QUICKSCAN BURGEMEESTER SLANGHENSTRAAT HOENSBROEK

Vergelijkbare documenten
Buro Maerlant. Veldhoven Zandoerleseweg. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

: QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw,

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum

Quickscan Flora- en Faunawet. t.b.v. sloop Opstallen. Oude Maasstraat 18 gemeente Uden

QUICKSCAN FLORA- EN FAUNAWET KLAVER 6A

NATUURTOETS LANGE WEMEN HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO

Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem

Bijlage 1 Ecologisch onderzoek

QUICKSCAN FLORA- EN FAUNAWET WILLEM ALEXANDERWEG ONG. TE MAASTRICHT

Saksen Weimar fase 5 en verder Ecologische check

Buro Maerlant. Heesch Wijststraat 15. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST

Onderzoek flora en fauna

NATUURTOETS. WIKSELAARSEWEG VOORTHUIZEN Gemeente Barneveld 19 JULI 2016

Projectnummer: B Opgesteld door: G. KosMSc. Ons kenmerk: :A PWB-M-12295

QUICKSCAN FLORA- EN FAUNAWET - KADEHERSTEL MINSTROOM UTRECHT Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 10 MAART 2016

Notitie. 1 Inleiding. Referentienummer Datum Kenmerk PN mei Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode)

Quickscan flora en fauna. Deltaweg te Helmond

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld

Steenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet. Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied)

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet.

/ Stadhuisplein, Veghel

Buro Maerlant. Gemert Heuvel 21. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

Bijlage 1 Wettelijk kader

TOELICHTING FLORA- EN FAUNAWET

MEMO. Vleermuizen Sportlaan 2 4 te Gemert

QUICKSCAN FLORA & FAUNA CATHARIJNESTEEG 10 BARNEVELD ADVISEUR HENK JANSEN VERSIE 1.0

Buro Maerlant. Rotterdam Marinestraat. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, gazon, weiland, opgaande beplanting en oppervlaktewater.

Terneuzen. Quickscan Flora en fauna. Wulpenbek 16 te Hoek. <NL.IMRO.Invullen> concept. I. Dekker MSc. identificatiecode: datum: status:

Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen

NWEA Winddagen Natuurwetgeving & Windenergie op land Aandachtspunten soortenbescherming

Flora- en fauna-inspectie locatie Heerweg-Berkenstraat te Blitterswijck door: ir. H. Hovens en ir. G. Hovens in opdracht van: Venterra

Erasmuslijn Den Haag. Quick scan ecologie en vleermuisonderzoek. Movares Nederland B.V. drs. T.P. Seip Kenmerk MNO-TS Versie 1.

Quickscan Flora- en faunawet Nieuwematenweg 14 te Reutum

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Verkennend natuuronderzoek De Hoeven Beekbergen

Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter

Adviesnota. Figuur 1: de geprojecteerde locatie van het Noordgebouw is aangegeven middels de gele lijn. Bron: POS plankaart 2010.

Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen

Quickscan samenvatting Flora- en faunawet Van Zuylenlaan 9, Hoevelaken

QUICKSCAN NATUURWETGEVING GEZONDHEIDSZORG CENTRUM VIJVERDALSEWEG MAASTRICHT

Notitie. Quickscan natuuronderzoek. Parallelweg 9 in Neede. In het kader van de Flora- en faunawet. oktober rapportnr: 13477

Quickscan samenvatting Stephensonstraat Harderwijk

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

Notitie flora en fauna

Memo. nummer rev 00 datum RvR Limburg C.V. L.E.Dinger kopie project projectnummer Quickscan Flora en Fauna Jacob Poelsweg te America

Tabel 1: Inventarisatieschema onderzoek Waterspitsmuis.

QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET UITBREIDINGSLOCATIE NUNHEMS B.V.

Toets flora en fauna Herinrichting locatie Spreeuwenstraat 11 te Nijmegen

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Vleermuisonderzoek De Waterwijzer Lelystad

Buro Maerlant. Zegge, A.M. de Jongstraat ongenummerd. Ecologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele

Quickscan samenvatting twee percelen Staphorst

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

Buro Maerlant. Groesbeek Cranenburgsestraat. Aanvullende notitie in het kader van de Flora- en faunawet

Bijlage 1 Onderzoek ecologie

Samenvatting quickscan natuurtoets

Notitie quickscan flora en fauna Wilgenweg 10, Groot- Ammers

8 februari 2010 B Astrid Savelberg (gemeente Maastricht) Eric Schouwenberg

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, opgaande beplanting en watergangen.

