BETONDAKPANNEN DEEL 1 ALGEMENE TECHNISCHE GEGEVENS GELDIG VOOR ALLE ROYAL BETONDAKPANNEN

Vergelijkbare documenten
ONDERDAKEN ETERROOF DEEL 1 ALGEMENE TECHNISCHE GEGEVENS

ONDERDAKEN ETERWOOD DEEL 1 ALGEMENE TECHNISCHE GEGEVENS

Dak en Gevel. BRUGSE ROYAL-pan TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1

BETONDAKPANNEN - DEEL 1 ALGEMENE TECHNISCHE GEGEVENS GELDIG VOOR ALLE ROYAL BETONDAKPANNEN

BETONDAKPANNEN - STONEWOLD ROYAL DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER BETONDAKPAN

Dak en Gevel. PALACE ROYAL-pan TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1

Dak en Gevel. PALACE ROYAL-pan PRODUCTINFORMATIEBLAD 1

BETONDAKPANNEN - PALACE ROYAL DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER BETONDAKPAN

Deel 1 Algemene technische gegevens

BETONDAKPANNEN HORIZON ROYAL DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER BETONDAKPAN

Dak en Gevel. SNELDEK ROYAL-pan PRODUCT INFORMATIEBLAD 1

BETONDAKPANNEN HORIZON ROYAL DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER BETONDAKPAN

ONDERDAKEN MENUISERITE EXTRA NT DEEL 1 ALGEMENE TECHNISCHE GEGEVENS

KLEIDAKPANNEN: DEEL 1 ALGEMENE TECHNISCHE GEGEVENS GELDIG VOOR ALLE KLEIDAKPANNEN

ONDERDAKEN MENUISERITE EXTRA NT DEEL 1 ALGEMENE TECHNISCHE GEGEVENS

KLEITEGELPANNEN TYPE HAWKINS DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER KLEINFORMAAT KLEITEGELPAN

KLEITEGELPANNEN TYPE ACME DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER KLEINFORMAAT KLEITEGELPAN

ONDERDAKEN ONDERDAKFOLIES DEEL 1 ALGEMENE TECHNISCHE GEGEVENS

BETONDAKPANNEN BRUGSE ROYAL DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER BETONDAKPAN

BETONDAKPANNEN SNELDEK ROYAL DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER BETONDAKPAN

Deel 2 Specifieke technische gegevens per kleidakpan

Deel 2 Specifieke technische gegevens per kleidakpan

BETONDAKPANNEN - STORMPAN 16/20 ROYAL DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER BETONDAKPAN

KLEIDAKPANNEN - HARMONIE NEW DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER KLEIDAKPAN

MENUISERITE NT - Onderdakplaat

KLEITEGELPANNEN DEEL 1 ALGEMENE TECHNISCHE GEGEVENS GELDIG VOOR ALLE GROOTFORMAAT KLEITEGELPANNEN

KLEIDAKPANNEN - DOMINO DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER KLEIDAKPAN

KLEITEGELPANNEN TYPE AMBIENTE DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER GROOTFORMAAT KLEITEGELPAN

KLEIDAKPANNEN - MAXIMA NEW RG9 DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER KLEIDAKPAN

Deel 2 Specifieke technische gegevens per kleidakpan

KLEIDAKPANNEN: DEEL 1 ALGEMENE TECHNISCHE GEGEVENS GELDIG VOOR ALLE KLEIDAKPANNEN

Deel 2 Specifieke technische gegevens per kleidakpan

HULPSTUKKEN - METALEN NOK- EN HOEKKEPERSTUK VOOR PALACE STONEWOLD DOMINO DAKPANNEN TECHNISCHE FICHE

KLEITEGELPANNEN DEEL 1 ALGEMENE TECHNISCHE GEGEVENS GELDIG VOOR ALLE GROOTFORMAAT KLEITEGELPANNEN

Deel 2 Specifieke technische gegevens per kleidakpan

BETONDAKPANNEN - CONCRETO S DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER BETONDAKPAN

Deel 2 Specifieke technische gegevens per kleidakpan

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE DUBBELE DEKKING VOLGENS HET CASSETTESYSTEEM

BETONDAKPANNEN - CONCRETO VERONA DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER BETONDAKPAN

KLEITEGELPANNEN DEEL 1 ALGEMENE TECHNISCHE GEGEVENS GELDIG VOOR ALLE KLEINFORMAAT KLEITEGELPANNEN

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE QUARTO

HULPSTUKKEN - ETERFLEX LOODVERVANGER TECHNISCHE FICHE

Menuiserite DG windscherm: niet structureel TOEPASSINGSRICHTLIJNEN

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE DUBBELE DEKKING MET OPEN VOEG OF LEUVENSE DEKKING

Eterspan: steunplaat dakbedekking TOEPASSINGSRICHTLIJNEN

1 PRODUCTBESCHRIJVING SAMENSTELLING GAMMA 3 2 EIGENSCHAPPEN MECHANISCHE EN FYSISCHE EIGENSCHAPPEN 3 3 TRANSPORT EN OPSLAG 3

