Gebruiksaanwijzing. Infiniti VG60 Crosstrainer. Gemaakt door:

Vergelijkbare documenten
Gebruiksaanwijzing. Infiniti Q21. Gemaakt door: -1-

Gebruiksaanwijzing ST-990 BLUE VG50. Gebruiksaanwijzing. VG50 Crosstrainer. Gemaakt door:

Gebruiksaanwijzing. E-8000P Crosstrainer

Gebruiksaanwijzing. Infiniti X985 Crosstrainer -1-

Gebruiksaanwijzing. E-1000p Crosstrainer. Gemaakt door: -1-

Gebruiksaanwijzing. B800p Hometrainer. Gemaakt door: -1-

Gebruiksaanwijzing PEC

Gebruiksaanwijzing. ST-990 BLUE Crosstrainer -1-

Gebruiksaanwijzing. ST-990 BLUE Crosstrainer -1-

Gebruiksaanwijzing. Proteus PEC

Gebruiksaanwijzing. Infiniti R-70i Roeitrainer. Gemaakt door:

Gebruiksaanwijzing R-99 Gebruiksaanwijzing Infiniti R-99 Roeitrainer -1-

Gebruiksaanwijzing PEC Gemaakt door: -1-

Gebruiksaanwijzing. E-820P Crosstrainer. Gemaakt door: -1-

Gebruiksaanwijzing. Proteus PEC Gemaakt door: -1-

E-7700p Crosstrainer

XTERRA Switch Back 2.5 Recumbent Bike. Gebruikershandleiding. Versie 1.0

Gebruiksaanwijzing EEC

Gebruiksaanwijzing ST-990 DUAL COLOR -1-

Infiniti X785 Crosstrainer. Gebruikershandleiding. Versie 1.0

Computerhandleiding X985 Computerhandleiding Infiniti X

Sportop B900 Hometrainer. Gebruikershandleiding. Versie 1.0

Sportop B800P Hometrainer. Gebruikershandleiding. Versie 1.0

Sportop B870 P. Het selecteren en instellen van een USER (U1-U4)

Gebruiksaanwijzing. Proteus EEC-3075 Crosstrainer. Gemaakt door: -1-

Sportop E-450 Crosstrainer. Gebruikershandleiding. Versie 1.0

Gebruiksaanwijzing E-820P -1-

Gebruiksaanwijzing. X785 Crosstrainer -1-

Gebruiksaanwijzing R-88 Gebruiksaanwijzing Infiniti R-88 Roeitrainer -1-

Gebruiksaanwijzing E83-1-

Gebruiksaanwijzing E81G -1-

Gebruiksaanwijzing IMT

Gebruiksaanwijzing C531U -1-

Gebruiksaanwijzing. Infiniti ST 999

Gebruiksaanwijzing. Cameo V6

Bij het instellen van het USER programma kunt u de UP en DOWN knoppen gebruiken om de weerstand van elk segment in te stellen.

Gebruiksaanwijzing PAR

In het standaardscherm kunt u op de UP knop drukken om langs de. CONTROL, USER en WATT CONTROL te lopen om vervolgens een programma te selecteren.

Gebruiksaanwijzing. Proteus EEC-7088 Crosstrainer. Gemaakt door: -1-

Gebruiksaanwijzing MA

De computerhandleiding bestaat uit de onderdelen: Knopfuncties De schermen Het selecteren en instellen van de programma s -1-

Plug de adapter in de achterzijde van de hometrainer en sluit deze aan op het stroomnet. U hoort nu een lange piep en het LCD scherm zal aangaan.

Gebruiksaanwijzing. Proteus PEC Gemaakt door: -1-

Gebruiksaanwijzing. Engine V8-1-

Sportop R-700 Roeitrainer. Gebruikershandleiding. Versie 1.0

Computerhandleiding Engine V6

Sportop B860i Hometrainer. Gebruikershandleiding. Versie 1.0

Geeft de trainingstijd weer, oplopend van 00:00 tot 99:59, met een toename van 1 seconde wanneer de training start.