Project Status Datum. Sloop en nieuwbouw locatie Emmaschool concept 14 januari Auteur Veldonderzoek Projectcode

Onderzoek flora en fauna

Natuurtoets MCS. Planteam Groen, Recreatie en Water

Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet

Notitie. 1 Inleiding. 1.2 Plangebied Het plangebied omvat de percelen op Straatweg 77 en Statenlaan 2 te Rotterdam (figuur 1 en 2).

QUICKSCAN NATUURWETGEVING VAN AMBESTRAAT 29 TE BEMMEL

Memo. nummer rev 00 datum RvR Limburg C.V. L.E.Dinger kopie project projectnummer Quickscan Flora en Fauna Danielweg te Horst

QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VOOR HET PERCEEL KAATSWEG 3 RODERESCH

Datum : 4 november 2014 Opdrachtgever : Gemeente Nijmegen Ter attentie van :

Verkennend natuuronderzoek locatie Burgemeester de Beaufortplein 5 te Markelo

6 Flora- en fauna quickscan

VERVOLGONDERZOEKEN FLORA- EN FAUNAWET NUNHEMS

Quickscan samenvatting Flora- en faunawet bomen Hoofdweg, Harderwijk

Natuurtoets Tugelawegblokken

P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g

Quickscan winkelcentrum Meijhorst te Nijmegen

Quickscan Flora- en faunawet Notterveldsweg 4 te Notter

Conform uw opdracht hebben wij een veldonderzoek uitgevoerd ter plaatse van de weilanden en kassen gelegen achter Zwaagdijk-Oost 189.

Ecologische onderbouwing bij bomenkap Vleuterweide

Notitie Quickscan flora en fauna

Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november Soortenbescherming

Ecologische quick scan Charloise Lagedijk 610-B, Rotterdam

Flora- en fauna-inspectie Gelderdijk 15 te Sevenum (Gemeente Horst aan de Maas) door ir. Hans Hovens, Paul op het Veld en ir. G.

Verkennend natuuronderzoek Anklaarseweg Apeldoorn

Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn

NATUURTOETS AANLEG NIEUW GEMAAL KLAAS ENGELBRECHTSPOLDER Hoogheemraadschap van Delfland 10 JUNI 2016

Stichting Administratiekantoor Kantuta Holding B.V. t.a.v. de heer E. van der Baan Bisonlaan GH HILVERSUM. Geachte heer Van der Baan,

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer H. van der Meer Postbus HB AMSTERDAM

Verkennend natuuronderzoek locatie tennisvereniging Beukersweide te Wierden

:Natuurtoets Beneluxstraat 4, Oisterwijk

QUICKSCAN FLORA- EN FAUNAWET VRIESHUIS AVIKO

Bureauonderzoek Flora en fauna

Veldinventarisatierapport t Hof 12 te Uddel. Opdrachtgever: Van Beijnum Architecten. 18 mei projectnummer

Transcriptie:

QUICKSCAN BURGEMEESTER SLANGHENSTRAAT HOENSBROEK GEMEENTE HEERLEN 12 februari 2014 077542925:0.2 - Definitief B02043.000332.0100

Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding en doel... 3 1.2 Omschrijving plangebied... 3 2 Methode... 6 3 Flora- en faunawet... 7 3.1 Aanwezigheid beschermde soorten... 7 3.2 Effectbeoordeling... 8 3.3 Toetsing... 8 3.4 Conclusie... 9 Bijlage 1 10 077542925:0.2 - Definitief ARCADIS 1

