PRO Xs4 AA spuitpistool



Vergelijkbare documenten
PRO Xs3 en PRO Xs4 Luchtspuitpistolen

G15/G40 Spuitpistool. Bedieningsinstructies - Onderdelenlijst 3A0446E NL

Extrusie Flo-Valve Model , serie K Maximale werkdruk: 210 bar

RC1200H - RC1220H - RC1300H - RC1340L HVLP / LVLP

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *

Bedienungsanleitung Elektrischer Kamin KH 1117 Istruzioni per l'uso Camino elettrico KH 1117 Mode d'emploi Cheminée électrique KH 1117

INHOUD. CE Verklaring van Overeenstemming 8. 2

Packard Bell Easy Repair

Gebruikershandleiding Lees deze handleiding voor gebruik goed door Nietmachine/tacker luchtdruk

Bedieningsinstructies Onderdelenlijst

Veiligheidsinstructies Belangrijk: Lees deze instructies zorgvuldig voor u de heater in elkaar zet en gebruik neemt, en volg ze na.

INLEIDING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN SYMBOLEN. De symbolen in deze gebruiksaanwijzing. Symbolen op het apparaat

Handleiding HAMA Reparatiepistool GR1500

CCS COMBO 2 ADAPTER. Handleiding

Packard Bell Easy Repair

Packard Bell Easy Repair

Deze bedieningshandleiding bevat belangrijke waarschuwingen en informatie. ZORGVULDIG LEZEN EN BEWAREN VERDRINGERPOMP

Zandstraalkast. Tafelmodel

Packard Bell Easy Repair

Instructies voor het bijwerken van de sensor Voor gasdetectiesensoren niveau 1

Elektrische airless spuitapparaten

TOSTI APPARAAT GEBRUIKSAANWIJZING

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter

Gebruiksaanwijzing BullDuster

Handleiding Plextalk PTN1. Handleiding Daisyspeler Plextalk PTN1

Veiligheid afwasautomaat 4. Vereisten installatie 5. Instructies installatie 7

Gebruikershandleiding Pneumatische slagmoersleutel EG2460 (1/2 ) EG2480 (3/8 )

TECHNISCHE HANDLEIDING

Elektrische luchtpomp

Ultra Max II/Ultimate Mx II

Spanning Capaciteit (mm) (mm) (g) (V) (mah) PR10-D6A PR70 1,4 75 5,8 3,6 0,3 PR13-D6A PR48 1, ,9 5,4 0,83 PR312-D6A PR41 1, ,9 3,6 0,58

GEBRUIKSAANWIJZING TEGELZAAGMACHINE DYNAMIC 680

HP Power Distribution Rack

Innovation Protection Conseil

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL

schegolux-aqua/aquacolor Gebruiksaanwijzing schegolux-aqua/aquacolor Uitstromer met LED-licht

Facilitair BV. Pulpmatic Vermaler. Installatie handleiding. QRS Facilitair Randmeer JW Oss. T: E:

Gourmet Recipe Guide & Instructions

START SET DRAADLOOS SCHAKELEN

Koffiemachine Bravilor Bonomat Mondo Twin

NE1.1. Neutralisatie-eenheid. Voor gebruik bij condensatieketels voor gas. Installatie- en onderhoudshandleiding voor de installateur

Packard Bell Easy Repair

Uitdeukset hydraulisch 4 ton Handleiding

Volumetrische debietmeter Hogedrukmeters Maximum werkdruk materiaal: 28 MPa (276 bar)

Gebruikersveiligheid. Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit. Phaser 7750-kleurenlaserprinter

VEILIGHEID EN CORRECT GEBRUIK

INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES

Set voor rechtstreekse onderdompeling GH833

MONTAGEHANDLEIDING. Kit met digitale manometer BHGP26A1

Inleiding.. 3. Productoverzicht.4. Belangrijke aanwijzingen voor uw veiligheid 5. Bewaar deze gebruiksaanwijzing.5

GEBRUIKSAANWIJZING TEGELZAAGMACHINE TCM180

Gebruikershandleiding Reactieloze pneumatische ratel EG554A (3/8 ) EG554B (1/2 )

Telescopische afzuigkap TEL06

Fire-Ball 9 en President 9 Smeerpompen Vaste en mobiele installaties voor zwaar vet

Inline poederpomp. Beschrijving. Inline poederpomp verwijderen. Instructieblad P/N B. - Dutch -

Gebruikershandleiding Pneumatische naaldbikhamer EG671CF

STIGA PARK 107 M HD

Packard Bell Easy Repair

Uw gebruiksaanwijzing. SAMSUNG RS20CCSV

ATA-kabel. Opmerking: U kunt instructies op het internet vinden op

GEBRUIKERSKAART P/N B Dutch

Bandenwisselaar handbediend

Byzoo Sous Vide Hippo

COMPACTE DRAADLOZE SCHAKELAAR

Uw gebruiksaanwijzing. HP PAVILION MEDIA CENTER M8000

Afgiftesysteem voor vaten van 55 gallon 3A3634C BEDIENINGSINSTRUCTIES-ONDERDELENLIJST. Husky 515

TDS 75. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer

Gumax Terrasverwarmer

Installatie & Onderhoudsinstructies

TDS 20/50/75/120 R. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer

E X T R A C T O R S QS-2115N

Gebruikershandleiding Pneumatische haakse boormachine EG225-19R

DROOGPLATEAU. Handleiding

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 5500-laserprinter

Handleiding. AirQlean H luchtfiltersysteem voor montage aan het plafond

VEILIGHEIDS- EN INSTALLATIE-INSTRUCTIES

INSTALLATIEHANDLEIDING

MONTAGEHANDLEIDING. Kit met 2-wegafsluiter/kit met 3-wegafsluiter voor ventilatorconvectoren EKMV2C09B7 EKMV3C09B7

CE-Installatieset kg verplaatsbaar X X X a 54 kg verplaatsbaar X X X X kg tweewielige wagen X X X

2015 NSE Products, Inc. Provo, Utah, USA ageloc Galvanic Body Spa

Geheugenmodules Gebruikershandleiding

Garagekrik 3 ton + assteunen 3 ton Handleiding

Packard Bell Easy Repair

X ATTENTIE: de borstel draait nog na, nadat de stekker uit het stopcontact is getrokken.

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

SingStar Microphone Pack Gebruiksaanwijzing. SCEH Sony Computer Entertainment Europe

Transcriptie:

Bedieningsinstructies/onderdelenlijst Handbediend elektrostatisch luchtgedreven (Air-Assisted) PRO Xs4 AA spuitpistool 309295H Rev. G Maximum inlaatluchtdruk: 0,7 MPa (7 bar) Maximum werkdruk materiaal: 2 MPa (20 bar) Belangrijke veiligheidsinstructies Lees alle waarschuwingen en instructies in deze handleiding. Bewaar deze instructies. Zie pagina 2 voor de inhoudsopgave en pagina 3 voor het overzicht van de modellen. Intelligent (Smart) model Octrooi aangevraagd in de USA Voor gebruik met Klasse I, groep D of Klasse II 2 G spuitmaterialen Standaard model ti509a ti332b BEWEZEN KWALITEIT, TOONAANGEVENDE TECHNOLOGIE. GRACO N.V.; Industrieterrein - Oude Bunders; Slakweidestraat 3, 3630 Maasmechelen, Belgium COPYRIGHT 200, Graco Inc.

