Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Fiche 2: Mededeling Nieuwe vaardigheden en banen. 1. Algemene gegevens

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag..

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorstel voor een aanbeveling van de Raad inzake beleid ter bestrijding van voortijdig schoolverlaten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

Bijlage: Geannoteerde agenda Raad voor Werkgelegenheid en Sociaal Beleid d.d. 7 maart 2011

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag..

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eurogroep. 1. Economische situatie in de eurozone

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

In de bijlage worden de onderwerpen nader toegelicht en treft u per onderwerp de inzet van het Nederlandse voorzitterschap aan.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

1. Algemene gegevens a) Titel voorstel De internemarktagenda voor banen, groei en investeringen uitvoeren

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BESLUITEN. Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 148, lid 2,

IZ/BSB/2003/3781. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, (mr. A.J. de Geus) Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Geannoteerde Agenda Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid (WSBVC) 5 oktober 2015

Hoe beïnvloedt het Europese beleid de uitvoering van het arbeidsmarktbeleid in Vlaanderen?

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD. betreffende het economisch partnerschapsprogramma van SLOVENIË

Tweede Kamer der Staten-Generaal

arbeidsmarktdoelen onder striktere

Tweede Kamer der Staten-Generaal

8653/19 voo/mak/hh 1 TREE.1.B

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

9273/16 gar/zr/as 1 DG B 3A

Geannoteerde agenda OJC-Raad mei 2010

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Hierbij gaat voor de delegaties het bovengenoemde tijdschema, voorgelegd door het voorzitterschap en het aantredend voorzitterschap.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

WERKGELEGENHEIDSBELEID

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Fiche 1: Mededeling monitoring van de Europese pijler van sociale rechten

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board Niet opgesteld

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD. betreffende het economisch partnerschapsprogramma van Nederland

Datum 10 september 2014 Betreft Geannoteerde Agenda van de Raad voor Concurrentievermogen van 25 en 26 september 2014

Datum 10 april 2019 Verslag schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda informele OJCS-raad 16 april 2019

Tweede Kamer der Staten-Generaal

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE EN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LIDSTATEN, I. INLEIDING

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Raad van de Europese Unie Brussel, 20 maart 2017 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 april 2013 (26.04) (OR. en) 8578/13 JEUN 40 EDUC 114 SOC 255

Tweede Kamer der Staten-Generaal

NOTA het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 7 oktober 2010 (12.10) (OR. en) 14479/10 SOC 612 EDUC 158 ECOFIN 580 NOTA

7875/17 oms/rts/sl 1 DGG 2B

Tweede Kamer der Staten-Generaal

9632/15 ons/dau/hw 1 DG B 3A

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Geachte leden van de Vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

8461/17 nes/ons/sl 1 DGG 2B

WERKGELEGENHEIDSBELEID

Bijlage 1: Geannoteerde agenda van de Raad voor Werkgelegenheid en Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken van 29 februari 2008

Tweede Kamer der Staten-Generaal

7370/11 van/lep/lv 1 DG G 2B

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 oktober 2010 (22.10) (OR. en) 15084/10 SOC 677 ECOFIN 635

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voor de delegaties gaat hierbij de in hoofde genoemde oriënterende nota met het oog op de zitting van de Raad (Epsco) op 8 juli 2019.

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. Het sociaal scorebord. bij

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 21 501-34 Raad voor Onderwijs, Jeugdzaken en Cultuur Nr. 159 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 31 januari 2011 Hierbij ontvangt u de geannoteerde agenda van de Onderwijs-, Jeugd-, Cultuur-, en Sportraad (OJCS-Raad) van 14 februari 2011, ten behoeve van het Algemeen Overleg dat is voorzien op 9 februari aanstaande. Ik wijs u erop dat, zoals te doen gebruikelijk, over de definitieve standpuntbepaling van Nederland in de OJCS-Raad nog afstemming in de ministerraad zal plaatsvinden. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart kst-21501-34-159 ISSN 0921-7371 s-gravenhage 2011 Tweede Kamer, vergaderjaar 2010 2011, 21 501-34, nr. 159 1

