Memo Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat

Vergelijkbare documenten
Watervogels en kustbroedvogels tussen Breskens en Braakmanhaven

ico)j'rp.aëti~ ~ ::f:;; jp";:,g;';::;r:;'",----~-4-!

Watervogels Zeedijk St Pieterspolder

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur

Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura gebieden

Dijkverbeteringswerken langs de Westerschelde: aantalsveranderingen van watervogels

Projectnummer: B Opgesteld door: Gijs Kos. Ons kenmerk: :A PZDB-M Kopieën aan:

De functie van het Balgzand als hoogwatervluchtplaats voor wadvogels II. aantallen vogels en hun verspreiding tijdens hoogwater

Natura 2000 gebied Markiezaat

Documentnummer AMMD ( )

Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Schorerpolder en Westhavendam Sloe (Westerschelde)

Recente trends in de vogelstand nabij de Eerste Bathpolder en mogelijke effecten van verlengde assimilatiebelichting

Symposium Op reis op de Boschplaat, 30 mei 2017 Over (broed)vogels in veranderende landschappen

Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Nijs- en Hooglandpolder (Westerschelde)

Bijlage(n) Rijkswaterstaat Zeeland Telefoon (0118)

Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1

Watervogels in het Veerse Meer:

Verslag project bontbekplevier Wilhelminadorp 2010 en tevens afsluiting monitoring gedurende 5 jaar.

Nummer. Leo van Nieuwenhuijzen

Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1

Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Joanna-Mariapolder (Oosterschelde)

BEOORDELING EFFECTEN OPSCHALING EN UITBREIDING WIND- PARK SLUFTER

De betekenis van een zandbank voor Heist voor de avifauna

Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Nieuweannex Stavenissepolder (Oosterschelde)

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

Verslag Wadvogeltellingen langs de Wieringerkust.

bijlage Inhoud 4 INHOUDELIJKE BEOORDELING 4 Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedseikwaliteit

Veldonderzoek effect anti-hagelkanon op vogels Westerschelde

Natura 2000 gebied Grevelingen

Watervogels in de Grevelingen

Wadvogels op Ameland-Oost

Natura 2000 gebied 122 Westerschelde & Saeftinghe

Vogeltellingen tijdens afgaand water op drie locaties langs de westerschelde

;~"",------"'----ll--"'--i

Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Oude Polder (traject 24) (Oosterschelde)

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - BIOLOGIE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

NOTITIE. 1 Aanvulling milieueffectrapport net op zee Borssele

^^^^^<^3^ der Wal 'htinsen bij Bolt. Nederlandse Vissersbond De heer D.J.T. Berends Postbus AB EMMELOORD. Geachte heer Berends,

Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Oude Polder (traject 23) (Oosterschelde)

De opvallendste waarnemingen uit de. Dollard zijn de hoge. kokmeeuwen (1602). Van deze 3 soorten. zijn dit de hoogste Januari-waarden

Ysebaert, T., de Mesel, I., Wijnhoven, S., Kromkamp, J. (2013).

Buitendijks recreëren ter hoogte van St. Pieterspolder, gemeente Reimerswaal

10 Wettelijke toetsingskaders natuur

Watervogels in de Zoute Delta

Projectnummer: :0.4

Watervogels in de Zoute Delta 2000/2001

Notitie behorend bij de kaart Gebiedsopgave Natuur HWBP Hansweert

Natura 2000 gebied Voordelta

Directie Zeeland. Doorkiesnummer Bijlage(n) 1 w r:a=iich::ie~p"~~:j~)\r"_~_l~~~=_.=:::;:'d"i~:id..7. Uw kenmerk

Memovogeleilan.Phoek. Memo vogel eiland Schelphoek PZOT -M Pol van de Rest /

Watervogels in de Zoute Delta

Watervogels in de Zoute Delta 2001/2002

Directie Zeeland. Datum bijlage(n) Kenmerk

Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Polder Vierbannen Klein Beijerenpolder (Oosterschelde) T.J. Boudewijn M.R.