Lijst met modellen............................... 3 Symbolen...................................... 3 Waarschuwingssymbool........................ 3 Voorzichtig.................................. 3 Waarschuwing.................................. 4 Inleiding....................................... 7 Hoe het elektrostatische AA spuitpistool werkt....... 7 Overzicht van het pistool........................ 8 Installatie...................................... 9 Het systeem installeren......................... 9 Waarschuwingsaanduiding...................... 9 De spuitcabine ventileren....................... 9 Aansluiting van luchttoevoer.................... De uitlaatbuis aansluiten....................... Sluit de materiaalslang aan.................... 2 Het materiaal filteren.......................... 2 Een spuittip kiezen........................... 2 Aarding.................................... 3 De electrische aarding controleren............... 4 De materiaalweerstand controleren.............. 5 De materiaalviscositeit controleren............... 5 Bediening..................................... 6 Afstelling van de laagspanning (alleen intellegente pistolen)................ 6 Onderhoud.................................... 7 Het pistool spoelen........................... 7 Electrische testen.............................. 9 De pistoolweerstand testen..................... 9 De weerstand van de voeding testen............. 20 De weerstand van de loop testen................ 2 Inhoudsopgave Storingen opsporen en verhelpen................. 22 Problemen met het spuitpatroon................. 22 Problemen met de bediening van het pistool verhelpen................... 23 Electrische problemen opsporen en verhelpen..... 24 Repareren..................................... 25 Drukontlastingsprocedure...................... 25 Het pistool voorbereiden voor onderhoud.......... 26 Benodigd gereedschap........................ 26 De tipbeschermer, luchtkap, spuittip of behuizing van de zitting vervangen......... 27 De elektrode vervangen....................... 29 De materiaalbuis vervangen.................... 30 De materiaalfilter verwijderen................... 30 De materiaalnaald vervangen................... 3 De loop verwijderen.......................... 32 De loop installeren........................... 32 De voeding verwijderen en vervangen............ 33 De turbinedynamo verwijderen en vervangen...... 34 Het ventiel voor het afstellen van de vernevelingslucht repareren.............. 35 Het luchtventiel repareren...................... 36 Het ES ON/OFF-ventiel repareren............... 37 Onderdelen.................................... 38 Toebehoren.................................... 46 Hulpstukken voor de luchtleiding................ 46 Hulpstukken voor de materiaalleiding............. 46 Toebehoren pistool........................... 47 Diverse accessoires.......................... 47 Overzichtsschema spuittips...................... 48 Technische gegevens........................... 49 Standaard Graco-garantie........................ 50 2 309295

Lijst met modellen Lijst met modellen Onderdeelnr. Model Omschrijving Bedieningshandleiding 244572 PRO Xs4 AA Handbediend luchtgedreven spuitpistool 309296/3W9296/ 3Z9296 244573 PRO Xs4 AA Handbediend luchtgedreven spuitpistool met intellegente display 309296/3W9296/ 3Z9296 309295 3

Symbolen Symbolen Waarschuwingssymbool Voorzichtig WARNING Dit symbool waarschuwt u voor de mogelijkheid van zwaar letsel of de dood als u de aanwijzingen niet opvolgt. VOORZICHTIG CAUTION Dit symbool waarschuwt u voor mogelijke beschadiging of vernietiging van apparatuur als u de aanwijzingen niet opvolgt. 4 309295

Waarschuwing Gevaar van brand, ontploffing en electrische schokken Slechte aarding, onvoldoende ventilatie, open vuur of vonken kunnen gevaarlijke situaties geven, wat kan leiden tot brand, ontploffingen of electrische schokken. Elektrostatische apparatuur mag alleen worden gebruikt door hiertoe opgeleide en gekwalificeerde medewerkers die de vereisten in deze handleiding begrijpen. Aard de apparatuur, het in of dicht bij het spuitgebied aanwezige personeel, het te spuiten voorwerp, en alle andere geleidende objecten in het spuitgebied. Zie Aarding op blz. 3. Controleer de weerstand van het pistool dagelijks. Zie De pistoolweerstand testen op blz. 9. Als u ook maar ergens vonken door statische elektriciteit opmerkt, moet u meteen met spuiten ophouden. Stel de oorzaak vast en verhelp het probleem. Zorg voor ventilatie met verse lucht om te voorkomen dat brandbare of giftige dampen blijven hangen. Schakel de luchttoevoer naar het pistool zodanig, dat de voedingseenheid alleen ingeschakeld kan zijn als ook de ventilatoren draaien. Zie De spuitcabine ventileren op blz. 9. Gebruik oplosmiddelen die voldoen aan de lokale voorschriften. Het vlampunt moet hoger zijn dan 38 C. Het pistool niet spoelen met de elektrostatische inrichting van het pistool ingeschakeld. Schakel de elektrostatische inrichting van het pistool niet in voordat eerst alle oplosmiddel uit het systeem verdwenen is. Houd het spuitgebied vrij van rommel en lappen. Geen oplosmiddel of brandbare materialen in het spuitgebied opslaan. Elimineer alle ontstekingsbronnen als waakvlammen, sigaretten en statische vonken van een dekkleden of afdekplastic. Geen stekkers in stopcontact steken of eruit halen in de ruimte waar gespoten wordt. Gebruik alleen niet-vonkend gereedschap bij het verwijderen van verfresten van de spuitcabine en werkstukbevestigingen. Gevaar voor injectie door de huid Materiaal dat uit een spuitpistool via lekken of beschadigde delen naar buiten treedt, kan door de huid dringen en zeer ernstig letsel veroorzaken. In het ergste geval kan amputatie nodig zijn. Materiaal dat de ogen of huid binnendringt of daarop spat kan eveneens ernstig letsel veroorzaken. Vloeistof die door de huid heen wordt geïnjecteerd kan er uitzien als een snijwond, maar is ernstig letsel. Laat de wond onmiddellijk behandelen door een arts. Plaats de hand of de vingers nooit op de spuittip en richt het pistool nooit op iemand of op enig lichaamsdeel. Probeer materiaallekkages nooit af te sluiten of af te buigen met handen, het lichaam, handschoenen of een poetslap. Nooit spuiten zonder dat de tipbeschermer op zijn plaats is aangebracht. Vergrendel de trekkerbeveiliging als u ophoudt met spuiten. Volg altijd de Drukontlastingsprocedure op blz. 25 wanneer u ophoudt met spuiten, vóór reiniging, controle, of reparaties aan de apparatuur. Controleer slangen en verbindingen dagelijks. Vervang versleten, beschadigde of losse delen onmiddellijk. Permanent gekoppelde slangen kunnen niet hersteld worden; vervang de hele slang. Draai alle materiaalkoppelingen goed vast voor elk gebruik. Gevaar van giftige materialen Gevaarlijke materialen of giftige dampen kunnen ernstig letsel of zelfs de dood veroorzaken, wanneer ze in de ogen of op de huid spatten, of bij inademen of inslikken. Zorg dat u op de hoogte bent van de specifieke gevaren van het materiaal dat u gebruikt. Lees de waarschuwingen van de fabrikant. Bewaar gevaarlijk materiaal in een goedgekeurd vat. Voer overtollig gevaarlijk materiaal af volgens alle plaatselijke en landelijke richtlijnen. Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen, een veiligheidsbril en een ademhalingsfilter. 309295 5

Waarschuwing Gevaar bij verkeerd gebruik van de apparatuur Door verkeerd gebruik kan de apparatuur scheuren, verkeerd functioneren of onverwachts in werking komen, wat kan leiden tot ernstig letsel. Deze apparatuur is uitsluitend bedoeld voor professioneel gebruik. Lees alle handleidingen, typeplaatjes en labels voordat u de apparatuur in gebruik neemt. Gebruik de apparatuur uitsluitend voor de toepassing waarvoor ze bedoeld is. Als u twijfelt, neem dan contact op met uw Graco-dealer. Breng geen wijzigingen of modificaties aan de apparatuur aan. Gebruik uitsluitend Graco-onderdelen en toebehoren. Controleer de apparatuur dagelijks. Repareer of vervang versleten of beschadigde onderdelen meteen. Overschrijd nooit de maximum werkdruk van de zwakste component in uw systeem. Deze apparatuur heeft een maximum materiaalwerkdruk van 2 MPa (20 bar). Gebruik alleen materialen en oplosmiddelen waartegen de bevochtigde delen van de apparatuur, bestand zijn. Zie de Technische gegevens van alle handboeken van alle apparatuur. Lees de waarschuwingen van de fabrikant van het oplosmiddel. Leg slangen zodanig dat ze niet in aanraking komen met transportmiddelen, scherpe randen, bewegende delen, of hete oppervlakken. Stel Graco-slangen niet bloot aan temperaturen boven 82 C of onder 40 C. Draag gehoorbescherming, als u deze apparatuur bedient. Houdt u aan alle geldende plaatselijke, landelijke en Europese voorschriften op het gebied van brandpreventie, elektriciteit en veiligheid. 6 309295

