Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN solarregelingsmodule, type SM1 voor Vitocell 100-U, type CVUA Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften Gevaar Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel.! Opgelet Dit teken waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu. Opmerking Gegevens met het woord "Opmerking" bevatten aanvullende informatie. Werkzaamheden in het kader van de montage, de eerste inbedrijfstelling, inspectie, het onderhoud en herstellingen moeten door bevoegde installateurs worden uitgevoerd. Bij werkzaamheden aan het toestel of de verwarmingsinstallatie moet de stroomvoorziening worden uitgeschakeld en worden beveiligd tegen onverwachts weer inschakelen. Bij gas als brandstof de gasafsluitkraan sluiten en beveiligen tegen ongewild openen. De reparatie van componenten met een veiligheidstechnische functie brengt de veilige werking van de installatie in gevaar. Bij vervanging uitsluitend originele onderdelen van Viessmann of door Viessmann goedgekeurde onderdelen gebruiken. 2/2010
Montage (bij het vervangen) 2. 1.! Opgelet Door elektrostatische lading kunnen elektronische modules beschadigd worden. Voor de werkzaamheden geaard object, bijv. verwarmings- of waterleidingen, aanraken om de statische lading af te leiden. Opmerking Kabels ter plaatse van trekontlasting voorzien. Niet benodigde openingen met leidingdoorvoering (niet opengesneden) afsluiten. 2
Installatievoorbeeld 1 Tapwaterverwarming met bivalente warmwaterboiler Beschrijving van de werking Tapwaterverwarming met zonneenergie Als het temperatuurverschil tussen collectortemperatuursensor eq en boilertemperatuursensor qq groter is dan het inschakel-temperatuurverschil, wordt de solarcircuitpomp ee ingeschakeld en de warmwaterboiler qp wordt verwarmd. De zonnecircuitpomp ee wordt volgens de volgende criteria uitgeschakeld: Daling onder het uitschakel-temperatuurverschil (codeeradres 01) De boilermaximumtemperatuur (codeeradres 08) overschrijden Bereiken van de temperatuur die op de veiligheidstemperatuurbegrenzer qw (indien aanwezig) is ingesteld Extra functie voor de tapwaterverwarming De eisen voor de extra functie worden door de circulatiepomp qt gerealiseerd. Onderdrukking van de naverwarming van de warmwaterboiler door de verwarmingsketel Het onderdrukken van de naverwarming vindt in twee stappen plaats. De naverwarming van de warmwaterboiler qp door de verwarmingsketel 1 wordt onderdrukt zodra de warmwaterboiler qp door de collectoren ep wordt opgewarmd. Daartoe wordt de gewenste boilertemperatuur voor de naverwarming door de verwarmingsketel 1 gereduceerd. De solarcircuitpomp blijft na het uitschakelen van de solarcirculatiepomp ee nog een bepaalde tijd actief. Bij ononderbroken verwarming door de collectoren ep (> 2 h) vindt de naverwarming door de verwarmingsketel 1 uitsluitend plaats, wanneer de temperatuur lager wordt dan de aan de ketelregeling 2 ingestelde 3e boiler-instetemperatuur (codeeradres 67 ). Via codeeradres 67 wordt een 3e gewenste tapwatertemperatuur ingesteld (instelbereik 10 tot 95 ºC). Deze waarde moet onder de 1e gewenste tapwatertemperatuur liggen. De warmwaterboiler qp wordt pas door de verwarmingsketel 1 verwarmd als deze gewenste waarde niet met het zonnewarmtesysteem wordt bereikt. Tapwateropwarming zonder zonneenergie Het bovenste gedeelte van de warmwaterboiler qp wordt door de verwarmingsketel 1 verwarmd. De boilertemperatuurregeling met boilertemperatuursensor 3 van de ketelcircuitregeling 2 regelt de boilerverwarming 4. 3
