Ons kenmerk U Beh. door J. van den Berg

Vergelijkbare documenten
Gemeente Bergen op Zoom - Havenverordening Bergen op Zoom 2016

Gemeente Veghel - Havenbeheerverordening Veghel december 2014

Havenverordening Ouderkerk aan den IJssel, Gouderak en Lageweg 2017

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van [datum en nummer];

Havenbeheersverordening Gemeente Oss 2017

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 juni 2013

Havenbeheersverordening Meierijstad:

RVB Voorlegger Raadsvoorstel

(vsĉ) VNC. Model-Havenbeheersverordening B

Havenverordening Ouderkerk aan den IJssel, Gouderak en Lageweg 2017.

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

g) Woonboot; een vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak gebruikt wordt of bestemd is voor bewoning en dat een vaste verbinding heeft met de wal.

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Lbr. 13/078

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

HAVENVERORDENING Gemeentehaven SLIEDRECHT

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

»l IIIII IIII Ml IIII li i li B

Zone B Zeevaart m tot kwetsbare objecten Verbod voor Totale hoeveelheid >1500 kg. > kg

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

RAADSBESLUIT. Datum en nummer 14 mei 2009, nummer 030/2009. De raad van de gemeente Papendrecht;

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Toelichting Havenbeheersverordening Flevokust haven 2018

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Velsen;

besluit: vast te stellen de navolgende Havenbeheersverordening Dordrecht

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

GEMEENTEBLAD. Nr Havenbeheersverordening Medemblik Algemene bepalingen. 2 juni Officiële uitgave van gemeente Medemblik.

RIJNHAVENVERORDENING ALPHEN AAN DEN RIJN 2016

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. Verordening Werkzaamheden kabels en leidingen gemeente Bunnik

Parkeerverordening 2013

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

CVDR. Nr. CVDR331371_2. Havenbeheersverordening Medemblik 2014

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Raadsvergadering d.d. 26 april 2012 Registratienummer: 2012/68346 Onderwerp:

GEMEENTEBLAD. Nr Haven- en kadeverordening Wageningen april Officiële uitgave van gemeente Wageningen.

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

RIS PARKEERVERORDENING BOXMEER 2015 GEMEENTE BOXMEER. 2 december (Vastgesteld door de gemeenteraad op 29 januari 2015)

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 maart 2013;

VERORDENING op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Parkeerverordening Valkenswaard 2016

GEMEENTEBLAD. Nr HAVENBEHEERSVERORDENING. 8 augustus Officiële uitgave van de gemeente Hollands Kroon

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 88 van de Huisvestingswet;

MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Gemeenteblad van Zaltbommel 2009 Nr. 4.13

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3 november 2009;

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Verordening op het parkeren 2007

Parkeerverordening. C!! emborg

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2001 Nr. 25

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 november 2016;

2. Vast te stellen de op bijlage I bijgevoegde "verordening op de woonschepen".

Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2006, nr.

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 september 2009 (raadsvoorstel nr ; raadsstuk ;

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

HAVENBEHEERSVERORDENING

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALING

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

GEMEENTEBLAD. Nr Marktverordening gemeente Goirle Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

2. Aanwijzing van beschermde gemeentelijke cultuurgoederen en verzamelingen

AFDELING II. PLAATSEN VOOR VERGUNNINGHOUDERS, VERGUNNINGEN EN VERGUNNINGBEWIJZEN

Transcriptie:

1 Aan de leden en duoburgerleden van de gemeenteraad van Bergen op Zoom l llll llllll lllll llll llllll 11111 11111111 111 111 1111111111 Uw kenmerk Uw brief Onderwerp: Aanpassing voorstel Havenverordening Bergen op Zoom 2016 Ons kenmerk U15-021001 Beh. door J. van den Berg 1 5 DEC 2015 Datum Doorkiesnr. 0164-277505 Afdeling Stedelijke Ontwikkeling, Ruimtelijke Ordening Bijlage(n) div. Geachte raads- en duoburgerleden, Op woensdag 9 december jongstleden heeft uw commissie het raadsvoorstel RVB 15-007 4 "Vaststellen Havenverordening Bergen op Zoom 2016" behandeld. Tijdens de behandeling is een aantal vragen gesteld en heeft de VVD- en D66-fractie een verzoek gedaan tot aanpassing van een tweetal artikelen. De volgende vragen zijn door de fracties gesteld: 1. Hoe zit het met de pleziervaart in de haven? 2. Wie is nu de waterstaatkundig beheerder van de haven? 3. Hoe zit het met het verbod op het gebruik van scheepsgeneratoren? 4. Wanneer wordt de sluis op afstand bediend? 5. Hoe vaak worden vergunningen verleend? 6. Hoe is het toezicht op het keren in de haven geregeld? 7. Hoe gaat het college om met het uitgeven van vaste ligplaatsen? 8. Is Mepavex (Markizaat Container Terminal) per 1 juli 2019 van de huidige locatie vertrokken? De volgende aanpassingen worden voorgesteld: 9. Aanpassing van artikel 3.1 Verontreiniging van lucht; stank, hinder of risico veroorzakende stoffen; 10. Aanpassing van artikel 4.4 Betreden van woonruimten. Naar aanleiding van het bovenstaande delen wij u het volgende mede. 1) De voorgestelde Havenverordening bepaalt in artikel 2.9 een regeling voor pleziervaart. Het is verboden om zich met pleziervaartuigen in de haven te begeven behoudens wanneer een pleziervaartuig direct van de sluis naar de jachthaven vaart. Algeheel verbod is niet mogelijk omdat de jachthaven ook onderdeel uitmaakt van de Theodorushaven. 2) De Theodorushaven - eigendom van de gemeente Bergen op Zoom - betreft een rijkswater. De ministeriele regeling bij de Waterwet onderscheidt drie vormen van beheer: kwalitatief (waterkwaliteit), kwantitatief (waterpeil) en waterstaatkundig (onderhoud van dijken, sluizen kaden) beheer. Rijkswaterstaat heeft op grond van de Waterwet het kwantitatief en kwalitatief beheer van de Theodorushaven. Het waterstaatkundig beheer voor de Theodorushaven is (nog) niet geregeld. Ten aanzien hiervan hebben wij een verzoek bij de Minister van Infrastructuur en Milieu ingediend om ons (het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom) aan te wijzen als waterstaatkundig beheerder. Het onderhoud van de haven werd overigens al door ons uitgevoerd. Jacob Obrechtlaan 4 4611 AR Bergen op Zoom E stadskantoor@bergenopzoom.nl Postbus 35 4600 M Bergen op Zoom 1 www.bergenopzoom.nl T 140164 F (0164) 24 53 56 KvK 20169091 B nv BNG rek. nr. 28.50.00.942 B IBAN: NL 41BNGH 0285000942 B BIC: BNGHNL2G

3) In de voorgestelde verordening is een mogelijkheid opgenomen om het gebruik van scheepsgeneratoren in een bepaald gebied te verbieden om zo geluidoverlast te voorkomen of te beperken. Hiervoor is echter wel nodig dat wij een gebied aanwijzen. Op dit moment is door ons nog geen gebied aangewezen. Mocht dit aan de orde zijn, zal in overleg met de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant tot een voorstel gekomen worden. Het ligt niet in de rede om de gehele haven aan te wijzen. Bij het aanwijzen van een gebied moet meer gedacht worden aan het gebied achterin de haven, dicht bij de woonontwikkeling op het voormalige Nedalcoterrein. Wij zullen u hier te zijner tijd van op de hoogte stellen. 4) In 2013 is onderzoek verricht naar het op afstand bedienen van de sluis. Toentertijd bleek dat kosten hiervan niet opwegen tegen de huidige begroting. Er hebben zich sinds 2013 geen ontwikkelingen voorgedaan die hier verandering in brengen. 5) Er wordt zelden een vergunning of ontheffing verleend o.g.v. van havenverordening zodat de kans dat een vergunning van rechtswege zal ontstaan niet erg groot is. 6) Achterin de haven kunnen schepen keren. Het toezicht op het keren in de haven vindt plaats door de havenmeesters van de havendienst. 7) Bij vaste ligplaatsen moet bijvoorbeeld gedacht worden aan toeristenschepen die met enige regelmaat de haven aandoen. Deze schepen komen echter nog niet veelvuldig in onze haven. Op dit moment heeft het geen zin om vaste ligplaatsen uit te gegeven. Wij zijn ook niet voornemens om dit op korte termijn te doen. De voorgestelde verordening maakt dit echter, naar de toekomst toe, dus wel mogelijk. 8) De huurovereenkomst met Markizaat Container Terminal loop tot 1juli2019. Na beëindiging van de huurovereenkomst zullen de activiteiten op de huidige locatie gestaakt moeten worden. 9) Verzoek van de VVD-fractie. De VVD-fractie stelt voor het artikel 3.1 van de voorgestelde verordening aan te passen door toevoeging van de woorden "direct of op termijn ". Het artikel gaat dus om het voorkomen van verontreinig, hinder en schade van stoffen (gas en vloeibaar) door schepen. De VVD-fractie vraagt, kort gezegd, het artikel nog sterker te formuleren. De voorgestelde toevoeging achten wij niet nodig omdat, mocht de regeling niet alles dekken, de Wet milieubeheer hier aanvullend werkt. In artikel 1.1 a van de Wet milieubeheer is een zorgplicht opgenomen; "een ieder neemt de zorg voor het milieu in acht". Indien deze zorgplicht wordt veronachtzaamd, kan op basis van dit artikel uit de Wet milieubeheer handhavend worden opgetreden tegen de overtreder. Indien de toevoeging van de VVD wordt overgenomen, wordt afgeweken van de letterlijke tekst van het VNGmodelverordening. Op zich vormt dit geen probleem omdat in meer artikelen van het voorstel wordt afgeweken van de tekst van de modelverordening, maar dat heeft dan meer betrekking op locatiespecifieke zaken in de haven. Een check bij havenverordeningen van andere gemeenten wijst uit dat de tekst in artikel 3.1 die door ons wordt voorgesteld, gebruikelijk is. De toevoeging van "op termijn" kan ook juridisch gezien problemen opleveren. Temeer nu de overtredingen van de verbodsbepalingen uit de Havenverordening ook via het strafrecht - als economisch delict - aangepakt kunnen worden. Los van de mogelijke juridische problemen heeft de door de WD-fractie voorgestelde toevoeging van het artikellid ons inziens, mede gezien de aanvullende werking van de Wet milieubeheer, geen toegevoegde waarde. Hoewel de regeling zoals door ons wordt voorgesteld voldoende bescherming biedt tegen verontreiniging door stoffen afkomstig van schepen, willen wij - in reactie op het voorstel van de VVD en voor alle duidelijkheid - voorstellen nog een artikellid aan artikel 3.1 toe te voegen.