Inleiding Inleiding Hoe het elektrostatische AA spuitpistool werkt Gevaar voor injectie door de huid Bedenk dat dit geen luchtspuitpistool is. Lees voor uw veiligheid de waarschuwingen in deze handleiding en volg ze op. Het air-assisted spuitpistool combineert de principes van airless en luchtgedreven spuit principes. De spuittip zorgt ervoor dat het materiaal het pistool in een bepaald patroon verlaat, net als bij een conventionele airless spuittip. De lucht uit de luchtkap vernevelt het materiaal verder en zorgt ervoor dat het nakomende materiaal ook wordt verneveld, zodat er een gelijkmatig patroon wordt geproduceerd. Als het pistool wordt geactiveerd via de trekker dan drijft een deel van de lucht de turbine aan en de rest van de lucht vernevelt het spuitmateriaal. De turbine wekt elektriciteit op, die in het voedingspatroon wordt omgezet in hoogspanning voor de elektrode van het pistool. De gedoseerde lucht die naar de luchtkap wordt geleid, kan verder worden geregeld met de afstelklep voor de luchtverneveling van het pistool. Deze klep kan worden gebruikt om de luchtstroom naar de luchtkap te beperken, en te zorgen dat er tevens voldoende lucht naar de turbine stroomt. De afstelklep voor de luchtverneveling regelt niet de breedte van het patroon. Om de patroonbreedte te wijzigen, moet een nieuw formaat tip worden gebruikt. De hoge werkdruk van dit pistool zorgt voor het vermogen dat nodig is om materialen met hogere percentages vaste stoffen te vernevelen. De interne voeding van het pistool geeft sterkstroom af. Het materiaal wordt elektrostatisch geladen als het langs de elektrode van het pistool stroomt. Het geladen materiaal wordt aangetrokken door het geaarde werkobject, wikkelt zich eromheen en vormt een gelijkmatige verflaag op alle oppervlakken. OPMERKING: Indien gewenst kan de afstelklep voor de lucht van het pistool geheel dicht worden gedraaid voor airless verneveling. Het dichtdraaien van dit ventiel heeft geen invloed op de werking van de turbine. 309295 7

Inleiding Overzicht van het pistool Het elektrostatisch pistool heeft de volgende regelfuncties. Zie AFB.. Luchtkap/tipbeschermer en spuittip. Nooit zonder de tipbeschermer spuiten. Zie blz. 48 voor de spuittipformaten. Veiligheidspal voor de trekker. Voorkomt dat het pistool gaat spuiten. Regelklep voor de vernevelingslucht. Voor het afstellen van de vernevelingslucht. ES AAN/UIT-ventiel. Zet de elektrostatische functie AAN (I) of UIT (0). ES-INDICATOR (alleen op standaard pistool). Groen als de ES op AAN (I) staat. Spanning- en stroom DISPLAY (alleen op de intellegente modellen). Geeft de spanning (V) en de stroom (A) aan. Groen=spuiten, geel/rood=zie Storingen opsporen en verhelpen op blz. 24. ES HOOG/LAAG schakelaar (alleen op de intellegente modellen). Zet de spanning op HOOG of LAAG (fabrieksinstellingen). Laagspanning instellen (alleen op de intellegente modellen). Verwijder de plug om in te stellen op vier instellingen. VEILIGHEIDSPAL VOOR TREKKER TIPBESCHERMER LUCHTKAP ES-INDICATOR SPUITTIP ti509a DISPLAY ES HOOG/LAAG 0 KV 00% LAAG µα ES AAN/UIT (I = AAN, 0 = UIT) I ES O LUCHT ES AAN/UIT (I = AAN, 0 = UIT) LO HI ES I ES O LUCHT ti366a ti333a Standaard pistool Intelligent pistool Afb.. Overzicht van het pistool 8 309295

Installatie Installatie Het systeem installeren Gevaar van brand, ontploffing en electrische schokken Voor installatie en onderhoud aan deze apparatuur is toegang nodig tot onderdelen die, bij een onjuiste werkwijze, electrische schokken en ernstig letsel kunnen veroorzaken. Voer geen installatie- of onderhoudswerkzaamheden aan deze apparatuur uit als u daarvoor niet getraind en gekwalificeerd bent. Zorg ervoor dat uw installatie voldoet aan alle landelijke en plaatselijke voorschriften voor de installatie van electrische apparatuur in een gevaarlijke locatie van Klasse I, groep D of Klasse II 2 G. Houdt u aan alle geldende plaatselijke, landelijke en Europese voorschriften op het gebied van brandpreventie, elektriciteit en veiligheid. Op AFB. 2. is een voorbeeld van een elektrostatisch air-assisted spuitsysteem te zien. Het is geen bestaand systeemontwerp. Neem contact op met uw Graco-dealer voor assistentie bij het ontwerpen van een systeem dat voldoet aan uw specifieke behoeften. Waarschuwingsaanduiding Breng waarschuwingsaanduidingen in het spuitgebied aan op plekken waar ze goed zichtbaar zijn en gemakkelijk leesbaar voor alle operators. Bij het pistool zit een waarschuwingsaanduiding in het Engels. De spuitcabine ventileren Gevaar van brandbare of giftige dampen Zorg voor ventilatie met verse lucht om te voorkomen dat brandbare of giftige dampen blijven hangen. Gebruik het pistool alleen wanneer de ventilatoren in werking zijn. Koppel de schakelaars van de luchttoevoer naar het pistool en van de ventilatoren zodanig, dat het niet mogelijk is om het pistool te gebruiken terwijl de ventilatoren niet werken. Loop alle landelijke en plaatselijke voorschriften met betrekking tot de snelheid van de luchtuitstroom door, en volg ze op. OPMERKING: Een hoge snelheid van de luchtuitstroom vermindert de efficiëntie van het elektrostatische systeem. Een luchtuitstroomsnelheid van 3 meter per minuut (lineair) moet voldoende zijn. 309295 9

Installatie D C* A B* D C De luchttoevoer naar het pistool moet zodanig electrisch geschakeld zijn met de ventilatoren, dat de voeding van het pistool niet aan kan zijn kan zijn als de ventilatoren niet werken. H J* O P Q* V S L M T *R W G *E N F X K Laag-risicogebied U* Hoog-risicogebied ti54b Afb. 2. Voorbeeldinstallatie Verklaring A Hoofdleiding luchtaanvoer Veiligheidsluchtkraan, gekoppeld aan ventilatiesysteem B* C* Hoofdluchtafsluitkraan (zelfontlastend) D Luchtleidingsfilter/waterscheider E* Luchtafsluitkraan voor pomp (zelfontlastend) F Olienevelaar G Luchtdrukregelaar H Pomp J* Aardedraad van de pomp K Materiaalfilter L Afsluitkraan van materiaaltoevoer M Materiaalreduceerventiel N Geaarde materiaalaanvoerleiding, met veerbeschermers O Luchtreduceerventiel van het pistool P Afsluiter voor luchttoevoerleiding naar het pistool Q* Aardedraad voor luchtslang R* Geaarde Graco-luchtslang S Air-assisted elektrostatisch spuitpistool T Materiaaldrukmeter U* Materiaalaftapkraan V Luchtinlaat pistool W Luchtuitlaat pistool X Pompsnelheidsbegrenzer Moet aanwezig zijn voor veilige bediening. Moet * afzonderlijk worden aangeschaft. OPMERKING: De aan het ventilatorenysteem gekoppelde veiligheidskraan (B) is niet beschikbaar als Graco-toebehoren. 0 309295

