NIEUWSBRIEF INFLUENZA-SURVEILLANCE 2009/10 Een uitgave van: Nationaal Influenza Centrum (NIC): Rotterdam (Erasmus MC), Bilthoven (RIVM); Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL); Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Pandemisch (H1N1) 2009 virus: Op noordelijk halfrond weinig of stijgende activiteit Verspreiding van het pandemisch (H1N1) 2009- virus in de wereld Over het geheel genomen heerst er wereldwijd relatief weinig influenza-activiteit, met zoals gewoonlijk uitzonderingen. Uit Midden-Amerika bijvoorbeeld wordt veel respiratoire ziekte gemeld. In grote delen van Zuid- en Zuidoost-Azië neemt de activiteit langzaam af (WHO 9 oktober 2009). In de VS stijgt de incidentie van influenza-achtige ziektebeelden (IAZ) zoals waargenomen door de huisartsen van het peilstationsysteem de laatste weken boven de epidemische drempel, zie figuur 1 (Centers for Disease Control and Prevention, CDC, 12 oktober 2009). In dit land ontwikkelt zich thans een derde golf, die duidelijk zichtbaar wordt in het verloop van de sterfte aan het nieuwe virus onder 0-18-jarigen, zie figuur 2. De meerderheid van de 76 sinds april in de VS aan het nieuwe virus gestorven kinderen had onderliggende kwalen, maar tussen de 20 en 30% van hen was tevoren gezond. De kwetsbaarheid van kinderen voor het pandemisch (H1N1) 2009 virus blijkt ook weer uit de observatie dat van de 272 patiënten die in de VS met de nieuwe virusinfectie in het ziekenhuis werden opgenomen, 45% jonger was dan 18 jaar (New Engl J Med 8 oktober 2009). In Canada is de gemiddelde incidentie van IAZen laag. Mexico rapporteert veel respiratoire ziekte. In de gematigde streken van het noordelijk halfrond is de incidentie van IAZ gemiddeld nog laag, maar in vele landen stijgende (WHO 9 oktober 2009). Verspreiding van het pandemisch (H1N1) 2009- virus in Europa Tenminste tien landen in Europa melden toenemende aantallen respiratoire ziekten. Ierland rapporteert intense activiteit hiervan (WHO 9 oktober 2009). In het verloop van het totale aantal sterfgevallen in Europa per week is geen stijgende tendens te zien (ECDC, 14 oktober 2009). In Engeland lag het aantal patiënten met influenzaachtige ziektebeelden (IAZ) zoals waargenomen door de huisartsen van de peilstations ook in week 41 nog onder de achtergrondsdrempel (Health Protection Agency, HPA, Londen, 15 oktober). Verspreiding van het pandemisch (H1N1) 2009- virus in Nederland In week 41 was het aantal patiënten met een IAZ zoals waargenomen door de huisartsen van de CMR-Peilstations van het NIVEL 69 op 100.000 inwoners. Voor de derde keer sinds het voorjaar lag dit aantal boven de achtergrondsdrempel van 51, zie figuur 3 (NIVEL, 15 oktober 2009). Ook deze laatste verheffing is echter zo klein dat de betekenis onduidelijk is. Het zal wederom moeten worden afgewacht of de toename zal doorzetten. Er zijn geen verdere aanwijzingen verkregen dat de verspreiding van het pandemisch (H1N1) 2009 virus in Nederland onder de algemene bevolking sinds het voorjaar significant is toegenomen. In de 33 door de huisartsen van patiënten met IAZ ingestuurde en onderzochte neus- en keelmonsters werd in week 41 vijfmaal het nieuwe virus gevonden. Van deze vijf patiënten waren er drie net teruggekeerd van een buitenlandse vakantie. In totaal werd het virus de afgelopen 13 weken 45 maal aangetroffen in de peilstationssurveillance. Zoals figuur 4 laat zien, kan evenwel nog niet van een toenemende trend worden gesproken. Zie voor de actuele situatie van pandemisch (H1N1) 2009 in Nederland ook de websites http://www.rivm.nl/cib/themas/nieuwe-influenza/ en www.nivel.nl/griep. De websites worden wekelijks op vrijdag geactualiseerd. Het aantal ziekenhuisopnamen per dag vertoont evenmin een trend, zie figuur 5. De leeftijdsverdeling van de in het ziekenhuis opgenomen patiënten met pandemisch (H1N1) 2009 bevestigt weer de ondervertegenwoordiging van oudere personen, zie figuur 6. Deze groep maakt juist het grootste deel uit van de ziekenhuispopulatie in andere seizoenen, die gewoonlijk worden beheerst door influenza A(H3N2)-virussen. Aanbevelingen WHO voor het influenzavaccin voor het zuidelijk halfrond voor 2010 bekendgemaakt Op 19 september is op de vergadering van de WHO in Melbourne besloten in plaats van de oude seizoensinfluenza A(H1N1)- viruscomponent het pandemisch (H1N1) 2009 virus 1-10-2009 JAARGANG 18, N o 6 Pagina 1
