Opstellingsvoorwaarden voor SUNNY CENTRAL 350 Inhoud In dit document worden de afmetingen, de minimale afstanden die moeten worden aangehouden, de hoeveelheden voor luchttoevoer en -afvoer die voor een soepel bedrijf vereist zijn, en de kabeltoevoer behandeld. Deze technische informatie is geldig voor de Sunny Central 350. SC350Aufstell-UNL094510 Versie 1.0 1/8
Mechanische waarden 1 Mechanische waarden De Sunny Central 350 wordt in een elektrische bedrijfsruimte opgesteld. Met de optie EVR (extended voltage range) wordt de maximaal toegestane DC-spanning op de apparaataansluiting bij nullast verhoogd tot 1000 V DC. Door de EVR kunnen er meer modules in serie worden geschakeld. Dit bespaart tijd en installatiekosten voor de PV-generator. De EVR wordt op het dak van de Sunny Central gemonteerd. 1.1 Afmetingen en gewicht A1: DC/omvormerkast A2: AC-kast B: breedte C1: hoogte met EVR C2: hoogte zonder EVR De DC/omvormerkast en de AC-kast zijn afzonderlijke levereenheden. Afmetingen Lengte A1 Lengte A2 Breedte B Hoogte C1 Hoogte C2 1600 mm 1200 mm 850 mm 2330 mm 2120 mm Gewicht Gewicht A1 Gewicht A2 Gewicht EVR Totaal gewicht zonder EVR Totaal gewicht met EVR 1100 kg 1700 kg 50 kg 2800 kg 2850 kg SMA Solar Technology AG 2/8
Mechanische waarden 1.2 Minimale afstanden Ongeacht de wijze van opstelling garanderen de volgende minimum afstanden het probleemloze bedrijf van de Sunny Central. Voor variantafhankelijke installatiewerkzaamheden en voor servicewerkzaamheden adviseert SMA grotere minimumafstanden. Opstelling zonder luchtkanaal A (mm) B (mm) C (mm) D (mm) E (mm) 20 400 50 a 0 1100 a.indien er luchtroosters in de wand van het gebouw aanwezig zijn. Anders moeten grotere afstanden in acht genomen worden. Opstelling met luchtkanaal A (mm) B (mm) C (mm) D (mm) E (mm) 20 0 0 0 1100 De minimumafstanden B en C hebben betrekking op de onderkant van het luchtkanaal. De lengte van het luchtkanaal is projectafhankelijk. SMA Solar Technology AG 3/8
Beluchting en ontluchting 2 Beluchting en ontluchting De beluchting vindt plaats door het luchtrooster voorin de omvormer. De afvoerlucht wordt door ventilatoren in achterwand en dak uitgeblazen. De door de omvormer opgewekte afvoerlucht moet van het apparaat weggeleid worden, zodat de max. toegestane omgevingstemperatuur niet wordt overschreden en de opstellingsruimte niet onnodig wordt opgewarmd door de warme afvoerlucht. Dit voorkomt thermische kortsluiting. SMA adviseert de klant het installeren van een afvoerluchtgeleiding, bijv. door een luchtkanaal. 2.1 Classificatie van de luchtkwaliteit Milieuvoorwaarden voor toepassing bij vaste opstelling Klasse 3S1 3S2 3S3 3S4 a) zand in de lucht [mg/m³] - 30 300 3000 b) stof (gehalte zwevend materiaal) [mg/m³] 0,01 0,2 0,4 4,0 c) stof (neerslag) [mg/m³] 0,4 1,5 15 40 Toepassingslocaties waar de stofproductie door geschikte maatregelen zo klein mogelijk wordt gehouden. x x x x Locaties waar geen bijzondere maatregelen zijn getroffen om zand of stof te verminderen en die niet in de buurt van zand- en stofbronnen liggen. Als de vereiste luchtkwaliteit op de plaats van opstelling van de Sunny Central niet beschikbaar is, dienen maatregelen te worden getroffen om ervoor te zorgen dat de lucht aan de vereisten voldoet (bijv. extra filters in het luchttoevoerrooster van het gebouw). 2.2 Luchtvolumes x x x Locaties in de buurt van zand- of stofbronnen. x x Locaties in productiefaciliteiten waarin zand of stof optreedt of locaties in geografische gebieden waar de lucht veel zand en stof kan bevatten. x De schakelkasteenheid van de DC-/omvormerkast is voor wat betreft de beluchting in een DC-kast en omvormerkast onderverdeeld. De beluchting van het koellichaam in de omvormerkast vindt afzonderlijk plaats. Hieruit volgen verschillende luchthoeveelheden voor de betreffende deeleenheid. DC-/omvormerkast AC-kast Volume totaal 3900 m 3 /h 2600 m 3 /h 6500 m 3 /h SMA Solar Technology AG 4/8