Gebruiksaanwijzing JBM

Proteus Vantage W Roeitrainer. Gebruikershandleiding. Versie 1.0

Gebruiksaanwijzing LDT-8860 HRC -1-

Fuel Fitness FS-218E Crosstrainer. Gebruikershandleiding. Versie 1.0

Hastings Pulsar U9 Hometrainer. Gebruikershandleiding. Versie 1.0

Gebruiksaanwijzing JBM

Computerhandleiding Infiniti ST-990 Blue Computerhandleiding Infiniti ST-990 Blue -1-

Gebruiksaanwijzing. CBM-2050 Loopband -1-

Gebruiksaanwijzing JBM

Gebruiksaanwijzing. CBM-2050 Loopband

Gebruiksaanwijzing TR20-1-

Gebruiksaanwijzing MA-200X -1-

Computer handleiding PAR-5500

Gebruiksaanwijzing. Lohas T-2. Copyright

Gebruiksaanwijzing -1-

Computerhandleiding -1-

Gebruiksaanwijzing CBM

Gebruiksaanwijzing. Proteus PEC Gemaakt door: -1-

Computerhandleiding BodyCraft ECT-2500

Time (tijd): Instelbaar van 00:00 tot 99:00, met een toename van 1:00 minuut.

Computerhandleiding MA

Gebruiksaanwijzing TR10-1-

Sportop E-7000 / E-8000 Elliptical trainer

Computerhandleiding Infiniti R-100. Computerhandleiding Infiniti R-100

Computerhandleiding -1-

Inspire CS2 Cardio Strider. Gebruikershandleiding. Versie 1.0

Computerhandleiding MI-160

Computerhandleiding MX-851

Gebruiksaanwijzing. Proteus Daytona V6. Copyright

LifeSpan TR800 Loopband. Gebruikershandleiding. Versie 1.0

Computerhandleiding MI-410

Computerhandleiding JKexer 9840

Computerhandleiding MX-900

Gebruiksaanwijzing StrenghtMaster TR- 3000

De computerhandleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken:

Gebruiksaanwijzing TR12-1-

Gebruiksaanwijzing. Strengthmaster MF-200

Bovenstaande computer is ontworpen voor elliptical trainers en wordt geïntroduceerd met de volgende functies:

LifeSpan TT-3i Loopband. Gebruikershandleiding. Versie 1.0

Computerhandleiding MI-610

Gebruiksaanwijzing TR33-1-

LifeSpan TR3000 Loopband. Gebruikershandleiding. Versie 1.0

Computerhandleiding Proteus PEC-7588

Infiniti ST-790 Computerhandleiding Introductie

Selectie en instellen van een USER (U1-U4)

Computerhandleiding MI-611

WERKINGSINSTRUCTIES VOOR DE ST-950 TRAININGSCOMPUTER

Speed programma s P1 P6

Computer Instructies voor de SM-5062

Computerhandleiding SportsArt C51r

Gebruiksaanwijzing. Strengthmaster MF 100

Transcriptie:

Gebruiksaanwijzing Infiniti Crosstrainer Gemaakt door: 1

Het opstarten van de computer De computer werkt met behulp van een adapter. Plaats de stekker van de adapter in het stopcontact en plug de pin van de adapter in de opening aan de achterzijde van de crosstrainer (aan de zijde van het weerstandssysteem). Nadat u de stroom heeft aangesloten, zullen alle iconen op het scherm worden weergegeven en kunt u vervolgens de datum en tijd instellen: 1. Op het scherm zal de standaardtijd en standaarddatum worden weergegeven. 2. Stel achtereenvolgens het jaar, de maand en dag in m.b.v. de DOWN/UP knoppen en druk telkens op de ENTER knop om de ingestelde gegevens op te 3. Hierna kunt u de tijd instellen; stel ook deze in m.b.v. de DOWN/UP knoppen en druk op de ENTER knop om deze op te EEN USER SELECTEREN (U1-U4) 1. Selecteer een USER m.b.v. de DOWN/UP knoppen en druk op de ENTER knop om uw keuze op te 2. Stel achtereenvolgens uw geslacht, leeftijd (AGE), lengte (HGT) en gewicht (WGT) in m.b.v. de DOWN/UP knoppen en druk telkens op de ENTER knop om de ingestelde waarden op te 3. Het scherm zal nu het standaardmenu weergeven. 4. Wanneer u een USER heeft ingesteld en een andere USER wenst te selecteren, kunt u de TOTAL RESET knop indrukken en vervolgens een andere USER selecteren en instellen. Het standaardmenu weergeven Nadat u de stroom heeft aangesloten en USER gegevens heeft ingesteld, wordt het standaardmenu weergegeven. Dit herkent u aan MANUAL dat door het scherm loopt. Vanuit het standaardmenu kunt u de DOWN/UP knoppen gebruiken om een programma te selecteren. Indien er een programma actief is, kunt u op de START/STOP knop drukken zodat deze stopt en vervolgens op de RESET knop drukken om het standaardmenu weer te geven. Het aanpassen van de weerstand U kunt tijdens het trainen de weerstand aanpassen met behulp van de DOWN/UP knoppen. De weerstand is in te stellen van niveau 1 t/m 16. Iedere rij op het scherm houdt 1 weerstandsniveau in. Het meten van uw hartslag U kunt uw hartslag meten en aflezen op het display, indien u een hartslagmeter in de vorm van een borstband toepast. Bevochtig de binnenzijde van de borstband met een kleine hoeveelheid water en strijk deze over de binnenzijde van de band. Draag de borstband op de blote huid, vlak onder de borststreek. Uw hartslag zal op het computerscherm worden weergegeven bij PULSE. 2

