1. Bij arrest van 29 februari 2000 heeft de Belgische Raad van State, afdeling administratie, uw Hof

Vergelijkbare documenten
A 2000/2/12. ARRET du 16 décembre 2002 dans l'affaire A 2000/2

BENELUX. ~ A 2005/3/11 (Executive) COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. ARRÊT du 29 juin En cause : S.A. D'IETEREN. contre BUREAU BENELUX DES MARQUES

Arrest van 19 december 1997 in de zaak A 96/ Arrêt du 19 décembre 1997 dans l affaire A 96/

BENELUX ~ A 2003/2/7 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF ARRET. du 24 mai En cause : TEXACO BELGIUM SA. contre COUCKY SPRL

BENELUX ~ A 2004/4/11 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. ARRET du 24 octobre En cause. Etat belge. contre. De La Fuente

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF A 2009/2/6 ARRET. En cause : FAUCON B. c.s. contre BRAINE-L ALLEUD SABLIERE S. A.

ARRET Dans l affaire A 2012/1. En cause: ESPAL S.A. contre: SYNDICAT DES COPROPRIETAIRES ILOT DU NORD. Langue de la procédure : le français

BENELUX ~ A 2003/3/7 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF ARRET. du 24 mai En cause : COMMERZBANK A.G. contre SABENA INTERSERVICE CENTER

ARREST van 20 oktober 1997 in de zaak A 96/ ARRET du 20 octobre 1997 dans l affaire A 96/

Arrest van 25 juni 2002 in de zaak A 2000/ Arrêt du 25 juin 2002 dans l affaire A 2000/

BENELUX ~ A 2004/2/6 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Arrest van 30 juni 2005 in de zaak A 2004/2. Inzake : OPENBAAR MINISTERIE. tegen.

Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom

Arrest van 15 december 2003 in de zaak A 2002/2 BENELUX-MERKENBUREAU VLAAMSE TOERISTENBOND. Procestaal : Nederlands

ARREST van 12 mei 1997 in de zaak A 96/ ARRET du 12 mai 1997 dans l affaire A 96/

2. Overwegende dat uit het vonnis de navolgende feiten blijken: - de bromfiets van Patricia Jooris stond geparkeerd op de openbare weg;

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF A 2006/5/12. ARREST van 29 april Inzake PET CENTER BVBA. tegen. Willem SCHOUTEN. Procestaal : Nederlands

ARREST In de zaak A 2012/3. Inzake: Leunis Fr. tegen: Gewestelijk Stedenbouwkundige Inspecteur. ARRET Dans l affaire A 2012/3

Instantie. Onderwerp. Datum

BENELUX ~ A 2009/1/10 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Arrest van 20 april 2010 in de zaak A 2009/1. Inzake. BOUSSE-GOVAERTS e.a. tegen COLORA BOELAAR

Arrest van 11 februari 2011 in de zaak A 2010/4. Inzake: GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR Tegen: SILECI Procestaal: Nederlands

~ A 2007/2/11. ARREST van 27 juni 2008 BVBA OOSTERBOSCH RENE ELITE VLOER-TUINSHOP. ARRET du 27 juin 2008 SPRL OOSTERBOSCH RENE ELITE VLOER-TUINSHOP

ARREST. Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom. Procestaal: Nederlands ARRET. Organisation Benelux de la Propriété intellectuelle

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF ~ Zaak A 2006/2 METABOUW BOUWBEDRIJF B.V. / BELGISCHE STAAT

~ A 98/2/21. Arrest van 1 december 2004 in de zaak A 98/2 BENELUX MERKENBUREAU. Arrêt du 1 er décembre 2004 dans l'affaire A 98/2

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Zaak A 2005/2 D'IETEREN / B.B.M. (Shop & Service) Zaak A 2005/3 D'IETEREN / B.B.M.