1 Inleiding 1.1 AANLEIDING EN DOEL De gemeente Heerlen heeft het voornemen om het met een bestemmingsplanwijziging mogelijk te maken om aan de Burgemeester Slanghenstraat ongenummerd te, huizen met tuin te kunnen realiseren. Inrichting van het plangebied gaat gepaard met civieltechnische grondwerkzaamheden en een nieuw gebruik. Voorgenoemde zaken kunnen mogelijk leiden tot negatieve effecten op beschermde natuurwaarden en overtreding van natuurwetgeving en beleid. In dit kader heeft de gemeente ARCADIS gevraagd om een beoordeling uit te voeren van het mogelijke effect van de ingreep op beschermde natuurwaarden. Dit rapport heeft betrekking op beoordeling in het kader van de Flora- en faunawet (Ff-wet). Om zicht te krijgen op eventueel aanwezige beschermde soorten of aanwezige habitats die als leefgebied dienen voor beschermde soorten, heeft ARCADIS een zogenaamde habitatgeschiktheidsbeoordeling uitgevoerd. Op basis van deze beoordeling, inclusief veldbezoek en literatuurstudie, is getoetst aan de Flora- en faunawet betreffende de voorgenomen ingreep. Tevens is vastgesteld of en welke vervolgstappen noodzakelijk zijn om de voorgenomen ingreep uit te kunnen voeren zonder daarbij het risico te lopen op een overtreding van deze wet. 1.2 OMSCHRIJVING PLANGEBIED Huidige situatie Het plangebied betreft een nat terrein gelegen ten oosten van de Burgemeester Slanghenstraat dat ten tijde van het veldbezoek voor 80% recentelijk volledig gemaaid (geklepeld) was. Voornamelijk de lage delen tegen het bos aan zijn zeer nat, zie onderstaande kaart en foto s. 077542925:0.2 - Definitief ARCADIS 3

Afbeelding 1: Ligging van het plangebied, oranje omlijning = gebied waar project Burgemeester Slanghenstraat gerealiseerd wordt. Blauw = nat deel van gebied met wilgenstruweel. Groen = niet gemaaid. Afbeelding 2: Huidige onderzoek locatie waar woningen met tuin gerealiseerd worden. Boven: links; foto richting het zuiden met achteraan het niet gemaaide deel (rechts). Onder: links; foto richting het noorden, gezien vanaf de Burgemeester Slanghenstraat met nat wilgenstruweel in noordoostelijke hoek van de locatie (rechts). 4 ARCADIS 077542925:0.2 - Definitief

Werkzaamheden Voor de realisatie van de woningen met tuin, zie onderstaand concept bestemmingsplan, wordt de aanwezige vegetatie op de huidige onderzoek locatie verwijderd. Daarna zal het terrein bouwrijp worden gemaakt met naar verwachting een ophoging van het maaiveld. Afbeelding 3: Bestemmingsplan Burgemeester Slanghenstraat. 077542925:0.2 - Definitief ARCADIS 5

2 Methode In een bureauonderzoek, voorafgaand aan het veldbezoek, is aandacht besteed aan de aanwezige natuurwaarden en het wettelijk kader van de Ff-wet. Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van literatuurbronnen en vrij beschikbare informatie over verspreidingsgegevens van de te verwachten beschermde flora en fauna. Hierbij is gebruik gemaakt van bronnen zoals RAVON, Telmee.nl, waarneming. Nl en de provinciale monitoringsdata. Daarnaast is de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) via de account van de gemeente Heerlen geraadpleegd alsmede de verwachtingskaart en recente waarnemingen (Gemeente Heerlen). Om te bepalen of er negatieve effecten te verwachten zijn is op 24 januari 2014 een veldinspectie uitgevoerd door Martijn Stevens, ecoloog van ARCADIS. De planlocatie is beoordeeld op het (mogelijk) voorkomen van beschermde flora en fauna, de zogenaamde habitatgeschiktheidsbeoordeling. Tijdens deze habitatgeschiktheidsbeoordeling is onderzocht in hoeverre de planlocatie en de directe omgeving geschikt zijn als verblijfplaats voor beschermde planten- en diersoorten. Tevens is gelet op aanwezige (beschermde) soorten via zichtwaarnemingen en sporen. In bijlage 1 is de regelgeving met betrekking tot de Flora- en faunawet beschreven. 6 ARCADIS 077542925:0.2 - Definitief