Uw hartslag kunt u natuurlijk ook meten via de ingebouwde hartslagsensoren in de handvatten. Houd beide handgrepen tijdens het trainen vast en uw hartslag zal op het PULSE scherm worden weergegeven. Het meten van de hartslag via de borstband geeft een nauwkeurigere meting dan de hartslag meten via de ingebouwde hartslagsensoren op de handvatten. Beginnen met trainen DIRECT TRAINEN ZONDER GEGEVENS IN TE STELLEN QUICK START De snelste en makkelijkste manier om te beginnen met trainen op de crosstrainer is door in het standaardmenu direct op de START/STOP knop te drukken. Dit zal ervoor zorgen dat u kunt gaan beginnen met trainen zonder iets in te stellen. In dit MANUAL programma wordt de weerstand niet automatisch verhoogd en verlaagd; deze kunt u tijdens het trainen handmatig aanpassen met behulp van de DOWN/UP knoppen. De tijd, afstand, aantal verbrande calorieën, etc. zullen automatisch worden bijgehouden en worden weergegeven op het computerscherm. HET SELECTEREN EN INSTELLEN VAN DE TRAININGSPROGRAMMA S Vanuit het standaardmenu kunt u de UP/omlaag gebruiken om een programmamodus te selecteren uit MANUAL, PROGRAM, USER, HRC en WATT. HET MANUAL PROGRAMMA Tijdens het MANUAL programma wordt de weerstand niet automatisch verhoogd/verlaagd; u kunt gedurende het trainen handmatig de weerstand aanpassen. U kunt vooraf een weerstandsniveau trainingstijd, afstand, calorieën of maximale hartslag instellen. 1. Druk in het standaardmenu, wanneer MANUAL wordt weergegeven, op de ENTER knop om het MANUAL programma te selecteren. 2. U heeft nu de mogelijkheid om het weerstandsniveau (1-16) in te stellen waarop u wenst te trainen. Stel de weerstand (LEVEL) waarop u wenst te trainen met behulp van de DOWN/UP knoppen en druk op de ENTER knop om deze te bevestigen. 3. Hierna kunt u achtereenvolgens een trainingstijd (TIME), afstand (DISTANCE), calorieën (CALORIES) of maximale hartslag (PULSE) instellen. Stel elk gegeven in met behulp van de DOWN/UP knoppen en druk telkens op de ENTER knop om de ingestelde waarden op te 4. Wanneer u een gegeven niet wenst in te stellen, kunt u op de ENTER knop drukken. 5. Nadat u alle gewenste gegevens heeft ingesteld, kunt u op de START/STOP knop drukken om te beginnen met trainen. Alle vooraf ingestelde waarden zullen gaan aflopen. Wanneer u geen tijd, afstand of calorieën vooraf instelt, zullen deze automatisch worden bijgehouden. 6. Overige gegevens zoals SPEED (snelheid), RPM (aantal omwentelingen per minuut) en WATT zullen tijdens het trainen worden weergegeven. 7. Indien u een maximale hartslag heeft ingesteld, zal de computer een piepsignaal afgeven zodra uw hartslag (PULSE) de vooraf ingestelde hartslag overschrijdt. 8. Tijdens het trainen kunt u handmatig de weerstand aanpassen m.b.v. de DOWN/UP knoppen. 9. Om het programma te stoppen, kunt u op de START/STOP knop drukken. 3