ONDERDAKEN ETER 160 DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS

ONDERDAKEN DUO LONGLIFE EXTRA DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS

ONDERDAKEN ETERROOF DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE HALFSTEENSVERBAND

ONDERDAKEN TRIO DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE HALFSTEENSVERBAND SCHUIN ONDER HELLING GEPLAATST OP GEVEL

NOVEX. Technische gegevens. onderdakplaten

Dak en Gevel. ALTERNA lei NT. TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1 - Deel 1 van 3

TOEPASSINGSRICHTLIJN Duripanel steunplaat voor sierpleister op isolatie

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE RUITDEKKING KLASSIEKE PLAATSING EN PLAATSING IN DAMBORDPATROON

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE HALFSTEENSVERBAND

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE QUARTO

Dak en Gevel. NEW STONIT lei NT. TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1 - Deel 2 van 3. Plaatsing enkelvoudige horizontale dekking

Bouwplaten STEUNPLAAT DAKBEDEKKING TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1

KERAMISCHE DAKPANNEN. Plaatsingsgids EDITIE 15.1

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE DUBBELE DEKKING OF MAASDEKKING

Case study roof 10. Bouwen met. Project Haesendonckstraat. Houtem. A r c h i t e c t :

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE HALFSTEENSVERBAND

Dak en Gevel. ALTERNA ruitlei NT TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1. Plaatsing enkelvoudige dekking met ruitleien

BETONDAKPANNEN. Plaatsingsgids EDITIE 15.1 BE

Dak en Gevel. ALTERNA lei NT. TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1 - Deel 2 van 3. Plaatsing enkelvoudige horizontale dekking

Golfplaten profiel ARDEX NT

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE ENKELVOUDIGE HORIZONTALE DEKKING OF ZWITSERSE DEKKING

BETONDAKPANNEN. Plaatsingsgids EDITIE 15.1 BE

Dak en Gevel. NEW STONIT NT lei. TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1 - Deel 1 van 3

ZONNEPANELEN: GELDIG VOOR ALLE ZONNEPANELEN SOLESIA DEEL 1 ALGEMENE TECHNISCHE GEGEVENS

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE ENKELVOUDIGE HORIZONTALE DEKKING OF ZWITSERSE DEKKING

BETONDAKPANNEN - DEEL 1 ALGEMENE TECHNISCHE GEGEVENS GELDIG VOOR ALLE CONCRETO BETONDAKPANNEN

VERANKERING MORE POWER TO YOUR ROOF

Plaatsingsvoorschriften voor DELTA -ALPINA bij pannendaken in beton of gebakken aarde in BENELUX

Panelen van bekleed staal (plastisol, polyester, polyurethaan, PVDF, ). Gemakkelijk te plaatsen en bestand tegen de tand des tijds.

Tonality: zonneweringen en jaloezieën TOEPASSINGSRICHTLIJNEN

Ubbink indak bevestigingssysteem voor zonnepanelen

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE DUBBELE DEKKING OF MAASDEKKING

Profilo-S Kielgoot Technische documentatie

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE DUBBELE DEKKING OF MAASDEKKING

ONDERDAKEN - MENUISERITE EXTRA NT-G EN MENUISERITE EXTRA NT-DG DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS

Wind- en vochtdicht isolatieschild met de IKO enertherm ALU NF isolatieplaat

PROFILO-S. Esthetisch fraaie en milieuvriendelijke kilgoot. Zinkkleur PRODUCT GARANTIE JAAR DAKSYSTEEM GARANTIE JAAR

DE LICHTGEWICHT VAN BETON

MODEL DE NIEUWE HOLLANDER Collectie geprofileerde dakpannen

Golfplaten profiel ARDEX NT

DAKHANDBOEK - versie 2 - november 2017

Aerlox. brochure. Aerlox. De lichtgewicht van beton. It s never just a roof.

DAKHANDBOEK - versie 2 - november 2017

antraciet 2500 mm 135 mm 150 mm slagvast PVC 20 stuks per bundel 10 jaar meer info over onderpanprofiel zwart en rood 32 mm

BETONDAKPANNEN EDITIE 15.1

DAKHANDBOEK - versie 2 - november 2017

afmetingen en accessoires Afmetingen Accessoires Wischemann Kunststoff GmbH Panlatafstand Type panlatafstand recapan dakisolatie

thermische isolatie HELLENDE DAKEN SARKING Plaatsingsrichtlijn Efisarking BETV NL v04 Pagina 1/17

HULPSTUKKEN - LICHTDOORLATENDE ECOLOR-GOLFPLAAT P76 - PROFIEL 177/51 TECHNISCHE FICHE

DAKHANDBOEK - versie 2 - november 2017

Richtlijn voor de toepassing van onderdakfolies in Nederland.

