Inventariserend veldonderzoek verkennende fase. Bosdreef 2 te Boskoop, gemeente Alphen aan de Rijn (ZH)

Vergelijkbare documenten
Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.)

Grotestraat 55 te Tubbergen, gemeente Tubbergen (Ov.)

Advies Bouwlocatie Oranjestraat te Tubbergen, gem. Tubbergen

Archeologisch vooronderzoek

Larenseweg te Holten, gemeente Holten- Rijssen (Ov.)

Inventariserend veldonderzoek verkennende fase Uitbreiding parkeerplaats Dorpstraat 28 te Harskamp, gem. Ede (Gld.)

Plattebaan 2, Schijf gemeente Rucphen (NB).

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek

Dikkenbergweg 33 te Bennekom, gem. Ede (Gld.)

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel)

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht (gemeente Zuidplas). Notitie TML554

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Bureau voor Archeologie Rapport 273

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.

Heenvliet, Steenhoeck-Welleweg Gem. Bernisse (ZH.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /11Z

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Bureau voor Archeologie Rapport 205. Hoefweg, Bleiswijk, gemeente Lansingerland: een booronderzoek

4 Archeologisch onderzoek

Bureauonderzoek en karterend booronderzoek Oranjeboomlaan 16 te Wezep, gemeente Oldebroek (Gld.)

Ede, Roekelse Bos (gem. Ede)

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Bureau voor Archeologie. Plan van Aanpak booronderzoek Achterdijk 2-1, Arkel, gemeente Giessenlanden

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

INVENTARISEREND VELDONDERZOEK ARCHEOLOGIE GEMAAL KORFTLAAN, DELFT 4 OKTOBER 2016

Middelburgseweg te Waddinxveen, gemeente Waddinxveen (ZH)

6500 voor Chr. RAAP-NOTITIE 4478 Plangebied Noorderweg 27 te Noordwijk 3750 voor Chr. Gemeente Marum Archeologisch vooronderzoek: een verkennend veldo

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Archeologische Quickscan

Waterberging Ackerdijksepolder in Pijnacker (gemeente Pijnacker-Nootdorp)

Heemsteedsekanaaldijk/Overeindse weg

Bureau voor Archeologie Rapport De Duynkant, Castricum, gemeente Castricum: booronderzoek

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

memo Locatiegegevens: Inleiding

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Laagland Archeologie Rapport 52

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Amsterdamseweg te Amstelveen

Dordrecht Ondergronds / Briefrapport 1. Dordrecht - Meidoornlaan

RAAP-NOTITIE Plangebied Burloseweg Gemeente Winterswijk Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Bruningsstraat, Werkendam gemeente Werkendam (NB).

Hoofdweg 39 te Slochteren (gemeente Slochteren) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Bijlage 11 bij toelichting Bestemmingsplan Verbreding N444 en reconstructie Nagelbrug, Voorhout

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden

Steenbergen Plangebied Doornedijkje 26

Wildemanstraat te Elst. rapport 2766

Ranst Vaartstraat, Pomuni Trade (gemeente Ranst)

Archeologisch bureauonderzoek & inventariserend veldonderzoek, verkennende fase. Sportlaan, Heerjansdam, Gemeente Zwijndrecht, B&G rapport 899

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Oude Amersfoortseweg 99 te Hilversum rapport 2022

Laagland Archeologie Rapport 202. Ampenseweg (nabij 4), Lochem gemeente Lochem (GD).

Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek verkennende fase Lariksweg 8 Epe, gem. Epe (Gld.)

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

Inleiding. Vigerend beleid en bevoegd gezag. Quick scan archeologie: Trajectstudie Bochtverbetering Alphen a/d Rijn. Utrecht, 25 november 2012

Reconstructie N270 gedeelte Deurne Limburgse grens, gemeente Deurne (NB).