Installatievoorbeeld 1 (vervolg) Vereiste coderingen aan de regeling van de olie-/gas-wandketel groep Solar Montage- en servicehandleiding verwarmingsketel Codeeradres Waarde Beschrijving 00 8 Inschakel-temperatuurverschil voor zonnecircuitpomp aan sf (aflevertoestand 8 K) 01 4 Uitschakel-temperatuurverschil voor zonnecircuitpomp aan sf (bij levering 4 K) 02 0 Solarcirculatiepomp niet toerentalgeregeld (bij levering) 1 Solarcirculatiepomp toerentalgeregeld met aspakketregeling 2 Solarcirculatiepomp toerentalgeregeld met PWM-regeling Opmerking Verkeerde instelling leidt tot apparaatschade of storingen. 08 60 Boilermaximumtemperatuur (bij levering 60 C) 20 0 Zonder extra functie voor de tapwaterverwarming (bij levering) 1 Met extra functie voor tapwaterverwarming Opmerking Codeeradres 00 kan minstens 0,5 K boven codeeradres 01 worden ingesteld. Codeeradres 01 kan maximaal 0,5 K onder codeeradres 00 worden ingesteld. 4
Installatievoorbeeld 1 (vervolg) Hydraulisch installatieschema ID: 4605120_1001_01 eq ew ee sf P ep qr qt ss ez qe sf qw % 3 qq qp 2 1 M KM-bus & &% sssf 230 V/50 Hz sk % 5
Installatievoorbeeld 1 (vervolg) Benodigde apparaten ID: 4605120_1001_01 Pos. omschrijving 1 Wandtoestel op olie/gas met 2 ketel- en verwarmingscircuitregeling 3 Boilertemperatuursensor % (verwarmingsketel) qp Vitocell 100-U/W, type CVUA qq Boilertemperatuursensor % (solarregelingsmodule) qw Veiligheidstemperatuurbegrenzer (accessoires) qe Tapwatercirculatiepomp (installateur) (eventueel zijn interne / externe uitbreidingen nodig) qr Thermostatische mengautomaat (accessoires) qt Circulatiepomp ss (omlaadpomp, van installateur) ep Zonnecollectoren eq Collectortemperatuursensor& ew Solar-Divicon (geïntegreerd in Vitocell 100-U/W, type CVUA) met ee zonnewarmtecircuitpomp sf ez Solarregelingsmodule, type SM1 (geïntegreerd in Vitocell 100-U/W, type CVUA) eu Aftakdoos (van installateur) ei Netschakelaar (van de installateur) 6
Installatievoorbeeld 1 (vervolg) Elektrisch van installateur ez ei fö? 230 V / 50 Hz 230 V / 50 Hz sf? eu M 1~ A M 1~ ee qw ss? M 1~ qt aö Laagspanning / & % eq qq avg KM-bus 2 ID: 4605120_1001_01 A bij solarregelingsmodule met toerentalgeregelde solarcirculatiepomp met PWM-regeling 7
Installatievoorbeeld 2 Tapwaterverwarming met een monovalent gebruikte Vitocell 100-U (type CVUA) en een monovalenten warmwaterboiler uit een vroegere installatieopstelling Beschrijving van de werking Tapwaterverwarming met zonneenergie Als het temperatuurverschil tussen collectortemperatuursensor eq en boilertemperatuursensor qq groter is dan het inschakel-temperatuurverschil (codeeradres 00), wordt de solarcircuitpomp ee ingeschakeld en de Vitocell 100-U qp wordt verwarmd. De zonnecircuitpomp ee wordt volgens de volgende criteria uitgeschakeld: Daling onder het uitschakel-temperatuurverschil (codeeradres 01) De boilermaximumtemperatuur (codeeradres 08) overschrijden Bereiken