Wij stellen voor het volgende extra artikellid toe te voegen aan artikel 3.1: "Het is verboden om aan boord van een schip, door middel van geperst gas of stoom, het uitlaatgassensysteem van verbrandingsmotoren naar de buitenlucht door te blazen, waardoor roet uit het schip ontsnapt." Artikel 3.1 van de voorgestelde verordening komt dan als volgt te luiden: Artikel 3.1 Verontreiniging van lucht; stank, hinder of risico veroorzakende stoffen 1. Het is verboden om aan boord van een schip, door middel van geperst gas of stoom, het uitlaatgassensysteem van verbrandingsmotoren naar de buitenlucht door te blazen, waardoor roet uit het schip ontsnapt. 2. Het is verboden stoffen uit een schip te laten ontsnappen, waardoor gevaar, schade of hinder ontstaat of kan ontstaan. 3. Het college kan van het in het eerste en tweede lid gestelde verbod ontheffing verlenen. 10) Verzoek van de D66-fractie Vanuit de D66 fractie kwam een opmerking over artikel 4.4 van de voorgestelde verordening: "Betreden van woonruimte" in relatie tot de bevoegdheid om een machtiging te verstrekken als bedoeld in de Algemene wet op het binnentreden. In 4.4 artikel staat dat een machtiging van het college nodig is om zonder toestemming een woning (van een schip) te betreden. In artikel 3, tweede lid van de Algemene wet op het binnentreden is opgenomen dat alleen de burgemeester deze machtiging kan verlenen. Er wordt voorgesteld om de tekst "met machtiging van het college" uit de redactie van het artikel te schrappen. Het artikel is alleen bedoeld om personen aan te wijzen die bevoegd zijn om een woning te betreden. De bevoegdheid tot het binnentreden van woningen zonder toestemming vloeit voort uit artikel 149a van de Gemeentewet. De machtiging, en wie deze kan verstrekken, is voorts geregeld in de Algemene wet op het binnentreden. Het artikel komt dan als volgt te luiden: Artikel 4.4 Betreden van woonruimten Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften die strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner. Tot slot Bij het ter behandeling aangeboden raadsvoorstel RVB 15-007 4 "Vaststellen Havenverordening Bergen op Zoom 2016" was een bijlage gevoegd met een afwijkende lay-out. Bijgevoegd is de bijlage 1 (afbakening haven), met de zelfde layout als bijlage 2. Wij verzoek u vriendelijk om deze brief mee te nemen in uw beraadslaging en de aangepaste tekst van de verordening en bijlage vast te stellen. Hoogachtend, het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom,

