Prognose IMF voor Midden-Europa en de Balkan Jan Limbeek Twee keer per jaar, in april en in september of oktober, publiceert het IMF zijn World Economic Outlook, waarin het zijn economische verwachtingen voor de wereld schetst. De huidige prognose voor Midden-Europa en de Balkan valt veel slechter uit dan de prognose voor het GOS, Georgië en Mongolië. Bovendien is de huidige prognose voor de achttien landen van Midden-Europa en de Balkan (inclusief Moldova) een stuk negatiever dan de vorige prognose van september 2011. Voor 2011 valt de neerwaartse bijstelling van de economische groei gemiddeld nog wel mee. Er zijn vijf landen waar de economische groei in 2011 hoger uitviel dan eerder was voorspeld: Estland, Letland, Polen, Roemenië en Montenegro. De economie groeide langzamer in elf landen in 2011, terwijl er nulgroei was in Slowakije en Macedonië. Het beeld wordt pas echt zwart als we kijken naar de latere jaren. De onderstaande figuur voor 2012 is nog veel negatiever dan het lijkt omdat de meeste dieprode landen niet slechts minder dan -1 procent scoorden ten opzichte van de vorige prognose, maar veel minder. Dit geldt voor Estland (van een verwachte 4,0 procent groei in september 2011 naar 2,0 procent nu), Litouwen (van 3,4 naar 2,0), Tsjechië (van 1,8 naar 0,1), Hongarije (van 1,7 naar 0,0), Slovenië (van 2,0 naar -1,0), Kroatië (van 1,8 naar -0,5), Bosnië- Herzegovina (van 3,0 naar 0,0), Servië (van 3,0 naar 0,5), Roemenië (van 3,5 naar 1,5), Bulgarije (van 3,0 naar 0,8), Montenegro (van 3,5 naar 0,2), Kosovo (van 5,0 naar 3,8), Macedonië (van 3,7 naar 2,0) en Albanië (van 3,5 naar 0,5). De meeste landen groeien dus nog net in 2012, maar de neerwaartse bijstelling is heel groot. In Kroatië en Slovenië gaat de economie zelfs krimpen in 2012, terwijl er in Bosnië en Hongarije een nulgroei wordt verwacht. Alleen Letland en Slowakije doen het minder slecht. Maar beide landen compenseren dit weer met een extra lage verwachte groei in 2013 (Letland: van 4,0 naar 2,5, Slowakije: van 4,3 naar 3,1) Het enige land van de hier besproken achttien landen van Midden-Europa dat nog redelijk overeind blijft is Polen. Voor 2012 en 2013 verwacht het IMF slechts een iets lagere groei (respectievelijk van 3,0 en 3,4 naar 2,6 en 3,2). De Poolse economische groei viel in 2011 hoger uit dan het Fonds eerder verwachtte (van 3,8 naar 4,4) en ook na 2013 worden iets betere resultaten voorspeld. Over de hele periode 2011-2015 verwacht het IMF dus een iets beter resultaat voor Polen dan waar het Fonds eerder vanuit ging. Ondanks verbetering verwacht het IMF ook voor 2013 in alle hier besproken landen een lagere groei ten opzichte van de vorige prognose. Een groeiverschil van een procent of meer in 2013 is te zien in Letland (verschil van 1,5 procentpunt), Hongarije (1,1), Slovenië (1,0), Kroatië (1,5), Bosnië- Herzegovina (3,0), Servië (1,5), Bulgarije (2,2), Montenegro (2,2), Macedonië (1,0) en Albanië (2,5).