van de temperatuur die op de veiligheidstemperatuurbegrenzer qw (indien aanwezig) is ingesteld De omlaadpomp qt wordt volgens de volgende criteria ingeschakeld: Temperatuurverschil tussen sensor qz en sensor qu is groter dan het inschakel-temperatuurverschil. Extra functie voor de tapwaterverwarming is vrijgegeven Als de zonne-energie voldoende is, wordt de gehele Vitocell 100-U qp door de solarinstallatie verwarmd. Het in de Vitocell 100-U qp via zonnewarmte verwarmde water wordt naar warmwaterboiler wp gepompt. Deze warmwaterboiler wordt daarmee ook door zonne-energie verwarmd. Als de zonne-energie onvoldoende is, wordt in het onderste gedeelte van de Vitocell 100-U qp het tapwater solair voorverwarmd. In de warmwaterboiler wp wordt het door de CV-ketel 1 op de gewenste temperatuur gebracht. Via de boilertemperatuursensor wq van de ketelcircuitregeling wordt de brander en de circulatiepomp voor de boilerverwarming ingeschakeld. Na het bereiken van de ingestelde tapwatertemperatuur wordt de brander en de circulatiepomp voor de boilerverwarming uitgeschakeld. Onderdrukking van de naverwarming van de warmwaterboiler door de verwarmingsketel In de ketelcircuitregeling 2 wordt via codeeradres 67 een 3e gewenste tapwatertemperatuur ingesteld (instelbereik 10 tot 95 ºC). Deze waarde moet onder de 1e gewenste tapwatertemperatuur liggen. De warmwaterboiler wp wordt pas door de verwarmingsketel1 verwarmd (solarcircuitpomp R1 ee loopt), als deze gewenste waarde niet door de solarinstallatie kan worden bereikt. 8
Installatievoorbeeld 2 (vervolg) Tapwateropwarming zonder zonneenergie Vereiste coderingen aan de regeling van de olie-/gas-wandketel Montage- en servicehandleiding verwarmingsketel De warmwaterboiler wp wordt door de verwarmingsketel 1 verwarmd. De boilertemperatuurregeling met boilertemperatuursensor wq van de ketelcircuitregeling 2 schakelt de circulatiepomp voor de boilerverwarming in het wandapparaat. Groep Solar Codeeradres Waarde Beschrijving 00 8 Inschakel-temperatuurverschil voor zonnecircuitpomp aan sf (aflevertoestand 8 K) 01 4 Uitschakel-temperatuurverschil voor zonnecircuitpomp aan sf (bij levering 4 K) 02 0 Solarcirculatiepomp niet toerentalgeregeld (bij levering) 1 Solarcirculatiepomp toerentalgeregeld met aspakketregeling 2 Solarcirculatiepomp toerentalgeregeld met PWM-regeling Opmerking Verkeerde instelling leidt tot apparaatschade of storingen. 08 60 Boilermaximumtemperatuur (bij levering 60 C) 20 2 2. Temperatuurverschil-regeling (bij levering 0) of 3 2. Verschiltemperatuurregeling eb extra functie voor de tapwaterverwarming 9
Installatievoorbeeld 2 (vervolg) Opmerking Codeeradres 00 kan minstens 0,5 K boven codeeradres 01 worden ingesteld. Codeeradres 01 kan maximaal 0,5 K onder codeeradres 00 worden ingesteld. Groep Algemeen Codeeradres Functie 53:3 Installatie zonder tapwatercirculatiepomp: De circulatiepomp voor de bufferverwarming 7 is op uitgang sk van de interne uitbreiding H1 of H2 aangesloten Groep Warm water Codeeradres Functie 5b:1 Interne omschakelklep zonder functie (warmwaterboiler achter de open-verdeler/verzamelaar aangesloten) 10
Installatievoorbeeld 2 (vervolg) Hydraulisch installatieschema ID: 4605121_1001_01 eq ew ee sf P ep ez 230 V/50 Hz M KM-bus & qq % sf qw qp &% sssf qr qz / qe qt ss wp 2 aö wq 1 11
