Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de energiehuizen

Vergelijkbare documenten
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de energiehuizen

Viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Begroting, Financiën en Energie. Kreupelenstraat Brussel

VR DOC.1136/2BIS

VR DOC.0474/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 8 juli 2016;

Nota aan de leden van de Vlaamse Regering

VR DOC.1358/2BIS

VR DOC.1498/2BIS

VR DOC.0263/2BIS

Nota aan de leden van de Vlaamse Regering

VR DOC.1242/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 18 december 2017;

DE VLAAMSE REGERING, Pagina 1 van 8

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de subsidiëring van projecten ter uitvoering van het actieplan Clean power for transport

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 november 2018; Pagina 1 van 7

VR DOC.1027/2

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 7 juli 2017;

VR DOC.1191/3BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 4 december 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de richtsnoeren staatssteun ten behoeve van milieubescherming en energie van 28 juni 2014;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit Vlaamse Codex Fiscaliteit van 20 december 2013;

Doorheen de bomen het bos nog zien: over woonloketten en energiehuizen

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorwaarden waaronder investeringssubsidies kunnen worden toegekend aan toeristische logiezen

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 8 juni 2007 betreffende de studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap;

VR DOC.1472/2BIS

VR DOC.0854/2BIS

Ontwerp van decreet betreffende de fiscale gunstmaatregelen die verbonden zijn aan natuurbeheerplannen DE VLAAMSE REGERING,

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 februari 2017;

VR DOC.1298/2QUATER

VR DOC.1450/2BIS

VR DOC.0752/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 maart 2017;

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

VR DOC.0810/2BIS

VR DOC.1585/2

VR DOC.1619/2

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 12 juli 2013 betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling, artikel 2;

DE VLAAMSE REGERING, Pagina 1 van 5

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 van 10 april 1992, artikel /2 ;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 18 december 2015 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2016, artikel 93:

VR DOC.0255/2

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging, Besluit:

Op voorstel van de Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed en van de Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, artikel 80, gewijzigd bij het decreet van (datum);

VR DOC.0786/2BIS

VR DOC.0136/2

VR DOC.1273/2

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op xxx;

Besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een tegemoetkoming aan het OCMW ter bestrijding van uithuiszettingen

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 21 april 2016;

Samenwerkingsovereenkomst met IGO div inzake het Energiehuis, een dienst van algemeen economisch belang (DAEB)

VR DOC.1589/2

VR DOC.0570/2BIS

VR DOC.0232/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 maart 2019;

VR DOC.0455/2QUATER

Officieus gecoördineerde versie: oorspronkelijke tekst met opname van alle wijzigingen versie van kracht op DE VLAAMSE REGERING,

Besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2007 tot uitvoering van het decreet van 5 mei 2006 houdende de erkenning van de Vlaamse Gebarentaal

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het ministerieel besluit van 26 juli 2001 tot vaststelling van het bijdragesysteem voor de gebruiker van gezinszorg;

VR DOC.0915/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 26 maart 2019;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 18 juli 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel /2, 3, ingevoegd bij het decreet van 14 maart 2014;

DE VLAAMSE REGERING, Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 16 maart 2012 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid, artikel 37;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 24 oktober 2017;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby s en peuters, artikel 10, 1, 2 en 3 ;

Gelet op de bepaling van artikel 17, 1 e lid, van de wet van 05/07/1956 betreffende de Wateringen;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzonder wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, artikel 28, 1, eerste lid;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het gemeenschapsonderwijs, artikel 67, 2;

Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de cofinanciering van onderzoek en ontwikkeling in het kader van overheidsopdrachten

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel 14/1.1.1 en 14/1.1.2, ingevoegd bij het decreet van 16 november 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 februari 2018;

VR DOC.0205/2BIS

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 maart 2019;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 houdende de organisatie van pleegzorg;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het koninklijk besluit van 10 juli 2006 betreffende het rijbewijs voor voertuigen van categorie B;

DE VLAAMSE REGERING, bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs, artikel 56ter 1 en 56quater 1 en 4;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 houdende oprichting van het Vlaams Cultureel Centrum Voeren;

DE VLAAMSE REGERING, algemene boekhouding, de jaarrekening en het rekeningstelsel voor de hogescholen;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand;