HAVENVERORDENING BERGEN OP ZOOM 2016 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. binnenschip: schip, niet zijnde een zeeschip; b. college: college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom; c. exploitant: eigenaar, beheerder, rompbevrachter of ieder ander die zeggenschap heeft over het gebruik van het schip; d. gevaarlijke stoffen: stoffen die gevaar voor explosie, brand, corrosie, vergiftiging, bedwelming of straling kunnen opleveren, zoals vermeld in de IMO Code voor het vervoer van verpakte gevaarlijke stoffen over zee {International Maritime Dangerous Goods Code), de Code voor de bouw en uitrusting van schepen die gevaarlijke chemicaliën in bulk vervoeren {International Bulk Chemica! Code), de Internationale Code voor de bouw en uitrusting van schepen die vloeibaar gemaakte gassen in bulk vervoeren (International Gas Carrier Code) en het in de bijlage bij het Europees Verdrag inzake het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over binnenwateren opgenomen Reglement (ADN), met uitzondering van eetbare oliën; e. havenmeester: de als zodanig door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar; f. haven: de Theodorushaven, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 1 bij deze verordening, bestaande uit: de buitenhaven, omvattende de vaargeul binnen de strekdammen tot de schutsluis, vormende de toegang tot de binnenhaven van de Theodorushaven en de Cees de Boer haven; Burgemeester Peterssluis; de binnenhaven, omvattende het havenkanaal vanaf de schutsluis tot aan het worteleinde met zwaaikom; alsmede alle daartoe behorende kaden, kunstwerken, meergelegenheden, trappen, scheepshellingen, dokken, scheepsreparatiewerven en los- en laadplaatsen; g. kapitein: degene die de feitelijke leiding over een zeeschip voert; h. ladingresiduen: de restanten van lading in ruimen of tanks aan boord die na het lossen en schoonmaken achterblijven, met inbegrip van restanten na lading of lossing en morsingen; i. scheepsafval: afval, met inbegrip van residuen, niet zijnde ladingresiduen, en sanitair afval, dat ontstaat tijdens de bedrijfsvoering van een schip en dat valt onder de reikwijdte van bijlagen 1, IV, Ven VI van het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen, met Protocollen en Bijlagen met Aanhangsels, en met het op 17 februari 1978 te Londen tot stand gekomen Protocol bij dat Verdrag met Bijlage en Aanhangsels, alsmede ladinggebonden afval, zijnde al het materiaal dat aan boord bij de stuwage en verwerking van de lading als afval overblijft, met inbegrip van stuwmateriaal, schoorpalen, laadborden, verpakkingsmateriaal, houten platen, papier, karton, draad en stalen banden;] j. schip: elk vaartuig met inbegrip van een watervliegtuig, een draagvleugelboot, een luchtkussenvoertuig, een boorinstallatie, een werkeiland of soortgelijk object, een baggermolen, een drijvende kraan, een elevator, een ponton, een drijvend werktuig, duwbak, een drijvend voorwerp of een drijvende inrichting; k. schipper: degene die de feitelijke leiding over een binnenschip voert; 1. tankschip: schip, gebouwd of aangepast en gebruikt voor het vervoer van onverpakte vloeibare lading in zijn laadruimten; m. vaste ligplaats: een daartoe aangewezen ligplaats voor een schip in het openbare water van de haven, welke uitsluitend mag worden ingenomen met toestemming zoals bedoeld in artikel 2.3, derde lid van deze verordening. n. zeeschip: schip dat wordt gebruikt voor de vaart ter zee of dat blijkens zijn constructie uitsluitend of in hoofdzaak voor de vaart ter zee is bestemd en elk schip dat is voorzien van een document, afgegeven door het bevoegde gezag van het land waar het schip is ingeschreven, waaruit blijkt dat het geschikt is voor de vaart ter zee. Artikel 1.2 Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing in de haven. Artikel 1.3 Beslistermijn 1. Het college beslist op een aanvraag voor een vergunning of ontheffing binnen 4 weken na de datum van ontvangst van de aanvraag. 2. Het college kan binnen 4 weken na ontvangst van de aanvraag deze tennijn eenmaal met ten hoogste 4 weken verlengen. 3. Afdeling 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht is op het eerste lid van toepassing. Artikel 1.4 Voorschriften en beperkingen Het college kan aan een vergunning en ontheffing voorschriften en beperkingen verbinden. Artikel 1.5 Geldigheidsduur 1. Tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald, wordt een vergunning verleend voor de duur van 1 jaar. 2. Een ontheffing voor een eenmalige gedraging of handeling wordt verleend voor de duur van die gedraging of handeling, met dien verstande dat de ontheffing voor maximaal zes maanden wordt verleend. 3. Dit artikel geldt niet voor vergunningen ten aanzien van vaste ligplaatsen. Artikel 1.6 Weigerings, wijzigings en intrekkingsgronden Het college kan een vergunning of ontheffing in ieder geval weigeren, wijzigen of intrekken als: a. dit in het belang van de orde, de veiligheid en het milieu in of in de omgeving van de haven, of de kwaliteit van de dienstverlening in de haven noodzakelijk is; b. de daaraan verbonden voorschriften of beperkingen niet zijn of worden nagekomen; c. op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na de verlening daarvan, intrekking of wijziging noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter beschenning waarvan deze is vereist; d. ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt; e. hiervan geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij gebreke van een gestelde termijn, binnen een redelijke tennijn; of f. de houder dit verzoekt. Artikel 1.7 Verplichtingen van houders van toestemmingen Degene aan wie een vergunning of ontheffing is verleend houdt deze, of een kopie hiervan, aan boord van het schip waarop deze betrekking heeft, tenzij het een schip zonder bemanningsverblijf betreft. Artikel 1.8 Normadressaat 1. Tenzij in deze verordening anders is bepaald, is de kapitein of de schipper verantwoordelijk voor de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening. 2. Bij afwezigheid van een kapitein of schipper, is de exploitant verantwoordelijk voor de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening. Artikel 1.9 Aanwijzing havenmeester Het college wijst de havenmeester(s) aan. Artikel 1.10 Nadere regels Het college kan nadere regels stellen in het kader van de orde, de veiligheid, de bescherming van het milieu, de kwaliteit van de dienstverlening in of in de omgeving van de haven of ter voorkoming van gevaar, schade of hinder, over: a. de gegevens die aan de havenmeester moeten worden gemeld voordat met een schip een haven wordt aangedaan, voordat ligplaats wordt ingenomen of voordat bepaalde activiteiten worden ondernomen; b. de wijze waarop de melding, bedoeld onder a, dient plaats te vinden; c. de wijze waarop een aanvraag om een vergunning dient plaats te vinden;