Installatie Aansluiting van luchttoevoer Gevaar voor electrische schokken Om het risico van electrische schokken en ander ernstig letsel te verminderen, moet de luchtaanvoerslang elektrisch worden aangesloten op een goed aardpunt. Alleen geaarde Gracoluchtslangen gebruiken.. Sluit de geaarde Graco-luchttoevoerslang (R) aan tussen de luchttoevoerleiding en de luchtinlaat (V) van het pistool. De luchtinlaatfitting van het pistool is voorzien van linksdraaiend schroefdraad. Sluit de aardedraad van de luchttoevoerslang (Q) aan op een echt aardpunt. 2. Installeer een luchtfilter/waterscheider (D) in de luchttoevoerleiding om ervoor te zorgen dat er schone, droge lucht naar het pistool wordt geleid. Vuil en vocht kunnen het eindresultaat van het geverfde object zeer negatief beïnvloeden en defecten veroorzaken aan het pistool. Gevaar voor injectie door de huid Om het risico van ernstig letsel als gevolg van componentenbreuk te beperken, met inbegrip van materiaalinjectie, moet de pompdruk worden begrensd door de luchtregulator van de pomp. Vertrouw niet alleen op de materiaalreduceerventiel van het pistool om de materiaaldruk naar het pistool te begrenzen. 3. Installeer een zelfontlastend luchtreduceerventiel (G, O) in luchttoevoerleidingen van de pomp en het pistool, om daarmee de luchtdruk van de toegevoerde perslucht te kunnen regelen. Gevaar voor injectie door de huid Uw systeem moet voorzien zijn van een drukontlastend luchtventiel (E), om lucht te laten ontsnappen die is blijven zitten tussen het ventiel en de pomp nadat het luchtregelventiel is gesloten. Opgesloten lucht kan de pomp onverwachts laten lopen, wat ernstig letsel tot gevolg kan hebben, als gevolg van materiaalinjectie of door het spatten van materiaal in de ogen of op de huid. 4. Installeer een zelfontlastend luchtventiel (E) op de luchtleiding van de pomp om de lucht naar de pomp af te sluiten. Installeer nog een zelfontlastend luchtventiel (C) op de hoofdluchtleiding (A) om de toebehoren voor servicewerkzaamheden te isoleren. 5. Installeer een luchtafsluitkraan (P) in elke pistoolluchttoevoerleiding, om de luchttoevoer naar het pistool of de pistolen te kunnen uitschakelen. De uitlaatbuis aansluiten Druk de uitlaatbuis (38) op de getande adapter onder op de greep van het pistool. Zet de buis met de klem (39) vast. Er moet worden voorkomen dat de materiaalaanvoerpomp een materiaaldruk produceert die hoger is dan de maximum materiaalwerkdruk van 2 MPa (20 bar) van het spuitpistool. De druk van de aangevoerde lucht bij een 30: pomp mag bijvoorbeeld niet boven 0,7 MPa (7 bar) komen. 309295

Installatie Sluit de materiaalslang aan. Voordat u de materiaalleiding (N) aansluit moet u de leiding eerst met lucht doorblazen en doorspoelen met oplosmiddel. Gebruik oplosmiddel dat geschikt is voor gebruik met de spuitmateriaal. 2. Breng een reduceerventiel (M) aan in de materiaalleiding om de materiaaldruk naar het pistool te regelen. Gevaar voor injectie door de huid De materiaalaftapkraan (U) is verplicht in uw systeem als hulpmiddel om de materiaaldruk in de onderpomp, de slang en het pistool te ontlasten. Het overhalen van de trekker om de druk te ontlasten kan onvoldoende zijn. Installeer een aftapkraan vlakbij de materiaaluitlaat van de pomp. De aftapkraan vermindert het risico van ernstig letsel, zoals materiaalinjectie en spatten in de ogen of op de huid. 3. Installeer een aftapkraan (U) dicht bij de pompuitlaat. 4. Sluit de materiaalleiding aan op de /4 npsm materiaalinlaat (W) van het pistool. 5. Het pistool moet eerst met geschikt oplosmiddel uitgespoeld zijn, voordat er verf doorheen mag stromen. Het materiaal filteren Installeer een materiaalfilter (K) bij de uitlaat van de pomp om grove deeltjes en neerslag uit te filteren die de spuittip zouden kunnen verstoppen. Het pistool is voorzien van een geïntegreerde materiaalfilter () voor extra filtratie. Een spuittip kiezen Gevaar voor injectie door de huid Om het risico te verminderen van letsel door materiaalinjectie moet u telkens de Drukontlastingsprocedure op blz. 25 volgen voordat u de spuittip, luchtkap of tipbeschermer verwijdert of installeert. De hoeveelheid gespoten materiaal en de patroonbreedte hangen af van het formaat spuittip, de viscositeit van het materiaal en de materiaaldruk. Neem Overzichtsschema spuittips op blz. 48 als leidraad om tot een juiste keuze van een spuittip voor uw toepassing te komen. Zie de bedieningshandleiding van het pistool voor de installatie van de spuittip. 2 309295

ti259a Installatie Aarding Gevaar van brand, ontploffing en electrische schokken Bij gebruik van een elektrostatisch pistool kunnen ongeaarde objecten (zoals mensen, verfblikken, gereedschap, e.d.) elektrisch geladen raken. Door onvoldoende aarding kunnen vonken ontstaan als gevolg van statische elektriciteit, die brand, explosies of electrische schokken kunnen veroorzaken. Volg de aardingsinstructies hieronder. Iedereen die het spuitgebied betreedt: moet schoenen met geleidende zolen dragen, bijv. van leer, of moet een persoonlijke aardeband dragen. Draag geen schoenen met niet geleidende zolen zoals rubber of plastic. Als handschoenen noodzakelijk zijn, draag dan de geleidende handschoenen die met het pistool zijn meegeleverd. Als u geen Graco-handschoenen draagt, knip dan de vingertoppen van de handschoenen af of een gat in het handpalmgedeelte om er zeker van te zijn dat de handen contact maken met de geaarde pistoolhandgreep. Het te spuiten object: Houd de hangers voor het spuitwerk te allen tijde schoon en geaard. De weerstand mag niet hoger zijn dan megohm. Hieronder zijn de minimum eisen vermeld die gesteld moeten worden aan een standaard elektrostatisch systeem. Het kan zijn dat in uw installatie nog andere apparatuur of objecten voorkomen, die dan ook geaard moeten worden. Kijk ter plaatse geldende electrische voorschriften na voor gedetailleerde aardingsinstructies. Het systeem moet aangesloten zijn op een echt aardpunt. Pomp: Aard de pomp door een aarddraad met klem aan te sluiten zoals beschreven in de afzonderlijke instructiehandleiding bij de pomp. De vloer in het spuitgebied: Deze moet elektrisch geleidend en geaard zijn. Er mag geen karton of ander niet-geleidend materiaal op de grond liggen, omdat anders de aarding zou worden onderbroken. Elektrostatisch air-assisted spuitpistool: Aard het pistool door de geaarde Graco-luchtslang erop aan te sluiten en door de luchtslang aan te sluiten op een echt aardpunt. Zie De electrische aarding controleren, op blz. 4. Brandbaar materiaal in het spuitgebied: Dit moet in goedgekeurde, geaarde vaten zitten. Geen kunststof vaten gebruiken. Houd niet meer voorraad aan dan nodig is voor één ploegendienst. Luchtcompressoren: Aard de apparatuur conform de aanwijzingen van de fabrikant. Alle lucht- en materiaalleidingen moeten correct worden geaard. Gebruik alleen geaarde slangen met een maximum gecombineerde slanglengte van 30,5 m voor een goed doorlopende aarding. Alle elektrisch geleidende objecten of apparaten in het spuitgebied: Net als de materiaalhouders en wasbakken moeten dezegoed geaard zijn. 309295 3