3 Flora- en faunawet 3.1 AANWEZIGHEID BESCHERMDE SOORTEN De volgende tabel geeft een overzicht van de functie van het gebied voor verschillende soortgroepen, geschiktheid van het habitat, en van waarnemingen van (sporen van) beschermde soorten op de locatie en directe omgeving van het plangebied. Tabel 1: Aanwezigheid en functie leefgebied beschermde soorten op en rond de planlocatie per relevante soortgroep. Soortgroep Bureauonderzoek Veldbezoek Conclusie (Vaat)planten Tijdens het bureauonderzoek is geen informatie gevonden over de aanwezigheid van beschermde planten. Geen waarnemingen. Aanwezigheid bijzondere of zwaar beschermde planten niet te verwachten. De aanwezigheid van beschermde plantensoorten is uitgesloten. Broedvogels Algemeen: Verschillende vogelsoorten van bos en struweel/ruigte. Algemeen: In de bosrand, het meest zuidelijke terreindeel waar nog niet gemaaid is en de hoge ruigtevegetatie met boomopslag is de aanwezigheid van algemene broedvogels te verwachten. Bij voortzetting braak zal het gemaaide terrein in het seizoen van 2014 weer begroeid raken en geschikt zijn voor grondbroeders. De aanwezigheid van algemene broedvogelsoorten is niet uitgesloten. Jaarrond beschermde nestplaats: Geen informatie gevonden, aanwezigheid niet verwacht. Jaarrond beschermde nestplaats: Er is geen geschikte nestgelegenheid voor vogels met jaarrond beschermde nesten. Er zijn geen nesten of horsten vastgesteld in de beplanting in of direct grenzend aan het plangebied. De aanwezigheid van broedvogels met jaarrond beschermde nesten is uitgesloten. Grondgebonden zoogdieren Waarnemingen van verschillende soorten zijn in de omgeving bekend, o.a.: eekhoorn, mol, egel, konijn, veldmuis, vos en das (incidenteel). Sporen van konijn en mol zijn op de locatie waargenomen. Er zijn geen nesten van eekhoorns waargenomen binnen de grenzen van het plangebied. Locatie niet geschikt als verblijfplaats voor das en primair leefgebied uitgesloten door ontbreken bekende burcht en verblijfplaatsen in de directe nabijheid van plangebied. De aanwezigheid van algemene grondgebonden zoogdieren is niet uitgesloten. Vleermuizen Waarnemingen van dwergvleermuis en watervleermuis zijn bekend in nabijheid van plangebied. Er is geen verblijfplaats voor vleermuizen, er zijn geen geschikte bomen met holten aanwezig. het plangebied wordt naar verwachting benut als foerageergebied en langs de randen kunnen vliegroutes liggen. De aanwezigheid van vaste rust en verblijfplaatsen van vleermuizen is uitgesloten. De functie als primair foerageergebied of vliegroute is naar verwachting beperkt Amfibieën De locatie ligt in het verspreidingsgebied van De locatie is een nat terrein, de lage delen tegen het bos zijn zeer nat, de -De aanwezigheid van algemene 077542925:0.2 - Definitief ARCADIS 7