Watervogels in de Zoute Delta

Bijlage(n) Nummer. Project DIJKBEKL

Projectnummer: B Opgesteld door: GijsKos. Ons kenmerk: :0.14. Kopieën aan: Peter Meininger

VOORTOETS DIJKWERKZAAMHEDEN HANSWEERT WESTERSCHELDE - DEELPRODUCT

Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Anna Vosdijkpolder - Moggershilpolder (Oosterschelde) T.J. Boudewijn M.R.

Functioneren kunstmatig eiland voor sterns in de Inlaag Oesterput en op eilanden in de Inlaag s Gravenhoek, Noord-Beveland: Broedseizoen 2017

Directie Zeeland. Doorkiesnummer ~.379. Bijlage(n) Uw kenmerk. Onderwerp Demonstratievakken "kleidijk" van Alsteinpolder en Koningin Emmapolder

Inhoudelijke overwegingen Natuurcompensatie Perkpolder. definitief besluit Nb-wet 1998

Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en de Nederlandse kustwateren, januari 2006

Watervogels in de Zoute Delta 1997/98

Vogeltellingen tijdens laagwater langs de dijk van Saeftinghe. T.J. Boudewijn H.A.M. Prinsen H. Vonk M.L. Braad

natuurpunt WAL Wase Linkerscheldeoever Schor Ouden Doel

Verslag buitenwandeling Zwin op 24/02/2017

Watervogels in de Zoute Delta 1999/2000

Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Nieuwe Annex Stavenissepolder - Noordpolder (Oosterschelde) T.J. Boudewijn M.R.


Instandhoudingsdoelstellingen Hollands Diep en Haringvliet, doelen beschermde natuurmonumenten

~'p-t,qo aj '2. Geachte heer, mevrouw,

~o\- S~ 23 Middelburg, 22 dec~~~ '::_ Jl.-.._j ONTVANGEN 2 2 DEC. 2011

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe

Projectnummer ARCADIS: B Projectnummer Projectbureau Zeeweringen: PZDB-M Ons kenmerk: :C.

Watervogels en zeezoogdieren in de Zoute Delta 2005/2006

Watervogels in de Zoute Delta 2000/2001

Watervogels en zeezoogdieren in de Zoute Delta 2013 / 2014

Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Strandvogels in de kijker Jan Seys communicatieverantwoordelijke Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ)

PASSENDE BEOORDELING DOKKERSHAVEN EN HET EDISONGEBIED

De rustende grote meeuwen zijn deze keer niet op de parkeerplaats te vinden. Het ziet er heel verlaten uit.

Voordelta Een bijzondere zee

Projectnummer: B Opgesteld door: Ons kenmerk: :0.2. Kenmerk PBZ: PZDB-M-1nS3. Kopieën aan:

Watervogels en zeezoogdieren in de Zoute Delta 2003/2004

De inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen.

Bergeenden in de Westerschelde

memo Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur Algemeen

Watervogels en zeezoogdieren in de Zoute Delta 2004/2005. Rapport RIKZ/

Ontwikkeling van een intergetijdengebied in Hedwige- en Prosperpolder: nota impact stikstofdepositie werkverkeer op Natura gebieden

Achter de Schotbalken. Een evaluatie

Watervogels en zeezoogdieren in de Zoute Delta 2008/2009

Aantalsontwikkeling van vogels langs het Pannerdensch kanaal in

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Bekendmaking aanwijzingsbesluiten Natura 2000 in het Waddengebied

Watervogels en zeezoogdieren in de Zoute Delta 2010/2011

Watervogels in de Zoute Delta 1999/2000

Deltagebied: nationaal en internationaal topgebied voor vogels. Status, trends, bedreigingen en toekomst voor watervogels in het Deltagebied

Habitattoets voor effecten van een dijkverbeteringsproject langs de Westerschelde

Functioneren kunstmatige eilanden voor visdieven in de Inlaag Oesterput op Noord-Beveland en in de Inlaag Neeltje Jans: Broedseizoen 2016

Vogelbescherming NEDERLAND

Transcriptie:

, Ministerie van Verkeer en Waterstaat Memo Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Aan Projectbureau Zeeweringen t.a.v. de heer Piet Hengst Postbus 114 Goes Rijksinstituut voor Kust en Zeel R' OJECTJUREAU ZEEWERNGEN ACTl l7tfo PROJECTLEDER )( SECRET ARESSE PROJECTSECRETARS MEDEWERkER MEDEWERKER TEAMLEDER HOOFD ÖRDNA:roR ANANCN KWALTET ONTWERP UTVOERNG " SESTElSCHRJVER 1'x1 -Vt. f><) Van Peter Meininger Datum 17 juli 2 Onderwerp Broedplaatsen plevieren Terneuzen-Saeftinge Doorkiesnummer 118-672331 Bijlage(n) 1 kaart " ARCHrat'U\Sl i J'9::.J rx:, CRCULATE MAP Geachte heer Hengst, Naar aanleiding van uw telefonische vraag naar de exacte broedplaatsen van Bontbekplevier en Strandplevier langs de zeedijken tussen Terneuzen en Saeftinge het volgende. n ons werkdocument RKZ-OS-97.881X zijn de broedplaatsen van plevieren reeds globaal aangegeven. Het betreft hier gegevens uit 1994-1996, die inmiddels ten dele zijn verouderd. Bijgaand een kaartje waar de broedplaatsen van Bontbekplevier en Strandplevier in 1999 en 2 in meer detail zijn aangegeven. Het ging in deze jaren op het traject Terneuzen- Saeftinge om 12-15 paar Strandplevieren en om 1-2 paar Bontbekplevieren. Het traject Hellegat-Zeedorp is niet volledig onderzocht. De bezetting van broedlocaties kunnen van jaar tot jaar variëren. Zo broedden in 1999 vier paar ten westen van het Hellegatschor, in 2 door de uitvoering van de dijkwerkzaamheden slechts één paar (dat bovendien werd verstoord). De gegevens zijn verzameld door medewerkers van RKZ en vrijwillige medewerker Alex Wieland, in het kader van MWTL. De kans bestaat dat na de uitvoering van dijkwerkzaamheden de betreffende dijkvakken (tijdelijk) aantrekkelijker worden als broedplaats voor plevieren, omdat nieuwe, onbegroeideof spaarzaam begroeide gebieden (dijktaluds) ontstaan. Q:.oo dat deze informatie bruikbaar zal blijken, vriendelijke groet,. Peter Meininger e.c. A. Wieland Vestiging Middelburg Postbus 839, 433 EA Middelburg Bezoekadres Grenadierweg 31 Telefoon 118 6722 Telefax 118 65146 Op 2 minuten loopafstand vanaf station Middelburg richting industriegebied Arnestein of met treintaxi bereikbaar

,.. '... 111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111 4623 2 PZOB-B-5 sing Broedplaatsen plevieren Terneuzen-Saeftinghe

41 -- >... ' lp -t -:J N Jj rj C""\ 4S"\ _. Cl 1 s..

'.\\,. ::::9/'. '1:'.:,' ".: :. ' '.. o " '_-'f 'a. - ::::.... "'---..-.;:-... ->... '" ot- L!),,:.. -"",.:. o

Kustbroedvogels Deltagebied - gebiedsformulier Jaar: 12 Gebied:. Datum: "'., ": Deelgebied:,'.ei'.ie ;:;;,?{;>'?Jf'ê_;_,'f; Tijd: c' : Nee..rsla g "1 " :\, 'Md:;...e..? geen ja:? geen ja:? geen ja:? geen ja e Broeds!Jcces kustbvoge!s': j"> '," " (grote 'on én/ uit evlöqénjongen etc.), RKZlDPM PLM 21.4 2 opmerkingen op achterzijde ja/nee

els Deltagebied - gebiedsformulier ",_c"."" RKZOPM PLM 21.4.2 opmerkingen op achterzijde ja/nee