ti259a Installatie De electrische aarding controleren Gevaar van brand, ontploffing en electrische schokken De megohmmeter met bestelnummer 24079 (AA, zie AFB. 3.) is niet goedgekeurd voor gebruik in een hoog-risicogebied. Om het risico van vonken te verminderen mag de megohmmeter alleen gebruikt worden om de electrische aarding te controleren, als de volgende voorzorgsmaatregelen zijn genomen: Het pistool is weggehaald uit het hoog-risicogebied; Of alle spuitapparatuur in het hoog-risicogebied zijn uitgeschakeld, ventilatoren in het hoog-risicogebied zijn in werking, en er zijn geen brandbare dampen in het gebied (zoals door open vaten met oplosmiddel of nevels die zijn ontstaan bij het spuiten). 3. Schakel de luchttoevoer en de materiaaltoevoer naar het pistool uit. Er mag geen materiaal meer in de materiaalslang zitten. 4. Zorg dat de geaarde luchtslang (R) is aangesloten en dat de aardedraad van de slang is aangesloten op een echt aardpunt. 5. Meet de weerstand tussen het pistoolhandgreep (BB) en een echte aarding (CC). Gebruik daarvoor een meetspanning tussen minimaal 500 en maximaal 000 volt. De weerstand mag niet meer dan megohm zijn. Zie AFB. 3. 6. Als de weerstand hoger is dan megohm, controleer dan of de aardeaansluitingen goed vast zitten en zorg ervoor dat de aarddraad van de luchtslang aangesloten is op een echt aardpunt. Als de weerstand dan nog steeds te hoog is, vervang dan de luchtslang. BB Als deze waarschuwing niet wordt nageleefd, kan dat leiden tot brand, ontploffingen en electrische schokken, wat ernstig letsel en materiële schade tot gevolg kan hebben. AA CC. Laat een bevoegd elektricien de electrische aardingscontinuïteit van het spuitpistool en de luchtslang nakijken. 2. Draai het ES AAN/UIT-ventiel op UIT. ti340a I ES O Afb. 3. De aarding van het pistool controleren ti337a 4 309295

Installatie De materiaalweerstand controleren Gevaar van brand, ontploffing en electrische schokken Controleer de materiaalweerstand alleen in een gebied zonder risico s. Weerstandsmeter 722886 en sonde 722860 zijn niet goedgekeurd voor gebruik in een gevaarlijk gebied. Door deze waarschuwing niet op te volgen kan brand ontstaan, en ontploffingen en electrische schokken, wat ernstig letsel en materiële schade tot gevolg kan hebben. Graco-weerstandsmeter bestelnr. 722886 en sonde bestelnr. 722860 zijn verkrijgbaar als toebehoren om te controleren of de weerstand van het te spuiten materiaal voldoet aan de vereisten van een elektrostatisch air-assisted spuitsysteem. De materiaalviscositeit controleren Voor het controleren van materiaalviscositeit heeft u het volgende nodig: een viscositeitsbeker een chronometer. Dompel de viscositeitsbeker volledig onder in het materiaal. Til de beker er snel uit en druk de chronometer in zodra de beker volledig verwijderd is. 2. Bekijk de materiaalstroom die oneraan uit de beker komt. Druk de chronometer weer in zodra de stroom onderbroken wordt. 3. Schrijf het materiaaltype op, de verstreken tijd en het formaat van de viscositeitsbeker. 4. Als de viscositeit te hoog of te laag is, neem dan contact op met de leverancier van het materiaal en pas het aan, indien nodig. Volg de instructies die bij de meter en de sonde zitten. Afgelezen waarden van 25 megohm-cm en hoger bieden de beste elektrostatische resultaten. 309295 5

Bediening Bediening INSTRUCTIES INSTRUCTIONS Zie de gebruikershandleiding voor het pistool (bijgesloten) voor de procedures van het instellen, uitzetten en dagelijks gebruik. Afstelling van de laagspanning (alleen intellegente pistolen) Met de ES-schakelaar HOOG/LAAG (HI/LO) kunt u omschakelen tussen de volledige spanning en een lagere spanning. De lagere spanning is in de fabriek afgesteld, maar is aanpasbaar.. Zet de ES-schakelaar HOOG/LAAG op LAAG (LO). 2. Verwijder de LAAGSPANNING-stelplug (53). Stel het gewenste spanning in met behulp van een kleine schroevendraaier waarbij u schakelaars en 2 op ON of OFF draait, volgens Tabel. Zie ook AFB. 4. Tabel : Afstelling van de laagspanning 2 kv AAN (ON) AAN (ON) 70 AAN (ON) UIT (OFF) 60 UIT (OFF) AAN (ON) 50 UIT (OFF) UIT (OFF) 40 UIT (OFF) 0 KV µα 00% 2 AAN (ON) 53 ti529a Afb. 4. Stelschakelaars voor laagspanning 6 309295

Onderhoud Onderhoud INSTRUCTIES INSTRUCTIONS Zie de gebruikershandleiding voor het pistool (bijgesloten) voor de procedures van het dagelijks gebruik en het reinigen. Het pistool spoelen. Draai het ES ON/OFF-ventiel op OFF. Spoel het pistool vóór een kleurwisseling, aan het einde van de dag, vóór opslag en voordat u het pistool gaat repareren. I ES O ti337a Gevaar van brand, ontploffing en electrische schokken Om het risico van brand, explosie of elektrostatische schokken te verminderen moet u het ES ON/OFF-ventiel op OFF zetten, voordat u het pistool gaat spoelen. Gevaar voor injectie door de huid Om het risico van ernstig letsel te verminderen door materiaalinjectie moet u telkens de Drukontlastingsprocedure op blz. 25 volgen, als u de instructie krijgt de druk te ontlasten. 2. Ontlast de druk. VOORZICHTIG Spoel het pistool met een geschikt niet-geleidend, oplosmiddel. Geleidende oplosmiddelen kunnen de werking van het pistool verstoren. Methyleenchloride wordt afgeraden als spoel- of reinigingsvloeistof voor dit pistool omdat deze nylon onderdelen aantasten. 3. Verwijder de luchtkap en de spuittip en reinig ze. Vervolg op blz. 8. ti34a ti334b 309295 7

ti349a Onderhoud 4. Zet de materiaalbron om naar oplosmiddel of ontkoppel de materiaalleiding en sluit een aanvoerleiding met oplosmiddel aan op het pistool. 6. Ontlast de druk. Vergrendel de trekker. ti465a 7. Schakel de aanvoerleiding met oplosmiddel uit of ontkoppel hem. ti287a 8. Hang het pistool aan een haak met de spuitmond naar beneden gericht. 5. Richt het pistool in een geaarde metalen emmer. Blijf spoelen tot er helder oplosmiddel uit het pistool komt. ti465a 9. Als u zo ver bent om weer te gaan spuiten, sluit dan de materiaalaanvoerleiding weer aan. Volg de instelprocedure in de bedieningshandleiding van het pistool. 8 309295

Electrische testen Electrische testen De electrische componenten in het pistool hebbben invloed op de prestaties en de veiligheid. De volgende procedures dienen om de staat van de voeding (8) en de loop (6) te testen en van electrische continuïteit tussen de componenten. VOORZICHTIG Het weerstandspatroon maakt deel uit van de loop en kan niet worden vervangen. Probeer nooit de weerstand te verwijderen, om te voorkomen dat de loop van het pistool kapot gaat. Voer deze electrische testen uit met behulp van megohmmeter 24079 (AA) en een werkspanning van 500 volt. Sluit de draden aan zoals is afgebeeld. De pistoolweerstand testen. Spoel de materiaaldoorgang en laat deze drogen. 2. Meet de weerstand tussen de naaldtip van de elektrode (9b) en de luchtwartel (35); deze moet 56 80 megohm zijn. Zie AFB. 5. Ga naar e-de volgende test als de gemeten waarde hierbuiten ligt. Indien binnen de grenzen zie dan Electrische problemen opsporen en verhelpen op blz. 24 voor andere mogelijke oorzaken voor slechte prestaties. AA Gevaar van brand, ontploffing en electrische schokken De megohmmeter met bestelnummer 24079 (AA, zie AFB. 5.) is niet goedgekeurd voor gebruik in een hoog-risicogebied. Om het risico van vonken te verminderen mag de megohmmeter niet gebruikt worden om de electrische aarding te controleren, tenzij de volgende voorzorgsmaatregelen zijn genomen: Het pistool is weggehaald uit het hoog-risicogebied; Of alle spuitapparatuur in het hoog-risicogebied zijn uitgeschakeld, ventilatoren in het hoog-risicogebied zijn in werking, en er zijn geen brandbare dampen in het gebied (zoals door open vaten met oplosmiddel of nevels die zijn ontstaan bij het spuiten). Als deze waarschuwing niet wordt nageleefd, kan dat leiden tot brand, ontploffingen en electrische schokken, wat ernstig letsel en materiële schade tot gevolg kan hebben. 9b Afb. 5. De pistoolweerstand testen 35 TI469A 309295 9