VR DOC.0952/2BIS

Bijlage XVII. Subsidiëring van de infrastructuur in woonzorgcentra en centra voor kortverblijf

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, artikel 26, 2;

Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het Vlaams Woninghuurdecreet

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 25 mei 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel , ingevoegd bij het decreet van 16 november 2018;

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de premiesubsidie voor een brede weersverzekering in de landbouwsector

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 4 juli 2017;

VR DOC.0369/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het gemeenschapsonderwijs, artikel 67, 2;

Ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 maart 2019;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 februari 2015 houdende uitvoering van het Antidopingdecreet van 25 mei 2012;

Ontwerp van decreet houdende wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft de energieprestaties van gebouwen

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 betreffende de ambtshalve concordantie;

Transcriptie:

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de energiehuizen DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel 8.2.2, ingevoegd bij het decreet van 19 december 2014 en gewijzigd bij het decreet van 3 juli 2015, artikel 8.3.1/1, ingevoegd bij het decreet van 17 februari 2017, artikel 8.3.3, artikel 8.4.1, gewijzigd bij het decreet van 20 december 2013, artikel 8.4.2, ingevoegd bij het decreet van 17 februari 2017, artikel 9.1.1, 9.1.2 en 9.1.3, hersteld bij het decreet van xx/xx/201x; Gelet op het Energiebesluit van 19 november 2010; Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 19/06/2018; Gelet op het advies van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten, gegeven op 25/07/2018; Gelet op het advies van de Vereniging van Vlaamse Provincies, gegeven op 30/07/2018; Gelet op het advies nr. xx.xxx/x, gegeven op xx/xx/201x, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 2 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Overwegende dat het besluit 2012/21/EU van de Europese Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen van toepassing is op de vergoedingen die in dit besluit vervat zijn; Op voorstel van de Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie; Na beraadslaging, BESLUIT: Artikel 1. In artikel 1.1.1, 2 van het Energiebesluit van 19 november 2010, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van xx/xx/201x, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1 punt 40 /3 wordt vervangen door wat volgt: 40 /3 ESCO : voor de toepassing van titel VII, hoofdstuk IX van dit besluit is het energiehuis de ESCO, en werkt volgens het derde-investeerdersprincipe voor de prioritaire doelgroep en waarbij de terugbetaling van de energielening gebeurt op basis van de terugverdientijd van de investering; ; Pagina 1 van 8

2 in punt 81/1, c) wordt tussen het woord samenwoont en de woorden niet meer bedraagt de zinsnede, en verminderd met 1.300 euro per persoon ten laste ingevoegd; 3 er wordt een punt 81 /1/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: 81 /1/1 privaat huishouden: een persoon die gewoonlijk alleen leeft, of twee of meer personen die, al dan niet door familiebanden verbonden, gewoonlijk dezelfde woning betrekken en er samen leven, uitgezonderd de personen die in een collectief huishouden verblijven zoals kloostergemeenschappen, rusthuizen, weeshuizen, studenten- of arbeidershuizen.. Art. 2. In artikel 6.4.1/8 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 23 september 2011 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 7 september 2012, 29 november 2013, 10 juli 2015, 15 juli 2016, 19 mei 2017 en 1 december 2017, wordt tussen het vierde en vijfde lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: In afwijking van het derde lid worden de energiescans gericht op begeleiding bij de uitvoering van energiebesparende investeringen vanaf 1 januari 2019, voor zover er een energiehuis in die gemeente actief is, uitgevoerd door de energiehuizen of door hen aangestelden.. Art. 3. Aan artikel 6.4.1/12, 3 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 december 2017, wordt een lid toegevoegd, dat luidt als volgt: In afwijking van het eerste lid kan de elektriciteitsdistributienetbeheerder geen vergoeding ontvangen voor de energiescans die conform artikel 6.4.1/8, zesde lid door of namens een energiehuis werden uitgevoerd.. Art. 4. In titel VII van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij xx/xx/201x wordt het opschrift van hoofdstuk IX, vervangen door wat volgt: Hoofdstuk IX. Energiehuizen. Art 5. In titel VII, hoofdstuk IX van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2017, wordt het opschrift van afdeling I vervangen door wat volgt: Afdeling I. Voorwaarden voor de energiehuizen. Art. 6. In artikel 7.9.1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1 In paragraaf 2, 3 wordt de zinsnede evenals over de conformiteit met de doelgroepcriteria opgeheven; 2 aan paragraaf 2 wordt een punt 7 toegevoegd, dat luidt als volgt: 7 de voorwaarden die gekoppeld zijn aan de vergoedingen, vermeld in artikel 7.9.3 tot en met 7.9.3/2, alsook de wijze van evaluatie en de gevolgen die daaruit voortvloeien voor de uitbetaalde vergoedingen. ; 3 er wordt een paragraaf 3 toegevoegd, die luidt als volgt: 3. Aan de hand van een addendum bij de samenwerkingsovereenkomst, vermeld in paragraaf 2, worden de streefwaarden en mijlpalen voor de prestaties die verbonden zijn Pagina 2 van 8