A 94/4/9. Arrest van 12 februari 1996 in de zaak A 94/ Inzake : OPENBAAR MINISTERIE. tegen

BENELUX ~ A 2006/2/11 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. ARREST van 19 maart Inzake METABOUW BOUWBEDRIJF B.V. tegen BELGISCHE STAAT

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Vertaling 1 A 2012/2/5 ARRET. En cause : BELGACOM. Contre: ALPHACOM. Langue de la procédure : le français ARREST

Arrest van 11 februari 2011 in de zaak A 2010/1 GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR. Arrêt du 11 février 2011 dans l affaire A 2010/1

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Zaak A 2005/1 - Bovémij Verzekeringen N.V. / Benelux-Merkenbureau

Arrest van 2 oktober 2000 in de zaak A 98/ Arrêt du 2 octobre 2000 dans l affaire A 98/

Arrest van 11 februari 2011 in de zaak A 2010/5 GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR VANDERPERREN - JACQUEMAR

~ A 2005/1/16. ARREST van 28 juni Procestaal : Nederlands. ARRET du 28 juin 2007 BOVEMIJ VERZEKERINGEN N.V.

Arrest van 12 februari 1996 in de zaak A 94/

ARREST van 17 december 1998 in de zaak A 97/ College van Burgemeester en Schepenen van de stad Gent 2.

ARREST van 6 december 1999 in de zaak A 98/ ARRÊT du 6 décembre 1999 dans l affaire A 98/

HET BENELUX-GERECHTSHOF. in de zaak A 94/2

Arrest van 11 februari 2011 in de zaak A 2010/6 GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR. Arrêt du 11 février 2011 dans l affaire A 2010/2

~ A 2008/2/11. Arrest van 17 december 2009 in de zaak A 2008/2 STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR VLAAMS GEWEST

ARRET Dans l affaire A 2011/1. En cause : ALLIANCE NATIONALE DES MUTUALITES CHRETIENNES contre: ASBL BUREAU BELGE DES ASSUREURS AUTOMOBILES

ARREST In de zaak A 2011/3. Inzake: Mercator Verzekeringen N.V. e.a. tegen: Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds e.a. ARRET Dans l affaire A 2011/3

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF A 2004/5/12. ARRET du 24 octobre En cause : DELHAIZE. contre DIOR. Langue de la procédure : le français

~ A 2008/3/11. Arrest van 17 december 2009 in de zaak A 2008/3 STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR VLAAMS GEWEST

ARREST. College van Gedeputeerde Staten van Fryslân. Stichting De Faunabescherming ARRET. La députation provinciale de Frise

HET BENELUX-GERECHTSHOF. in de zaak A 94/1

van de Advocaat-Generaal C. Wampach in de zaak B 98/1 - Béatrice CODDENS, vertaler-directeur,

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF A 2010/8/10 ARREST. Inzake: Naam : Benelux Organisatie voor de Intellectuele Eigendom. Tegen:

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF A 2015/1/6 ARREST. Inzake: Naam : BVBA Upper At Home. Tegen: Naam : BVBA The Works. Procestaal: Nederlands ARRET

BENELUX-GERECHTSHOF. Conclusie van advocaat-generaal C. Wampach. in de zaak B 94/1. Ch. BORREMANS. tegen BENELUX ECONOMISCHE UNIE

Arrest van 25 september 2000 in de zaak A 97/

BENELUX ~ A 2004/1/11 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Arrest van 16 december Inzake. Polygon Insurance Company Limited. tegen

ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990*

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989*

Rolnummer Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter A. Alen en de rechters-verslaggevers E. Derycke en P. Nihoul, bijgestaan door de griffier F.

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1956 No. 104

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter M. Melchior en de rechters-verslaggevers J.-P. Moerman en E. De Groot, bijgestaan door de griffier L.

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2006 Nr. 11

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter F. Debaedts en de rechters-verslaggevers L.P. Suetens en P. Martens, bijgestaan door de griffier L.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Hof van Cassatie van België

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 18 december 1997 *

~ A 2005/1/9. ARREST van 29 juni Procestaal : Nederlands. ARRÊT du 29 juin 2006 BOVEMIJ VERZEKERINGEN N.V.

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 *

Datum van inontvangstneming : 30/06/2016

Rolnummer Arrest nr. 68/2011 van 5 mei 2011 A R R E S T

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 7 december 2000 (1)

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter R. Henneuse en de rechters-verslaggevers F. Daoût en A. Alen, bijgestaan door de griffier F.