Electrische testen De weerstand van de voeding testen 6. Controleer of de veer (8b) op zijn plaats zit voordat u de voeding weer installeert.. Verwijder de voeding (8), zie blz. 33. 2. Haal de turbinedynamo (9) uit de voeding, zie blz. 34. 3. Meet de weerstand tussen het contactstrips (EE) van de massa van de voeding en de veer (8b). Zie blz. AFB. 6. 4. De weerstand moet 35 50 megohm zijn. Als de gemeten waarde hierbuiten ligt, vervang dan de voeding. Als de gemeten waarde binnen dit bereik ligt, ga dan verder met de volgende test. 5. Als u nog steeds problemen hebt, zie dan Electrische problemen opsporen en verhelpen op blz. 24 voor mogelijke andere oorzaken voor slechte prestaties, of neem contact op met uw Graco-dealer. 8b EE ti599a Afb. 6. De weerstand van de voeding testen 20 309295

Electrische testen De weerstand van de loop testen 5. Als de weerstand nog steeds buiten het gespecificeerde bereik ligt, vervang dan de loop van het pistool.. Steek een geleidende staaf (B) in de pistoolloop (verwijderd voor de test van de voeding) en tegen het metalen contact (C) aan de voorzijde van de loop. 2. Meet de weerstand tussen de geleidende staaf (B) en de contactring van de loop (6a). Zie AFB. 7. De weerstand moet 9 29 megohm zijn. Als de weerstand niet juist is, zorg er dan voor dat het metaalcontact (C) in de loop en de contactring (6a) van de loop schoon en onbeschadigd zijn. 3. Als de weerstand nog steeds buiten het gespecificeerde bereik ligt, verwijder dan de contactring (6a) van de loop en meet de weerstand tussen de geleidende staaf (B) en de draad aan de onderzijde van de contactringgroef. 6a C B 4. Als de weerstand binnen het gespecificeerde bereik ligt, vervang dan de contactring (6a) door een nieuwe. Druk de contactring stevig in de groef aan de voorzijde van de loop. Gevaar van brand, ontploffing en electrische schokken De contactring van de loop (6a) is een geleidende contactring en geen afdichtende O-ring. Om het risico te verkleinen op vonkoverslag of electrische schokken, mag u de contactring (6a) niet van de loop afhalen, behalve om hem te vervangen; u mag het pistool ook nooit gebruiken zonder dat de contactring op zijn plaats zit. De contactring alleen maar vervangen door een originele Graco-contactring. Afb. 7. De weerstand van de loop testen ti55b 309295 2

Storingen opsporen en verhelpen Storingen opsporen en verhelpen Gevaar voor electrische schokken Voor installatie en onderhoud aan deze apparatuur is toegang nodig tot onderdelen die, bij een onjuiste werkwijze, electrische schokken of andere ernstig letsel kunnen veroorzaken. Voer geen installatie- of onderhoudswerkzaamheden aan deze apparatuur uit als u daarvoor niet getraind en gekwalificeerd bent. Gevaar voor injectie door de huid Om het risico van ernstig letsel te verminderen moet u telkens de Drukontlastingsprocedure op blz. 25 volgen, als u de instructie krijgt de druk te ontlasten. OPMERKING: Kijk alle mogelijke oplossingen in de foutopsporingstabel na, voordat u het pistool uit elkaar haalt. Problemen met het spuitpatroon OPMERKING: Sommige problemen met het spuitpatroon worden veroorzaakt door een verkeerde balans tussen lucht en materiaal. Probleem Oorzaak Oplossing Onregelmatige, sputterende werking. Geen materiaal. Materiaal bijvullen. Lucht in materiaalleiding. Controleer de materiaalbron. Bijvullen. Onregelmatig patroon. Aangekoekt materiaal; deels verstopte spuittip. Versleten/beschadigde tip of luchtkapgaten. Reinigen. Ziein de bedieningshandleiding van het pistool. Reinigen of vervangen. Patroon wijkt naar een kant af; de luchtkap wordt vuil. Gaten van de luchtkap verstopt. Reinigen. Ziein de bedieningshandleiding van het pistool. Onregelmatigheden in patroon. Te lage luchtdruk. Open de stelkraan voor de vernevelingslucht Materiaaldruk te laag. Vergroot de materiaaldruk. Aangekoekt materiaal op de luchtkap/ tipbeschermer. Luchtdruk te hoog. Materiaaldruk te laag. Verminder de luchtdruk. Vergroot de materiaaldruk. 22 309295

Storingen opsporen en verhelpen Problemen met de bediening van het pistool verhelpen Probleem Oorzaak Oplossing Uitzonderlijke spuitmist. De luchtdruk voor de verneveling te hoog. Sluit de vernevelingsluchtkraan een stukje of verlaag de luchtdruk tot een zo laag mogelijke stand; voor de volledige spanning is minimaal 0,28 MPa (2,8 bar) op het pistool vereist. Het materiaal is te dun. Verhoog de viscositeit. Sinaasappelschil -resultaat. De vernevelingsluchtdruk is te laag. Open de vernevelingsluchtkraan verder of verhoog de inlaatdruk van het pistool; gebruik een zo laag mogelijke luchtdruk. De spuittip is te groot. Gebruik een kleinere tip. Zie blz. 48. Niet goed gemengd of gefilterd materiaal. Het materiaal opnieuw mengen of filteren. Het materiaal is te dik. Verlaag de viscositeit. Er lekt materiaal in de buurt van de materiaalpakking. Er lekt lucht uit de voorkant van het pistool. Er lekt materiaal uit de voorkant van het pistool. Versleten materiaalnaaldpakkingen of -as. Het luchtventiel (2) zit niet goed. Versleten of beschadigde materiaalnaaldkogel. Versleten behuizing van de materiaalzitting (2). Vervang de complete naald (26); zie blz. 3. Reinig en onderhoud het luchtventiel; zie blz. 36. Vervang de materiaalnaald (26); zie blz. 3. Vervang de behuizing van de zitting; zie blz. 27 Losse spuittip (3). Draai de klemring aan (27); zie blz. 27. Beschadigde tipdichting (3a). Vervangen. Zie blz. 27. Het pistool spuit niet. Lage materiaalaanvoer. Indien nodig, materiaal bijvullen. Kapotte spuittip (3). Vervangen. Zie blz. 27. Vuile of verstopte spuittip (3). Reinigen; zie de bedieningshandleiding van het pistool. Beschadigde materiaalnaald (26). Vervangen. Zie blz. 3. Vuile luchtkap. Beschadigde of verstopte luchtkap (9). Reinig de luchtkap; zie de bedieningshandleiding van het pistool. 309295 23