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Cultuurhistorische inventarisatiescan nieuwe scoutingterrein Broekpolder

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. Honderdland Ontwikkelingscombinatie cv Honderdland, fase2

Archeologisch booronderzoek voor het plangebied Ringbaan Noord-Maasstraat te Tilburg. Koen Hebinck

Quickscan Archeologie. Forellenvisvijvers De Huif Aan de Uilenweg 2 Lelystad, gemeente Lelystad

Archeologische Quickscan

OMnummer: Datum: Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr ) Opdrachtgever (LS01)

Archeologisch booronderzoek voor het plangebied Utrechtseweg 82 te Zeist. K oen Hebinck

Archeologische Quickscan

PLAN VAN AANPAK Waarderend booronderzoek

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.)

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Nieuw Delft veld 6, 8 (oostelijk deel), 9 en kademuur Nieuwe Gracht Zuid

30 sept OU

Kruising van de van Heuven-Goedhartlaan met de Weg om de Noord/Kruisweg te Hoofddorp (gemeente Haarlemmermeer)

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas

Methusalemlaan 59 en omgeving te Ugchelen rapport 2583

Konijnenwal 13a te Ermelo, gem. Ermelo (Gld.)

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Plangebied Visvijvers te Gendt

Een leidingsleuf in Katwijk Klei-Oost Zuid. Een archeologische begeleiding aan de Trappenberglaan te Rijnsburg. A. Porreij-Lyklema. Archol.

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Quickscan Archeologie. Bedrijfsunits te Deil. Gemeente Geldermalsen

RAAP-NOTITIE Plangebied Weideveld. Gemeente Bodegraven Een archeologische begeleiding

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Rotterdamseweg 202 in Delft

Archeologisch veldonderzoek Hoogheemraadschap van Delfland

Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn

Plangebied kapschuur aan de Holte 17 te Onstwedde

Transcriptie:

Laagland Archeologie Rapport 30 Inventariserend veldonderzoek verkennende fase. Bosdreef 2 te Boskoop, gemeente Alphen aan de Rijn (ZH) 21oktober, 2016 Versie 1.0 (Concept) In opdracht van: BJZ.nl

Colofon Laagland Archeologie Rapport 30 Inventariserend veldonderzoek verkennende fase. Bosdreef 2 te Boskoop, gemeente Auteur: J.A.M. Oude Rengerink In opdracht van: BJZ.nu Foto s en tekeningen: Laagland Archeologie Status rapport: versie 1.0 concept Controle: E.W. Brouwer Autorisatie: J.A.M. Oude Rengerink ISSN 2468-4759 Laagland Archeologie V.O.F Van Ruysdaelbaan 106 5613 DL Eindhoven Tel 040-426796 E-mail: info@laaglandarcheologie.nl KvK-Nummer: 60294418 Laagland Archeologie V.O.F, Eindhoven, 21 oktober 2016 Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgevers. Laagland Archeologie V.O.F. aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek.

Samenvatting 5 1 Inleiding 6 1.1 Aanleiding onderzoek 6 1.2 Afbakening plan- en onderzoeksgebied 7 1.3 Administratieve gegevens 7 1.4 Huidige situatie en toekomstig gebruik 7 1.5 Voorziene bodemverstoringen 8 1.6 Onderzoeksdoel 8 2 Resultaten Quick scan en archeologische verwachting 10 2.1 Inleiding 10 2.2 Archeologische waarden en verwachting (in de directe omgeving van) het plangebied 10 2.3 Bodem en geologie 10 2.4 Gespecificeerde verwachting 11 2.5 Conclusie en advies 11 3 Veldwerk 12 3.1 Beschrijving onderzoeksmethodiek 12 3.2 Resultaten veldonderzoek 12 4 Interpretatie 14 4.1 Geologie en fysische geografie 14 4.2 Archeologie 16 5 Conclusie 17 5.1 Algemeen 17 5.2 Onderzoeksvragen 18 6 Selectieadvies 19 literatuur 20 BIJLAGE 1 AMZ-cyclus 21 BIJLAGE 2 Archeologische perioden 22 BIJLAGE 3 Boorstaten (separate Pdf) 23 BIJLAGE 4 Boorpuntenkaart 24