Arrêt du 28 avril 2003 dans l affaire B 2001/ Langue de la procédure : le français

Datum van inontvangstneming : 26/05/2014

Dr Chr.A. van der KLAAUW

Hof van Cassatie van België

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 mei 1985 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Grote kamer) 17 maart 2005 * betreffende een beroep tot nietigverklaring krachtens artikel 230 EG, ingesteld op 27 juli 2004,

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Arrêt du 26 novembre 2001 dans l affaire B 2000/ Langue de la procédure : le français

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 *

ARREST van 22 juni MULTIMEDIAMAATSCHAPPIJ VAN DE AUTEURS VAN DE VISUELE KUNSTEN, afgekort SOFAM CVBA, Procestaal : Nederlands

Rolnummer Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T

Rolnummers 6797 en Arrest nr. 160/2018 van 22 november 2018 A R R E S T

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Wijziging van het reglement voor de procesvoering van het Gerecht van eerste aanleg

Rolnummer Arrest nr. 84/2007 van 7 juni 2007 A R R E S T

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2006 Nr. 241

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 1989 *

Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 *

(B.S, 10/06/2003, p ) Tekst geconsolideerd door het coördinatiebureau: versie toepasselijk vanaf 02/04/2014

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 *

(artikel 5, lid 2, van het Verdrag van 31 maart 1965, betreffende de instelling en het statuut van het Hof)

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 1 juli 1999 *

HET BENELUX-GERECHTSHOF. In de zaak A 98/5

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

ARREST VAN HET HOF 17 juni 1992*

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 24 januari 1991 *

Vertaling 2 HET BENELUX-GERECHTSHOF. in de zaak B 94/1

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 *

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Datum van inontvangstneming : 02/04/2018

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 *

Transcriptie:

Vertaling Conclusie van Plaatsvervangend Advocaat-Generaal J.F. Leclercq in de zaak A 2000/2 Aves tegen Waals Gewest 1. Bij arrest van 29 februari 2000 heeft de Belgische Raad van State, afdeling administratie, uw Hof verzocht uitspraak te doen over de volgende vraag van uitleg: staat artikel 2.3. van de Beschikking van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie van 30 augustus 1972 met betrekking tot de bescherming van de vogelstand M (72) 18 eraan in de weg dat het gebruik van slagkooien die in werking treden door middel van een koord ( cages à trébuchet à tirant ; hierna : klepkooien met een trekkoord) wordt toegestaan? 2. De achtergrond van het geding kan blijkens de uiteenzetting in dat arrest als volgt worden samengevat. De Vereniging zonder winstoogmerk AVES en de Vereniging zonder winstoogmerk KONINKLIJK BELGISCH VERBOND VOOR DE BESCHERMING VAN DE VOGELS hebben op 17 november 1994 een verzoekschrift bij de Raad van State ingediend, waarbij zij de vernietiging vorderen van diverse bepalingen van het besluit van de Waalse Regering van 14 juli 1994 betreffende de bescherming van de vogels in het Waals Gewest (beroep A.60.887/XIII-268). Het achtste middel van dat beroep strekt tot vernietiging van artikel 36, 2, tweede lid, vierde volzin, en derde lid, van voormeld besluit van de Waalse Regering, doordat in dat artikel klepkooien met een trekkoord (cages à trébuchet à tirant) worden toegestaan. Volgens verzoeksters voor de Raad van State zou uit de Nederlandse versie van artikel 2.3. van Benelux-beschikking M (72) 18 blijken dat de enige kooien die voor de vogelvangst zijn toegestaan klepkooien zijn, terwijl klepkooien met een trekkoord ingevolge beschikking M (72) 18 verboden zouden zijn, waarbij de bedoeling is te vermijden dat er een speelse aantrekkingskracht van de vangst zou uitgaan, welke aantrekkingskracht zonder een trekkoord haast onbestaande zou zijn. Huns inzies bestaat er dan ook aanleiding artikel 36, 2, tweede lid, vierde volzin, en derde lid, van voormeld besluit van de Waalse Regering, op grond waarvan het gebruik van klepkooien met een trekkoord is toegestaan, na verwijzing naar uw Hof te vernietigen. De Raad van State heeft het verzoek van verzoeksters, dat ertoe strekt de prejudiciële vraag (1) die hierboven is weergegeven (2) aan uw Hof voor te leggen, ingewilligd.