Beluchting en ontluchting 2.3 Drukreserves De ontluchters van de Sunny Central beschikken over de volgende drukreserves. Hiermee moet rekening worden gehouden als de Sunny Centrals in een bedrijfsruimte worden opgesteld en de afvoerlucht via beluchtingskanalen naar de open lucht wordt geleid. DC-/omvormerkast Voedingen AC-kast geen 80 Pa geen De afvoerlucht van Sunny Centrals die in een station zijn opgesteld kan in het algemeen via een luchtkanaal zonder diameterreductie tot 1 m naar de open lucht worden afgevoerd. Hogere drukreserves zijn niet beschikbaar en moeten bij de bouw worden gerealiseerd, bijvoorbeeld door de installatie van extra ontluchtingen. 2.4 Optimale luchtgeleiding in een bedrijfsruimte. Als een Sunny Central in een bedrijfsruimte wordt opgesteld moet bij door de klant worden gezorgd dat de aanvoer- en afvoerlucht afzonderlijk worden vervoerd en dat de toevoer van verse lucht altijd toereikend is. De afvoerlucht van de voeding aan de achterwand van de Sunny Central moet afzonderlijk worden vervoerd. Als de aangegeven luchtdrukreserves van de afzonderlijke schakelkastventilatoren niet toereikend zijn, moeten extra ontluchters in het ontluchtingskanaal worden geïnstalleerd. De dimensionering van de ontluchtingskanalen dient door een vakman te worden uitgevoerd. Idealiter dient de afvoerlucht van de voeding door een opening in de wand van de bedrijfsruimte direct naar de open lucht te worden afgevoerd. SMA Solar Technology AG 5/8
Beluchting en ontluchting 2.5 Luchtgeleiding in een bedrijfsruimte zonder beluchtingskanalen In principe moet de afvoerlucht apart uit de afzonderlijke schakelkasteenheden worden geleid om thermische kortsluitingen te voorkomen. In uitzonderingsgevallen is de beluchting van Sunny Central ook zonder ontluchtingskanalen mogelijk. Hierbij moet worden gewaarborgd dat de bedrijfsruimte over voldoende ventilatie beschikt om de afvoerlucht af te voeren. Deze opstellingsvariant wordt niet door SMA aanbevolen. 2.6 Afmetingen van de afvoerluchtopening aan de achterzijde SMA Solar Technology AG 6/8
Kabeltoevoer en -bevestiging 2.7 Afmetingen van de afvoerluchtopening in het dak 3 Kabeltoevoer en -bevestiging 3.1 Openingen in de vloer De DC- en PE-bekabeling, de communicatiebekabeling en de eigen voeding van de Sunny Central lopen via de sokkel en de bodemplaat. De communicatie en de eigen voeding wordt in de AC-kast aangesloten. De bodemgroep van de DC-kast bestaat uit meerdere platen, waar de DC-bekabeling en de PE-bekabeling doorheen worden gevoerd. Alle openingen in de bodemgroep moeten worden afgedicht. In de volgende tekening worden de bevestigingspunten van bodemgroep en de kabeldoorvoeropeningen voor de PE-bekabeling en communicatie weergegeven. Alle waarden in mm. Voorzijde A B C Opening voor signaalkabel Opening voor teamkabel Opening voor DC-kabel SMA Solar Technology AG 7/8
Kabeldiameters en draaimomenten 4 Kabeldiameters en draaimomenten 4.1 DC-aansluiting In de DC-kast van de Sunny Central bevinden zich optionele DC-zekeringen, die de aansluiting van stringverdelerkasten, bijv. Sunny String-Monitor, mogelijk maken. Standaard is de Sunny Central met één verzamelrail per potentiaal uitgerust. Verzamelrail Kabelschoen Max. diameter Draaimoment M16 300 mm² 185 Nm DC-zekering Kabelschoen Max. diameter Draaimoment M10 240 mm² smal 32 Nm 4.2 AC-aansluiting Kabelschoen Max. diameter Draaimoment Fase 3 x M12 240 mm² 74 Nm Nulleider, aardleiding à 1 x M12 240 mm² 74 Nm De leiding moet op de maximale PV-spanning zijn berekend en zijn voorzien van een dubbele of versterkte isolatie. SMA Solar Technology AG 8/8