TEGELPAN RUSTICA ROJO Arch. L. Toelen - Kortrijk. Pottelberg Tegelpan Rustica. Authentiek en artisanaal karakter

Transcriptie:

1 ALGEMENE GEGEVENS WAT BETREFT HET PRODUCT PRODUCTSAMENSTELLING ROYAL betondakpannen zijn samengesteld uit: portlandcement gezuiverd zand van hoge kwaliteit ze zijn in de massa gekleurd met ijzeroxiden ze hebben een dubbele beschermlaag op het zichtvlak (op basis van zuiver synthetisch acrylaat) PRODUCTIEMETHODE De grondstoffen worden door een systeem van dwangmengers gemixt en als homogeen mengsel in de massa gekleurd. De panvorm wordt bekomen door extrusie en persing op draagvormen. De dakpan blijft op deze draagvorm liggen gedurende het productieproces en het droogproces. Hierdoor worden de vormvastheid en de maatvastheid van de ROYAL betondakpan gegarandeerd. Een eerste beschermlaag van synthetisch acrylaat wordt op het oppervlak van de pan aangebracht onmiddellijk na het extruderen. De tweede beschermlaag van synthetisch acrylaat wordt aangebracht na het drogingsproces. Nadien worden de pannen in krimpfolie verpakt en op retourpallets geplaatst, klaar voor verzending. In de onderkant van iedere pan is een merkstempel geperst. Om de 10 pannen wordt een productiecodenummer geprint. MECHANISCHE EN FYSISCHE KARAKTERISTIEKEN Breuklast: - Brugse Royal - Horizon Royal - Sneldek Royal - Stonewold Royal Buigmoment >= 1400 N >= 800 N >= 2000 N >= 1200 N >= 6 N/mm2 Waterabsorptie (%) gewicht ruim onder de toegelaten 9% NBN-EN 490 Vorstbestendigheid ( C) -30 Brandklasse klasse A2: voldoet aan de norm Brandgedrag voldoet aan Broof(t1)* Warmtegeleidingscoëfficiënt λ 1,346 W/mK (flux meter methode ASTM C 518) * Voldoen aan de voorschriften van de Beslissing van de Commissie 96/603/EC of hebben een PCS-waarde 4,0 MJ/kg of een massa 200 g/m². NORMALISATIE ROYAL betondakpannen voldoen aan NBN-EN 490 NBN-EN 491 normeringen en bezitten het BENOR-certificaat 490/390. De fabrikant kan in het kader van de Europese Verordening N 305/2011 (CPR) de prestatieverklaring (DOP) van het product voorleggen dat dusdanig het CE merkteken draagt. De CE-markering garandeert de overeenkomstigheid met de productkenmerken die onder de geharmoniseerde Europese norm, die op dit product van toepassing is, vallen. De prestatieverklaring wordt conform de CPR aangeboden en is ook terug te vinden via www.infodop.com. VERWERKINGSGEGEVENS Voor het boren in betondakpannen dient men een steenboor (widiaboor) en boormachine te gebruiken. Het gebruik van een klopboormachine wordt niet toegelaten. Teneinde zaagstof op de betondakpannen te voorkomen, worden de betondakpannen nat gezaagd en/of stofafzuiging voorzien. Na het zagen van de betondakpannen deze onmiddellijk ontdoen van zaagstof. Het niet onmiddellijk verwijderen van zaagstof kan aanhechting op de dakpannencoating tot gevolg hebben. Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen bij zagen, boren en slijpen. Opmerking: Indien het gebouw voorzien is van een recuperatiesysteem van regenwater, dienen de regenwaterafvoeren afgekoppeld te worden of raden wij aan om de watertank te ledigen zodra de dakwerken afgerond zijn. Tijdens de werkzaamheden kunnen kleine afvalstoffen (stukjes van leien, pannen, onderdak, schroeven, spijkers, isolatie, siliconen, zink, lood,...) in de goot terecht komen, en dan door het regenwater in de tank belanden. Dat water kan dus achteraf niet meer aangewend worden voor huishoudelijk gebruik. pan-beton-deel-1-algemeen-ned 1/14