PROGRAMMA P1-12 Programma s P1 t/m P12 zijn voorgeprogrammeerde programma s waarbij de weerstand automatisch wordt verhoogd/verlaagd. Het programmaprofiel van elk programma geeft het verloop van de weerstand aan van het geselecteerde programma. Vooraf kunt u een trainingstijd, afstand, calorieën, maximale hartslag en het weerstandsniveau van het programmaprofiel instellen. 1. Wanneer het standaardmenu wordt weergegeven en MANUAL door het scherm loopt, kunt u op de UP knop drukken zodat PROGRAM wordt weergegeven. 2. Druk zodra PROGRAM wordt weergegeven op de ENTER knop om voor PROGRAM te kiezen; hieronder bevinden zich de voorgeprogrammeerde programma s. 3. Nadat u op de ENTER knop heeft gedrukt, kunt u een weerstandsniveau (LEVEL) instellen om op te trainen. Stel een weerstandniveau in m.b.v. de DOWN/UP knoppen en druk op de ENTER knop om de ingestelde weerstandsniveau op te 4. Hierna kunt u achtereenvolgens een trainingstijd (TIME), afstand (DISTANCE), calorieën (CALORIES) of maximale hartslag (PULSE) instellen. Stel elk gegeven in met behulp van de DOWN/UP knoppen en druk telkens op de ENTER knop om de ingestelde waarden op te 5. Wanneer u een gegeven niet wenst in te stellen, kunt u op de ENTER knop drukken. 6. Nadat u alle gewenste gegevens heeft ingesteld, kunt u op de START/STOP knop drukken om te beginnen met trainen. Alle vooraf ingestelde waarden zullen gaan aflopen. Wanneer u geen tijd, afstand of calorieën vooraf instelt, zullen deze automatisch worden bijgehouden. 7. Overige gegevens zoals SPEED (snelheid), RPM (aantal omwentelingen per minuut) en WATT zullen tijdens het trainen worden weergegeven. 8. Indien u een maximale hartslag heeft ingesteld, zal de computer een piepsignaal afgeven zodra uw hartslag (PULSE) de vooraf ingestelde hartslag overschrijdt. 9. Tijdens het trainen kunt u handmatig de weerstand aanpassen m.b.v. de DOWN/UP knoppen; het programmaprofiel van het programma blijft nog wel actief. 10. Om het programma te stoppen, kunt u op de START/STOP knop drukken. H.R.C. (HEART RATE CONTROL) Het HRC programma stelt u in staat om binnen een bepaalde hartslagzone te trainen. Na het invoeren van uw leeftijd zal de computer automatisch uw TARGET HEART RATE (doelhartslag) berekenen bij het H.R.C. programma. Tijdens het programma zal de computer de weerstand automatisch verhogen/verlagen om uw hartslag op peil van de TARGET HEART RATE te houden: wanneer uw huidige hartslag onder de TARGET HEART RATE ligt, zal de computer de weerstand geleidelijk verhogen. Omgekeerd zal de computer de weerstand automatisch verlagen wanneer uw huidige hartslag boven de TARGET HEART RATE komt te liggen. Indien de weerstand op LEVEL 1 staat en uw hartslag alsnog boven de TARGET HEART RATE ligt, dient u uw snelheid te verminderen om zodoende uw hartslag te verlagen. U kunt kiezen uit 3 vaste percentages: 55%, 75% en 90%. Tevens heeft u de mogelijkheid om handmatig een doelhartslag in te stellen; deze kunt u vinden bij T.A.G. Het 55% HRC programma is geschikt voor hersteltraining/vetverbranding, het 75% HRC programma voor vetverbranding/conditieverbetering en het 90% HRC programma voor intensieve conditietraining/prestatieverbetering. 4