Storingen opsporen en verhelpen Electrische problemen opsporen en verhelpen Probleem Oorzaak Oplossing Slechte dekking. ES ON/OFF-ventiel op OFF (0).* Draai hem op ON (I). De luchtdruk in het pistool is te laag. Controleer de luchtdruk naar het pistool; voor de volledige spanning is minimaal 0,28 MPa (2,8 bar) op het pistool vereist. De luchtdruk voor de verneveling te hoog. Verminder de luchtdruk. Te hoge materiaalsnelheid. Verminder de materiaaldruk of vervang de versleten tip. Onjuiste afstand tussen pistool en te Moet 200 300 mm zijn. spuiten object. Slecht geaarde onderdelen. De weerstand moet megohm of minder zijn. Reinig de hangers voor de te spuiten objecten. Defecte pistoolweerstand. Zie De pistoolweerstand testen blz. 9. Lage materiaalweerstand. Controleer de materiaalweerstand. Zie blz. 5. De ES-indicator of de display voor de spanning/stroom licht niet op. De display voor de spanning/stroom blijft op rood staan (alleen bij intellegente pistolen). De operator krijgt een lichte schok. De operator krijgt een schok van het te spuiten object. * Het ES verklikkerlampje is uit bij ingetrokken pistooltrekker. Er lekt materiaal uit de pakkingen van de materiaalnaald (26), hetgeen kortsluiting veroorzaakt. De dynamo van de turbine (9) is defect. De KV HI-LO greep staat in de stand LO. ES ON/OFF-ventiel op OFF (0).* Geen electrische netspanning. Het pistool is te dicht bij het te spuiten voorwerp. Controleer de materiaalweerstand. Vuil pistool. De operator is niet goed geaard, of bevindt zich dicht bij een ongeaard voorwerp. Het pistool is niet geaard. Het te spuiten object is niet geaard. Reinig de naaldholte. Vervang de materiaalnaald. Zie blz. 3. Controleer dat de plug op zijn plaats zit aan de achterkant van het huis van de turbinedynamo. Verwijder en test de turbinedynamo. Zie blz. 34. Controleer de stand van de greep; zonodig vervangen. Draai hem op ON (I). Repareer/vervang de dynamoturbine; vervang de voeding. Zie blz. 33. Moet 200 300 mm zijn. Zie De materiaalweerstand controleren blz. 5. Reinigen. Zie de bedieningshandleiding. Zie Aarding blz. 3. Zie De electrische aarding controleren blz. 4 en De pistoolweerstand testen blz. 9. De weerstand moet megohm of minder zijn. Reinig de hangers voor de te spuiten objecten. 24 309295

Repareren Repareren Drukontlastingsprocedure 4. Ontgrendel de trekker. ti406a Gevaar voor injectie door de huid Het systeem moet handmatig worden ontlast om te voorkomen dat het onverhoeds start of gaat spuiten. Materiaal onder hoge druk kan door de huid worden geïnjecteerd en ernstig letsel veroorzaken. Om het risico van letsel als gevolg van materiaalinjectie, materiaalspatten of electrische schokken te verkleinen, dient u de Drukontlastingsprocedure te volgen telkens als u: 5. Spuit met het pistool in een geaarde metalen afvalbak om de materiaaldruk te ontlasten. 6. Vergrendel de trekker. ti34a de instructie krijgt om de druk te ontlasten; ophoudt met spuiten; enig onderdeel van het systeem gaat controleren of repareren; de spuittip aanbrengt of reinigt. 7. Draai de ontlastkraan van de pomp en alle andere materiaalontlastkranen in het systeem open en houd een afvalbak bij de hand om het uitkomende materiaal op te vangen. Laat de ontlastkraan/ontlastkranen open staan tot u weer zover bent om te gaan spuiten. ti356a. Draai het ES ON/OFF-ventiel op OFF. I ES O ti290a 2. Vergrendel de trekker. ti337a 8. Als de nozzle of de slang helemaal is verstopt of de druk is niet volledig ontlast, draai dan langzaam de slangkoppeling iets los. Verwijder nu de verstopping uit de nozzle of de slang. ti356a 3. Draai de zelfontlastende reduceerventielen naar de materiaalbron en het pistool dicht. t ti289a 309295 25

Repareren Het pistool voorbereiden voor onderhoud OPMERKING: Gevaar voor electrische schokken Voor installatie en reparatie van deze apparatuur is toegang nodig tot onderdelen die, bij een onjuiste werkwijze, electrische schokken of andere ernstig letsel kunnen veroorzaken. Voer geen installatie- of onderhoudswerkzaamheden aan deze apparatuur uit als u daarvoor niet opgeleid en gekwalificeerd bent. Gevaar voor injectie door de huid Om het risico te verminderen van ernstig letsel moet u telkens de Drukontlastingsprocedure op blz. 25 volgen, als u enig deel van het systeem gaat controleren of repareren en telkens als u de instructie krijgt om de druk te ontlasten. Loop alle mogelijke remedies na die in Storingen opsporen en verhelpen staan, voordat u het pistool uit elkaar haalt. Gebruik een bankschroef met beklede klauwen om beschadiging van de kunststof onderdelen te voorkomen. Smeer de O-ring van de voeding (8a) en het kunststof uiteinde van de materiaalbuis (4) met diëlektrisch vet (40). Smeer de O-ringen en dichtingen lichtjes in met siliconenvrij vet. Bestel smeermiddel 265. Niet teveel smeermiddel aanbrengen. Alleen originele Graco-onderdelen gebruiken. Onderdelen niet verwisselen met onderdelen voor andere PRO-pistoolmodellen en onderdelen hiervoor niet gebruiken. Let op: de luchtkap, spuittip en tipbeschermer voor dit pistool zijn oranje. Er is een luchtdichtingreparatieset 24478 verkrijgbaar. Deze set moet afzonderlijk worden aangeschaft. De onderdelen in de set zijn aangeduid met sterretjes, bijv. (6*).. Spoel het pistool door, zie blz. 7. 2. Ontlast de druk, zie blz. 25. 3. Ontkoppel de lucht- en materiaalleidingen. 4. Haal het pistool weg van de werkplek. De reparatieruimte moet schoon zijn. Benodigd gereedschap 2 mm schroevendraaier (meegeleverd) 4 mm schroevendraaier (meegeleverd) Multi-Tool (meegeleverd) bahco Bepaalde reserveonderdelen van het PRO Xs4 AA-pistool kunnen er hetzelfde uitzien als andere PRO-pistool-onderdelen, maar ze zijn niet onderling uitwisselbaar! Zorg er bij reparaties voor dat u geen onderdelen van andere PRO-modellen gebruikt of verwisselt, die er mogelijk hetzelfde uitzien, maar andere onderdeelnummers hebben! Wanneer u onderdelen gebruikt die anders zijn dan de onderdelen die zijn gespecificeerd in de onderdelenlijsten voor het PRO Xs4 AA -pistool, dan kan daardoor de continuïteit van de aarding veranderen, kunnen er onderdelen gaan lekken of kapot gaan, of kan het pistool niet goed gaan functioneren, hetgeen kan leiden tot ernstig letsel, brand, explosies of schade aan goederen. middelgrote schroevendraaier 26 309295

Repareren De tipbeschermer, luchtkap, spuittip of behuizing van de zitting vervangen. Het pistool voor onderhoud gereedmaken; zie blz. 26. 2. Verwijder de borgring (27), de tipbeschermer (4), de luchtkap (9a) en de spuittip (3). Mogelijk moet u de luchtkap met de tipbeschermer mee draaien om de luchtkap van het pistool te verwijderen. Zie AFB. 8. 3. Vervang de pakking van de tip (3a) als deze beschadigd is. 3a VOORZICHTIG Het weerstandspatroon (B) maakt deel uit van de loop en kan niet worden vervangen. Probeer nooit de loopweerstand te verwijderen om te voorkomen dat de loop van het pistool kapot gaat. Gevaar van brand, ontploffing en electrische schokken 27 27a 4 9a 3 De contactring van de loop (6a) is een geleidende contactring en geen afdichtende O-ring. Om het risico te verkleinen op vonkoverslag of electrische schokken, mag u de contactring (6a) niet van de loop afhalen, behalve om hem te vervangen; u mag het pistool ook nooit gebruiken zonder dat de contactring op zijn plaats zit. De contactring alleen maar vervangen door een originele Graco-contactring. B 2 Afb. 8. De tipbeschermer, luchtkap en spuittip vervangen 4. Druk de trekker van het pistool in en verwijder de behuizing van de zitting (2) met het meegeleverde gereedschap (37). Zie AFB. 9. 37 Afb. 9. De behuizing van de zitting vervangen Vervolg op blz. 28. 309295 27