Soortgroep Bureauonderzoek Veldbezoek Conclusie Reptielen en vissen algemene soorten amfibieën. Waarnemingen van de gewone pad zijn bekend. Tijdens het bureauonderzoek is geen informatie gevonden over de aanwezigheid van reptielen en vissen op of in de nabijheid van het plangebied. aanwezigheid van algemene soorten amfibieën kan verwacht worden. Met name in het noordelijk deel is het wilgen broekbosje mogelijk geschikt voor voortplanting indien het water in de loop van het voorjaar blijft staan. Zwaarder beschermde soorten worden niet verwacht. Optimaal geschikte en natuurlijke habitats en leefgebiedskenmerken ontbreken op de locatie voor in de wijdere regio bekende hazelworm en levendbarende hagedis. Voor vissen ontbreekt geschikt voortplantingswater. soorten amfibieën in het plangebied is niet uitgesloten. -De aanwezigheid van beschermde reptielen en vissen in het plangebied is uitgesloten. Overige soorten Tijdens het bureauonderzoek is geen informatie gevonden over de aanwezigheid van overige soorten. Optimaal ontwikkeld landhabitat (bloemrijke vegetaties, oude eikenopstanden, e.d.) ontbreekt, de locatie is niet geschikt. - De aanwezigheid van overige soorten is uitgesloten. 3.2 EFFECTBEOORDELING Ten aanzien van voorkomende beschermde soorten in het kader van de Flora- en faunawet (zie Tabel 1), zijn negatieve effecten te verwachten bij het uitvoeren van de werkzaamheden. In onderstaande tabel staan mogelijke effecten beschreven voor soorten waarvan aanwezigheid niet is uitgesloten. Tabel 2: Effecten per soortgroep als gevolg van werkzaamheden. Soortgroep Vogels, algemene broedvogels Algemeen grondgebonden zoogdieren (Tabel 1 Ff-wet) Algemene soorten amfibieën (Tabel 1 Ff-wet) Effecten Bij het kappen van de bomen en het verwijderen van struweel en ruigte op het terrein gaan mogelijk nesten van algemene broedvogels verloren. De werkzaamheden kunnen ook verstorend zijn voor vogels die in het aangrenzende broekbos broeden. Dit leidt tot verstoring en vernieling van nesten en in het broedseizoen tot het vernielen van broedsels of legsels van vogels. De werkzaamheden leiden mogelijk tot het doden en verwonden van algemene grondgebonden zoogdieren die niet op tijd het gebied kunnen ontvluchten bij de start van de werkzaamheden. De werkzaamheden leiden mogelijk tot het doden en verwonden van algemene grondgebonden amfibieën die niet op tijd het gebied kunnen ontvluchten bij de start van de werkzaamheden of van zich voortplantende dieren plus eieren en larven van algemeen beschermde amfibieën. 3.3 TOETSING Op basis van de onderzoeksresultaten en de effectbeschrijving blijkt dat er door planuitvoering negatieve effecten en dus overtredingen van de Flora- en faunawet kunnen optreden. Veelal kunnen deze worden voorkomen. Hieronder beschrijven we welke mogelijke overtredingen op kunnen treden en welke maatregelen getroffen moeten worden om het negatieve effect en daarmee overtreding van verbodsbepalingen te kunnen voorkómen. In Tabel 3 zijn de mogelijke overtredingen van de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet weergegeven. 8 ARCADIS 077542925:0.2 - Definitief

Tabel 3: Mogelijke overtredingen van algemene verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet. Zie bijlage 1 voor een verklaring van de beschermingscategorieën en verbodsbepalingen. Soort (beschermingscategorie) Mogelijk effect bij: Art 8 Vogels, algemene broedvogels Tabel 1: algemene grondgebonden zoogdieren Tabel 1: algemene soorten amfibieën Kappen bomen en verwijderen struweel en ruigte Maai-, graaf- en bouwwerkzaamheden Maai-, graaf- en bouwwerkzaamheden Art 9 Art 10 Art 11 Art 12 X X X X X X X Algemeen beschermde amfibieën en zoogdieren Voor soorten van tabel 1 geldt algemene vrijstelling bij ruimtelijke ontwikkeling en inrichting. Mogelijke effecten op enkele exemplaren heeft geen invloed op de populatie. Houdt rekening met de zorgplicht; eventueel binnen de ingreepzone aangetroffen individuen (amfibieën en zoogdieren) dienen direct buiten de invloed zone geplaatst te worden om zodoende onnodig verwonden of doden van individuen te voorkomen. Een ontheffingsprocedure behoeft niet doorlopen te worden voor de verstoring van in het gebied aanwezige algemeen voorkomende zoogdieren en amfibieën (Tabel 1 Ff-wet). Houdt echter wel rekening met de zorgplicht. Dit houdt in dat bij menselijk handelen voldoende zorg in acht wordt genomen voor de in het wild levende dieren en planten en hun leefomgeving. Ook mag men het welzijn van dieren niet onnodig aantasten en dieren onnodig laten lijden (zie Bijlage 1, Zorgplicht). Broedvogels Voor het verstoren van algemene broedvogels is geen ontheffing mogelijk, mitigerende maatregelen zijn verplicht; voer kap- en maaiwerkzaamheden buiten het broedseizoen uit om effecten op algemene broedvogels uit te sluiten. Het broedseizoen loopt ongeveer van 15 maart tot 15 juli. Mitigerende maatregelen ten opzichte van broedvogels zijn noodzakelijk om overtreding van de Flora- en faunawet te kunnen voorkomen. 3.4 CONCLUSIE Negatieve effecten op algemene broedvogels en algemeen voorkomende beschermde soorten kunnen op voorhand niet worden uitgesloten. Ten aanzien van deze soorten dient de zorgplicht in acht te worden genomen (zoals hierboven beschreven) en worden onderstaande mitigerende maatregelen getroffen. Soortgroep Algemene broedvogels Mitigerende maatregelen Om effecten op algemene broedvogelsoorten te voorkomen; Voer de werkzaamheden uit buiten het broedseizoen. Het broedseizoen loopt ongeveer van 15 maart tot 15 juli, maar kan afhankelijk van het weer en andere factoren verschuiven. Als dit niet mogelijk is, zorg dan in ieder geval dat de vegetatie verwijderd is voorafgaand aan het broedseizoen en/of laat de planlocatie voorafgaand aan de ingreep controleren en vrij verklaren door een deskundige ecoloog. 077542925:0.2 - Definitief ARCADIS 9

