het project. Den Haag, 23 december 2016 De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze: Marco Klaassen De teammanager Vergunningen 3 van 3