Inspectierapport Kindercentrum 'de grondzeiler' (KDV) Breekweg 2 9965TE Leens Registratienummer 321529790 Toezichthouder: GGD Groningen In opdracht van gemeente: De Marne Datum inspectie: 16-05-2017 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 03-07-2017
Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Overzicht getoetste inspectie-items... 9 Gegevens voorziening... 11 Gegevens toezicht... 11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 12 2 van 12
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Het rapport is tot stand gekomen aan de hand van onderzoek op basis van risicogestuurd toezicht. Om meer maatwerk bij het toezicht in de kinderopvang mogelijk te maken werken de GGD en in Nederland volgens een model voor risicogestuurd toezicht. Dat betekent dat er intensiever geïnspecteerd zal worden waar nodig en minder intensief waar gebleken is dat dit kan. In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld. Met behulp van het model risicoprofiel is de inspectie intensiviteit bepaald. Beschouwing KDV Kindercentrum "De Grondzeiler" is gevestigd aan de Breekweg 2 te Leens, gemeente De Marne. Het kinderdagverblijf heeft 16 kindplaatsen en biedt opvang aan kinderen van 0 tot 4 jaar. Naast het kinderdagverblijf biedt deze kinderopvangorganisatie op drie locaties buitenschoolse opvang aan. Inspectiegeschiedenis: Het vorig jaarlijks inspectie onderzoek heeft plaatsgevonden op 25 januari 2016. Er werd toen voldaan aan de getoetste wettelijke voorwaarden. Bevindingen huidige inspectie Op 16 mei 2017 heeft opnieuw een jaarlijks inspectie onderzoek plaatsgevonden. Er zijn tekortkomingen geconstateerd in het domein "personeel en groepen" m.b.t. de volgende items: Verklaring omtrent het gedrag Passende beroepskwalificatie Opvang in groepen Beroepskracht-kindratio. Deze tekortkomingen zijn ontstaan doordat de gevraagde documenten niet zijn aangeleverd. Deze konden dan ook niet, in het kader van deze inspectie, worden beoordeeld. Houder is verzocht, per mail, om documenten aan te leveren op resp. 17 mei jl. en 31 mei jl. Daarna is er op 7 juni jl. telefonisch contact geweest met een pedagogisch medewerker m.b.t. het aanleveren van de documenten. Dit alles heeft er niet toe geleid dat de juiste documenten tijdig zijn aangeleverd. KDV Kindercentrum "De Grondzeiler" voldoet niet aan de getoetse voorwaarden van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. 3 van 12
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein 'pedagogisch klimaat'. Per aspect worden eerst de bevindingen beschreven die zijn geconstateerd tijdens het onderzoek. Daarna volgt een oordeel of er is voldaan aan de wettelijke voorwaarden. Pedagogische praktijk Bij het observeren van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk voor kindercentra en peuterspeelzalen (januari 2015). Daarin staan beschrijvingen van de specifieke aspecten waarop wordt geobserveerd. Er wordt bij het beoordelen van de observaties uitgegaan van vier pedagogische basisdoelen waaraan de pedagogische praktijk minimaal moet voldoen, namelijk; - waarborging van emotionele veiligheid - ontwikkeling van persoonlijke competentie - ontwikkeling van sociale competentie - overdracht van normen en waarden Hieronder volgen voorbeelden die tijdens het onderzoek op locatie zijn gezien. Tijdens de inspectie zijn er zes kinderen aanwezig. Zij worden opgevangen door één beroepskracht. Sociale competentie De kinderen gaan puzzelen. Samen met de beroepskracht kiezen ze een puzzel uit. Een meisje wil, een veel jonger meisje naast haar, helpen maar neemt vervolgens het puzzelen over. De beroepskracht ziet dit en wijst haar erop dat de puzzel bestemd is voor haar buurvrouw. Ze geeft de puzzel terug. Even later reageert het jongste meisje boos omdat het meisje naast haar opnieuw stukjes heeft gepakt. De beroepskracht geeft aan dat het meisje dit echt niet wil. Ze stelt voor om dan een andere puzzel te zoeken, samen met het oudste meisje. Dit lijkt te werken. Emotionele veiligheid Enkele kinderen slapen tijdens de inspectie. Zodra ze wakker zijn, worden ze één voor één door de beroepskracht uit bed gehaald. Ze begroet de kinderen hartelijk. Zodra ze de groepsruimte binnenkomen vertelt ze dat er een nieuw gezicht is en dat de toezichthouder even komt kijken. Ook kondigt ze alvast aan dat ze straks iets gaan drinken. Persoonlijke competentie De kinderen gaan aan de tafel zitten om te eten en te drinken. Een jong meisje krijgt een tuitbeker. Ze laat duidelijk weten, door te wijzen en te grijpen, dat ze een gewone beker wil net als de anderen. Beroepskracht begrijpt wat ze bedoelt. Ze doet het drinken in een gewone beker en houdt het vast. Het meisje geeft daarop duidelijk aan dat ze zelf de beker vast wil houden. De beroepskracht haalt een beetje drinken eruit en laat het meisje zelf drinken. Overdracht van normen en waarden Terwijl de kinderen aan de tafel eten en drinken, loopt een jongen van tafel. De beroepskracht roept hem en vertelt dat hij even had moeten vragen of hij van tafel mocht. Ze legt uit dat er nog kinderen aan het eten en drinken zijn, en vraagt hem om weer aan tafel te gaan zitten. Even later loopt de jongen weer van tafel. Opnieuw vraagt de beroepskracht of hij aan de tafel wil gaan zitten. 4 van 12