Bijlage 1 Flora- en faunawet De Flora- en faunawet, die in april 2002 in werking is getreden, beschermt een groot aantal plant- en diersoorten. In artikel 8 t/m 12 van de Flora- en faunawet is opgenomen welke handelingen niet toegestaan zijn (zie onderstaand tekstkader). De werkzaamheden kunnen strijdig zijn met de verbodsbepalingen uit de Flora- en faunawet. In sommige gevallen is het overigens mogelijk het plan zo uit te voeren dat overtreding van de genoemde verbodsbepalingen niet aan de orde is (zie tekstkader over de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet). Wanneer dit niet mogelijk blijkt te zijn, moet een ontheffing aangevraagd worden, die het ministerie van Economische Zaken (voorheen EL&I en LNV) alleen onder bepaalde voorwaarden verstrekt. Verbodsbepalingen Flora- en faunawet Artikel 8. Het is verboden planten, behorende tot een beschermde inheemse plantensoort, te plukken, te verzamelen, af te snijden, uit te steken, te vernielen, te beschadigen, te ontwortelen of op enigerlei andere wijze van hun groeiplaats te verwijderen. Artikel 9. Het is verboden dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te doden, te verwonden, te vangen, te bemachtigen of met het oog daarop op te sporen. Artikel 10. Het is verboden dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, opzettelijk te verontrusten. Artikel 11. Het is verboden nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren. Artikel 12. Het is verboden eieren van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te zoeken, te rapen, uit het nest te nemen, te beschadigen of te vernielen. Om helder te krijgen of er verboden handelingen vanwege de Flora- en faunawet plaats vinden en of daarvoor eventueel een ontheffing noodzakelijk is, dienen de volgende vragen beantwoord te worden: 1. Zijn er beschermde planten of dieren in het project- en verstoringsgebied aanwezig, en zo ja, welke? 2. Kunnen er verboden handelingen vanwege de Flora- en faunawet optreden op deze soorten ten gevolge van de uitvoering van het project? Op basis van de bestaande gegevens en veldbezoeken geven wij een actueel en dekkend beeld van de aanwezige, wettelijk beschermde flora en fauna in het onderzoekgebied. In 2005 is een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) in werking getreden, welke behoort bij de Floraen faunawet. Een belangrijke wijziging met deze AMvB is dat voor algemeen voorkomende soorten een vrijstelling geldt. Voor deze soorten is het, onder voorwaarden, niet meer noodzakelijk om een ontheffing aan te vragen. In de AMvB zijn verschillende beschermingscategorieën onderscheiden (zie onderstaande tabel). 10 ARCADIS 077542925:0.2 - Definitief