Vertaling 2 3. Artikel 36, 2, tweede lid, vierde volzin, en derde lid, van het besluit van de Waalse Regering van 14 juli 1994 betreffende de bescherming van de vogels in het Waals Gewest bepaalt dat «de bevoorrader ( ) zelf het kantelen van het rek (regelt en dat) naar gelang de afstelling ( ) het: a) automatisch in werking (kan) treden, b) of in werking (kan) treden bij middel van een koord» (3). Artikel 36 is terug te vinden in een afdeling genaamd «De vangtuigen en installaties». 4. In casu rijzen de volgende vijf vragen: 1) Is de Belgische Raad van State, afdeling administratie, een «nationaal rechtscollege» in de zin van artikel 6 van het Verdrag betreffende de instelling en het statuut van een Benelux- Gerechtshof? 2) Zo ja, behoort artikel 2.3. van de beschikking van het Comité van Ministers van 30 augustus 1972 met betrekking tot de bescherming van de vogelstand M (72) 18 tot de categorie van gemeenschappelijke rechtsregels in de zin van artikel 1.2., juncto 6.1., van het Verdrag betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof? 3) Zo ja, behoort artikel 2.3. van de beschikking van het Comité van Ministers van 30 augustus 1972, M (72) 18, tot de categorie van gemeenschappelijke rechtsregels in de zin van de artikelen 1 en 6.1. van het Verdrag betreffende de instelling en het statuut van een Benelux- Gerechtshof, waaromtrent uw Hof kennis kan nemen van vragen van uitleg? 4) Zo ja, hoe dient artikel 2.3. van de beschikking van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie van 30 augustus 1972 met betrekking tot de bescherming van de vogelstand M (72) 18, welke op 15 augustus 1972 in werking is getreden, te worden uitgelegd? 5) Hoe dienen ten slotte de kosten te worden vastgesteld, welke op de behandeling voor het Hof zijn gevallen? 5. Bespreking van de eerste vraag: is de Belgische Raad van State, afdeling administratie, een «nationaal rechtscollege» in de zin van artikel 6 van het Verdrag betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof? Deze vraag is van openbare orde ; het Hof moet ambtshalve zijn materiële bevoegdheid onderzoeken, zelfs zo dat vraagstuk niet in de memorie van partijen werd opgeworpen (4).

Vertaling 3 De vraag van uitleg rijst in casu kennelijk in een zaak aanhangig bij een rechtscollege van één der drie landen dat zitting houdt binnen hun grondgebied in Europa. De door voormelde verzoeksters aan de Raad van State gevraagde handeling is een jurisdictionele handeling en niet een advies dat aan een rechtscollege wordt gevraagd. Enerzijds wordt hier immers op de Raad van State een beroep gedaan om over een geschil te beslissen door recht te spreken en meent de Raad van State daarbij op het Benelux-recht te moeten steunen (5). Anderzijds doet de Raad van State luidens artikel 160, tweede lid, van de Belgische Gecoördineerde Grondwet 1994 bij wege van arrest uitspraak als administratief rechtscollege en sluit dit laatste Belgische rechtsbegrip aan bij het in artikel 6 van het Verdrag tot instelling van het Benelux- Gerechtshof genoemde begrip (6). 6. Bespreking van de tweede vraag: behoort artikel 2.3. van de beschikking van het Comité van Ministers van 30 augustus 1972 met betrekking tot de bescherming van de vogelstand M (72) 18 tot de categorie van gemeenschappelijke rechtsregels in de zin van artikel 1.2., juncto 6.1., van het Verdrag betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof? Het antwoord luidt om twee redenen bevestigend. Enerzijds behoort de beschikking van het Comité van Ministers M (72) 18 tot de categorie van artikel 1, 1, 3, van het Tweede Protocol ter uitvoering van artikel 1, lid 2, van het Verdrag betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof, ondertekend te Brussel op 11 mei 1974 (7) en in werking getreden op 1 augustus 1982 (8). Die beschikking is namelijk opgenomen in bijlage III van voormeld Tweede Protocol en is door het Comité van Ministers genomen op grond van artikel 19 a) van het Unieverdrag, zoals blijkt uit de artikelen 7 en 13 van de Benelux-Overeenkomst op het gebied van de jacht en de vogelbescherming, ondertekend te Brussel op 10 juni 1970 (9) en in werking getreden op 1 juli 1972 (10), op grond van welke artikelen 7 en 13 beschikking M (72) 18 van 30 augustus 1972 is genomen, zoals in de tweede alinea van de preambule van die beschikking is gepreciseerd.

