2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Vergelijkbare documenten
2513 AA1XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 2 december 2016 Betreft Voortgang concretisering Rijksincassovisie en verbreding Beslagregister

2513 AA1Xa. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 a 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

itiiiiiiiiiiiihiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiii

De meest recente cijfers van het CBS laten in Q een openstaand saldo van 1,44 miljard zien. 2

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Datum 24 maart 2015 Betreft Kamervragen van het lid Schouten over naleving van de beslagvrije voet door schuldeisers

Datum 18 december 2018 Betreft ISZW rapport evaluatie individuele studietoeslag in de Participatiewet.

Datum 18 juni 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over deurwaarders ziedend zijn over het daltarief van het CJIB

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 13 juni 2018 Betreft Kamervragen van de leden Bruins (ChristenUnie) en Raemakers (D66)

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

1. Inleiding 2513AA22XA

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Datum 11 februari 2019 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht incassobonussen van deurwaarders voor grote klanten

Dit kabinet geeft prioriteit aan het terugdringen van schuldenproblematiek. Het verminderen van hoge terugvorderingen levert daar een bijdrage aan.

Schulden komen niet alleen.

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. Inleiding. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum Betreft Brede schuldenaanpak

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Datum 29 april 2016 Betreft Kamervraag/vragen van de leden Yücel en Vermeij (beiden PvdA) over het bericht Een op de zeven Hagenaars heeft schulden

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 6 juli 2018 Betreft Wanbetalersregeling

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 27 juni 2018 Betreft Beleidsdoorlichting Anw

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Middels deze brief informeer ik uw Kamer over enkele onderwerpen aangaande kinderopvang.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

In deze brief informeer ik u over de voortgang van de daartoe door SZW en UWV ingezette activiteiten.

Toespraak staatssecretaris Van Ark, jaarsymposium Deurwaarders Collectief Nederland (DCN), Nijkerk, 3 oktober 2018.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513 AA1XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Datum 10 december 2014 Betreft Kamervragen van de leden Yïcel (PvdA) en Schouten (CU) over onoplosbare schulden

33077 Evaluatie van de Wet structurele maatregelen wanbetalers zorgverzekering. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 5 september 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Brief van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 21 november 2017 Betreft Verzekerdenmonitor 2017

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Stand van zaken eenmalige gegevensuitvraag werk en inkomen

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Effecten van bijzondere incassobevoegdheden en overheidspreferenties

2513 AA1XA. De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1A 2513 AA Den Haag

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

17050 Misbruik en oneigenlijk gebruik op het gebied van belastingen, sociale zekerheid en subsidies

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Aan het College van Burgemeester en Wethouders Postbus LV Den Haag Parnassusplein 5 T

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA 2016Z22998/2016D De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Datum 25 juni 2019 Betreft Kamervragen van de leden Gijs van Dijk (PvdA) en Jasper van Dijk (SP)

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Datum 17 mei 2016 Betreft Memorie van antwoord voorstel van Wet verbetering hybride markt WGA

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

31066 Belastingdienst. Brief van de staatssecretaris van Financiën. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Den Haag, 9 juni 2015

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

AH Z Antwoord van staatssecretaris Klijnsma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 2 mei 2016)

Datum Betreft Brief ter aanbieding antwoorden kamervragen van de leden Moors en Straus (VVD)

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2017D05647 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Datum 13 juli 2016 Betreft Kamervragen van het lid Nijkerken-De Haan (VVD) over het bericht dat kanslozen niet hoeven te solliciteren

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Uitwerking revolverend fonds jongvolwassenen met

Datum 22 januari 2019 Betreft Kamervraag/vragen van de leden Jasper van Dijk (SP) en Gijs van Dijk (PvdA)

De Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Binnenhof 1 AA 2513 AA S GRAVENHAGE

Transcriptie:

> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333 44 44 www.rijksoverheid.nl Betreft Diverse onderzoeken armoede en schulden In deze brief informeer ik uw Kamer over diverse onderzoeken en evaluaties op het terrein van armoede- en schuldenbeleid en over de motie van de leden Raemakers en Peters: 1. Tussentijdse evaluatie subsidieregeling Armoede en Schulden; 2. Tussentijdse evaluatie subsidie Europees Fonds voor Meest Behoeftigen (EFMB); 3. Onderzoek naar wet- en regelgeving en uitvoeringsbeleid op het gebied van het invorderen van schulden door rijksoverheidsorganisaties; 4. Onderzoek naar de effecten van bijzondere incassobevoegdheden en overheidspreferenties; 5. Planning motie Raemakers/Peters inzake de individuele studietoeslag. 1. Tussentijdse evaluatie subsidieregeling Armoede en Schulden In 2014 is de subsidieregeling Armoede en Schulden gepubliceerd. In het kader van die regeling was 4 miljoen euro per jaar beschikbaar. De regeling kende oorspronkelijk twee tijdvakken (2014 en 2015), maar is op verzoek van de Kamer 1 uitgebreid met de tijdvakken 2016 en 2017 en vervolgens door mijn voorganger met de tijdvakken 2018 en 2019. Vanwege de verlenging van de subsidieregeling is besloten niet te wachten op de evaluatie in 2020 maar ook een tussentijdse rapportage over de effecten van de subsidieregeling te laten maken. In de bijlage bij deze brief vindt u die tussentijdse rapportage over de tijdvakken 2014 en 2105. Daarbij is ter illustratie van de ondersteunde projecten een aantal voorbeelden opgenomen. Het algemene beeld van deze tussenrapportage is dat met de subsidie activiteiten worden ontplooid die door betrokkenen als zeer waardevol worden gezien. Het aantal mensen dat de projecten aangeven te hebben bereikt, overtreft het vooraf geschatte aantal. Ook blijkt dat het veel projecten lukt om ook na afloop van de subsidie de activiteiten voort te zetten. Een belangrijke aanbeveling is om de projecten ook kwantitatieve gegevens te laten rapporteren, om zo meer zicht te krijgen op de doelmatigheid en doeltreffendheid van de regeling als geheel. Voor de toekomst wordt tevens geadviseerd om aandacht te hebben voor enkele specifieke doelgroepen, zoals statushouders, laaggeletterden en mensen met psychische problemen. Met betrekking tot het aanvraagproces geven aanvragers aan moeite te hebben met de regel dat de projecten op tijdstip van binnenkomst beoordeeld worden tot het subsidieplafond is bereikt. 1 Motie van het lid Yücel C.S.; Tweede Kamer, 34300 XV, nr. 47 Pagina 1 van 5