d. de voorwaarden waaronder schepen zich in een door het college aangewezen gebied mogen bevinden, welke betrekking kunnen hebben op daar te ondernemen activiteiten en op eisen waaraan schepen of bemanning moeten voldoen om deze activiteiten te mogen ondernemen; e. de aanvraag van een vergunning als bedoeld in de artikelen 2.3, derde lid; f. de wijze van afmeren van schepen en het innemen van een ligplaats; g. gebruik van faciliteiten of het uitvoeren van werkzaamheden in de haven. 2 Orde in en gebruik van de haven Artikel 2.1 Verkeerstekens 1. Het college kan in de haven verkeerstekens plaatsen die zijn vermeld in het Binnenvaartpolitiereglement en deze voorzien van nadere aanduidingen. 2. Het is verboden te handelen in strijd met verkeerstekens of de daarbij behorende nadere aanduidingen. 3. Het college kan van het in het tweede lid gestelde verbod ontheffing verlenen. Artikel 2.2 Aansprakelijkheid en schade 1. De schipper of kapitein is te allen tijde verantwoordelijk voor schip en bemanning. 2. De schipper of kapitein is verplicht de nodige voorzorgen te nemen, dat met zijn vaartuig geen schade of ongeluk wordt veroorzaakt en in het algemeen de veiligheid niet in gevaar wordt gebracht. 3. Wanneer een vaar- of voertuig schade heeft veroorzaakt aan enig werk in de haven of op de kade, geeft de schipper of kapitein dan wel bestuurder hiervan onmiddellijk kennis aan de havenmeester. De schipper of kapitein dan wel bestuurder blijft aansprakelijk voor de schade door hem aan de haven toegebracht. Artikel 2.3 Ligplaatsenoverzicht Het college kan een ligplaatsenoverzicht vaststellen, dat in elk geval bevat een kaart van de haven met daarop aangegeven: a. de plaatsen of gebieden die bestemd zijn om ligplaats te nemen; b. indien van toepassing, de plaatsen of gebieden die bestemd zijn voor bepaalde categorieën schepen; c. indien van toepassing, de plaatsen of gebieden die bestemd zijn voor ligplaatsvergunninghouders. Artikel 2.4 Ligplaats 1.Alvorens een ligplaats in te nemen is de schipper of kapitein, die geen vaste ligplaats heeft, verplicht zich te melden bij de havenmeester. 2.Het is verboden een schip ligplaats te doen nemen of zich met een schip op een ligplaats te bevinden, tenzij dit geschiedt in overeenstemming met geplaatste verkeerstekens en de daarbij behorende nadere aanduidingen en met instemming/ goedkeuring van de eigenaar, huurder of erfpachter van het aan de plaats gelegen terrein. 3. Vaste ligplaatsen worden uitgegeven en aangewezen door het college. 4. Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot het uitgeven van vaste ligplaatsen. Artikel 2.5 Duur verblijf in haven 1. Het is verboden met een schip langer dan 90 dagen achtereen te verblijven in de haven. 2. Als een schip terugkeert in de haven zonder dat er sprake is geweest van bedrijfsmatig vervoer als bedoeld in artikel 1 van de Binnenvaartwet, wordt de looptijd dan wel overschrijding van de periode, bedoeld in het eerste lid, geacht niet te zijn onderbroken dan wel beëindigd. 3. Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen. Artikel 2.6 Voorzieningen en voorwerpen 1. Het verboden in de haven palen te slaan, balken, planken, masten, bomen, trappen of dergelijke voorwerpen te leggen en plaatsen. 2. Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op het plaatsen of aanbrengen van scheepstoebehoren en voorzieningen die dienen, en als zodanig in gebruik zijn, voor het laden en lossen van schepen of het aan wal zetten van personen. 3. Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen.