Tabel 4: Beschermingscategorieën Flora- en faunawet. Categorie Ontheffing of vrijstelling bij ruimtelijke ontwikkelingen Tabel 1 Algemene soorten Algemene vrijstelling van de verboden 8 tot en met 12, wel zorgplicht, m.u.v. artikel 10 Tabel 2 Overige soorten Tabel 3 Soorten van bijlage 1 van de AMvB Tabel 3 Soorten op Bijlage IV Europese Habitatrichtlijn Vrijstelling mogelijk, mits gebruik wordt gemaakt van een door de minister goedgekeurde gedragscode; anders ontheffing noodzakelijk (toetsing aan gunstige staat van instandhouding en zorgvuldig handelen). Eventueel mitigatie- en compensatieplicht. Ook kan door het ministerie een beschikking worden afgegeven waarin goedkeuring wordt gegeven voor maatregelen ter voorkoming van het overtreden van verbodsbepalingen. Deze goedkeuring heeft de vorm van een afwijzing van de ontheffingsaanvraag, m.u.v. artikel 10 Voor volgens art 75 lid 6 bij AMVB aangewezen soorten geldt een zwaar beschermingsregime. Voor deze soorten geldt, ook wanneer wordt gewerkt volgens een goedgekeurde gedragscode, geen vrijstelling voor ruimtelijke ontwikkeling en inrichting. Ontheffing voor het overtreden van verbodsbepalingen kan alleen verleend worden wanneer: - er geen andere bevredigende oplossing bestaat; - er sprake is van een bij AMvB bepaald belang. Voor deze groep is per AMvB bepaald dat een ontheffing verleend kan worden (met inachtneming van het voorgaande) bij: dwingende reden van groot openbaar belang; ruimtelijke ontwikkeling en inrichting (zolang er geen sprake is van benutting of gewin) van de beschermde soort; enkele andere redenen die geen verband houden met ruimtelijke ontwikkeling, zoals volksgezondheid, openbare veiligheid, voorkomen van ernstige schade; - er geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de soort; - er zorgvuldig wordt gehandeld. Ook kan door het ministerie een beschikking worden afgegeven waarin goedkeuring wordt gegeven voor maatregelen ter voorkoming van het overtreden van verbodsbepalingen. Deze goedkeuring heeft de vorm van een afwijzing van de ontheffingsaanvraag. Voor volgens art 75 lid 6 aangewezen soorten die voorkomen op bijlage IV van de Habitatrichtlijn geldt een zwaar beschermingsregime. Voor deze soorten geldt, ook wanneer wordt gewerkt volgens een goedgekeurde gedragscode, geen vrijstelling voor ruimtelijke ontwikkeling en inrichting. Ontheffing voor het overtreden van verbodsbepalingen kan alleen verleend worden wanneer: - er geen andere bevredigende oplossing bestaat; - er sprake is van een bij AMvB bepaald belang. Voor deze groep is bij AMvB bepaald dat een ontheffing verleend kan worden (met inachtneming van het voorgaande) bij: dwingende reden van groot openbaar belang Nb: voor deze groep kan er geen ontheffing worden verleend op basis van het belang ruimtelijke ontwikkeling en inrichting. Volgens de AMvB kan dit wel, echter uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) laten zien dat de AMvB op dit punt een onjuiste implementatie van de Europese Habitatrichtlijn is. enkele andere redenen die geen verband houden met ruimtelijke ontwikkeling, zoals volksgezondheid, openbare veiligheid, voorkomen van ernstige schade; - er geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de soort; - er zorgvuldig wordt gehandeld. Ook kan door het ministerie een beschikking worden afgegeven waarin goedkeuring wordt gegeven voor maatregelen ter voorkoming van het overtreden van verbodsbepalingen (EZ hanteert nu de term Positieve Afwijzing ). Deze goedkeuring heeft de vorm van een afwijzing van de ontheffingsaanvraag. 077542925:0.2 - Definitief ARCADIS 11