.. Werkdocument Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee/RKZ Aan Adriana Wijga (Directie Zeeland) Jon Coosen (Directie Zeeland) Ben de Winder (RKZ) Anton van Berchum (RKZ) Jan-Willem Slager (Projectbureau Zeeweringen) Belangstellenden Van Peter L. Meininger Datum 11 december 1997 Nummer RKZ-5-97.881 X Onderwerp Watervogels in de Westerschelde: een beknopt overzicht Doorkiesnummer 118-672331 Bijlage(n) Project Verdieping nleiding De Westerschelde is een dynamisch estuarium. Dit wordt niet alleen veroorzaakt door de getijdenbeweging. maar ook door menselijk handelen. Om bij dit menselijk handelen rekening te kunnen houden met de betekenis van de Westerschelde voor watervogels. zijn gegevens over aantallen en verspreiding van watervogels en over functies van diverse gebieden voor deze vogels noodzakelijk. Binnen afzienbare tijd zullen in de Westerschelde activiteiten plaatsvinden als het opruimen van scheepswrakken. het verdiepen van de vaargeul. het boren van een tunnel. het verzwaren van de zeewering etc. Dit overzicht is - mede op verzoek van de beheerder van de Westerschelde (de Directie Zeeland van Rijkswaterstaat). samengesteld om een grote hoeveelheid bij het RKZ aanwezige gegevens op snelle en eenvoudige wijze toegankelijk te maken. Kustbroedvogels De figuren zijn gebaseerd op de resultaten van de jaarlijkse tellingen van zogenaamde kustbroedvogels (o.a. Kluut. Bontbekplevier. Strandplevier. Kokmeeuwen sterns) in het Deltagebied. uitgevoerd door of in opdracht van het RKZ in het kader van het biologisch monitoringprogramma van de zoute Rijkswateren. Per gebied zijn de maximum aantallen uit de jaren 1994 tlm 1996 gebruikt. Vestiging Middelburg Postbus 839, 433. EA Middelburg Bezoekadres Grenadierweg 31 Telefoon 118 6722 Telefax 118 65146 Bereikbaar 15 min loopantand vanaf station Middelburg richting industriegebied Arnestein of treintaxi

Aandachtspunten i.v.m. werkzaamheden: De broedtijd loopt van half april tot 1 augustus. Broedplaatsen van sterns zijn gevoelig voor verstoring. Tijdens de broedtijd dient rust hier te worden gewaarborgd. Werkzaamheden aan dijkvakken waar plevieren buitendijks broeden zullen vooral plaatsvinden buiten het stormseizoen, dus voor een deel in de broedtijd. Dit is waarschijnlijk onvermijdelijk. Bij de afwerking van nieuwe dijkvakken is het aan te bevelen de openingen tussen de aangebrachte verharding zo goed mogelijk te dichten. Bij vestiging van broedvogels (niet alleen plevieren, maar ook Scholekster, Tureluur) zullen jongen hier immers makkelijk invallen en omkomen. Het aanleggen van buitendijkse, verharde (onderhouds-) wegen zal de toegankelijkheid van veel gebieden voor o.a. recreanten vergroten, en daarmee de geschiktheid als broedgebied reduceren. Watervogels De figuren zijn gebaseerd op de resultaten van de maandelijkse tellingen van watervogels, uitgevoerd door of in opdracht van het RKZ in het kader van het biologisch monitoringprogramma van de zoute Rijkswateren (onderdeel van MWTL). De tellingen worden uitgevoerd tijdens hoogwater, wanneer de foerageergebieden (slikken en platen) onder water staan en de vogels zich concentreren op zogenaamde hoogwatervluchtplaatsen. Over de verspreiding van vogels tijdens met laagwater is onvoldoende bekend. Hoogwatervluchtplaatsen Hoogwatervluchtplaatsen ('hvp's ') zijn gevoelig voor verstoring: Hier rusten, slapen en poetsen vogels. Verstoring leidt tot extra vliegen en dus tot extra energieverbruik. Sommige soorten (bijvoorbeeld Kanoetstrandlopers) blijven bij verstoring (of inundatie) van de hoogwatervluchtplaats liever rondvliegen dan een alternatieve hoogwatervluchtplaats (binnendijks of op het talud van de dijk) te gebruiken. Frequente verstoring van hvp's kan leiden tot een vermindering van het gebruik van een gebied door vogels (aantasting van de draagkracht). Als basis voor de figuren zijn tellingen gebruikt uit de periode juli 1992-juni 1997. Per telling zijn van ieder telgebied de totalen van alle soorten steltlopers gesommeerd. Vervolgens zijn per telgebied, per 'jaargetijde' een grootteklasse en een gebruiksfrequentie van de hvp's toegekend. De jaargetijden zijn als volgt gedefinieerd: najaar winter voorjaar zomer aug, sept, okt, nov dec, jan, feb mrt, apr, mei juni, juli De grootteklassen van hvp's zijn als volgt: klein middelgroot groot 1-1 steltlopers 1-5 steltlopers >5 steltlopers Hoogwatervluchtplaatsen die globaal bij minder dan 2% van de tellingen in gebruik waren, zijn beschouwd als onregelmatig optredende hvp's. 2