Geannoteerde agenda OJCS-Raad 14 februari 2011 Op de agenda van de OJCS-Raad van 14 februari staan alleen onderwerpen die gerelateerd zijn aan onderwijs. Het gaat om de volgende onderwerpen: 1. Een gedachtewisseling over de bijdrage van onderwijs aan het Europese Semester en de Jaarlijkse Groeianalyse; 2. Rol en bijdrage van onderwijs en training aan de Europa 2020- strategie: discussie over de Agenda voor Nieuwe Vaardigheden en Banen (An agenda for new skills and jobs); 3. Rol en bijdrage van onderwijs en training aan de Europa 2020- strategie: aannemen van Raadsconclusies met sleutelboodschappen over onderwijs t.b.v. de Europese Raad van 24-25 maart. 1. Bijdrage EU Semester en de Annual Growth Survey een gedachtewisseling Met het vaststellen van de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei door de Europese Raad van juni 2010 is een Europees strategisch beleidskader voor banen en groei bepaald. Vervolgvraag is hoe we ervoor kunnen zorgen dat de beleidsvoornemens en -doelen in het komende decennium ook daadwerkelijk gerealiseerd worden. Met de Europa 2020-strategie is om die reden het zogeheten «Europese semester» ingesteld. Het Europese semester heeft betrekking op de eerste helft van het jaar waarin lidstaten gelijktijdig rapporteren over hun vorderingen in het kader van zowel het Stabiliteits- en Groeipact als de Europa 2020-strategie en waarbij beleidsaanbevelingen worden gedaan aan lidstaten vóórdat de nationale begrotingen zijn vastgesteld. Onderwijs is een centraal element van de Europa 2020-strategie. Eén van de vijf hoofddoelen van deze strategie is eraan gewijd en formuleert als streefwaarden: minder dan 10% schooluitval en meer dan 40% hoger opgeleiden in 2020, dat is de ambitie. Ook in de geïntegreerde Europa 2020-richtsnoeren en in de kerninitiatieven (met name Jeugd in Beweging, Innovatie Unie en Agenda voor Nieuwe Vaardigheden en Banen) wordt de nodige aandacht besteed aan onderwijs en opleiding. Dit jaar is de eerste keer dat ervaring wordt opgedaan met het Europese semester. Het proces ging van start met de publicatie op 12 januari van de Jaarlijkse Groeianalyse, de Annual Growth Survey, van de Commissie. Het voorzitterschap stelt voor dat de onderwijsministers tijdens de OJCS-raad met elkaar van gedachten wisselen over hun rol binnen de governance van de Europa 2020-strategie. Concreet vraagt het voorzitterschap een appreciatie van de positie van onderwijs in de Jaarlijkse Groeianalyse en een inschatting van de mate waarin voortgang geboekt kan worden richting de 2020-doelen op onderwijsterrein. Daarnaast vraagt het wat de belangrijkste boodschap op het terrein van onderwijs is die het voorzitterschap onder de aandacht zou moeten brengen van de Voorjaarsraad, de Europese Raad van 24 en 25 maart. Inzet NL De ministers Verhagen en De Jager hebben een eerste algemene reactie gegeven op de Jaarlijkse Groeianalyse. Hierin is aangegeven dat het kabinet zich goed kan vinden in de beleidsaanbevelingen die de Commissie heeft geformuleerd. Het draait nu om een gerichte aanpak: budgettaire consolidatie en het terugdringen van werkloosheid in combinatie met het voeren van groeibevorderend beleid door in te zetten op terreinen als onderwijs, onderzoek en innovatie. Tweede Kamer, vergaderjaar 2010 2011, 21 501-34, nr. 159 2