Samenvatting Laagland Archeologie heeft op 23 oktober 2016 een verkennend booronderzoek uitgevoerd ter plaatse van het adres Bosdreef 2 te Boskoop. Het onderzoek vond plaats in verband met de aanvraag van een omgevingsvergunning vanwege het voornemen op het perceel een nieuwe woning te bouwen. Het bestemmingsplan Actualisatie Dorp is gebaseerd op de archeologische waardenkaart van provincie Zuid-Holland. Hierop is aangegeven dat er een hoge verwachting geldt. Op grond van een archeologische quickscan die is opgesteld door de Omgevingdienst Midden Holland werd er voor het perceel een gespecificeerde verwachting opgesteld. De hoge verwachting is gebaseerd op de aanwezigheid van een stroomgordel in de ondergrond. Bij het veldonderzoek is geconstateerd dat de ondergrond bestaat uit lagunaire wad- en kwelderafzettingen met een tussenliggende veenlaag. Hoewel geboord is tot een diepte waarop de bovenkant van de verwachte stroomgordel aanwezig is (circa 8,5 m NAP) is deze vermoedelijk niet aangetroffen. Mogelijk is de top van de stroomgordel geërodeerd als gevolg van mariene inbraken en de daaropvolgende afzettingen van zand en klei in een wad- en kweldermilieu. Archeologische indicatoren of archeologische lagen zijn evenmin aangetroffen. Daarmee kan gesteld worden dat er met het booronderzoek geen vindplaats is aangetoond. De archeologische verwachting zoals gesteld in de quick-scan dient daarom te worden afgeschaald naar een lage verwachting. Omdat er geen aanwijzingen voor een archeologische vindplaats zijn aangetroffen w ordt door Laagland Archeologie geadviseerd geen aanvullend archeologisch onderzoek te laten uitvoeren en gelden er ten aanzien van archeologische waarden in het plangebied geen verdere bezwaren tegen de voorgenomen ontwikkeling.

HOOFDSTUK 1INLEIDING 1.1 AANLEIDING ONDERZOEK Het onderzoek wordt uitgevoerd in verband met de sloop van de bestaande woning en de bouw van een nieuwe woning aan de Bosdreef 2 te Boskoop. Volgens het bestemmingsplan Actualisatie Dorp 2011 is archeologisch onderzoek ten behoeve van een omgevingsvergunning noodzakelijk indien (bouw)werkzaamheden plaatsvinden over een oppervlakte groter dan 150 m² en dieper dan 30 cm. Op basis van een archeologische quick-scan oordeelt de Omgevingsdienst Midden Holland het noodzakelijk dat er een archeologisch onderzoek wordt uitgevoerd. Dit onderzoek moet bestaan uit een verkennend booronderzoek waarbij vijf boringen geplaatst worden tot in de afzettingen van de ondergrondse stroomgordel. 1 Afbeelding 1. Ligging van het plangebied 1 Omgevingsdienst Midden Holland. Quickscan Archeologie Bosdreef 2 te Boskoop. Documentkenmerk 2016216101. Datum 3 oktober 2016. 6