Artikel 2. 7 Verhalen van schepen 1. Het college kan een exploitant, kapitein of schipper schriftelijk opdragen een schip te verhalen of te doen verhalen naar een andere ligplaats, als dit in het kader van de bescherming van de orde, de veiligheid of het milieu in of in de omgeving van de haven noodzakelijk is. 2. Als geen gevolg wordt gegeven aan de opdracht een schip te verhalen kan het college het schip voor rekening en risico van de exploitant verhalen of doen verhalen. 3. In spoedeisende gevallen of als de exploitant onbekend is, kan het college het schip voor rekening en risico van de exploitant direct verhalen of doen verhalen. Artikel 2.8 Gebruik van voortstuwers, boegschroeven of hekschroeven 1. Het is verboden voortstuwers, boegschroeven of hekschroeven te gebruiken als het schip: a. aan de grond zit; b. gemeerd, ten anker of op spudpalen ligt; of c. ter hoogte van de kade of oever wordt gaande gehouden of tegen de kade of oever wordt gedrukt, anders dan noodzakelijk voor het ontmeren of afmeren. 2. Tijdens het gebruik van voortstuwers, boegschroeven of hekschroeven is een persoon die bekend is met de bediening van het schip in de stuurhut aanwezig. Artikel 2.9 Plezier en zeilvaart in de haven en zwemverbod 1. Het is verboden zich met een pleziervaartuig, waarmee al dan niet eveneens bedrijfsmatig wordt gevaren, in de haven te bevinden, tenzij het schip zich rechtstreeks en zonder onderbreking begeeft naar de jachthaven waar het in overeenstemming met het ligplaatsenoverzicht, de geplaatste verkeerstekens en de daarbij behorende nadere aanduidingen ligplaats zal innemen. 2. Onder pleziervaartuig wordt verstaan een vaartuig dat is bestemd of wordt gebruikt voor sportbeoefening of vrijetijdsbesteding. 3. De binnenhaven in- en uitvaren met getrokken zeilen is niet toegestaan. 4. Het college kan in geval van een evenement als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening voor Bergen op Zoom ontheffing verlenen van de in het eerste en derde lid gestelde verboden. 5. Het is verboden in de haven te zwemmen. 6. Het college kan van de in het eerste en derde lid gesteld verbod ontheffing verlenen. Artikel 2.1 O Vaarsnelheid Onverminderd het bepaalde in het Binnenvaartpolitiereglement is het verboden om met een schip in de haven met een grotere snelheid dan 6 km per uur te varen. Artikel 2.11 Verplichting assistentie door ander schip a) Op aanwijzing van de havenmeester moet de schipper van een schip zijn schip doen assisteren door een ander schip. b) De schipper van een schip is verplicht de in lid 1 bedoelde aanwijzing op te volgen. c) Het is verboden aan de vaart deel te nemen indien aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing geen gevolg kan worden gegeven. Artikel 2.12 Overlast aan vaartuigen Tenzij bij of krachtens deze verordening anders bepaald is het anderen dan de eigenaar, kapitein of schipper van een schip niet toegestaan, zonder goedkeuring van de eigenaar, kapitein of schipper dat schip vast te houden, zich daarop te begeven, zich daarop te bevinden of los te maken. Artikel 2.13 Melding bedrijfsstoring, gebrek of schade 1. Bedrijfsstoringen, gebreken of schades aan of aan boord van een schip die gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken aan het schip of de omgeving, worden direct aan de havenmeester gemeld. 2. De melding bedoeld in het eerste lid vindt plaats per telefoon, per marifoon op het daarvoor bestemde kanaal of per e-mail. Artikel 2.14 Maatregelen bij ijsgang of dichtgevroren water