aan de basistaken, vermeld in artikel 7.9.2/1, in een meerjarig perspectief overeengekomen. Het energiehuis: 1 - formuleert daarvoor driejaarlijks een voorstel en bezorgt dat uiterlijk op 20 maart aan het Vlaams Energieagentschap, waarna overgegaan kan worden tot overleg en waarna uiterlijk op 1 mei het Vlaams Energieagentschap een voorstel van addendum aan het energiehuis bezorgt ; 2 - evalueert de evolutie van de streefwaarden en mijlpalen via een jaarlijks functioneel verslag, en bezorgt dat uiterlijk op 31 maart van het daarop volgend jaar aan het Vlaams Energieagentschap.. Art. 7. In titel VII, hoofdstuk IX van hetzelfde besluit ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2017, wordt het opschrift van afdeling II vervangen door wat volgt: Afdeling II. Taken van de energiehuizen Art. 8. In titel VII, hoofdstuk IX, afdeling II van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2017, wordt voor artikel 7.9.2 een opschrift ingevoegd, dat luidt als volgt: Onderafdeling I. Energieleningen. Art. 9. In artikel 7.9.2, 2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1 in het zevende lid wordt tussen de tweede en de derde zin de zin De uiterste opnamedatum van een lening bedraagt twaalf maanden na de ondertekening. ingevoegd; 2 in het achtste lid wordt het woord zesde vervangen door het woord zevende ; 3 tussen het achtste en negende lid wordt een lid ingevoegd dat luidt als volgt: In afwijking van het zevende lid mag het bedrag van de lening aan een vereniging van mede-eigenaars niet hoger zijn dan 15.000 euro vermeerderd met 7.500 euro per wooneenheid in het gebouw waarvoor de vereniging van mede-eigenaars verantwoordelijk is. Deze regel is van toepassing per gebouw waarvoor de vereniging van mede-eigenaars verantwoordelijk is.. 4 er wordt een elfde lid toegevoegd dat luidt als volgt: Indien de ontlener van de lening, vermeld in deze paragraaf, een voor de werken die het voorwerp uitmaken van de lening verkregen subsidie of premie wil aanwenden als hetzij een vervroegde terugbetaling van die lening, hetzij om een herziening van de lening te verkrijgen waardoor de maandelijkse aflossing daalt, is het energiehuis verplicht om dit toe te staan.. Art. 10. Aan titel VII, hoofdstuk IX, afdeling II van hetzelfde besluit, toegevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2017, wordt een onderafdeling II, die bestaat uit artikel 7.9.2/1, toegevoegd, die luidt als volgt: Onderafdeling II. Andere basistaken van de energiehuizen Art. 7.9.2/1. 1. Het energiehuis voorziet, naast het verstrekken en beheren van energieleningen, in elke stad of gemeente binnen zijn werkingsgebied verplicht in de volgende dienstverlening en activiteiten: Pagina 3 van 8