Met name waar het gaat om dit laatstgenoemde element, het voeren van beleid dat groei bevordert, is het mijns inziens van belang dat de onderwijsministers een boodschap meegeven aan de regeringsleiders ten behoeve van hun Voorjaarsraad. Bij de invulling van dat beleid op het terrein van onderwijs moet, ook in het licht van de krappe financiële kaders, met name gedacht worden aan structurele hervormingen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat Europa sterker uit de crisis komt. Beleid dat in Nederland door dit kabinet gevoerd wordt. Wat betreft het behalen van de Europa 2020-doelstellingen op de terreinen van hoger opgeleiden en schooluitval scoort Nederland reeds nu bovengemiddeld. Het is zaak dat we onze aandacht daardoor niet laten verslappen. Ik zal mij in blijven spannen om deze scores verder te verbeteren. In het Nationaal Hervormingsprogramma, dat het kabinet uiterlijk eind april aan de Commissie zal sturen, zal nader in worden gegaan op de Nederlandse invulling van de Europese doelen. Tot slot, wat de positie van onderwijs binnen het Europese semester betreft, vind ik het van belang dat de ministers van onderwijs het voortouw nemen als het gaat om de bijdrage van onderwijs aan het welslagen van de Europa 2020-strategie. Zij hebben de beste kennis van de situatie in het onderwijsveld, zij kennen de specifieke omstandigheden en karakteristieken binnen het onderwijs het beste en kunnen daar het scherpst over oordelen. Zeker dit jaar, de eerste keer dat we werken in de nieuwe setting van Europa 2020, vind ik het van belang om dit punt naar voren te brengen. 2. Agenda voor Nieuwe Vaardigheden en Banen (An agenda for new skills and jobs) discussie De mededeling van de Commissie «Een agenda voor nieuwe vaardigheden en banen: een Europese bijdrage aan volledige werkgelegenheid» 1 is één van de zeven kerninitiatieven die de uitvoering van de Europa 2020-strategie moeten ondersteunen. Het gaat hier met name om één van de vijf hoofddoelstellingen van deze strategie, te weten de 75% arbeidsparticipatie voor vrouwen en mannen in de leeftijdsgroep van 20 64 jaar. De Commissie stelt dat EU-lidstaten deze participatiegraad aanzienlijk kunnen verhogen, met name voor vrouwen en jonge en oudere werknemers. De mededeling is gestructureerd langs vier thema s of prioriteiten: beter functionerende arbeidsmarkten; een beter opgeleide werkende bevolking; banen van hogere kwaliteit en betere arbeidsomstandigheden; een krachtiger beleid om het creëren van banen en de vraag naar arbeid te bevorderen. De mededeling bevat een beleidsagenda met diverse maatregelen (wetgevende en niet-wetgevende) die de Commissie voornemens is de komende vier jaar uit te voeren. 1 Zie BNC-Fiche Tweede Kamer, vergaderjaar 2010 2011, 22 112, nr. 1123. De vier prioriteiten bieden een breed kader voor de Europese werkgelegenheidsstrategie. De keuze voor deze prioriteiten sluit goed aan bij het nationale beleid op het gebied van duurzame inzetbaarheid. Doel van dit beleid is het behoud van de gezondheid van werkenden en het behoud of ontwikkelen van kennis en vaardigheden, zodat mensen in staat zijn tot hun pensioengerechtigde leeftijd te werken en dus niet voortijdig de arbeidsmarkt verlaten. Nederland verwelkomt bovendien de hernieuwde aandacht voor flexizekerheid en de verbinding met het onderwijs. Voor wat betreft de uitgangspunten voor het scheppen van voorwaarden voor het creëren van banen, is Nederland terughoudender. Er zijn veel dwarsverbanden tussen dit «flagship initiative» (kerninitiatief) en overige Tweede Kamer, vergaderjaar 2010 2011, 21 501-34, nr. 159 3