Vogels Vanwege de bepalingen in de Europese Vogelrichtlijn, die overgenomen zijn in de Flora- en faunawet, geldt er voor vogels een afwijkend beschermingsregime. Uit recente uitspraken van de ABRvS blijkt dat de manier waarop in Nederland tot voor kort werd omgegaan met ontheffingen voor vogels in strijd is met de Europese Vogelrichtlijn. De Vogelrichtlijn staat een ontheffing alleen toe wanneer: geen andere bevredigende oplossing bestaat; tevens sprake is van één van de volgende belangen: bescherming van flora en fauna; veiligheid van luchtverkeer; volksgezondheid en openbare veiligheid. Dit betekent dat voor het verstoren van broedende vogels, hun eieren of jongen slechts in uitzonderlijke gevallen ontheffing kan worden verleend voor een ruimtelijke ingreep, namelijk als voldaan is aan het bovenstaande. In de praktijk betekent dit dat voor vogels gestreefd moet worden naar het voorkomen van het overtreden van verbodsbepalingen. In veel gevallen kan overtreding van verbodsbepalingen worden voorkomen door (verstorende) werkzaamheden buiten het broedseizoen (de perioden dat het nest in gebruik is voor het broeden of grootbrengen van jongen) aan te laten vangen. Binnen de groep van vogels zijn er soorten waarvan het nest wordt aangemerkt als een zogenaamde vaste rust- of verblijfsplaats. Dergelijke verblijfplaatsen zijn jaarrond beschermd onder artikel 11 van de algemene verbodsbepalingen, en vormen de meest streng beschermde groep. Vaste rust- en verblijfplaatsen van vogels zijn aangewezen in de aangepaste lijst jaarrond beschermde vogelnesten (Ministerie van LNV, 2009) en bestaan uit de categorieën van vogelsoorten opgenomen in onderstaande tabel. Tabel 5: Categorieën jaarrond beschermde nesten Categorie Categorie 1 Categorie 2 Categorie 3 Categorie 4 Categorie 5 Type verblijfplaatsen Vaste rust- en verblijfplaatsen; nesten die, behalve gedurende het broedseizoen als nest, buiten het broedseizoen in gebruik zijn als vaste rust- en verblijfplaats. Nesten van koloniebroeders;, nesten van koloniebroeders die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn, of afhankelijk van bebouwing of biotoop Honkvaste broedvogels en vogels afhankelijk van bebouwing; nesten van vogels, zijnde geen koloniebroeders, die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn, of afhankelijk van bebouwing of biotoop Vogels die zelf niet in staat zijn een nest te bouwen; vogels die jaar in jaar uit gebruik maken van hetzelfde nest en die zelf niet of nauwelijks in staat zijn een nest te bouwen Niet jaarrond beschermd, inventarisatie gewenst; nesten van vogels die weliswaar vaak terugkeren naar de plaats waar zij het jaar daarvoor hebben gebroed of de directe omgeving daarvan, maar die wel over voldoende flexibiliteit beschikken om, als de broedplaats verloren is gegaan, zich elders te vestigen. Of voor het (buiten het broedseizoen) wegnemen van jaarrond beschermde vaste rust- en verblijfplaatsen een ontheffing noodzakelijk is, dient te worden vastgesteld met behulp van een zogenaamde omgevingscheck. Daarnaast is de noodzaak tot een ontheffing mede afhankelijk van de mogelijkheid tot het mitigeren (inclusief het aanbieden van vervangende nestgelegenheid) van negatieve effecten. 12 ARCADIS 077542925:0.2 - Definitief

Zorgplicht Naast de verbodsbepalingen is in de Flora- en faunawet ook een zorgplicht opgenomen (zie onderstaande tekstkader). Wanneer plannen worden ontwikkeld voor ruimtelijke ingrepen of voornemens ontstaan om werkzaamheden uit te voeren, dient vooraf goed te worden beoordeeld of er mogelijke nadelige consequenties voor beschermde inheemse soorten zijn. In beginsel is daarvoor de initiatiefnemer zelf verantwoordelijk. Zorgplicht Flora- en faunawet Artikel 2, lid 1: Een ieder neemt voldoende zorg in acht voor de in het wild levende dieren en planten, alsmede voor hun directe leefomgeving. Artikel 2, lid 2: De zorg, bedoeld in het eerste lid, houdt in ieder geval in dat een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor flora of fauna kunnen worden veroorzaakt, verplicht is dergelijk handelen achterweg te laten voor zover zulks in redelijkheid kan worden gevergd, dan wel alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd teneinde die gevolgen te voorkómen of, voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken. De zorgplicht geldt altijd en voor alle planten en dieren, of ze beschermd zijn of niet, en in het geval dat ze beschermd zijn ook als er ontheffing of vrijstelling is verleend. De zorgplicht betekent niet dat er geen dieren mogen worden gedood, maar wel dat dit, indien noodzakelijk, op zodanige wijze gebeurt dat het lijden zo beperkt mogelijk is. 077542925:0.2 - Definitief ARCADIS 13