Vertaling 4 Anderzijds is beschikking M (72) 18 van het Comité van Ministers van 30 augustus 1972 eveneens een gemeenschappelijke rechtsregel met toepassing van artikel 2.1. van het Protocol, ondertekend te Luxemburg op 20 juni 1977, tot wijziging van de Benelux-Overeenkomst op het gebied van de jacht en de vogelbescherming, ondertekend te Brussel op 10 juni 1970 (11), welk Protocol in werking is getreden op 1 februari 1983 (12). Beschikking M (72) 18 van het Comité van Ministers van 30 augustus 1972 is immers een beschikking die door het Comité van Ministers is genomen ter uitvoering van de Benelux-Overeenkomst op het gebied van de jacht en de vogelbescherming, zoals het is al eerder gemeld - uit de tweede alinea van de preambule van die beschikking blijkt. 7. Bespreking van de derde vraag: behoort artikel 2.3. van de beschikking van het Comité van Ministers van 30 augustus 1972, M (72) 18, tot de categorie van gemeenschappelijke rechtsregels in de zin van de artikelen 1 en 6.1. van het Verdrag betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof, waaromtrent uw Hof kennis kan nemen van vragen van uitleg? Het antwoord luidt bevestigend, zulks zowel op grond van artikel 1, 1, 3, en artikel 2, lid 2, van het Tweede Protocol ter uitvoering van artikel 1, lid 2, van het Verdrag betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof (13) als op grond van artikel 2, leden 1 en 2, van het Protocol, ondertekend te Luxemburg op 20 juni 1977, tot wijziging van de Benelux-Overeenkomst op het gebied van de jacht en de vogelbescherming, ondertekend te Brussel op 10 juni 1970 (14). Met name vloeit uit de bewoordingen van en de samenhang tussen artikel 2, lid 2, van voormeld Tweede Protocol ter uitvoering van artikel 1, lid 2, van het Verdrag betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof, ondertekend te Brussel op 11 mei 1974, en artikel 2, lid 2, van eveneens voormeld Protocol, ondertekend te Luxemburg op 20 juni 1977, tot wijziging van de Benelux-Overeenkomst op het gebied van de jacht en de vogelbescherming, ondertekend te Brussel op 10 juni 1970, voort dat de uitleg van artikel 2.3. van beschikking (in het Frans: décision) M (72) 18 van het Comité van Ministers van 30 augustus 1972 aan uw Hof kan worden gevraagd daar die beschikking in de in België voor de bekendmaking van verdragen voorgeschreven vorm is

Vertaling 5 bekendgemaakt, t.w. in het afzonderlijke bijvoegsel bij het Belgisch Staatsblad van 29 september 1978 (bladzijde 222, punt H-38, en bladzijde 223), en sedert die bekendmaking natuurlijk tien dagen zijn verstreken (15). 8. Bespreking van de vierde vraag: hoe dient artikel 2.3. van de beschikking van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie van 30 augustus 1972 met betrekking tot de bescherming van de vogelstand M (72) 18, welke op 15 augustus 1972 in werking is getreden (16), te worden uitgelegd? Artikel 2.3. van genoemde beschikking bepaalt dat onverminderd de bevoegdheid van elk der Regeringen om het vangen van de in artikel 1, onder a), van deze beschikking genoemde vogels geheel te verbieden, het vangen daarvan kan worden toegestaan met behulp van niet-automatische klepkooien (in het Frans: cages) met een maximum inhoud van 50 dm 3. De vraag die ter beoordeling aan uw Hof wordt voorgelegd, is of klepkooien met een trekkoord (cages à trébuchet à tirant) mede begrepen zijn onder de klepkooien (cages) in de zin van die bepaling, die dus ingevolge de beschikking zijn toegestaan. Kenmerkend voor de klepkooi met een trekkoord is dat het vangmechanisme door de mens wordt geactiveerd: het kantelrekje wordt niet uitsluitend in beweging gezet door de vogel die erop gaat zitten en struikelt (trébuche) (in het Frans komt «trébuchet» van «trébucher», 12 e eeuw) maar wordt door de mens met behulp van het aangebrachte trekkoord in werking gesteld (17). 9. Voor de omschrijving van de term «klepkooi» («cage») bieden noch de Franse of de Nederlandse tekst van voormeld artikel 2.3., noch de toelichting bij beschikking M (72) 18 van het Comité van Ministers, noch de na de beschikking verrichte werkzaamheden enig aanknopingspunt. Evenmin brengen de internrechtelijke bepalingen van de drie landen uitkomst. Mijns inziens moet dan ook naar een teleologische interpretatie van de tekst worden gezocht. 10. Nu blijkt ten deze uit de samenhang tussen artikel 7 van de Benelux-Overeenkomst op het gebied van de jacht en de vogelbescherming, ondertekend te Brussel op 10 juni 1970 (18), op grond waarvan beschikking M (72) 18 van het Comité van Ministers blijkens de preambule van die beschikking is genomen, artikel 2.3. en artikel 4 van voormelde beschikking M (72) 18 en het