Uit observatie is gebleken dat de beroepskrachten handelen volgens de vier pedagogische basisdoelen uit de Wet kinderopvang. Ook draagt de houder zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. Er wordt voldaan aan de getoetste wettelijke voorwaarden. Gebruikte bronnen: Interview (beroepskracht) Observaties Website Pedagogisch beleidsplan (mei 2015) 5 van 12
Personeel en groepen Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein 'personeel en groepen'. Per aspect worden eerst de bevindingen beschreven die zijn geconstateerd tijdens het onderzoek. Daarna volgt een oordeel of er is voldaan aan de wettelijke voorwaarden. Verklaring omtrent het gedrag Tijdens de inspectie gaf de beroepskracht aan dat de verklaringen omtrent het gedrag niet aanwezig zijn op locatie. Ze konden dan ook niet worden ingezien. Houder is, via de mail, verzocht om de verklaringen omtrent het gedrag van houder, beroepskrachten en eventuele vrijwilligers en/of stagiaires aan te leveren. De gevraagde documenten zijn niet aangeleverd. Ze kunnen dan ook niet worden beoordeeld in het kader van deze inspectie. Hiermee wordt niet voldaan aan de wettelijke voorwaarden. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan. De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9, art 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Tijdens de inspectie gaf de beroepskracht aan dat de diploma's van de beroepskrachten niet aanwezig zijn op locatie. Ze konden dan ook niet worden ingezien. Houder is, via de mail, verzocht om de diploma's van de beroepskrachten aan te leveren. De gevraagde documenten zijn niet aangeleverd. Ze kunnen dan ook niet worden beoordeeld in het kader van deze inspectie. Er wordt niet voldaan aan de getoetste wettelijke voorwaarden. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan. 6 van 12
Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen Tijdens de inspectie heeft de beroepskracht verteld dat de kinderen worden opgevangen in één stamgroep. Om dit te toetsen is houder, via de mail, verzocht om presentielijsten aan te leveren. De gevraagde presentielijsten zijn niet aangeleverd en kunnen dan ook niet worden beoordeeld in het kader van deze inspectie. Er wordt niet voldaan aan de getoetste wettelijke voorwaarden. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan. De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Beroepskracht-kindratio Om de beroepskracht-kindratio steekproefsgewijs te kunnen toetsen, zijn er roosters en presentielijsten opgevraagd bij de houder. Het betreft de roosters en presentielijsten van week 18 en 19, voorafgaand aan de inspectie. De gevraagde roosters en presentielijsten zijn niet aangeleverd en kunnen dan ook niet worden beoordeeld in het kader van deze inspectie. Er wordt niet voldaan aan de getoetste wettelijke voorwaarden. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan. 7 van 12
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en Gebruikte bronnen: Interview (beroepskracht) 8 van 12
Overzicht getoetste inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9, art 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en 9 van 12
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en 10 van 12
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Kindercentrum 'de grondzeiler' Website : http://www.degrondzeiler.nl Aantal kindplaatsen : 16 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder : B. Metz Website : www.degrondzeiler.nl KvK nummer : 01177210 Aansluiting geschillencommissie : Nee Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Groningen Adres : Postbus 584 Postcode en plaats : 9700AN Groningen Telefoonnummer : 050-3674325 Onderzoek uitgevoerd door : Gerdy Engelsman Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : De Marne Adres : Postbus 11 Postcode en plaats : 9965ZG LEENS Planning Datum inspectie : 16-05-2017 Opstellen concept inspectierapport : 15-06-2017 Vaststelling inspectierapport : 03-07-2017 Verzenden inspectierapport naar houder : 04-07-2017 Verzenden inspectierapport naar : 04-07-2017 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 25-07-2017 11 van 12
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 12 van 12