1 inwoners informeren, adviseren en begeleiden door een laagdrempelig energieloket aan te bieden waar inwoners terecht kunnen met hun energievragen; 2 gestructureerde basisinformatie aanbieden over minstens: a)-relevante gemeentelijke, provinciale, gewestelijke en federale energiebeleidsmaatregelen; b)-energiepremies en -leningen, inclusief leningen bij de financiële sector; c)-energetische renovatie; 3 particulieren begeleiden en ondersteunen bij minstens: a)-de aanvragen van de premies en leningen, vermeld in punt 2 ; b)-het uitvoeren van de leveranciersvergelijking en, in voorkomend geval, bij de wijziging van energieleverancier; c)-het aanvragen en vergelijken van offertes voor energetische renovatiewerken; d)-de uitvoering van energetische renovatiewerken, en het bieden van ontzorging daarbij, inclusief dienstverlening voortvloeiende uit door het energiehuis uitgevoerde energiescans die gericht is op begeleiding bij de uitvoering van energiebesparende investeringen; e)-de interpretatie van thermografische informatie, de zonnekaart, de resultaten na een energiescan en het energieprestatiecertificaat; 4 uitvoerende lokale diensten coördineren, onder meer van de door de respectievelijke gemeente aangeduide uitvoerders van de energiescans, en, in voorkomend geval, correct doorverwijzen. 2. Om in de dienstverlening, vermeld in 1, te kunnen voorzien en om die dienstverlening te kunnen garanderen, kan het energiehuis een beroep doen op en samenwerkingsverbanden aangaan met partners. Hierbij wordt gewaakt over het maximaal bewerkstelligen van synergiën en een duidelijke afbakening van taken met het oog op het vermijden van overlappingen in de uitgevoerde taken. Art. 11. In titel VII, hoofdstuk IX, afdeling III van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2017, wordt voor artikel 7.9.3 een opschrift ingevoegd, dat luidt als volgt: Onderafdeling I. Vergoedingen voor het verstrekken en beheren van energieleningen. Art. 12. In artikel 7.9.3 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2017, worden de volgende wijzingen aangebracht: 1 in paragraaf 1 wordt tussen het woord vergoedingen en de woorden kan voor elk energiehuis de zinsnede, vermeld in artikel 7.9.3 tot en met artikel 7.9.3/2, ingevoegd; 2 aan paragraaf 2 worden een vierde lid en een vijfde lid toegevoegd, die luiden als volgt: In afwijking van het tweede lid worden voor dossiers die goedgekeurd zijn of in omloop worden gebracht vanaf 1 januari 2019 de volgende bruto-vergoedingen toegekend: 1 322 euro per lening aan een particulier die niet behoort tot de prioritaire doelgroep van de energieleningen; 2 725 euro per lening aan een particulier die behoort tot de prioritaire doelgroep van de energieleningen; 3 151 euro per lening aan een particulier die behoort tot de prioritaire doelgroep van de energieleningen voor de aankoop en plaatsing van een energiezuinig huishoudtoestel; 4 690 euro per lening aan een niet-commerciële instelling of coöperatieve vennootschap. De bedragen, vermeld in het vierde lid, worden vanaf 2020 jaarlijks geïndexeerd aan de hand van het cijfer van de gezondheidsindex van de maand december van het jaar voor de aanpassing met als basisindexcijfer het cijfer van de gezondheidsindex van december 2018.. Pagina 4 van 8