Bron: World Economic Outlook, april 2012 Europa: economische groei (%), consumentenprijzen (%, jaargemiddelde), saldi lopende rekening (% bbp) en werkloosheid (% beroepsbevolking), 2011-13 BBP Inflatie Lopende rekening Werkloosheid Prognose Prognose Prognose Prognose 2011 2012 2013 2011 2012 2013 2011 2012 2013 2011 2012 2013 Europa 2,0 0,2 1,4 3,2 2,7 2,2 0,5 0,6 0,8 Ontwikkeld Europa 1,4 0,1 1,1 2,8 2,1 1,7 1,1 1,3 1,5 9,4 10,0 9,9 Euro zone 1,4 0,3 0,9 2,7 2,0 1,6 0,3 0,7 1,0 10,1 10,9 10,8 Slowakije 3,3 2,4 3,1 4,1 3,8 2,3 0,1 0,4 0,4 13,4 13,8 13,6 Slovenië 0,2 1,0 1,4 1,8 2,2 1,8 1,1 0,0 0,3 8,1 8,7 8,9 Estland 7,6 2,0 3,6 5,1 3,9 2,6 3,2 0,9 0,3 12,5 11,3 10,0 Tsjechië 1,7 0,1 2,1 1,9 3,5 1,9 2,9 2,1 1,9 6,7 7,0 7,4 Opkomend 5,3 1,9 2,9 5,3 6,2 4,5 6,0 5,6 5,5 Europa* Turkije 8,5 2,3 3,2 6,5 10,6 7,1 9,9 8,8 8,2 9,9 10,3 10,5 Polen 4,3 2,6 3,2 4,3 3,8 2,7 4,3 4,5 4,3 9,6 9,4 9,1 Roemenië 2,5 1,5 3,0 5,8 2,9 3,1 4,2 4,2 4,7 7,2 7,2 7,1 Hongarije 1,7 0,0 1,8 3,9 5,2 3,5 1,6 3,3 1,2 11,0 11,5 11,0 Bulgarije 1,7 0,8 1,5 3,4 2,1 2,3 1,9 2,1 1,6 12,5 12,5 12,0 Servië 1,8 0,5 3,0 11,2 4,1 4,3 9,1 8,6 7,9 23,7 23,9 23,6 Kroatië 0,0 0,5 1,0 2,3 2,2 2,4 0,9 0,4 0,2 13,2 13,5 12,7 Litouwen 5,9 2,0 2,7 4,1 3,1 2,5 1,7 2,0 2,3 15,5 14,5 13,0 Letland 5,5 2,0 2,5 4,2 2,6 2,2 1,2 1,9 2,5 15,6 15,5 14,6 * Inclusief Albanië, Bosnië-Herzegovina, Kosovo, Macedonië en Montenegro. Bron: World Economic Outlook, april 2012.
De onverwacht grote economische krimp in Midden-Europa heeft alles te maken met de eurocrisis. In het algemeen geldt: hoe dichter bij de eurozone, hoe groter de economische krimp. De handelsbanden zijn dan sterker en dus zijn de gevolgen groter. Banken bezuinigen op hun kredietverlening, er is gebrek aan vertrouwen en overheden bezuinigen om hun begrotingtekorten te verkleinen. Dit alles smoort de economische groei. In alle landen in de regio is de werkelijke (ppp-)koopkracht van de nationale munt hoger dan de dollar-koopkracht volgens de wisselkoers, dus als de munt omgerekend wordt in dollars. Het prijsniveau in Midden-Europa en de Balkan is immers lager dan in de Verenigde Staten, voor een dollar kun je er meer kopen dan in de Verenigde Staten. Het ppp-inkomen (de koopkracht) is dan ook hoger dan het lijkt wanneer de omvang van de economie simpelweg wordt weergegeven in dollars. Op drie landen na (Estland, Polen, Moldavië) zal het inkomen omgerekend in dollars in 2012 naar verwachting lager zijn dan in 2011. In 2013 zal het inkomen omgerekend in dollars wel het niveau van 2011 overtreffen, behalve in Tsjechië, Montenegro en Slovenië. In Slovenië en Letland zal naar verwachting zelfs in 2015 het recordniveau van 2008 nog niet bereikt zijn. In elk land voorspelt het IMF een lagere groei van het inkomen omgerekend in dollars volgens de wisselkoers, dan het Fonds een half jaar eerder verwachtte. In de vorige prognose was er in slechts drie landen sprake van een lagere groei van het dollar-inkomen: Bosnië-Herzegovina, Kroatië en Tsjechië. In de huidige prognose zal de groei van het dollar-inkomen in Kroatië wederom flink vertragen: zo n 1.500 dollar lager in 2014. In Tsjechië is de neerwaartse bijstelling nog groter, want gemeten in dollars zal de gemiddelde Tsjech in 2014 bijna 3.000 dollar armer zijn dan het niveau waar het IMF in april 2011 nog vanuit ging. In de huidige prognose is weer sprake van een groeiverlaging met bijna 3.000 dollar. In cijfers: in april 2011 verwachtte het IMF een Tsjechisch nationaal inkomen in 2014 van 26.762 dollar, hetgeen een jaar later gedaald is naar 20.858 dollar. Gemeten in de nationale munt zal de gemiddelde Tsjech daarentegen aanmerkelijk rijker worden volgens de huidige prognose. In elk jaar in de gehele periode 2006-2015 is het ppp-inkomen flink opwaarts bijgesteld. In 2014 zullen de Tsjechen 1.250 dollar meer te besteden hebben. Polen is het enige andere land waar de groei van de koopkracht na 2011 duidelijk toeneemt ten opzichte van september 2011: 850 dollar extra in 2014. In alle andere landen daalt de werkelijke koopkracht, hetgeen gezien de (veel) lagere economische groei een normaal verschijnsel is.