Installatievoorbeeld 2 (vervolg) Benodigde apparaten ID: 4605121_1001_01 Pos. Omschrijving 1 Wandtoestel op olie/gas met 2 ketel- en verwarmingscircuitregeling 3 Boilertemperatuursensor % (verwarmingsketel) qp Vitocell 100-U/W, type CVUA qq Boilertemperatuursensor % (solarregelingsmodule) qw Veiligheidstemperatuurbegrenzer (accessoires) qe Tapwatercirculatiepomp (installateur) (eventueel zijn interne / externe uitbreidingen nodig) qr Thermostatische mengautomaat (accessoires) qt Circulatiepomp ss (omlaadpomp, van installateur) qz Temperatuursensor (Vitocell 100-U, met zonneverwaming)) wp Warmwaterboiler (ketelverwarmd, reeds aanwezig in bestaande installatie) met wq Temperatuursensor (warmwaterboiler, ketelverwarmd) ep zonnecollectoren eq Collectortemperatuursensor& ew Solar-Divicon (geïntegreerd in Vitocell 100-U/W, type CVUA) met ee zonnewarmtecircuitpomp sf ez Solarregelingsmodule, type SM1 (geïntegreerd in Vitocell 100-U/W, type CVUA) eu Aftakdoos (van installateur) ei Netschakelaar (van de installateur) 12
Installatievoorbeeld 2 (vervolg) Elektrisch van installateur ez ei fö? 230 V / 50 Hz 230 V / 50 Hz sf? eu M 1~ A M 1~ ee qw ss? M 1~ qt aö wq Laagspanning / & % avg qz eq qq KM-bus 2 ID: 4605121_1001_01 A bij solarregelingsmodule met toerentalgeregelde solarcirculatiepomp met PWM-regeling 13
Netaansluiting Gevaar Ondeskundig uitgevoerde elektrische installaties kunnen door elektrische stroom aanleiding zijn voor ernstige verwondingen en materiële schade. Netaansluiting en veiligheidsmaatregelen (bijv. aardlekschakelaar) moeten volgens de volgende voorschriften worden uitgevoerd: IEC 60364-4-41 NEN-voorschriften Aansluitvoorwaarden van het plaatselijke energiebedrijf De netaansluitkabel met max. 16 A zekeren. De hoofdschakelaar (indien aanwezig) moet gelijktijdig alle ongeaarde kabels met min. 3 mm contactopening van het net scheiden. Als geen hoofdschakelaar wordt geplaatst, moeten alle ongeaarde kabels door de voorgeschakelde aardlekschakelaar met min. 3 mm contactopening van het net worden gescheiden. Bovendien bevelen we de installatie van een universele stroomgevoelige aardlekschakelaar (FI klasse B ) aan voor gelijkstroom(storingen), die kunnen ontstaan door energie-efficiënte bedrijfsmiddelen. Gevaar Ontbrekende aarding van installatiecomponenten kan bij een elektrisch defect door elektrische stroom tot ernstige verwondingen leiden. Toestel en leidingen moeten met de equipotentiaalverbinding van het huis verbonden zijn. 14
Netaansluiting (vervolg) C L1 N D E F Netaansluiting volgens afbeelding uitvoeren. Gevaar Verkeerde aansluiting van aders kan tot ernstig letsel en materiële schade aan het toestel leiden. Aders L en N niet verwisselen. 40 40 B A A Netaansluiting solarregelingsmodule B Netaansluiting regeling verwarmingsketel C Netaansluiting 230 V / 50 Hz D Zekering (max. 16 A) E Hoofdschakelaar, 2-polig, installateur (indien aanwezig) F Aansluitdoos (installateur)! Opgelet Verkeerde fasenvolgorde kan schade aan het toestel veroorzaken. Op dezelfde fase met de netaansluiting van de regeling letten. Kleurenlegende conform DIN/IEC 60757 BN bruin BU blauw GN/YE groen/geel 15