Aandachtspunten i.v.m. werkzaamheden: Het hele jaar door zijn grote aantallen watervogels aanwezig in de Westerschelde. De rust op grote hoogwatervluchtplaatsen zou zoveel mogelijk moeten worden gewaarborgd. Het aanleggen van buitendijkse, verharde (onderhouds-) wegen zal de toegankelijkheid van veel gebieden voor o.a. recreanten vergroten, en daarmee verstoring van foerageergebied en en hoogwatervluchtplaatsen doen toenemen. Rulplaatsen Bergeenden ruien op slechts enkele plaatsen in Europa. Het overgrote deel van deze vogels brengt de slagpenrui (waarbij het vliegvermogen geheel wordt verloren) door in de Duitse Waddenzee. Daarnaast zijn er enkele kleinere ruiplaatsen, o.a. in de Nederlandse Waddenzee en in de Westerschelde. De figuur toont de belangrijkste ruiplaatsen in de Westerschelde. Deze ruiplaatsen worden vooral gebruikt tussen begin augustus en eind september. De combinatie van rust (geen menselijke verstoring) en voedsel (vooral diatomeeën) op droogvallende platen waar de vogels snel het water kunnen bereiken (steile oevers), lijken sleutelfactoren. Aandachtspunten i.v.m. werkzaamheden: Ruiende Bergeenden zijn tolerant tegenover grote passerende schepen, maar bijzonder schuw voor kleine schepen en wandelaars. De gebruikte ruiplaatsen kunnen van jaar tot jaar verschillen. Aanbeveling: Omdat de vogeltellingen worden uitgevoerd tijdens hoogwater en vooral vanaf de oever, zijn de ruiplaatsen van Bergeenden in de Westerschelde onvoldoende bekend. Een jaarlijkse, gerichte telling in augustus is aan te bevelen. Aanbevolen wordt een dergelijke jaarlijkse telling op te nemen in een monitoringprogramma van de Westerschelde. 3

.:..:.::... -':...;;'..:;,..''':.'''''::''.'''':''':''-",,,,,,,''''''-'''''''''-'------------- e e, \,.. p ustbroedvoaels Maximum aantal broedparen Westerschelde 1994-96 Bron: MWTL (RKZ) Bontbek- Strandplevier Kokmeeuw Visdief en Dwergstern Grote Stern < 1.1-1 A 1-1 >1 >1 À >1 * > 1

4 2 1 Kokmeeuw >1 5 Grote Stern, Visdief en Dwergstern Maximum aantal broedparen Westerschelde 1994-96 Bron: MWTL (RKZ)

6 3 15 2 1 5 Maximum aantal broedparen Westerschelde 1994-96 Bron: MWTL (RKZ)

c ọ... al f ' e l""- a>-co a> a> (') a>ṉ a> a> -.c (,)...... ::: > c -... co E co... C.... C. co s: o... :::: E >......... co co co. > Cl ti)...... c.... c. C.!:::! :E ';::i... ëi).... ti)... ti) ra Cl E.... ëi) ra Cl E 1. ëi) Lt)... Cl " c::...