IMF-prognose voor Midden-Europa en de Balkan, 2006-2015 (april 2012) 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 groei bbp (%) 5,4 5,9 7,5 3,3 3,5 2,0 0,5 1,7 2,5 2,5 Albanië bbp per capita ($) 2.858 3.393 4.102 3.819 3.715 3.992 3.894 4.013 4.157 4.310 bbp per capita (ppp)* 5.799 6.313 6.901 7.169 7.468 7.741 7.841 8.054 8.336 8.638 groei bbp (%) 6,0 6,2 5,7-2,9 0,7 1,7 0,0 1,0 2,5 3,5 Bosnië bbp per capita ($) 3.154 3.891 4.733 4.367 4.255 4.618 4.488 4.683 4.937 5.277 Herzegovina bbp per capita (ppp)* 6.588 7.205 7.796 7.660 7.816 8.133 8.251 8.472 8.828 9.302 groei bbp (%) 6,5 6,4 6,2-5,5 0,4 1,7 0,8 1,5 2,5 3,5 Bulgarije bbp per capita ($) 4.325 5.512 6.813 6.421 6.359 7.202 6.903 7.429 7.877 8.443 bbp per capita (ppp)* 10.986 12.096 13.187 12.668 12.965 13.597 14.021 14.590 15.328 16.280 groei bbp (%) 4,9 5,1 2,2-6,0-1,2 0,0-0,5 1,0 1,5 2,0 Kroatië bbp per capita ($) 11.235 13.383 15.758 14.324 13.776 14.457 13.999 14.566 15.157 15.871 bbp per capita (ppp)* 16.532 17.888 18.686 17.776 17.819 18.192 18.331 18.786 19.349 20.053 groei bbp (%) 10,1 7,5-3,7-14,3 2,3 7,6 2,0 3,6 3,7 3,8 Estland bbp per capita ($) 12.493 16.384 17.811 14.343 14.138 16.583 16.637 17.642 18.620 19.634 bbp per capita (ppp)* 18.927 20.971 20.672 17.919 18.539 20.380 21.060 22.138 23.292 24.563 groei bbp (%) 3,9 0,1 0,9-6,8 1,3 1,7 0,0 1,8 2,0 2,3 Hongarije bbp per capita ($) 11.167 13.521 15.354 12.624 12.845 14.050 13.045 14.294 15.038 15.815 bbp per capita (ppp)* 18.237 18.805 19.436 18.331 18.809 19.591 19.892 20.597 21.365 22.243 Kosovo # bbp per capita ($) groei bbp (%) 3,4 6,3 6,9 2,9 3,9 5,0 3,8 4,1 3,2 5,0 bbp per capita (ppp)* groei bbp (%) 10,5 9,6-3,3-17,7-0,3 5,5 2,0 2,5 3,0 3,5 Letland bbp per capita ($) 8.653 12.559 14.731 11.433 10.681 12.671 12.368 12.994 13.647 14.387 bbp per capita (ppp)* 15.117 17.149 17.033 14.221 14.419 15.662 16.235 16.994 17.763 18.742 groei bbp (%) 7,8 9,8 2,9-14,8 1,4 5,9 2,0 2,7 3,9 3,7 Litouwen bbp per capita ($) 8.910 11.648 14.160 11.103 11.116 13.075 13.068 13.962 15.072 16.187 bbp per capita (ppp)* 15.993 18.169 19.212 16.627 17.333 18.856 19.601 20.566 21.810 23.100 groei bbp (%) 5,0 6,2 5,0-0,9 1,8 3,0 2,0 3,2 4,2 4,0 Macedonië bbp per capita ($) 3.219 3.998 4.828 4.550 4.457 5.016 4.875 5.161 5.439 5.759 bbp per capita (ppp)* 8.224 8.961 9.602 9.599 9.868 10.367 10.692 11.183 11.809 12.455 groei bbp (%) 8,6 10,7 6,9-5,7 2,5 2,5 0,2 1,5 2,0 2,0 Montenegro bbp per capita ($) 4.323 5.759 7.100 6.464 6.383 7.317 6.877 7.085 7.344 7.592 bbp per capita (ppp)* 8.910 9.930 10.824 10.271 10.601 11.545 11.677 11.997 12.379 12.790