Ik hecht er veel waarde aan dat in de eindevaluatie de vraag beantwoord kan worden of het uitvoeren van een subsidieregeling als deze vanuit het Rijk meerwaarde heeft en ook of de projecten leiden tot minder armoede en schulden. Belangrijk is dat we naar een infrastructurele benadering toegaan. In de uitvoering van de huidige tijdvakken zal ik daarom extra aandacht vragen voor het monitoren van de kwantitatieve gegevens. Aan de aanbeveling om specifieke moeilijk bereikbare doelgroepen aandacht te geven, is al in de wijziging van de regeling voorafgaand aan het vijfde tijdvak tegemoetgekomen. Dat aanvragers vraagtekens zetten bij de systematiek van wie het eerst komt, het eerst maalt, begrijp ik. Hier is echter vanwege de grote diversiteit en slechte vergelijkbaarheid van projecten voor gekozen. Om die reden en vanuit het oogpunt van continuïteit en administratieve lasten zal ik geen wijziging van de aanvraagsystematiek doorvoeren voor het laatste tijdvak. Wel zal hier in de voorlichting extra aandacht aan worden gegeven. De definitieve evaluatie stuur ik uw Kamer in 2020 toe. Projecten vijfde tijdvak In het vijfde tijdvak dat geopend was van 1 februari 2018 tot 28 februari 2018 is aan vijftien nieuwe projecten subsidie toegekend. Deze projecten ondersteunen activiteiten op vier thema s: Het ondersteunen van mensen die moeite hebben om mee te doen in de maatschappij; Het bereiken en motiveren van moeilijk bereikbare groepen mensen met financiële problemen; Het versterken van aandacht voor armoede en schulden in het sociaal domein, onder meer in de wijkaanpak; en De voorbereiding van en begeleiding bij de overgang 18-/18+ ter preventie van schulden. Op website www.effectieveschuldhulp.nl vindt u een samenvatting van de vijftien gekozen projecten. 2. Tussentijdse evaluatie Europees Fonds voor Meest Behoeftigen Het project Ouderen in de Wijk van de Bibliotheken van Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en Den Haag en stichting Miramedia ontvangt subsidie uit het Europees Sociaal Fonds voor Meest Behoeftigen (EFMB). Conform de Subsidieregeling EFMB 2015 2023 is twee jaar na aanvang van de subsidieverlening een tussentijdse evaluatie uitgevoerd op de voortgang, de doeltreffendheid, doelmatigheid en het effect van het project Ouderen in de Wijk. Nederland zet de middelen uit het Europees fonds in om sociale uitsluiting onder ouderen, met een laag besteedbaar inkomen die te kennen geven sociaal uitgesloten te zijn, of dreigen te worden, tegen te gaan. Het doel van het project is om deze kwetsbare ouderen beter aan de Nederlandse samenleving te laten meedoen. Dit vermindert hun isolement en vergroot hun sociale leefomgeving. Belangrijk onderdeel van het project is dat er gewerkt wordt aan de basisvaardigheden van de kwetsbare ouderen zoals digitale vaardigheden en het op orde brengen van het huishoudboekje. Uitkomsten Het project heeft de kwantitatieve doelen voor de eerste twee uitvoeringsjaren behaald, namelijk het bereiken van 1.200 ouderen in de jaren 2016-2017. Het uiteindelijke doel is dat tot en met 2020 tenminste 5.000 ouderen worden bereikt. De onderzoekers geven aan te verwachten dat dit kwantitatieve doel ook zal worden behaald. Pagina 2 van 5