'"m-co m... ('t) mṉm m... "C.c oen...... en, i l c: en >... en... en... c.. c..... c.. c....21 en... < < ca.21 ca.!: E en en... +-'... en a. E... ëi)...... Cl.s D D.c... o :::J /\ c Cl......... >...... <

c: s, i je. 1.:. "", : ':j : c: c: +J co >"... "m-cd m M mṉ m "'.c (.)... +J iî > a. +J a..c o :::::J C>... > :::::J co... -... co co co C>... co Z CD a. o a. a. o - +J...... +J Cl C).+=i gooë OOO'O Cl E L'? L() ' g /\ s!.j :J

---_.-,, -.,._ -._._._---------- e e Winter (dec-jan-feb) Hoogwatervluchtplaatsen (HVP) Westerschelde 1992/93-1996/97 Bron: MWTL (RKZ) '-.---- 1-1 steltlopers 1-5 steltlopers > 5 steltlopers onregelatig regelmatig

c: e co "- <»-< <» <»..., CV) <»Ṉ <»... ".J::. en "-... en " c: en "- c:... al... en.cl CO E CO... al a. c. ::::J "-,._ ::::J... ï: en ::::J c: CO ::::J CO

------_..--_._----_ Bijlage 1. Hoofdstuk Westerschelde uit: Meininger P.L., Berrevoets CM., Strucker R.CW. 1998. Watervogels in de Zoute Delta 1996/97. Rijksinstituut voor Kust en Zee rapport RKZ-98.1, Middelburg. 4

Rijksinstituut voor Kust en Zee Figuur 8. Aantalsverloop van negen soorten watervogels in de Westerschelde in 1996/97 (lijn) en de spreiding in 1993/94-1995/96 (grijs). Numbers of nine species of waterbirds in the Westerschelde in 1996/97 Vine} and the extreme values (grey shading} in 1993/94-1995/96. 18 7 Lepelaar 14 eoooo Smient 6 4 Pijlstaart 12 6 1 8 8 4 2 4 3 3 2 2 1 ASO N D J F M A M J ASO N D J F M A M J J A S o N D J F M A M 1 26 6 Strandplevier & 2 4 4 15 3 3 1 2 2 6 1 1 ASO N D J F M A M J ASO N D J F M A M J ASO NDJFMAM.J 14 3 1 e 12 2& 8 1 2 8 8 1& 6 4 1 4 2 6 2 ASO N D J F M A M J ASO N D J F M A M J J ASO N D J F M A M S Watervogels in de Zoute Delta 1996/97 36