Aansluitings- en bedradingsschema A1 Basisprintplaat PWM Toerentalregeling solarcircuitpomp (indien aanwezig) STB Veiligheidstemperatuurbegrenzer X... Elektrische poorten % Boilertemperatuursensor & Collectortemperatuursensor 16 / Temperatuursensor (indien aanwezig) aö Temperatuursensor (indien aanwezig) ss Omlaadpomp sf Solarcircuitpomp fö Aansluiting op het net avg KM-BUS van de regeling
Functiebeschrijving Opmerking De hieronder beschreven functies in de codeerniveaus 1 en 2 (groep Solar) aan de regeling van de verwarmingsketel instellen of veranderen. Stagnatietijdreductie Bij een overaanbod aan solarenergie wordt vóór het bereiken van de boilermaximumtemperatuur het toerental van de solarcircuitpomp gereduceerd. Daardoor wordt het verschil tussen collectortemperatuur en boilertemperatuur verhoogd. De warmteoverdracht naar de warmwaterboiler wordt daarmee kleiner en daarmee de stagnatie vertraagd. Codeeradres 0A. Collector-maximumtemperatuur Bij overschrijden van de collectormaximumtemperatuur wordt de zonnecircuitpomp ter bescherming van de installatiecomponenten uitgeschakeld. Codeeradres 09. Minimale collectortemperatuurbegrenzing Bij een lagere temperatuur dan de collectorminimumtemperatuur wordt de zonnecircuitpomp uitgeschakeld. Codeeradres 12. Intervalfunctie Bij installaties met ongunstig geplaatste collectortemperatuursensor deze intervalfunctie activeren om tijdsvertraging bij het registreren van de collectortemperatuur te verhinderen. Codeeradres 07. Servicehandleiding van de verwarmingsketel Collector-vorstbeveiliging Viessmann collectoren worden met Viessmann warmtedragend medium gevuld. Deze functie moet niet worden geactiveerd. Functie uitsluitend activeren bij gebruik van water als warmtedragend medium. Bij een collectortemperatuur lager dan +5 ºC wordt de zonnecircuitpomp ingeschakeld om collectorschade te voorkomen. Bij het bereiken van +7 ºC wordt de pomp uitgeschakeld. Codeeradres 0b. Thermostaatfunctie De thermostaatfunctie kan onafhankelijk van de zonnewerking gebruikt worden. Door het vastleggen van de thermostaatinschakeltemperatuur en thermostaatuitschakeltemperatuur kunnen verschillende werkwijzen worden bereikt: inschakeltemperatuur < uitschakeltemperatuur: Bijvoorbeeld naverwarming inschakeltemperatuur > uitschakeltemperatuur: Bijvoorbeeld het gebruik van overschotwarmte Opmerking De thermostaatfunctie is uitsluitend mogelijk bij installatievoorbeeld. Codeeradressen 20, 24, 25. 17
Functiebeschrijving (vervolg) Toerentalregeling Opmerking Volgens het gemonteerde pomptype is codeeradres 02 in de fabriek ingesteld.. Een nieuwe instelling is uitsluitend vereist bij het vervangen van de regeling of eventueel bij vervanging van de pomp.! Opgelet Instellen van een verkeerde toerentalwaarde leidt tot apparaatschade of storingen. Houd de betreffende waarde uit de volgende tabel aan Te gebruiken pompen Standaard-solarpompen Zonder eigen toerentalregeling (met ingebouwde hulpcondensator) Met eigen toerentalregeling Hoogrendementspompen zonder PWMingang Pompen met PWM-ingang Opmerking Alleen solarpompen gebruiken, geen CV-pompen. Vereiste codering: 02:1 Vereiste codering: 02:0 Vereiste codering: 02:0 GRUNDFOS-pompen, Vereiste codering: 02:2 Codeeradressen