kerninitiatieven en documenten. Nederland wil dan ook benadrukken dat het belangrijk is om de uitvoering van deze agenda voor nieuwe vaardigheden en banen aan te laten sluiten bij de uitvoering van deze andere kerninitiatieven. Inzet NL Tijdens de OJCS-Raad zal een discussie plaatsvinden over deze mededeling. Op dit moment is nog niet bekend hoe de Hongaarse voorzitter deze discussie precies zal vormgeven. Nederland zal de mededeling en de acties die daaruit voortvloeien steunen zolang de acties aanvullend zijn op en ondersteunend voor het nationaal beleid. Nederland is hierbij van mening dat eventueel benodigde financiële middelen gevonden dienen te worden binnen de bestaande financiële kaders van de EU-begroting. 3. Onderwijs en training Europa 2020 raadsconclusies Het voorzitterschap heeft raadsconclusies uitgewerkt over onderwijs en opleiding in het kader van de Europa 2020-strategie. Onderwijs en opleiding spelen een fundamentele rol bij het bereiken van de doelstellingen van de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei. De cruciale rol van onderwijs en opleiding moet dan ook ten volle tot uiting komen in de werkzaamheden van de Raad tijdens het nieuwe «Europees semester» dat vanaf het begin van 2011 wordt ingesteld. In het bijzonder dient de Raad er, met de hulp van de Commissie, voor te zorgen dat er voldoende aandacht wordt besteed aan thema s zoals beleidsmaatregelen en hervormingen op het gebied van onderwijs en opleiding, de bijdrage hiervan aan de verwezenlijking van de Europese doelen, en de uitwisseling van goed beleid en goede praktijken. Het halen van de twee EU-kerndoelen voor onderwijs en opleiding (namelijk het terugdringen van het aantal vroegtijdige schoolverlaters tot minder dan 10% en het verhogen van het percentage mensen van 30 34 jaar dat tertiair of gelijkwaardig onderwijs heeft voltooid tot ten minste 40%) zaleen positief effect hebben op de werkgelegenheid en de groei. Om het probleem van vroegtijdig schoolverlaters aan te pakken zijn zowel preventieve als corrigerende maatregelen vereist en nauwe samenwerking tussen onderwijs- en opleidingssectoren en met andere betrokken beleidsgebieden. Daarnaast moet worden geïnnoveerd in het onderwijsstelsel om het percentage mensen van 30 34 jaar in het tertiaire onderwijs te verhogen. Efficiënter gebruik van middelen en het zoeken naar meer variatie in de financieringsbronnen zijn hierbij van belang. In de raadsconclusies worden de lidstaten verzocht om wat betreft onderwijs- en opleidingsvraagstukken: nationale hervormingsprogramma s aan te nemen die doelgericht en op actie gebaseerd zijn; de kennisdriehoek te bevorderen als basis voor een meer innovatieve en creatieve economie. Tevens worden de lidstaten en de commissie verzocht: de uitvoering van nationale hervormingsprogramma s, waar passend, op te nemen in toekomstige peer learning-activiteiten; de open coördinatiemethode geschikter te maken voor de behoefte van de lidstaten via doeltreffender gebruik van de resultaten van Europese samenwerking. Tweede Kamer, vergaderjaar 2010 2011, 21 501-34, nr. 159 4

Daarnaast wordt de commissies verzocht: nauwere banden aan te halen tussen uitvoeringsregelingen voor het strategisch kader «ET 2020» en die voor de strategie Europa 2020, vooral wat betreft werkcycli; een gedegen analyse te maken van de vorderingen met de hoofddoelstellingen en de ijkpunten van «ET 2020», als basis voor een gedachtewisseling in de Raad in de loop van elk Europees semester. Inzet Nederland Nederland onderschrijft de inhoudelijke lijn van de conclusies en onderstreept het belang van onderwijs en training in het kader van de Europa 2020-strategie. Nederland zal het in acht nemen van de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit benadrukken. Tweede Kamer, vergaderjaar 2010 2011, 21 501-34, nr. 159 5