NIEUWSBRIEF INFLUENZA-SURVEILLANCE 2008/09 aan te bevelen voor opname in het influenzavaccin voor het zuidelijk halfrond voor 2010. Ook de A(H3N2)-viruscomponent is vervangen en wel door een vertegenwoordiger van de nieuwe variant die dit jaar wereldwijd is verschenen en die in antigeen opzicht aanzienlijk afwijkt van de oude variant. Er bestaat hierdoor de mogelijkheid dat de verwachte epidemie van het nieuwe pandemische influenza A(H1N1) virus onder jongeren in de herfst wordt gevolgd door een epidemie van de nieuwe variant van subtype A(H3N2) onder ouderen in de winter. De volledige vaccinsamenstelling voor de beide komende seizoenen staat weergegeven in bijgaande tabel. Klinisch effect neuraminidaseremmers in Mexico In het online nummer van 12 oktober van de Journal of the American Medical Association (JAMA) zijn de resultaten van een Mexicaanse studie verschenen. Hierin wordt gerapporteerd dat, na correctie voor een te late inzet, behandeling met neuraminidaseremmers significant was geassocieerd met betere overleving, odds ratio: 7.4; 95% betrouwbaarheidsinterval 1.8 31.0. Behandelde patiënten hadden dus een 7,4 maal grotere kans om te overleven dan onbehandelde. Colofon Deze Nieuwsbrief komt tot stand door samenwerking van de volgende instanties en personen: IGZ, Den Haag Drs. Jan K. van Wijngaarden, arts, Hoofdinspecteur Volksgezondheid NIVEL, Utrecht Dr. Gé A. Donker Projectleider CMR peilstations NIC Prof. dr. Albert D.M.E. Osterhaus, directeur NIC, Erasmus MC, Rotterdam: Dr. Guus F. Rimmelzwaan Dr. Jan C. de Jong RIVM, Bilthoven: Dr. Adam Meijer Drs. Frederika Dijkstra Redactiesecretariaat: Simone Slabbekoorn Nationaal Influenza Centrum Afdeling Virologie, Erasmus MC, Postbus 2040, 3000 CA Rotterdam Bronnen E-mail van ProMed, dagelijkse elektronische nieuwsbrief van de International Society for Infectious Disease (www.isid.org), en de websites van de WHO (www.who.int/csr/disease/swineflu), CDC (www.cdc.gov/h1n1flu), ECDC (www.ecdc.eu), HPA (www.hpa.org.uk), RIVM (www.rivm.nl), NIVEL (www.nivel.nl/griep) en Inf@ct (www.infectieziekten.eu). Influenzavaccinsamenstelling voor de komende seizoenen (Sub)type: Noordelijk halfrond 2009/10 Zuidelijk halfrond 2010 A(H1N1) A/ Brisbane/59/07-achtig virus A/California/4/09-achtig virus (oud seizoensvirus) (pandemisch (H1N1) 2009 virus A(H3N2) A/Brisbane/10/07-achtig virus A/Perth/16/09-achtig virus B B/Brisbane/60/08-achtig virus B/Brisbane/60/08-achtig virus (B/Victoria/2/87-lijn) (B/Victoria/2/87-lijn) 1-10-2009 JAARGANG 18, N o 6 Pagina 2
NIEUWSBRIEF INFLUENZA-SURVEILLANCE 2008/09 Figuur 1. Verloop van de influenza-like illness (ILI) activiteit in de VS, week 40 van 2008 tot en met week 39 van 2009 (rode lijn) en de twee voorgaande seizoenen Bron: Centers for Disease Control and Prevention, CDC, update 3 oktober 2009 1-10-2009 JAARGANG 18, N o 6 Pagina 3
NIEUWSBRIEF INFLUENZA-SURVEILLANCE 2008/09 Figuur 2. Aantallen sterfgevallen van 0-18 - jarigen in de VS van 2005 tot 2009 Bron: Centers for Disease Control and Prevention, CDC, update 3 oktober 2009 1-10-2009 JAARGANG 18, N o 6 Pagina 3
NIEUWSBRIEF INFLUENZA-SURVEILLANCE 2008/09 Figuur 3. Bron gegevens: NIVEL, bron grafiek: website RIVM 16 oktober. 1-10-2009 JAARGANG 18, N o 6 Pagina 4
Figuur 4. Bron: website RIVM 16 oktober.
Figuur 5. Bron: website RIVM 16 oktober.
Figuur 6. Bron: website RIVM 16 oktober