zie pagina 4 en 9. Opmerking We adviseren u de solarcircuitpomp tijdens de ontluchting van het zonnesysteem met maximaal vermogen te gebruiken. Warmtebalancering Voor het vaststellen van de warmtehoeveelheid worden het verschil uit collector- en boilertemperatuur, het ingestelde debiet, wordt rekening gehouden met de het soort warmtedragend medium en de werkingstijd van de zonnecircuitpomp. Codeeradres 0F. Extra functie voor de tapwaterverwarming Met de extra functie voor de tapwaterverwarming (functie van de ketelregeling) kan de solare voorwarmtrap worden verwarmd tot de instelbare tijden. Instellingen aan de ketelregeling: 2. Gewenste tapwatertemperatuur moet gecodeerd worden Codeeradres 58 (groep Warm water) 4. Warmwaterfase voor de tapwateropwarming moet geactiveerd worden Codeeradres 20 (groep Solar) 18
Functiebeschrijving (vervolg) Via de KM-BUS wordt dit signaal aan de solarregelingsmodule overgebracht en de omlaadpomp wordt ingeschakeld. Relaiskick De pompen en kleppen worden, wanneer ze 24 h waren uitgeschakeld, gedurende 10 s ingeschakeld, zodat ze niet vast komen te zitten. Onderdelenlijst Opmerking voor het bestellen van onderdelen Vermeld het bestelnr. en het serienr. (zie typeplaatje) evenals het positienummer van het onderdeel (van de onderdelenlijst). Courante onderdelen zijn in de plaatselijke vakhandel verkrijgbaar. Onderdelen 311 Collectortemperatuursensor 330 Solarregelingsmodule SM1 341 Aansluitleiding fg 342 Aansluitleiding avg 343 Boilertemperatuursensor 347 Zekering T 4 A 348 Kunststof onderdelen modulebehuizing 349 Trekontlastingen Wisselstukken zonder afbeelding 340 PWM-leiding voor zonnecircuitpomp 344 Aansluitleiding zonnewarmtecircuitpomp 345 Stekkerset 230 V 346 Schakelaar kleinspanning, 2-polig 350 Montage- en servicehandleiding A Typeplaatje 19
2 2 1 2 1 2 2 2 1 2 1 2 Onderdelenlijst (vervolg) 348 A 343 347 311 349 330 341 342 20
Technische gegevens Nom. spanning 230 V~ Nominale frequentie 50 Hz Nominale stroomsterkte 2 A Opgenomen vermogen 1,5 W Beschermingsklasse I Beschermingsgraad Toegestane omgevingstemperatuur tijdens werking 0 tot +40 C bij opslag en transport 20 tot +65 C Nominale belasting van de relaisuitgangen Zonnewarmtecircuitpomp sf 1 (1) A 230 V~ Omlaadpomp ss 1 (1) A 230 V~ IP 20 D volgens EN 60 529, door opbouw/inbouw te garanderen Conformiteitverklaring Wir, Viessmann Werke GmbH & Co KG, D-35107 Allendorf, verklaren op eigen verantwoordelijkheid dat het product solarregelingsmodule met de volgende normen overeenstemmen: EN 267 EN 60 335 EN 303 EN 60 335-1:2006 EN 677 EN 60 335-2-102 EN 50 165 EN 61 000-3-2 EN 55 014 EN 61 000-3-3 EN 55 014-1 EN 62 233:2008 EN 55 014-2 Overeenkomstig de bepalingen van de volgende richtlijnen worden deze producten met _ gemarkeerd: 2004/108/EG 2006/95/EG Allendorf, 11 januari 2010 Viessmann Werke GmbH&Co KG vert. Manfred Sommer 21
Geldigheidsverwijzing Geldig voor solarregelingsmodule, type SM1 Bestelnummer 7429 802 en 7436 363 22
23
Gedrukt op milieuvriendelijk, chloorvrij gebleekt papier 24 Viessmann Nederland B.V. Postbus 322 2900 AH Capelle a/d IJssel Tel. : 010-458 44 44 Fax : 010-458 70 72 e-mail : info-nl@viessmann.com www.viessmann.com Technische wijzigingen voorbehouden.