Op het onderdeel doeltreffendheid blijkt dat het project steeds beter is geworden in het bereiken van de doelgroep. De werving van ouderen die tot de doelgroep horen vindt steeds doelmatiger plaats door met samenwerkingspartners te werken en te werven op vindplaatsen waar de ouderen zijn. De inzet van de gastvrouwen blijkt heel belangrijk voor het project en het bereiken en betrekken van ouderen, dit kost echter wel veel tijd, meer dan vooraf was ingeschat. Over de activiteiten, die eveneens steeds meer in samenwerking met partners worden aangeboden, zijn de onderzoekers ook positief en zien ze nog mogelijkheden. Op drie van de vier aspecten van EU-added value presteert het project redelijk tot goed. De volume-effecten (toegevoegde waarde van de middelen bovenop het bestaand beleid) zijn groot, de verbredingseffecten van activiteiten en proceseffecten (creëren van bewustzijn over de problematiek) zijn redelijk. De roleffecten schatten wij vooralsnog als vrij laag in door nog beperkte kennisuitwisseling over de aanpak met andere bibliotheken of gemeenten. Aanbevelingen De onderzoekers doen op basis van de tussentijdse evaluatie een aantal aanbevelingen om de voortgang, doeltreffendheid, doelmatigheid en effect van het project te verhogen. Deze aanbevelingen zijn gericht op het versterken van de gastvrouwen en hun inzet, het beter bereiken van de doelgroep door de wervingskanalen, goed toegerust zijn op de jaren met veel deelnemers van het project (2018/2019/2020) en het versterken van de samenwerking. Deze aanbevelingen zijn door het project inmiddels opgepakt. Uitvoering van beleid (UVB), voorheen het Agentschap SZW, monitort het project en voert jaarlijks controle uit op de voortgang en het bereiken van de doelstellingen. UVB betrekt hierbij ook het opvolgen van de aanbevelingen door het project en onderhoudt nauw contact met de uitvoerder van het project. 3. en 4. Twee onderzoeken naar invordering van schulden In mei heb ik uw Kamer geïnformeerd over de brede schuldenaanpak en het bijbehorende actieplan 2 met concrete maatregelen om de schuldenproblematiek aan te pakken. Het kabinet hecht veel belang aan het bevorderen van een zorgvuldige en maatschappelijk verantwoorde incasso, niet in de laatste plaats door de overheid. Hiertoe is de Rijksincassovisie 3 opgesteld met als doel overheidsinstanties meer samen te laten werken, zodat beter rekening wordt gehouden met de mogelijkheden en omstandigheden van de schuldenaar en onnodige ophoging van vorderingen wordt voorkomen. Het kabinet zoekt daarbij naar een balans tussen de belangen van de schuldenaar en van de schuldeiser, zonder dat het maatschappelijk belang uit het oog wordt verloren. Uitgangspunt is dat mensen zelf verantwoordelijk zijn voor het nakomen van hun financiële verplichtingen. Als dat niet tijdig gebeurt, kan een schuldeiser met dwang incasseren. Dat geldt ook voor overheidsschuldeisers. De overheid - verantwoordelijk voor een optimale inzet van publieke middelen - heeft daartoe in een aantal specifieke gevallen ook bijzondere incassobevoegdheden. Wel moet de schuldenaar ongeacht de vorm van dwangincasso in zijn levensonderhoud kunnen blijven voorzien. Daarom mag van alle schuldeisers en incasserende organisaties worden verlangd dat zij de schuldenaar in staat stellen 2 Tweede Kamer 2017-2018, 24515, nr. 431 3 Tweede Kamer 2015-2016, 24515, nr. 336 Pagina 3 van 5

in zijn meest basale levensbehoeften te voorzien. Ook de ophoging van schulden door onnodige incassokosten moet zoveel mogelijk voorkomen worden. Daarbij mag van de overheid extra zorgvuldigheid worden verlangd bij de inzet van bijzondere incassobevoegdheden. Het kabinet neemt diverse maatregelen om het bestaansminimum van mensen met schulden beter te beschermen. Er wordt gewerkt aan de implementatie van de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet en aan de verbreding van het beslagregister. Ook zal een beslagvrij bedrag bij een bankbeslag worden geïntroduceerd. In de brief en het actieplan brede schuldenaanpak heb ik deze maatregelen nader toegelicht. Ook in de uitvoering wordt gewerkt aan een zorgvuldige en maatschappelijk verantwoorde incasso, bijvoorbeeld door direct contact met schuldenaren, de uitbreiding van mogelijkheden voor betalingsregelingen en de Clustering Rijksincasso. Ik wil de uitvoeringsorganisaties hier graag bij ondersteunen. Als vervolg op het rapport Een onbemind probleem 4 en ter uitvoering van de motie Kerstens/Yücel 5 heb ik daarom twee onderzoeken laten uitvoeren naar het invorderen van schulden door rijksoverheidsorganisaties: Een onderzoek uitgevoerd naar wet- en regelgeving en uitvoeringsbeleid op het gebied van het invorderen van schulden door rijksoverheidsorganisaties (Atos Consulting) en Een onderzoek naar effecten van bijzondere incassobevoegdheden en overheidspreferenties op schuldenaren, schuldhulpverlening en schuldeisers (Berenschot). Atos Consulting heeft zijn onderzoek uitgevoerd bij de Belastingdienst, de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), de Sociale Verzekeringsbank (SVB), het CAK, het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO), het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) en bij de gemeenten Zwolle en Utrecht. Het rapport bevat een overzicht van de wet- en regelgeving die in het algemeen van toepassing is op het invorderen van schulden door rijksoverheidsorganisaties en beschrijft per organisatie het wettelijk kader en het uitvoeringsbeleid. Ook het verloop van het proces van invordering wordt per organisatie beschreven, waarbij in beeld wordt gebracht op welke momenten in het invorderingsproces wettelijke kosten in rekening (kunnen) worden gebracht en hoe hoog deze zijn. Het onderzoek naar de effecten van bijzondere incassobevoegdheden en overheidspreferenties is uitgevoerd bij de Belastingdienst, DUO, SVB, CAK, LBIO, UWV, CJIB, de gemeenten Den Haag en Amersfoort en de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen Limburg (BsGW). Uit het rapport komt onder meer naar voren dat bijzondere incassobevoegdheden een preventieve functie hebben en in het algemeen een aansporing zijn om te betalen (nog voordat ze daadwerkelijk worden ingezet). Anderzijds geeft het onderzoek het signaal dat een bijzondere incassobevoegdheid vaak wordt ingezet bij mensen die zich in een problematische schuldsituatie bevinden. Ook kunnen bijzondere incassobevoegdheden een belemmering zijn voor schuldhulpverlening en tot een lager incassorendement bij private schuldeisers leiden. 4 Tweede Kamer, vergaderjaar 2016-2017, 24 515, nr. 381 5 Tweede Kamer, vergaderjaar 2016-2017, 34 550 XV, nr. 37 Pagina 4 van 5