Vertaling 6 opschrift van de toelichting bij artikel 2 van die beschikking («Beschermingsmaatregelen»), dat de uit te leggen bepaling van artikel 2.3. in zijn totaliteit niet anders kan worden uitgelegd dan een beschermings- en restrictiemaatregel. Die bepaling zou worden uitgehold als de daarin vervatte toelating werd uitgelegd als een maatregel met een andere essentie. De «klepkooi» («cage»), die bij wijze van uitzondering toegestaan is, moet derhalve als begrip een zo beperkt mogelijke strekking behouden om het aantal gevangen vogels zo klein mogelijk te houden. Het is echter buiten kijf dat de klepkooi met een trekkoord erop gericht is meer en niet minder vogels te kunnen vangen dan de klepkooi die door toedoen van de vogel zelf automatisch dichtslaat. Ik neig er dan ook toe artikel 2.3. van beschikking M (72) 18 van het Comité van Ministers van 30 augustus 1972 aldus uit te leggen, dat klepkooien met een trekkoord niet mede zijn begrepen onder de voor de vogelvangst toegestane klepkooien. De tekst anders uitleggen, zou indruisen tegen het doel dat daarmee wordt nagestreefd. 11. Bespreking van de vijfde vraag: Hoe dienen de kosten te worden vastgesteld, welke op de behandeling voor het Hof zijn gevallen? Uw Hof moet volgens artikel 13 van het Verdrag betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof de kosten vaststellen, welke op de behandeling voor het Hof zijn gevallen, welke kosten omvatten de honoraria van de raadslieden van partijen, voor zover zulks in overeenstemming is met de wetgeving van het land waar het bodemgeschil aanhangig is. Krachtens de thans nog vigerende Belgische wetgeving zijn de honoraria voor de raadslieden niet begrepen in de kosten die aan de in het ongelijk gestelde partij in rekening worden gebracht (19). In casu lijken mij de kosten waarvan de verenigingen zonder winstoogmerk KONINKLIJK BELGISCH VERBOND VOOR DE BESCHERMING VAN DE VOGELS en AVES de vaststelling door uw Hof vragen (memorie, bladzijde 10, processtuk A 2000/2/3) allemaal honoraria voor de raadsman van die partijen te zijn in de zin van voormeld artikel 13 van het Verdrag (20). Deze dienen mitsdien te worden afgewezen. Mij lijken er op de behandeling voor uw Hof geen andere kosten te zijn gevallen.

Vertaling 7 Conclusie 12. In het licht van het vorenoverwogene geef ik het Hof in overweging de door de Belgische Raad van State, afdeling administratie, gestelde vraag als volgt te beantwoorden: klepkooien met een trekkoord (cages à trébuchet à tirant) zijn niet mede begrepen onder de klepkooien die ingevolge artikel 2.3. van de beschikking van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie van 30 augustus 1972 met betrekking tot de bescherming van de vogelstand M (72) 18 voor de vogelvangst zijn toegestaan. Brussel, 6 september 2001.