De volgende formules worden gebruikt bij het HRC programma: (220 uw leeftijd) x 55%= doelhartslag (220 uw leeftijd) x 75%= doelhartslag (220 uw leeftijd) x 90%= doelhartslag Let op: Tijdens het HRC programma dient u uw borstband toe te passen of de ingebouwde hartslagsensoren vast te houden. 1. Wanneer het standaardmenu wordt weergegeven, dient u op de UP knop te drukken totdat HRC wordt weergegeven. 2. Druk op de ENTER knop om het HRC programma te selecteren. 3. Nadat u op de ENTER knop heeft gedrukt, dient u uw leeftijd (AGE) in te stellen. Stel uw leeftijd in m.b.v. de DOWN/UP knoppen en druk op de ENTER knop om deze te bevestigen. 4. U kunt nu kiezen uit 55%, 75%, 90% of TAG. Bij elk percentage ziet u uw doelhartslag staan; de computer heeft deze berekend aan de hand van de door u ingevoerde leeftijd. Selecteer 55%, 75%, 90% of TAG m.b.v. de DOWN/UP knoppen en druk op de ENTER knop om uw keuze te bevestigen. 5. Indien u voor TAG heeft gekozen, kunt u uw doelhartslag handmatig instellen m.b.v. de DOWN/UP knoppen en bevestigen m.b.v. de ENTER knop. 6. Hierna kunt u achtereenvolgens een trainingstijd (TIME), afstand (DISTANCE) of aantal calorieën (CALORIES) instellen. 7. Wanneer u een gegeven niet wenst in te stellen, kunt u op de ENTER knop drukken. 8. Nadat u alle gewenste gegevens heeft ingesteld, kunt u op de START/STOP knop drukken om te beginnen met trainen. 9. De computer zal geleidelijk aan de weerstand verhogen/verlagen aan de hand van uw huidige hartslag en doelhartslag. 10. Alle vooraf ingestelde waarden zullen gaan aflopen. Wanneer u geen tijd, afstand of calorieën vooraf instelt, zullen deze automatisch worden bijgehouden. 11. Overige gegevens zoals SPEED (snelheid), RPM (aantal omwentelingen per minuut) en WATT zullen tijdens het trainen worden weergegeven. 12. Om het programma te stoppen, kunt u op de START/STOP knop drukken. USER Het USER programma stelt u in staat om zelf een trainingsprogramma op te stellen. U kunt de weerstand van elk van de 20 segmenten van het programmaprofiel instellen en naderhand trainen op het door u samengestelde parcours. 1. Wanneer het standaardmenu wordt weergegeven, dient u op de UP knop te drukken totdat USER wordt weergegeven. 2. Druk op de ENTER knop om het USER programma te selecteren. 3. Nadat u het USER programma geselecteerd heeft, kunt u met behulp van de DOWN/UP knoppen de weerstand van het 1 e segment van het programmaprofiel instellen; deze is instelbaar van 1-16. Druk op de ENTER knop om de ingestelde weerstand op te Hierna zal het 2 e segment van het programmaprofiel knipperen. Gebruik weer de DOWN/UP knoppen om de weerstand van het 2 e segment in te stellen en druk op de ENTER knop om de ingestelde weerstand te bevestigen. Stel op deze manier het weerstandsniveau van alle 20 segmenten in. Wanneer u het programmaprofiel volledig heeft ingesteld, kunt u de ENTER knop lang ingedrukt houden. 5

4. Hierna kunt u achtereenvolgens een trainingstijd (TIME), afstand (DISTANCE), calorieën (CALORIES) of maximale hartslag (PULSE) instellen. Stel elk gegeven in met behulp van de DOWN/UP knoppen en druk telkens op de ENTER knop om de ingestelde waarden op te 5. Nadat u alle gewenste gegevens heeft ingesteld, kunt u op de START/STOP knop drukken om te beginnen met trainen. 6. Om het programma te stoppen, kunt u op de START/STOP knop drukken. 7. De eerstvolgende keer dat u het USER programma selecteert, zal het laatst samengestelde parcours worden weergegeven. WATT Het WATT programma stelt u in staat om te trainen op een bepaalde hoeveelheid WATT. U kunt vooraf het aantal WATT instellen waarop u wenst te trainen. De computer zal tijdens het programma de weerstand automatisch verhogen of verlagen teneinde uw training op het door u ingestelde aantal WATT te houden. Tijdens het trainen kunt u handmatig het aantal WATT aanpassen m.b.v. de DOWN/UP knoppen. De computer zal de weerstand automatisch aanpassen aan de hand van de snelheid waarop u aan het trainen bent. Wanneer u op een hoger aantal WATT traint dan het aantal WATT dat staat ingesteld, zal de computer de weerstand verlagen. De computer zal dan aangeven dat het aantal WATT waarop u aan het trainen bent te hoog is. Staat de weerstand op niveau 1, en traint u alsnog boven het ingestelde aantal WATT, dient u de trainingssnelheid te verminderen. 1. Wanneer het standaardmenu wordt weergegeven, dient u op de UP knop te drukken totdat WATT wordt weergegeven. 2. Druk op de ENTER knop om het WATT programma te selecteren. 3. Nadat u het WATT programma geselecteerd heeft, kunt u met behulp van de DOWN/UP knoppen het aantal WATT instellen waarop u wenst te trainen. Het aantal WATT is instelbaar van 10 t/m 350. 4. Druk op de ENTER knop om het aantal WATT te bevestigen. 5. Hierna kunt u achtereenvolgens een trainingstijd (TIME), afstand (DISTANCE), calorieën (CALORIES) of maximale hartslag (PULSE) instellen. Stel elk gegeven in met behulp van de DOWN/UP knoppen en druk telkens op de ENTER knop om de ingestelde waarden op te 6. Nadat u alle gewenste gegevens heeft ingesteld, kunt u op de START/STOP knop drukken om te beginnen met trainen. 7. Om het programma te stoppen, kunt u op de START/STOP knop drukken. De computerknoppen Hieronder vindt u een overzicht van de functies van de computerknoppen: TOTAL RESET Druk de TOTAL RESET knop in om alle waarden in 1 keer volledig te wissen en opnieuw een USER te selecteren en in te stellen. 6