1.2 AFBAKENING PLAN- EN ONDERZOEKSGEBIED Het plangebied omvat het kadastrale perceel D 2418 (Boskoop)en heeft een oppervlakte van circa 740 m 2. De nieuw te bouwen woning zal grotendeels overlappen met het grondvlak van de bestaande woning maar reikt ook deels nog buiten dit grondvlak. Het inventariserend veldonderzoek zal worden uitgevoerd in een zone van circa 2 meter rond de bestaande woning. Deze zone wordt aangeduid als onderzoeksgebied. 1.3 ADMINISTRATIEVE GEGEVENS OBJECTGEGEVENS PLANGEBIED Projectnaam Plaats Gemeente Provincie Kaartblad Coördinaten hoekpunten Inventariserend veldonderzoek verkennende fase. Bosdreef 2 te Boskoop, gemeente Boskoop Alphen aan de Rijn Zuid Holland 31W Centrum: 103996/453193 Oppervlakte perceel circa 740 m 2 Omvang bodemverstoring circa 340 m 2 Diepte geplande 100 cm mv + heipalen bodemverstoring Onderzoeksaanmelding Archis 3 4018704100 Uitvoeringsperiode onderzoek Oktober 2016 Beheerder en plaats Laagland archeologie VOF, vestiging Ootmarsum. documentatie Tabel1. Objectgegevens. 1.4 HUIDIGE SITUATIE EN TOEKOMSTIG GEBRUIK In de huidige situatie bestaat het plangebied uit een woning met tuin en verharding. In de nieuwe situatie zal dit onveranderd blijven. De bestaande woning wordt gesloopt en er wordt een nieuwe grotere woning gebouwd (zie afbeelding 2). 7

Afbeelding 3. Locatie van het plangebied (rood omlijnd). 1.5 VOORZIENE BODEMVERSTORINGEN Vanwege de bouw van de woningen zal er tot circa 1 meter diepte worden gegraven om funderingen aan te kunnen leggen. De fundering komt op heipalen. De omvang van de geplande verstoring bedraagt ongeveer 340 m 2. 1.6 ONDERZOEKSDOEL Het uitgevoerde onderzoek behoort tot de eerste fasen in het huidige archeologische onderzoeksproces (zie bijlage 1). Het inventariserend veldonderzoek bestaat uit een verkennend booronderzoek en heeft tot doel het archeologisch verwachtingsmodel te toetsen om daarmee te kunnen beoordelen of er eventueel vervolgonderzoek nodig is. Op grond van de resultaten van dit onderzoek kan worden beoordeeld of en zo ja, welke vorm van vervolgonderzoek nodig is om de archeologische waarde van het gebied te kunnen vaststellen. Voor realisering van de doelstelling wordt de volgende vraagstelling gehanteerd: 8

Wat is de fysisch-geografische situatie van het gebied? Hoe is de bodemopbouw in het plangebied en in welke mate is deze nog intact? Wat is de invloed van de geomorfologische en bodemkundige aspecten van het plangebied op bewoning en gebruik in het verleden? Wat is de specifieke verwachting van het plangebied ten aanzien van archeologische waarden? (complextype, diepteligging, periode en kenmerken)? In hoeverre worden eventueel aanwezige archeologische waarden bedreigd door de voorgenomen bodemingrepen? Indien mogelijk aanwezige archeologische waarden worden bedreigd door de geplande bodemingrepen, hoe kan planaanpassing schade aan deze resten voorkomen of beperken? 9

HOOFDSTUK 2RESULTATEN QUICK SCAN EN ARCHEOLOGISCHE VERWACHTING 2.1 INLEIDING Vanwege de aanvraag voor een omgevingsvergunning is door de Omgevingsdienst Midden-Holland een quick-scan opgesteld waarin op een beknopte wijze de archeologische verwachting voor het onderzoeksgebied is bepaald. 2 2.2 ARCHEOLOGISCHE WAARDEN EN VERWACHTING (IN DE DIRECTE OMGEVING VAN) HET PLANGEBIED Op de historische kaart van 1811 ligt het plangebied in een zeer waterrijk gebied. Woningen zijn niet aanwezig. Het bestemmingsplan Actualisatie Dorp is gebaseerd op de archeologische waardenkaart van de provincie Zuid-Holland. Hierop is aangegeven dat een hoge verwachting geldt. Deze hoge verwachting is gebaseerd op de aanwezigheid van een stroomgordel in de ondergrond. Vanwege de veenontginningen in de late middeleeuwen is een groot deel van het oorspronkelijke maaiveld en het archeologische oppervlak niet meer aanwezig. De stroomgordel ligt daardoor dichter onder het huidige maaiveld dan voorheen. 2.3 BODEM EN GEOLOGIE De bodem bestaat voornamelijk uit veen, doorsneden met kleilagen. De eerste 50 cm zal bestaan uit zand afkomstig van een ophogingslaag ten behoeve van de ontwikkeling van het plangebied. In het plangebied is een stroomgordel aanwezig. De exacte diepte is onbekend. Vanwege de veenontginningen in de late middeleeuwen ligt de stroomgordel dichter onder het oppervlak dan in de vroege middeleeuwen en ouder. Deze bodemopbouw wordt bevestigd door het milieukundig bodemonderzoek dat is uitgevoerd op de locatie. 2 Omgevingsdienst Midden-Holland. Quickscan Archeologie Bosdreef 2 te Boskoop. Documentkenmerk 2016216101. Datum 3 oktober 2016. 10