Bij ijsgang of dichtgevroren water in de haven is de schipper verplicht, als hij met zijn schip een ligplaats wenst in te nemen of te verlaten, dan wel een aanwijzing als bedoeld in artikel 4.1 daartoe ontvangt, voor zijn rekening en risico zo nodig het ijs te breken of een sleepboot te gebruiken. Artikel 2.15 Aanwijzen gebieden Het college kan gebieden aanwijzen waar schepen zich alleen mogen bevinden onder de door het college nader te bepalen voorwaarden, bedoeld in artikel 4.1, onder lid 1. 3 Veiligheid en bescherming milieu in en in de omgeving van de haven Artikel 3.1 Verontreiniging van lucht; stank, hinder of risico veroorzakende stoffen 1. Het is verboden om aan boord van een schip, door middel van geperst gas of stoom, het uitlaatgassensysteem van verbrandingsmotoren naar de buitenlucht door te blazen, waardoor roet uit het schip ontsnapt. 2. Het is verboden stoffen uit een schip te laten ontsnappen, waardoor gevaar, schade of hinder ontstaat of kan ontstaan. 3.Het college kan van het in het eerste en tweede lid gestelde verbod ontheffing verlenen. Artikel 3.2 Gebruik afvalverbrandingsoven Het is eenieder verboden aan boord van een schip een afvalverbrandingsoven in gebruik te hebben. Artikel 3.3 Melding en verwijdering van te water geraakte stoffen of voorwerpen Degene door wiens toedoen een voorwerp of stof vrijkomt of in het water terechtkomt, waardoor gevaar, schade of hinder wordt of kan worden veroorzaakt, draagt ervoor zorg dat: a. daarvan onmiddellijk kennis wordt gegeven aan de havenmeester; en b. de stof of het voorwerp onmiddellijk wordt verwijderd, tenzij dit redelijkerwijs niet uitvoerbaar is. Artikel 3.4 Veilige toegang 1. Een afgemeerd schip beschikt over een toegang welke geen gevaar of schade aan personen kan veroorzaken. 2. Het eerste lid geldt niet met betrekking tot binnenschepen waarbij: a. de feitelijke situatie dit onmogelijk maakt ten gevolge van laad- of loshandelingen; of b. het afmeren van korte duur is. Artikel 3.5 Verbod gebruik hoofdmotor Het is verboden in door het college aangewezen gebieden op een afgemeerd schip de hoofdmotor in werking te hebben, met uitzondering van direct voor vertrek van het schip. Artikel 3.6 Verbod scheepsafval en vergunning ontvangstvoorzieningen 1. Het is verboden zonder vergunning van het college scheepsafval, overige schadelijke stoffen of restanten van schadelijke stoffen die rechtstreeks afkomstig zijn van schepen die de haven aandoen in ontvangst te nemen. 2. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor huishoudelijk afval. 3. Onverminderd artikel 1.4 kan het college voorschriften en beperkingen verbinden aan een vergunning als bedoeld in het eerste lid, die onder meer betrekking kunnen hebben op: a. de soort ontvangstvoorzieningen en de veranderingen daarvan; b. geschiktheid en beschikbaarheid van de ontvangstvoorzieningen; c. de verplichting tot het in ontvangst nemen van scheepsafvalstoffen; d. de soorten stoffen waarvoor de aanwijzing geldt; e. melden van ontvangst van scheepsafvalstoffen en het verstrekken van gegevens daaromtrent; f. de maximale verblijfsduur van de ontvangen stoffen in de ontvangstvoorzieningen en het verstrekken van gegevens en houden van registratie daaromtrent, of; g. het afleveren van de ontvangen stoffen. Artikel 3.7 Deugdelijk afmeren 1. Het is eenieder verboden te laden of te lossen op een schip dat op ondeugdelijke wijze is afgemeerd.