Rijksinstituut voor Kust en Zee 4.6 Westerschelde 4.6. 1 Beschrijving van het gebied De Westerschelde is het enige overgebleven echte estuarium in Zuidwes- Nederland. Door vermenging van het bij vloed binnenstromende zeewater met het zoete water van de rivier de Schelde ontstaat een gradiënt van zout water in het westelijk deel, via brak water, naar het bijna zoete water in het oostelijk deel van het estuarium. Het getijverschil is voor Nederlandse begrippen groot: bij Vlissingen gemiddeld 3,85 m en bij Bath gemiddeld 4,9 m. De ligging van de, vaak diepe, geulen en de grootte van platen (839 ha) veranderen voortdurend door het in- en uitstromende water. Langs de Westerschelde ligt een aanzienlijke oppervlakte schor (3375 ha).. waarvan het Verdronken land van Saeftinge zelfs het grootste schorrengebied van Europa is. Diverse schorren vertonen de laatste jaren afslag. Om verdere erosie tegen te gaan werd bij het Zuidgors geëxperimenteerd met een oeverbescherming. n Saeftinge treedt sterke verlanding op, gepaard gaande met een verandering in de vegetatie. ė 4.6.2 Watervogelpopulaties en recente veranderingen lp De Westerschelde is na de Oosterschelde het belangrijkste gebied voor steltlopers in de Delta. De talrijkste steltloper was de Bonte Strandloper (maximum 43 9), waarvan de aanratten in november duidelijk hoger waren dan in voorgaande jaren. Het aantal Scholeksters nam in vergelijking met voorgaande seizoenen niet verder toe. Alleen in januari waren de aantallen als gevolg van verplaatsingen binnen de Zoute Delta hoger dan in voorgaande seizoenen. Evenals in de Oostersehelde nam ook in de Westerschelde na de koude-inval in januari het aantal steltlopers duidelijk af. Vooral bij de Bonte Strandloper was dit effect groot, in december werden er nog 27 gezien, maar vanaf januari was het aantal gereduceerd tot minder dan 1. Bij andere steltlopers werd een dergelijk forse en langdurige terugval niet vastgesteld. Er waren bijvoorbeeld duidelijk minder Zilverplevieren in januari, maar vanaf februari waren de aantallen echter normaal. Van een aantal steltlopers (o.a. Bontbekplevier, Strandplevier, Drieteenstrandloper, Rosse Grutto) werden opnieuw grote aantallen tijdens de doortrekperio'den vastgesteld. Evenals in andere delen van de Zoute Delta werden in het najaar ook in de Westerschelde uitzonderlijk veel (honderden) Kleine Strandlopers gezien. Van de Bergeend, de belangrijkste benthivore eend in de Westerschelde, waren de aantallen gedurende de zomermaanden hoog. Het maximum van ruim 9 in juni was zelfs een absoluut record voor de Westerschelde. L! ol 1 Naast het grote belang voor steltlopers (benthivoren) is de Westerschelde ook erg belangrijk voor herbivoren (vnl. eenden en ganzen). Doordat er aan de oostkant uitgestrekte schorren liggen is er voor deze vogels veel voedsel, rust en ruimte in het gebied te vinden. Dit seizoen waren de aantallen gedurende het najaar van b.v. Grauwe Gans, Wilde Eend en Pijlstaart lager dan normaal. Pas in oktober waren de aantallen vergelijkbaar met voorgaande seizoenen, om vervolgens in november en december zelfs hoger te zijn. n die maanden werden de hoogste aantallen van Smient (63 ), Grauwe Gans (37), Wilde Eend (17' ell Pijlstaart (42) vastgesteld. Doordat de schorren in januari bevroren. werd het voedsel snel schaars. Oe aantallen daalden dan ook snel maar bleven gedurende de rest van het seizoen normaal. Voor visetende vogels is het troebele water van de Westerschelde minder geschikt als foerageergebied. De aantallen Futen (maximum 37) en Middelste Zaagbekken (112) waren duidelijk lager dan in voorgaande seizoenen. n tegenstelling tot vorig seizoen werd er geen influx geconstateerd Watervogels in de Zoute Delta 1996/97 37

-,.. Rijksinstituut voor Kust en Zee gedurende de koude periode. Voorts werden gedurende het vroege najaar weer veel Lepelaars (maximum 139) en Kleine Zilverreigers (22) gezien. Evenals in voorgaande jaren werden vrijwel al deze vogels in of nabii Saeftinge gezien. 4.6.3 nternationale betekenis n de Westerschelde wordt de 1%-norm in alle maanden van het jaar overschreden (figuur 2b). De hoogste normoverschrijdingen worden beretlt in het najaar en het begin van de winter. Het gebied is van internationale betekenis voor dertien soorten watervogels, waarvan Grauwe Gans, Smient en Pijlstaart de belangrijkste zijn (tabel 7). n vergelijking met de voorgaande rapportage (Meininger et al. 1997) kon de Kanoetstrandloper aan de lijst worden toegevoegd. Tabel7. Normoverschrijding(%) in 1994/95-1996/97 van intemationaaf belangrijke vogelpopulaties in de Westerschelde per periode. Occurrence of ntemationally significant bird populat/ons in the Westerschelde per season. Soort Najaar Winter Voorjaar Zomer Maximaal \ Gräüwë Gän;;..... ï ö:if.., =;:ï...., :r..... _-_... --ïö: s- Pijlstaart 3.8 3.5 3.8 Lepelaar 3.6 3.6 Smient 3.3 3. 3.3 Zilverplevier 2.8 1.5 3.1 3. t Bergeend 1.7 2.4 2.4 Scholekster 2.3 1.9 1.1 1.1 2.3 Bonte Strandloper 1.5 2.1 2.1 Drieteenstrandloper 1.1 1.8 t.8 Kluut 1.5 1.1 1.5 Wulp 1.3 1.1 1.3 Kanoetstrandloper 1.2 1.2 Bontbekplevier 1. t. S örö.. 4 i:s...... 3ö:ä ä :;.. - 4.7 -.! Watervogels in de Zoute Delta 1996/97 38