Repareren VOORZICHTIG Om te voorkomen dat u de behuizing van de zitting en de loop van het pistool beschadigt, mag u de behuizing van de zitting nooit te strak aandraaien. Als u dat we doet, kan dat ertoe dat het materiaal niet goed wordt afgesloten. 5. Druk de trekker van het pistool in en installeer de grijze behuizing van de zitting (2). Aandraaien tot hij vast zit, en vervolgens nog een kwartslag. VOORZICHTIG Om te voorkomen dat de tipbeschermer (4) beschadigt, moet u de luchtkap (9a) richten voordat u de borgring (27) aandraait. De kap niet draaien als de borgring strak vast zit. 6. Zet de spuittip (3), luchtkap (9a) en tipbeschermer (4) in elkaar. Zorg ervoor dat de elektrode (9b) niet is beschadigd en niet ontbreekt. Installeer de gehele luchtkap met de klemring (27). De lipjes van de u-beker (27a) moeten naar voren wijzen. 7. Test de weerstand van het pistool. Zie blz. 9. 28 309295

Repareren De elektrode vervangen Gevaar voor electrische schokken Om het risico op brand, explosies of electrische schokken te verminderen, mag het pistool nooit gebruikt worden zonder dat de elektrode in de luchtkap aangebracht is. 4. Druk de nieuwe elektrode door het gat in de luchtkap. Zorg ervoor dat het korte uiteinde (BB) van de elektrode in het gat (CC) in de achterkant van de luchtkap valt, Druk de elektrode stevig met uw vingers op zijn plaats. Zie AFB. 0. 5. Breng de luchtkap weer aan. Zie blz. 27. 6. Test de weerstand van het pistool. Zie blz. 9. 9b. Maak het pistool klaar voor het onderhoud. Zie blz. 26. 2. Verwijder de luchtkap. Zie blz. 27. 3. Trek de elektrode (9b) achter uit de luchtkap met behulp van een punttang. CC BB 0203 Afb. 0. De elektrode vervangen 309295 29

Repareren De materiaalbuis vervangen. Maak het pistool klaar voor het onderhoud. Zie blz. 26. 2. Draai de onderste moer (C) van de materiaalbuis af. Zie AFB.. 3. Draai de bovenste moer (D) voorzichtig los van de materiaalbuis. VOORZICHTIG Ga voorzichtig te werk en beschadig de materiaalbuis (4) niet tijdens het reinigen of tijdens de installatie, geldt vooral voor het afdichtoppervlak (E). Als het afdichtoppervlak beschadigd is dan moet de materiaalbuis in zijn geheel worden vervangen. 4. Breng diëlektrisch vet (40) aan over de gehele lengte van het kunststof verlengstuk op het uiteinde van de materiaalbuis (4). De materiaalfilter verwijderen. Maak het pistool klaar voor het onderhoud. Zie blz. 26. 2. Draai de onderste moer (C) van de materiaalbuis los. 3. Verwijder de materiaalfilter () van de materiaalkoppeling. Reinig de filter of vervang indien nodig. Zie AFB. 2. OPMERKING: Vervangende filters zijn verkrijgbaar in maasgrootte 00 mesh (49 micron standaard) en 60 mesh (238 micron). Zie blz. 47. 4. Breng de materiaalfilter aan in de materiaalkoppeling. Draai de onderste moer (C) aan op de koppeling en draai hem aan tot 2,3 3,4 N.m. Zorg dat de bovenste moer vast blijft zitten. VOORZICHTIG Zorg ervoor dat de materiaalbuis (4) niet gedraaid zit na het aandraaien van de onderste moer (C). 5. Breng draaddichtmiddel voor licht gebruik aan op het schroefdraad van de moer voor de materiaalbuis. 6. Breng de materiaalbuis aan in de loop van het pistool door de bovenste moer (D) van de materiaalbuis met de hand vast te draaien en hem vervolgens met een sleutel nog een kwartslag of een halve slag aan te draaien. Er zal een spleet zitten tussen de moer en de loop. De moer niet te strak aandraaien. 7. Zorg ervoor dat de materiaalfilter () op zijn plaats zit in de materiaalkoppeling. Draai de onderste moer (C) van de materiaalbuis op de koppeling en draai hem aan tot 2,3 3,4 N.m. Zorg ervoor dat de bovenste moer vast blijft zitten. C 4 C TI52A E D Afb. 2. De materiaalfilter verwijderen ti524a Afb.. De materiaalbuis vervangen 30 309295

Repareren De materiaalnaald vervangen. Bereid het pistool voor op het onderhoud. Zie blz. 26. 2. Verwijder de complete luchtkap en de behuizing van de zitting. Zie blz. 27. 3. Verwijder de loop (6). Zie blz. 32. 4. Verwijder de schroeven van de trekker (8) en de trekker (30). 5. Verwijder de veerkap (45) en de veer (26a) van de loop. Zie AFB. 3. 6. Steek de 2 mm schroevendraaier (44) achter in de materiaalnaald. Druk hem naar binnen en draai hem ongeveer 2 hele slagen naar links om de naald los te draaien. Afb. 3. Veerkap en veren TI68A N 30 55 45 26a 8 7. Trek de pakkingmoer (N) naar achteren met behulp van het u-vormig gereedschap (37) om de complete materiaalnaald te verwijderen. Zie AFB. 4. 8. Breng de materiaalnaald aan in de loop van het pistool. Druk de naald met de 2 mm schroevendraaier (44) naar binnen en draai hem vast. Zie AFB. 5. 37 9. Breng de veer (26a) aan. 0. Installeer de veerkap (45) en zorg er daarbij voor dat de geaarde veer (55) op zijn plaats zit.. Breng de trekker (30) en de schroeven (8) aan. Afb. 4. De materiaalnaald verwijderen 2. Breng de loop aan (6). Zie blz. 32. VOORZICHTIG TI526B Om te voorkomen dat u de behuizing van de zitting en de loop van het pistool beschadigt, mag u de behuizing van de zitting nooit te strak aandraaien. Te strak aandraaien kan ertoe leiden dat het materiaal niet goed wordt afgesloten. 8 3. Breng de behuizing van de zitting en de luchtkap aan. Zie blz. 27. 4. Test de weerstand van het pistool. Zie blz. 9. 30 Afb. 5. De materiaalnaald vervangen 309295 3

Repareren De loop verwijderen. Maak het pistool klaar voor het onderhoud. Zie blz. 26. 2. Draai de moer (C) voorzichtig van de beugel/materiaalfitting (3). Zie AFB. 6. 3. Draai de drie schroeven los (). VOORZICHTIG Om te voorkomen dat de voeding (8) beschadigt moet u de loop altijd recht van de pistoolgreep aftrekken. Beweeg zo nodig de loop van het pistool zachtjes heen en weer om hem vrij te krijgen van de pistoolgreep. 2. Breng de loop (6) aan over de voeding (8) heen en, op de greep van het pistool (7). 3. Draai de drie schroeven () kruiselings en gelijkmatig aan (ongeveer een halve slag voorbij handvast). VOORZICHTIG De schroeven niet te strak aandraaien (). 4. Zorg ervoor dat de materiaalfilter () op zijn plaats zit in de materiaalkoppeling. Draai de onderste moer van de materiaalbuis (C) op de beugel (3) materiaalkoppeling en draai hem aan tot 2,3 3,4 N.m. Zorg ervoor dat de bovenste moer vast blijft zitten. 4. Houd de greep van het pistool (7) met één hand vast en trek de loop (6) rechtstandig van de greep af. VOORZICHTIG 3 C 6 Zorg ervoor dat de materiaalbuis (4) niet gedraaid zit na het aandraaien van de onderste moer (C). 5. Test de weerstand van het pistool. Zie blz. 9. *0 8 7 6 TI56A 7 3 Afb. 6. De loop verwijderen De loop installeren ti57a 4 Afb. 7. De loop installeren C TI520B. Zorg ervoor dat de pakking (0*, AFB. 7.) en de aardingsveer (55, AFB. 3.) op hun plaats zitten en dat de luchtgaten in de pakking goed uitgelijnd zijn. Vervangen indien nodig. 32 309295