Art. 13. Aan titel VII, hoofdstuk IX, afdeling III van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2017, wordt een onderafdeling II, bestaande uit artikel 7.9.3/1, toegevoegd, die luidt als volgt: Onderafdeling II. Vergoedingen voor de basistaken Art. 7.9.3/1. 1. Aan energiehuizen die een samenwerkingsovereenkomst hebben gesloten, als vermeld in artikel 7.9.1, 1, eerste lid, wordt, binnen de begrotingskredieten en maximaal tot in het kalenderjaar 2029, voor de uitvoering van de basistaken, vermeld in artikel 7.9.2/1, 1, een jaarlijkse vergoeding toegekend voor de personeels- en werkingsmiddelen. De totaliteit van de gecumuleerde vergoedingen, vermeld in artikel 7.9.3 tot en met artikel 7.9.3/2, kan voor elk energiehuis met toepassing van het besluit 2012/21/EU nooit meer bedragen dan 15 miljoen euro per jaar. 2. Bij de berekening van de vergoeding, vermeld in paragraaf 1, wordt rekening gehouden met : 1 -het aantal private huishoudens binnen het werkingsgebied van het energiehuis; 2 -het aantal steden en gemeenten binnen het werkingsgebied van het energiehuis. De volgende vergoedingen kunnen cumulatief worden toegekend: 1-20.000 euro per begonnen schijf van 50.000 private huishoudens; 2 -een vergoeding van 20.000 euro voor energiehuizen met een werkingsgebied van één tot vijf gemeenten, vermeerderd met 3.000 euro per bijkomende stad of gemeente die deel uitmaken van het werkingsgebied; 3 240 euro per uitgevoerde energiescan, als vermeld in artikel 7.9.2/1, 1, 3, d). 3. Het bedrag van de totale uitbetaalde vergoeding is afhankelijk van het behalen van streefwaarden en mijlpalen voor de prestaties die verbonden zijn aan de basistaken die in een meerjarig perspectief in een addendum bij de samenwerkingsovereenkomst, vermeld in artikel 7.9.1, 1, zijn overeengekomen. 4. De vergoedingen, vermeld in paragraaf 2, worden op de volgende wijze beschikbaar gesteld: 1 -een voorschot van 70% wordt uiterlijk tegen 15 april van elk kalenderjaar betaald; 2 -het saldo van 30% wordt uitbetaald nadat het Vlaams Energieagentschap heeft vastgesteld dat de voorwaarden waaronder de vergoeding is toegekend, nageleefd zijn en dat de vergoeding aangewend is voor de doeleinden waarvoor ze is verleend nadat een financieel verslag is ingediend, waarvan de minister het model bepaalt, en een functionele verantwoording. Kosten die reeds het voorwerp uitmaken van een andere financiële tegemoetkoming vanwege de Vlaamse overheid kunnen niet in rekening worden gebracht. 5. Het Vlaams Energieagentschap is belast met de uitbetaling van de vergoedingen, vermeld in paragraaf 2. 6. De bedragen, vermeld in paragraaf 2, worden vanaf 2020 jaarlijks geïndexeerd aan de hand van het cijfer van de gezondheidsindex van de maand december van het jaar voor de aanpassing met als basisindexcijfer het cijfer van de gezondheidsindex van december 2018.. Art. 14. Aan titel VII, hoofdstuk IX, afdeling III van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2017, wordt een onderafdeling III, bestaande uit artikel 7.9.3/2, toegevoegd, dat luidt als volgt: Onderafdeling III. Vernieuwende en experimentele activiteiten Pagina 5 van 8

Art. 7.9.3/2. 1. Aan energiehuizen die een samenwerkingsovereenkomst hebben gesloten als vermeld in artikel 7.9.1, 1, eerste lid, kan de minister, binnen de begrotingskredieten en maximaal tot in het kalenderjaar 2029, op basis van een projectoproep een subsidie verlenen als ze het initiatief nemen tot of meewerken aan vernieuwende of experimentele projecten, of inspelen op nieuwe regelgeving die aansluit bij de doelstellingen van het Vlaamse energiebeleid. De totaliteit van de gecumuleerde vergoedingen, vermeld in artikel 7.9.3 tot en met artikel 7.9.3/2, kan voor elk energiehuis met toepassing van het besluit 2012/21/EU nooit meer bedragen dan 15 miljoen euro per jaar. Het vernieuwende of experimentele karakter, vermeld in het eerste lid, kan blijken uit: 1 -de doelgroep tot wie het project zich richt, die onvoldoende door andere ondersteunende maatregelen opgevangen wordt; 2 -de methodologische aanpak van het project; 3 -de bevordering van de afstemming en samenwerking met andere actoren die actief zijn in het energiedomein. 2. De subsidies kunnen alleen aangewend worden voor de financiering van de personeelskosten en de werkingskosten van het ingediende project. In de aanvraag wordt aangetoond dat die personeelskosten en werkingskosten daadwerkelijk voor de uitvoering van het project dienen. Projecten die gefinancierd worden door een andere subsidieregeling van het Vlaamse Gewest of de Vlaamse Gemeenschap komen niet in aanmerking voor de subsidie, vermeld in deze onderafdeling. 3. Voor de uitvoering van de projecten kunnen de energiehuizen beroep doen op een of meer partners. Hierbij wordt gewaakt over het maximaal bewerkstelligen van synergiën en een duidelijke afbakening van taken met het oog op het vermijden van overlappingen in de uitgevoerde taken. 4. Om in aanmerking te komen voor een subsidie worden de kennis en ervaring die in het project worden verkregen, gedeeld met de andere energiehuizen. 5. De subsidies worden als volgt beschikbaar gesteld: 1 -een eerste voorschot van 40% wordt uitbetaald bij de start van het project; 2 -een tweede voorschot van 40% wordt uitbetaald na voorlegging van de bewijsstukken van alle gemaakte onkosten, die minstens 40% van de subsidie omvatten; 3 -het saldo van 20% wordt uitbetaald nadat het Vlaams Energieagentschap heeft vastgesteld dat de voorwaarden waaronder de subsidie is toegekend, nageleefd zijn en dat de subsidie aangewend is voor de doeleinden waarvoor ze is verleend en nadat een financieel verslag en een functionele verantwoording zijn ingediend. 6. Het Vlaams Energieagentschap is belast met de beoordeling van de projecten en met de uitbetaling van de subsidies, vermeld in paragraaf 2.. Art. 15. In artikel 7.9.4 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1 in paragraaf 1, vijfde lid worden de woorden binnen de twee werkdagen opgeheven; 2 paragraaf 3 wordt vervangen door wat volgt: 3. De minister neemt uiterlijk op 31 maart van elk jaar een beslissing over de aanvragen tot kwijtschelding. ; 3 er wordt een paragraaf 4 toegevoegd, die luidt als volgt: Pagina 6 van 8