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 groei bbp (%) 6,2 6,8 5,1 1,6 3,9 4,4 2,6 3,2 3,6 3,9 Polen bbp per capita ($) 8.963 11.156 13.876 11.275 12.286 13.540 14.039 14.645 15.402 16.265 bbp per capita (ppp)* 14.900 16.370 17.579 18.035 18.951 20.334 21.310 22.373 23.584 24.951 groei bbp (%) 7,9 6,3 7,3-6,6-1,6 2,5 1,5 3,0 3,7 4,0 Roemenië bbp per capita ($) 5.687 7.917 9.497 7.649 7.667 8.863 8.721 9.434 10.273 11.186 bbp per capita (ppp)* 10.495 11.494 12.633 11.945 11.904 12.476 12.843 13.457 14.195 15.028 groei bbp (%) 3,6 5,4 3,8-3,5 1,0 1,8 0,5 3,0 4,0 4,0 Servië bbp per capita ($) 3.958 5.277 6.458 5.438 5.142 6.081 5.816 6.127 6.604 7.125 bbp per capita (ppp)* 8.928 9.722 10.316 10.060 10.258 10.642 10.811 11.278 11.879 12.528 groei bbp (%) 8,3 10,5 5,8-4,9 4,2 3,3 2,4 3,1 3,6 3,9 Slowakije bbp per capita ($) 10.367 13.913 17.500 16.122 16.050 17.644 17.344 18.130 19.105 20.182 bbp per capita (ppp)* 17.915 20.342 21.943 21.032 22.122 23.304 24.145 25.244 26.513 27.961 groei bbp (%) 5,9 6,9 3,6-8,0 1,4-0,2-1,0 1,4 1,6 1,9 Slovenië bbp per capita ($) 19.391 23.574 27.261 24.399 23.282 24.533 23.184 23.741 24.386 25.147 bbp per capita (ppp)* 25.444 27.992 29.595 27.471 28.131 28.642 28.705 29.533 30.433 31.494 groei bbp (%) 7,0 5,7 3,1-4,7 2,7 1,7 0,1 2,1 3,3 3,6 Tsjechië bbp per capita ($) 14.474 17.544 21.715 18.739 18.814 20.444 19.515 20.196 20.858 21.619 bbp per capita (ppp)* 23.329 25.294 26.415 25.230 26.122 27.062 27.381 28.308 29.624 31.341 Moldavië^ bbp per capita ($) 954 1.234 1.699 1.527 1.635 1.969 2.128 2.282 2.505 2.742 groei bbp (%) 4,8 3,0 7,8-6,0 7,1 6,4 3,5 4,5 5,0 5,5 bbp per capita (ppp)* 2.571 2.729 3.010 2.862 3.104 3.373 3.540 3.755 4.001 4.289 Ter vergelijking groei bbp (%) 3,4 3,9 1,8-3,5 1,6 1,3-0,5 0,8 1,4 1,8 : Nederland bbp per capita ($) 41.498 47.839 53.199 48.151 46.989 50.355 47.842 48.719 49.751 51.061 bbp per capita (ppp)* 37.320 39.821 41.277 40.057 40.969 42.183 42.320 43.199 44.327 45.757 Griekenland groei bbp (%) 4,6 3,0-0,1-3,3-3,5-6,9-4,7 0,0 2,5 3,1 bbp per capita ($) 23.931 28.009 31.308 29.328 27.311 27.073 24.197 24.094 24.592 25.449 bbp per capita (ppp)* 27.025 28.587 29.116 28.403 27.668 26.294 25.343 25.717 26.743 28.011 Opm. De gemarkeerde cijfers zijn schattingen van het IMF. * ppp is de Engelse afkorting van koopkrachtpariteit. De ppp wordt hier weergegeven in internationale dollars en is even hoog als de koopkracht van de dollar in de VS. # Kosovo werd op 9 mei 2009 het 186e lid van het IMF. ^ Moldavië (Moldova) hoort eigenlijk bij het GOS. Het inkomensniveau van de gemiddelde inwoner van Moldavië wijkt bovendien af: hij verdient twee keer minder dan een Albanees, de armste inwoner van Europa. Dit wil niet zeggen dat hij twee keer zo arm is, want het illegaal vergaarde inkomen zit niet in de cijfers. Bron: Internationaal Monetair Fonds, World Economic Outlook Database, april 2012. Terug naar Achtergrond