Ik vind het belangrijk om tot een evenwichtig incassoproces te komen waarbij steeds een afweging gemaakt moet worden tussen maatwerk en een effectief en efficiënt proces. Afschaffen van de bijzondere incassobevoegdheden is daarvoor niet noodzakelijk en leidt waarschijnlijk ook tot hogere (uitvoerings)kosten. Het vraagt wel om gerichtere inzet van deze bevoegdheden 6. Daarom zal ik beide onderzoeken benutten als inbreng voor het reeds met de Rijksincassovisie ingezette proces om te komen tot een zorgvuldige en maatschappelijk verantwoorde incasso (waarbij meer rekening gehouden wordt met de omstandigheden van de schuldenaar). Tevens zal ik de resultaten betrekken bij de reactie op de motie Voortman/Peters, waarin de regering wordt verzocht om te onderzoeken of de preferente status van de overheid aangepast kan worden. De verdere concretisering van de Rijksincassovisie is een proces dat mijn continue aandacht heeft en ik wil u regelmatig informeren over de voortgang. In dat kader zal ik u in najaar ook informeren over de afspraken die ik naar aanleiding van de beide rapporten met de uitvoeringsorganisaties heb kunnen maken. 5. Planning motie Raemakers/Peters Tot slot meld ik u naar aanleiding van de door uw Kamer aangenomen motie van de leden Raemakers en Peters inzake het onderwerp individuele studietoeslag 7 het volgende. Deze motie roept de regering op om gemeenten te ondersteunen bij het vergroten van de bekendheid van de regeling van de individuele studietoeslag en om vóór 1 september 2018 de besteding van de vrijgemaakte budgetten te evalueren en daarbij ook de verschillen in gebruik door de diverse gemeenten mee te nemen. In het kader van de uitvoering van deze motie wordt er inmiddels aan een tweetal onderzoeken gewerkt, te weten een bij het CBS en een bij de Inspectie SZW. Mede omdat hierbij ook de door de gemeenten uitgekeerde individuele studietoeslag in het jaar 2017 wordt betrokken, komen de resultaten van deze onderzoeken niet eerder dan in de loop van het vierde kwartaal 2018 beschikbaar. Het is voor mij daarom niet haalbaar om uw Kamer conform de inhoud van de genoemde motie - vóór 1 september 2018 te rapporteren. Ik verwacht evenwel dat dit eind 2018 wél het geval is. De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark 6 Tweede Kamer, vergaderjaar 2015-2016, 24 515, nr. 336 7 Tweede Kamer, vergaderjaar 2017-18, 34 775 XV nr. 58 Pagina 5 van 5