4. Onder dezelfde voorwaarden als de voorwaarden, vermeld in paragraaf 1 tot en met 3, kunnen leningen worden kwijtgescholden die het Fonds voor de Reductie van de Globale Energiekost heeft verstrekt als het Vlaamse Gewest in de rechten ervan is getreden conform artikel 79, 2 van de bijzondere wet van 6 januari 2014 tot hervorming van de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, tot uitbreiding van de fiscale autonomie van de gewesten en tot financiering van de nieuwe bevoegdheden.. Art. 16. In artikel 11.1.6 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1 in het eerste lid wordt de zinsnede artikel 7.9.3. vervangen door de zinsnede artikel 7.9.3 tot en met artikel 7.9.3/2 ; 2 in het tweede lid wordt de zinsnede artikel 7.9.3. 1, eerste lid vervangen door de zinsnede artikel 7.9.3, 1, eerste lid, artikel 7.9.3/1, 1, eerste lid en artikel 7.9.3/2, 1, eerste lid ; 3 in het derde lid wordt de zinsnede artikel 7.9.3. vervangen door de zinsnede artikel 7.9.3 tot en met artikel 7.9.3/2. ; 4 in het vierde lid wordt de zinsnede artikel 7.9.3, 2 vervangen door de zinsnede artikel 7.9.3, 2, artikel 7.9.3/1, 2 en artikel 7.9.3/2, 2; 6 in het vierde lid wordt de zinsnede artikel 7.9.3. vervangen door de zinsnede artikel 7.9.3 tot en met artikel 7.9.3/2. Art. 17. 1 Artikel 12.3.13 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2017, wordt vervangen door wat volgt: Art 12.3.13. In afwijking van artikel 7.9.1 behouden de energiehuizen die op de datum van inwerkingtreding van dit artikel zijn erkend, die erkenning als ze uiterlijk tegen 20 maart 2019 een bijakte sluiten bij de samenwerkingsovereenkomst vermeld in artikel 7.9.1.. 2. Bij het verstrekken van de leningen, vermeld in artikel 7.9.2, 2, wordt voor de toepassing van de termijnen, vermeld in artikel 7.9.2, 3, eerste lid, verstaan dat een energiehuis die leningen nog uiterlijk kan verstrekken, voor zover de aanvraag op datum van het verstrijken van de termijn, vermeld in artikel 7.9.2, 3, eerste lid, 1 of 2, werd geregistreerd in het kredietbeheerssysteem Phoenix-Re dat door Participatiefonds- Vlaanderen ter beschikking wordt gesteld. In afwijking van artikel 7.9.2. 2, zevende lid bedraagt de uiterste opnamedatum van de volledige lening twaalf maanden na de ondertekening. Art. 18. De Vlaamse minister, bevoegd voor het energiebeleid, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, De minister-president van de Vlaamse Regering, Geert BOURGEOIS Pagina 7 van 8

De Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie, Bart TOMMELEIN Pagina 8 van 8