RESET Tijdens het instellen van gegevens kunt u de RESET knop indrukken om de ingestelde waarde te wissen en de functiewaarde opnieuw in te stellen. Wanneer er een programma actief is, kunt u deze stoppen door op de START/STOP knop te drukken. Drukt u nu de RESET knop in, wordt het standaardmenu weergegeven waaruit u een programma kunt selecteren en instellen. RECOVERY Hiermee activeert u het RECOVERY programma. Dit is een functie die uw conditie test. De conditietest kunt u activeren door tijdens het trainen op de RECOVERY knop te drukken. U dient er wel voor te zorgen dat u een borstband omheeft tijdens de test. De tijd zal gaan lopen vanaf de 01:00 naar de 00:00. Wanneer de minuut voorbij is, zal het resultaat op het scherm worden weergegeven, van F1 t/m F6. De resultaten houden het volgende in: F1 = Uitmuntend F1 - F2 = Zeer goed F2 - F2,9 = Goed F3 F3,9 = Gemiddeld F4 F5,9 = Onder het gemiddelde F6 = Slecht START/STOP Met de START/STOP knop kunt u een programma starten; tijdens het trainen kunt u de knop indrukken om het programma te laten stoppen. ENTER Hiermee bevestigt u het programma dat u geselecteerd heeft of een waarde dat u heeft ingesteld. DOWN In het standaardmenu kunt u de DOWN knop gebruiken om langs de verschillende programma s te lopen. Tijdens het trainen kunt u de DOWN knop indrukken om de weerstand te verlagen. Tijdens het instellen van de functies kunt u de DOWN knop gebruiken om de waarden te verlagen. UP In het standaardmenu kunt u de UP knop gebruiken om langs de verschillende programma s te lopen. Tijdens het trainen kunt u de UP knop indrukken om de weerstand te verhogen. Tijdens het instellen van de functies kunt u de UP knop gebruiken om de waarden te verhogen. 7

Het computerscherm TIME TIME geeft de trainingstijd weer. Indien u vooraf geen tijd instelt, zal de tijd vanaf het moment dat u begint met trainen automatisch worden bijgehouden. Wanneer u vooraf een tijd instelt, zal de tijd gaan aflopen vanaf deze ingestelde tijd zodra u begint met trainen. SPEED Geeft uw trainingssnelheid weer in aantal KM per uur. RPM Geeft het aantal omwentelingen per minuut weer. WATT Geeft het aantal WATT weer. U kunt bij het WATT programma het aantal WATT instellen waarop u wenst te trainen. LEVEL Geeft het weerstandsniveau weer wanneer deze wordt aangepast. De weerstand kan variëren van niveau 1 t/m niveau 16. Iedere rij op het computerscherm stelt 1 weerstandsniveau in. DISTANCE Geeft de afgelegde afstand weer in aantal KM, met een max. van 99,9 KM. U kunt vooraf een afstand instellen dat u tijdens het trainen wenst af te leggen. De afstand zal dan gaan aflopen naar de 0 vanaf de door u ingestelde afstand. CALORIES Geeft het aantal calorieën weer dat u tijdens het trainen verbrandt. U kunt vooraf het aantal calorieën instellen dat u tijdens het trainen wenst te verbranden. Het aantal calorieën zal dan gaan aflopen naar de 0 vanaf de door u ingestelde hoeveelheid calorieën. PULSE De computer geeft uw hartslag weer, uitgedrukt in aantal slagen per minuut. U dient voor de weergave van uw hartslag beide hartslagsensoren vast te houden of een hartslagmeter in de vorm van een borstband toe te passen. HET PROGRAMMAPROFIEL Onderaan het scherm wordt het programmaprofiel weergegeven. Het programmaprofiel geeft het parcours aan dat u aflegt tijdens het programma. De knipperende kolom geeft aan waar u zich bevindt in het programma. 8