2.4 GESPECIFICEERDE VERWACHTING In het plangebied is voor zover bekend niet eerder archeologisch onderzoek uitgevoerd. Zoals hierboven geschetst, kan bewoning aanwezig zijn geweest op de (oevers) van de stroomgordel. Hoewel de funderingsbalken waarschijnlijk niet tot in de afzettingen van de stroomgordel reiken, is nog wel archeologisch onderzoek noodzakelijk. De heipalen reiken namelijk wel tot in deze afzettingen waardoor archeologische resten kunnen worden aangetast. 2.5 CONCLUSIE EN ADVIES De hoge verwachting voor het plangebied is terecht. Het is noodzakelijk dat een archeologisch verkennend onderzoek wordt uitgevoerd. Dit booronderzoek heeft tot doel te bepalen hoe diep de stroomgordel zich in de bodem bevindt en of bewoning mogelijk is geweest. Op basis van de resultaten kan worden beoordeeld of nader archeologisch onderzoek noodzakelijk is of dat het plangebied vrijgegeven kan worden. 11

HOOFDSTUK 3 VELDWERK 3.1 BESCHRIJVING ONDERZOEKSMETHODIEK De boringen zijn uitgevoerd conform het plan van aanpak (PvA). 3 Rondom de huidige woning zijn 5 boringen gezet. De boringen zijn gezet met behulp van een edelmanboor met een boordiameter van 7 cm en een gutsboor van 3 cm diameter. De boorkernen zijn versneden met een boormes en met het blote oog geïnspecteerd op het voorkomen van archeologische indicatoren. De boringen zijn ingemeten met behulp van meetlinten. De maaiveldhoogte is bepaald aan de hand van het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN2). De boorstaten en raaiprofielen zijn gedocumenteerd en opgesteld met behulp van het softwarepakket Boorstaten!. De boorstaten zijn afgebeeld in bijlage 3; de boorpuntenkaart is opgenomen in bijlage 4. De boringen zijn gezet tot een diepte van circa 3,5 tot 3,8 m mv (=8,5 tot 8,8 m NAP). 3.2 RESULTATEN VELDONDERZOEK Geologie en lithogenese Op basis van de boringen kan een lithologisch profiel van de ondergrond worden geschetst. In afbeelding 4 is een representatief voorbeeld profiel weergegeven. Op een diepte van circa 3 tot 3,5 meter is zeer fijn grijs matig siltig zand aanwezig. Dit zand gaat naar boven toe over in een kleipakket waarvan het onderste deel nog zandlaagjes bevat. Het betreft siltarme klei met soms plantenresten. Op dit kleipakket ligt een veenlaag met houtresten. De veenlaag wordt afgedekt met zwak siltige klei met soms plantenresten. De afdekkende laag bestaat uit zeer humeuze, soms venige, geroerde klei met incidenteel puinresten. Dit pakket heeft een dikte van circa 0,6 tot 1 m. 3 Oude Rengerink 2016. 12

