GOTO Druk tijdens het afspelen van MPEG-4, DVD of VCD op GOTO om het menu als volgt weer te geven: Voor DVD: Voor VCD: PBC Gebruik om zoekopties uit Titel, Hoofdstuk en Tijd te kiezen. Gebruik de nummertoetsen voor het invoeren van de gewenste titel, hoofdstuk of afspeeltijd. Druk op ENTER om te bevestigen. Gebruik om zoekopties uit Track, Tijd of Disctijd te kiezen. Gebruik de nummertoetsen om de gewenste track of afspeeltijd in te voeren. Druk op ENTER om te bevestigen. Opmerking: 1.Gebruik de Tijd optie voor het zoeken naar een exacte tijd in de track. 2.Gebruik de Track optie voor het zoeken naar de gewenste titel of het gewenste hoofdstuk. 3.De zoekfunctie is op sommige DVD-discs niet beschikbaar. Druk tijdens het afspelen van VCD/SVCD op deze knop om de PBC-functie (Playback Control) voor VCD/SVCD-navigatie in- of uit te schakelen. Voor CD/MP3-programma 1. Plaats een MP3 of audio-cd. Het onderstaande menu verschijnt in het scherm. 2. Selecteer de optie Bewerken ; deze verschijnt rechts in het scherm en druk vervolgens op ENTER-knop. Selecteer in het Bewerker menu een te programmern track en verplaats vervolgens de cursor naar de optie Een programma toevoegen. Druk op de ENTEP-knop om uw selectie te bevestigen. Verplaats daarna de cursor naar de programmalijst en kies het af te spelen programma. Opmerking: Druk op de STOP-knop om het afspelen in volgorde van de programmaliedjes te stoppen. 3. Beeindig eerst het afspelen voordat u een programma verwijderd. Kies het te verwijderen liedje, klik op de Verwijderen optie rechts van het menu en druk vervolgens op ENTER-knop om te bevestigen. Opmerking: Kies bewerken modus om een programma te wissen. 4. Er zijn 3 herhaamodi en 3 afspeelmodi, zoals rechts aangeduid. Selecteer Herhaal Enkel voor het herhalen van de herhaal Map voor het herhalen van de hele map of Herhalen Uit voor het annuleren van de herhaalfunctie. De modus normaal is voor het afspelen van de disk in normale volgorde. Kies Shuffle voor het willekeurig afspelen van de tracks of Muziek lntro voor het afspelen van de inleiding van iedere track. Opmerkingen: Schakel voor het willekeurig afspelen van de disk de herhaalfunctie uit en activeer vervolgens Shuffle. Druk daarna op NEXT op de afstandsbediening om zonder een vooraf bepaalde volgorde af te spelen. Voor DVD-programma Druk op het PROG-knop scherm om het informatievenster weer te geven. Gebruik wervolgens de nummertoetsen om het af te spelen programmanummer in te voeren en slecteer PLAY om het afspelen te beginnen. Tijdens het afspelen toont het scherm PROGRAM (Geprogrammeerd afspelen). GB-9 GB-10
7 720p
CVBS: Composiet video. Stel de video-uitgang interlacing component-uitgang RGB : Stel de video-uitgang SCART-uitgang 7.3. Audio setup Selecteer Audio in het setupmenu om naar het Audio submenu te gaan. 7.3.7. Vertraging middelste luidspreker Gebruik deze functie om de vertraging tussen de middelste en voorste luidsprekers aan te passen, afhankelijk van de afstand van de luidsprekers ten opzichte van uw luisterpositie: 0,3 m/0,6 m/1 m/1,4 m/1,7 m. Selecteer eventueel GEEN VERTRAGING en de uitvoer van de middelste en voorste luidsprekers wordt tegelijkertijd gegenereerd. Als u bijvoorbeeld 0,3 m selecteert, wordt de uitvoer van de middelste luidspreker 0,3 milliseconde na de uitvoer van de voorste luidspreker gegenereerd. 7.3.8. Vertraging surround luidsprekers Gebruik deze functie om de vertraging tussen de surround en voorste luidsprekers aan te passen, afhankelijk van de afstand van luidsprekers ten opzichte van uw luisterpositie: 1 m/2 m/3 m/4 m/5,1 m. Selecteer eventueel GEEN VERTRAGING en de uitvoer van de surround en voorste luidsprekers wordt tegelijkertijd gegenereerd. Als u bijvoorbeeld 1 m selecteert, wordt de uitvoer van de surround luidspreker 1 milliseconde na de uitvoer van de voorste luidspreker gegenereerd. 7.3.9. Digitale uitvoer Selecteer PCM om audio-uitvoer met behulp van de decoderchip te decoderen. Selecteer RAW en audiosignalen worden niet gedecodeerd. Selecteer UIT om digitale uitvoer uit te schakelen. 7.3.10 Nachtmodus Met het selecteren van deze modus kunt u, zonder anderen te storen, genieten van het beste geluidseffect, zelfs bij een laag volume. 7.3.1. Basbeheer Voor het in- of uitschakelen van de uitvoer van 5.1 kanalen. 7.3.11 Neerwaartse bem Neerwaartse bemonstering: U kunt de bemosnsteringsfrequentie instellen. Hogere bemonsteringsfrequentie levert een superieure geluidskwaliteit. 7.3.2. Voorste luidsprekers Selecteer het bereik van de frequentiesignalen die de voorste luidsprekers kunnen reproduceren: GROOT of KLEIN. 7.3.3. Middelste luidspreker Selecteer het bereik van de frequentiesignalen die de middelste luidspreker kunnen reproduceren: GROOT of KLEIN. Kies anders GEEN om uitvoer van de middelste luidspreker uit te schakelen. 7.3.4. Surround luidsprekers Selecteer het bereik van de frequentiesignalen die de surround luidsprekers kunnen reproduceren: GROOT of KLEIN. Kies anders GEEN om uitvoer van de surround luidsprekers uit te schakelen. 7.3.5. Subwoofer Selecteer GEEN om uitvoer van de subwoofer uit te schakelen of AANWEZIG om uitvoer van de subwoofer in te schakelen. 7.3.6. Testtoon Gebruik deze optie voor het afzonderlijk testen van de uitvoer van 5.1 kanalen: LINKS/RECHTS/MIDDEN/LINKS SURR/RECHTS SURR/SUBWOOFER. Selecteer UIT om de testfunctie uit te schakelen.
8888