2. Indien een schip naar beoordeling van de havenmeester ondeugdelijk is afgemeerd kan deze bepalen dat de laad- en laswerkzaamheden terstond worden gestaakt. 3. Het is verboden om de Safe Working Load van aan de wal geplaatste bolders te overschrijden. De Safe Working Load van bolders geldt bij een verticale troshoek van maximaal 45 graden. 4. Vaartuigen die ongeladen zijn of niet direct geladen of gelost moeten worden, moeten indien dit noodzakelijk is, plaats maken of verplaatst worden voor vaartuigen die terstond moeten laden en lossen. Artikel 3.8 Gebruik van ankers 1. Het is verboden een anker te gebruiken, tenzij: a. ligplaats wordt genomen in een boeienspan of een palenligplaats; of b. dit geschiedt door een drijvende kraan, waarbij zeker is gesteld dat gebruik van een anker geen schade toebrengt aan de in de onderwaterbodem aangebrachte leidingen, kabels, duikers of oever- of kadeverdedigingswerken en het voornemen daartoe overeenkomstig het tweede lid aan de havenmeester is gemeld. 2. De melding bedoeld in het eerste lid, onder b, vindt plaats per telefoon, per marifoon op het daarvoor bestemde kanaal, of per e-mail. 3. Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen. Artikel 3.9 Gebruik van spudpalen 1. Het is verboden een spudpaal te gebruiken, tenzij dit geschiedt in overeenstemming met ter plaatse aangebrachte verkeerstekens en nadere aanduidingen als bedoeld in artikel 2.1. 2. Onder spudpaal wordt verstaan een voorziening waarmee een schip zichzelf in de bodem kan verankeren door middel van verticale meerpalen waarmee het schip zelf is uitgerust; 3. Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen. Artikel 3.10 Gebruik generatoren door schepen 1. Het is verboden om in door het college aangewezen gebieden aan boord van een schip een generator te gebruiken. 2. Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen. Artikel 3.11 Verrichten van werkzaamheden 1. Het is eenieder verboden om aan, buitenboord of onder een schip of aan een voorwerp aan boord van een schip werkzaamheden te verrichten of doen verrichten, die verband houden met de bedrijfsgereedheid, de aanpassing, het herstel of de verbetering van het schip of het voorwerp, tenzij: per scheepsbezoek aan de haven de te verrichten werkzaamheden ten hoogste drie dagen in beslag nemen en er door de werkzaamheden geen gevaar, schade of hinder kan ontstaan, en: a. als de werkzaamheden plaatsvinden op een tankschip of aan of in een brandstoftank van een schip, er voor de reparatiewerkzaamheden door een gasdeskundige als bedoeld in artikel 4.1 van de Arbeidsomstandighedenregeling een Veiligheids- en Gezondheidsverklaring is afgegeven voor de uit te voeren werkzaamheden; b. dat doelmatige brandblusmiddelen en personen die met het gebruik van die middelen bekend zijn beschikbaar zijn, en; c. de werkzaamheden plaatsvinden op ten minste 25 meter van gevaarlijke stoffen of brandbaar materiaal. 2. Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen. Artikel 3.12 Ontsmetten van schepen 1. Het is verboden een schip of de lading te ontsmetten door het te behandelen met gassen of stoffen die gassen afstaan. 2. In afwijking van het eerste lid is het verboden een schip, geladen met losgestorte bulklading in vaste vorm die is behandeld met gassen of stoffen die gassen afstaan, te ontsmetten, tenzij dit wordt gedaan door een gasmeetdeskundige die in het bezit is van een bewijs van vakbekwaamheid als bedoeld in artikel 71, tweede en vierde lid, van de Wet gewasbescherming en biociden, en voor het schip een verklaring is afgegeven dat het schip en de lading voldoende vrij zijn van gassen of stoffen. 4 Handhaving

Artikel 4.1 Aanwijzingen 1. Het college kan mondeling of schriftelijk aanwijzingen geven in het belang van de orde en veiligheid in de haven, in het bijzonder ter regeling van het scheepvaartverkeer, het nemen van ligplaats en ter voorkoming van gevaar, schade of hinder. 2. Degene tot wie een aanwijzing is gericht, is gehouden de aanwijzing onmiddellijk op te volgen. Artikel 4.2 Strafbepaling Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie. Artikel 4.3 Toezichthoudende ambtenaren 1. Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de havenmeester( s). 2. Het college kan daarnaast ook andere personen aanwijzen die met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast. Artikel 4.4 Betreden van woonruimten Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften die strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner. 5 Overgangs en slotbepalingen Artikel 5.1 Inwerkingtreding 1. Deze verordening treedt ingevolge artikel 142 van de Gemeentewet in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking. 2. De Havenverordening voor de gemeente Bergen op Zoom 1994, vastgesteld op 23 december 1993, wordt ingetrokken op het moment dat de in het eerste lid van dit artikel genoemde verordening in werking treedt. Artikel 5.2 Overgangsrecht 1. Een krachtens de Havenverordening voor de gemeente Bergen op Zoom 1994 verleende vergunning, ontheffing geldt als vergunning of ontheffing verleend krachtens deze verordening. Het college kan deze ambtshalve vervangen door een vergunning of ontheffing krachtens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften. 2. Aanvragen om vergunning of ontheffing die zijn ingediend onder de Havenverordening voor de gemeente Bergen op Zoom 1994 maar waarop nog niet is beschikt bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig deze verordening. Artikel 5.3 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: Havenverordening Bergen op Zoom 2016.

L