Afbeelding 4. Voorbeeldprofiel boring 3 Het onderste zandpakket kan als een wad- en kwelderafzetting worden aangemerkt. De overgang naar het kleipakket bevat gelaagdheid van zand- of kleilaagjes en vormt een kenmerk van een overgang naar een rustiger lagunair afzettingsmilieu. De veenlaag is ontstaan in een fase waarin geen sedimentatie meer plaats vond nadat langs de kust de strandwalgordel het achterland had afgesloten. Het kleipakket op het veen is wederom een lagunaire mariene afzetting. In de bovenlaag op dit kleipakket zijn door menging en homogenisatie de resten van een oorspronkelijk veenpakket gemengd en zijn ook recente resten van wat puin opgenomen. Archeologie In de boringen zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Ook zijn er geen oude bodemniveaus en archeologische lagen waargenomen. 13

4 INTERPRETATIE 4.1 GEOLOGIE EN FYSISCHE GEOGRAFIE Het plangebied ligt op de stroomgordel van Waddinxveen. De afzettingen van deze stroomgordel worden gerekend tot de Formatie van Echteld. Het betreft fluviatiele afzettingen van een voormalige rivier die van ca. 5.360 tot 4.175 v. Chr. actief was. De hoogste zandhoogte ligt op een diepte van -6.5 m tot -8.5 m NAP. Tussen circa 3250 en 2850 v. Christus zijn zandige en kleiige wadafzettingen in het gebied afgezet,die behoren tot het Laagpakket van Wormer (Formatie van Naaldwijk). Met de verdere vorming van de strandwallen kwam het gebied in een lagunaire vlakte te liggen waarin zwaardere klei werd afgezet. Omstreeks 2200 jaar v. Chr. ontstond ten oosten van de huidige kustlijn een systeem van vrijwel gesloten strandwallen. In het gebied achter deze strandwallen trad onder invloed van grond- en rivierwater verzoeting op en ontstonden uitgestrekte veenmoerassen en ontstonden er veenlagen die worden gerekend tot de Formatie van Nieuwkoop. De vorming van veen werd enige malen onderbroken bij hernieuwde inbraakfasen waarbij wederom mariene kleilagen werden afgezet (Laagpakket van Wormer). Na het de laatste inbraken van de zee ontstond er een dik veenpakket. Vanaf het begin van de Late Middeleeuwen is dit veenpakket op grote schaal ontgonnen. De ontginning van het veen en de daarmee gepaard gaande ontwatering leidde tot een relatief snelle daling van het maaiveld. Later kwam hier de winning van veen (turf) als brandstof bij. Hierdoor is het veen grotendeels afgegraven en ontstonden kleine plassen die na verloop van tijd uitgroeiden tot kleine meren en vanaf de 17 e eeuw werden ingepolderd ( droogmakerijen ). Het plangebied ligt in de polder De Putte of De drooggemaakte De Putte (-polder). Tot circa 1880 was deze polder nog grotendeels een veenplas die pas kort nadien is drooggelegd. 14

Afbeelding 5. Locatie plangebied ten opzichte van de stroomrug van Waddinxveen (CHS- Zuidholland). Afbeelding 6. Locatie van het plangebied rond 1880 liggend ter plaatse van een veenplas (bron: topografische kaart rond 1880) In de boringen is het niet duidelijk of het zand van deze stroomgordel wel bereikt is. Het aangetroffen zand is zeer fijn matig siltig zand, terwijl van de stroomrug verwacht kon worden dat het om matig fijn siltarm zand zou gaan. Bovendien is de overgang van het zand naar de kleilaag een geleidelijke overgang met kenmerkende zand en kleilaagjes naar een kleilaag. Hoewel dit doet denken aan een zogenaamde fining upward sequentie die voor een stroomrug kenmerkend is, is het op basis van gegevens van boringen uit het 15