Vertaling 8 Noten (1) De relevante passages in het arrest van de Belgische Raad van State van 29 februari 2000 staan op de bladzijden 3 in fine, 13 in fine, 14 in limine, 18 in fine, 19, 20 en 24. (2) Zie nr. 1 supra. (3) Belgisch Staatsblad van 21 september 1994, bladzijden 23989 e.v., met name blz. 23994. (4) BenGH, zaak B 83/10, Pollefeys t. Benelux Economische Unie, 15 april 1985, Ben. Jur. 1985, blz. 162, met name blz. 168, concl. Adv.-Gen. Krings, Hoofd van het Parket, met name blz. 173. (5) Zie F. DUMON, La Cour de Justice Benelux, Bruxelles 1980, bladzijden 60, 61, 63, 64 en 68. (6) BenGH, zaak A 87/1, Servais t. Gemeente Blégny, 1 juli 1988, Ben. Jur. 1988, blz. 43, met name blz. 46, r.o. 9, concl. Eerste Adv.-Gen. Wampach ; zie concl. Adv.-Gen. Ten Kate vóór BenGH, zaak A 96/4, Kanen t. Gemeente Veldhoven, 19 december 1997, Ben. Jur. 1997, blz. 71 nrs. 44 en 45. (7) Belgisch Staatsblad van 29 september 1978, blz. 11141, met name blz. 11142 en 11144, en afzonderlijk als bijvoegsel gepubliceerde bijlage III, blz. 222, punt H-38, en blz. 223. (8) Belgisch Staatsblad van 19 augustus 1982, blz. 9397. (9) Belgisch Staatsblad van 19 oktober 1971, blz. 12455, met name blz. 12457 en blz. 12458. (10) Belgisch Staatsblad van 10 juni 1972, blz. 6912. (11) Belgisch Staatsblad van 18 juni 1982, blz. 7239, met name blz. 7240. Zie tevens noot 9 supra.

Vertaling 9 (12) Belgisch Staatsblad van 26 januari 1983, blz. 1278. (13) Zie noten 7 en 8 supra. Zie tevens, ter adstructie van die keuze, de door de griffier opgestelde en in Ben. Jur. 1995, bladzijden 53, 54 en 63 gepubliceerde lijst van gemeenschappelijke rechtsregels voor de uitleg waarvan het Hof bevoegd is. (14) Zie noten 11 en 12 supra en, voor zoveel nodig, tevens noot 10 supra. (15) Zie noot 7 supra. Vergelijk tevens Protocol inzake de bekendmaking in het Benelux- Publicatieblad van bepaalde gemeenschappelijke rechtsregels voor de uitleg waarvan het Benelux-Gerechtshof bevoegd is, ondertekend te Brussel op 6 februari 1980 en in werking getreden op 1 juni 1982, artikel 1, eerste lid, a (publicatie 103 e aanvulling, 31 maart 1980) en beschikking van het Comité van Ministers van 30 augustus 1972, M (72) 18 (publicatie 58 e aanvulling, 3 november 1972). (16) Zie noot 15 supra. Over de inwerkingtreding van beschikking M (72) 18, zie artikel 5 van die beschikking. (17) De ter beoordeling aan het Hof voorgelegde vraag heeft betrekking op het begrip «klepkooi» («cage») en niet op het begrip «niet automatisch». Dat laatste begrip slaat op het opnieuw opspannen van het vangtuig, dat dus «niet automatisch» moet zijn ; dit begrip heeft niets te maken met de activering van het vangmechanisme. De klepkooi moet derhalve «niet automatisch» zijn in dier voege dat met de val niet de ene vogel na de andere kan worden gevangen zonder dat de klepkooi door tussenkomst van de mens opnieuw wordt opgespannen. Het doel is de vogelvangst te beperken. (18) Zie noot 9 supra. (19) Zie, naar aanleiding van een prejudiciële vraag die ook door de Belgische Raad van State, afdeling administratie, was gesteld, BenGH, zaak A 87/1, Servais t. Gemeente Blégny, 1 juli 1988, Ben. Jur. 1988, blz. 43, met name blz. 48, r.o. 18, concl. Eerste Adv.- Gen Wampach ; zie tevens F. DUMON, Benelux-Gerechtshof, 1990, nr. 156bis blz. 143 en blz. 144.

Vertaling 10 (20) Zie BenGH, zaak A 80/1, Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Turmac Tobacco Company B.V. t. Vennootschap naar Amerikaans recht Reynolds Tobacco Company Inc. en besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Reynolds Tobacco B.V., 27 januari 1981, Ben. Jur. 1980-1981, blz. 23, met name blz. 34, concl. Adv.-Gen. Berger, Hoofd van het Parket ; BenGH, zaak A 83/1, Vennootschap naar Belgisch recht Lever t. S.A. International Metals, 22 mei 1985, Ben. Jur. 1985, blz. 1, met name blz. 13, r.o. 50 en r.o. 51, concl. Adv.-Gen. Spielmann.