Dino-loket niet waarschijnlijk. De stroomrug van Waddinxveen zou als een fluviatiele afzetting tot de Formatie van Echteld behoren maar in boringen in de omgeving worden de kleilagen als afzettingen van het Laagpakket van Wormer aangeduid. Bovendien komen ook bij de sedimentatie tijdens en na mariene inbraken fining-upward sequenties voor. Waarschijnlijk is de bovenkant van de stroomrug van Waddinxveen bij de latere mariene inbraken geërodeerd en zijn er wad- en kwelderafzettingen voor in plaats gekomen. Een bodemhorizont die in de top van de stroomgordel van Waddinxveen gevormd zou kunnen zijn is niet waargenomen. Vermoedelijk is een eventuele top van de onderliggende stroomgordel geërodeerd. Ook in de top van het veenpakket is geen veraardingsniveau aangetroffen. Veraardingsniveaus in veen duiden op een stagnatie van de veengroei, vaak als gevolg van een betere ontwatering door bijvoorbeeld veenkreken die bij aan hernieuwde mariene invloed ontstaan. Het is dan denkbaar dat het veen dan een tijd lang bewoonbaar is. De overgang van veen naar klei is vrij geleidelijk en niet erosief. Dit duidt niet op een fase waarin de veengroei is gestagneerd en er een tijd lang bewoning mogelijk was. De kans op de aanwezigheid van een archeologische vindplaats is daarom zeer klein. De bovenliggende afzettingen zijn alle tot stand gekomen in een landschap dat voor vestiging van de mens niet geschikt was (veengebied en lagunair gebied). Vanaf de periode van circa 2200 v.chr. is er een dik veenpakket gevormd dat in de late middeleeuwen is afgegraven. Uit de periode vanaf 2200 tot in de late 19 e eeuw (inpoldering), kunnen er geen vindplaatsen aanwezig zijn. 4.2 ARCHEOLOGIE Het veldonderzoek heeft geen archeologische indicatoren opgeleverd. Ook zijn er op grond van afwijkende kleur en textuur geen aanwijzingen voor archeologische lagen aangetroffen. Gezien de aard van de afzettingen is de kans op het aantreffen van archeologische sporen en resten zeer klein. 16

HOOFDSTUK 5 CONCLUSIE. 5.1 ALGEMEEN Bij het veldonderzoek is geconstateerd dat de fysische staat van het onderzoeksgebied deels overeenkomt met de verwachting uit de quick-scan. De afzettingen van de genoemde stroomgordel zijn waarschijnlijk niet aangetroffen. Deze zijn vermoedelijk binnen het bereik van de uitgevoerde boringen (circa 8,5 m NAP) niet aanwezig en waarschijnlijk geërodeerd. De top van de tussenliggende veenlaag vertoont geen kenmerken van een stagnatie van veengroei en daarmee een bewoonbare fase. Het bovenste veenpakket dat ooit aanwezig was is afgegraven. Nadien is een veenplas ontstaan die pas in de late 19 e eeuw is drooggelegd. De kans dat er dan nog een vindplaats uit de periode van het laat-neolithicum tot en met de nieuwe tijd aanwezig is nihil. Ook uit oudere perioden worden geen vindplaatsen verwacht aangezien de landschappelijke condities in een lagunair gebied en een actief veenlandschap zeer ongeschikt voor menselijke bewoning waren. Er zijn verder in de boringen geen archeologische indicatoren en andere aanwijzingen voor een vindplaats aangetroffen. Daarmee kan gesteld worden dat er met het veldonderzoek geen vindplaats is aangetoond. De archeologische verwachting zoals gesteld in het bureauonderzoek dient daarom te worden afgeschaald naar een lage verwachting. 17

5.2 ONDERZOEKSVRAGEN Wat is de fysisch-geografische situatie van het gebied? De ondergrond bestaat uit afzettingen van de Formatie van Naaldwijk (lagunaire en estuariene klei- en zandlagen; Laagpakket van Wormer) en de Formatie van Nieuwkoop (veen). Deze afzettingen liggen op zanden van de Stroomgordel van Waddinxveen (Formatie van Echteld) die echter in de boringen niet is aangetroffen. Het voorheen aanwezige veendek is vermoedelijk in de late middeleeuwen afgegraven. Hoe is de bodemopbouw in het plangebied en in welke mate is deze nog intact? Wat is de invloed van de geomorfologische en bodemkundige aspecten van het plangebied op bewoning en gebruik in het verleden? In het plangebied is een bovenlaag aanwezig waarin geen specifieke bodemvorming is aangetroffen. Vermoedelijk is er in de recent of subrecent geroerde bovenlaag restveen van de voormalige veenplas omgewerkt en gehomogeniseerd. Er is echter geen intacte bodem meer aanwezig. Door het afgraven van het veen en het ontstaan van een veenmeer in de nieuwe tijd is een deel van de geologische afzettingen (veenpakket) verdwenen. Wat is de specifieke verwachting van het plangebied ten aanzien van archeologische waarden? (complextype, diepteligging, periode en kenmerken)? Op basis van de verwachting volgens de quick-scan en mede gebaseerd op de Cultuurhistorische Hoofdstructuur) gold er een hoge archeologische verwachting, gebaseerd op de aanwezigheid van de onderliggende stroomgordel. Deze is niet aangetroffen. In hoeverre worden eventueel aanwezige archeologische waarden bedreigd door de voorgenomen bodemingrepen? Vanwege de afwezigheid van een intacte top van de stroomgordel van Waddinxveen worden er geen vindplaatsen verwacht en zal er daarom geen bedreiging zijn voor het bodemarchief. Indien mogelijk aanwezige archeologische waarden worden bedreigd door de geplande bodemingrepen, hoe kan planaanpassing schade aan deze resten voorkomen of beperken? Deze vraag is gezien bovenstaande niet van toepassing. 18

HOOFDSTUK 6 SELECTIEADVIES Het veldonderzoek heeft ondanks de archeologische verwachting uit de quick-scan geen archeologische vindplaats opgeleverd. De kans dat het plangebied archeologische resten met een redelijk intacte archeologische context bevat is nihil. Aanbevolen wordt daarom geen nader archeologisch vervolgonderzoek uit te voeren. Het hier uitgevoerde bureau- en verkennend booronderzoek is daarmee de laatste fase in de AMZ-cyclus. Ten aanzien van de toekomstige ontwikkeling van het plangebied adviseren wij daarom aan het bevoegd gezag om het terrein vrij te geven met betrekking tot het omgevingsaspect archeologische waarden. De implementatie van dit advies is in handen van de bevoegde overheid, de gemeente Alphen aan de Rijn, vertegenwoordigd door de Omgevingsdienst Midden Holland. 19

literatuur Bakker, H. de & J. Schelling, 1989. Systeem van bodemclassificatie voor Nederland. Stating Centrum Wageningen. Bosch, J.H.A.,2008. Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode versie 1.1. Op basis van de Standaard Boorbeschrijvingsmethode versie 5.2. Deltares-rapport 2008-U-R0881/A. Omgevingsdienst Midden-Holland 2016. Quickscan archeologie Bosdreef 2 te Boskoop. In: Beoordeling ruimtelijke onderbouwing omgevingsvergunning Bosdreef 2. Kenmerk 2016213718 Nederlands Normalisatie-instituut, 1989. Nederlandse Norm NEN 5104, Classificatie van onverharde grondmonsters, Nederlands Normalisatie-instituut Delft. Tol, A.J., J.W.H.P. Verhagen & M. Verbruggen, 2012. KNA-Leidraad inventariserend veldonderzoek Deel: karterend booronderzoek. SIKB Gouda. Archeologische databases/internetbronnen www.boorstaten.nl www.topotijdreis.nl DINOloket.nl Ahn.nl 20

BIJLAGE 1 AMZ-CYCLUS

BIJLAGE 2 ARCHEOLOGISCHE PERIODEN

BIJLAGE 3 BOORSTATEN (SEPARATE PDF)

BIJLAGE 4 BOORPUNTENKAART