ONDERHOUD EN REINIGING BETONDAKPANNEN De duurzame ROYAL-afwerklaag beschermt de pannen tegen vuil en stof. Door externe invloeden (luchtvervuiling, erosie, corrosie, enz...) is een geleidelijk optreden van een patina echter mogelijk. Het reinigen van de pannen gebeurt daarom met een milieuvriendelijk en niet agressief moswerend middel, te verkrijgen bij de Eternitverdelers. De pannen mogen zeker niet gereinigd worden met water onder hoge druk, harde borstels, of andere werktuigen die het oppervlak kunnen beschadigen. Jaarlijkse interventies - Ontmossen en, in het algemeen, verwijderen van begroeiing en allerlei afval dat de goede werking van de dakbedekking zou kunnen belemmeren. - Onderhouden van de regenafvoeren. - Controle van de bevestigingen, voornamelijk ter hoogte van de randen. - Opvoegen van de beschadigde groeven ter hoogte van de loodslabben en waterdicht maken van de gedeelten van de constructie die niet door de regenwaterafdichting beschermd zijn. Doelgerichte interventies (indien noodzakelijk) - Vervangen en terugplaatsen van ontbrekende, gebroken of verschoven elementen. - Verwijderen van stuifsneeuw uit de zolderruimte wanneer geen maatregelen werden getroffen tegen het binnendringen ervan. GEZONDHEIDS- EN VEILIGHEIDSASPECTEN Tijdens de bewerking van de producten kan stof (waaronder oa kwartshoudend stof) vrijkomen dat de luchtwegen en ogen kan irriteren. Het gebruik van een stofmasker en een veiligheidsbril wordt aangeraden. Afhankelijk van de ruimte waarin wordt gewerkt of de toestellen die worden gebruikt, moet een adequate stofafzuiging of goede ventilatie worden voorzien. Langdurige blootstelling aan stof kan de gezondheid schaden. Voor meer details en de nodige veiligheidsmaatregelen, moet het Veiligheid Informatie Blad (conform 91/155/EEC) worden geraadpleegd. TRANSPORT EN OPSLAG De pannen worden op retourpallets geleverd en samengehouden met een krimpfolie. Het opslaan van de pannen en hulpstukken gebeurt zowel bij de verdeler als op de werf op een propere, vlakke en stabiele ondergrond. GARANTIE De garantie en de garantievoorwaarden zijn verkrijgbaar op aanvraag bij ETERNIT. COMMERCIËLE GEGEVENS Prijzen, leveringsvoorwaarden, levertijd, leveringsgebied: volgens opgave leverancier. REFERENTIES Een referentielijst is verkrijgbaar op aanvraag bij ETERNIT en tevens terug te vinden op de website. KWALITEITSNORM De productie en de verkoop van de pannen en hulpstukken verlopen conform de vereisten van de kwaliteitsnorm ISO 9001:2008 en zijn gecertificeerd. BESTEKOMSCHRIJVING Bestekomschrijvingen zijn verkrijgbaar op aanvraag bij ETERNIT en tevens terug te vinden op de website. 2 ALGEMENE GEGEVENS BETREFFENDE DE PLAATSING VAN DE PANNEN Deze toepassingsrichtlijnen zijn specifiek bedoeld voor de plaatsing van betondakpannen op een houten draagstructuur. Er worden een aantal basisprincipes weergegeven die moeten worden gevolgd. Voor afwijkingen of bijkomend advies, kan men terecht bij ETERNIT. pan-beton-deel-1-algemeen-ned 2/14

NORMALISATIE BETONDAKPANNEN Het plaatsen en het mechanisch bevestigen van betondakpannen en hulpstukken gebeurt voor toepassingen in België en Groothertogdom Luxemburg: Conform de Technische Voorlichting TV 240, TV 240-1 en TV 202 (voor wat betreft aansluitdetails) van het WTCB; de richtlijnen van de fabrikant ter zake en de regels van de kunst. DRAAGSTRUCTUUR De onderliggende, ondersteunende constructie dient voldoende vlak, recht en haaks te zijn en dient te voldoen aan de eisen als gesteld in de NBN B 03-001 "vervormingen van draagsystemen". Doorbuigingen groter dan 1/350 van de overspanning (ca. 2,5 mm/m) moeten niet toelaatbaar worden geacht. Panlatten dienen in één lijn te liggen. Hoogteverschillen ten gevolge van doorbuiging, het niet haaks zijn of onzorgvuldige montage van de panlatten kunnen het aanzicht van het aangebrachte pannendak schaden. De pannen worden aangebracht op een houten draagstructuur die bestaat uit horizontale panlatten, die perfect evenwijdig aan elkaar zijn geplaatst. De doorsnede van de panlatten is afhankelijk van de tussenafstand der steunpunten (Tabel 1). Voor daktoepassingen worden bij voorkeur eerst een stijf en dampdoorlatend Menuiserite Extra-onderdak of een soepel en dampdoorlatend ETERNIT onderdakfolie aangebracht op de kepers of spanten en daarna verticale tengellatten of tengels met een minimale breedte van 30 mm. Voor dakhellingen lager dan 20 is een onderdak verplicht. Tevens dient er bijzondere aandacht te worden besteed aan de horizontale en verticale naden. Meer technische informatie kan worden teruggevonden in de ETERNIT documentatie Deel 1 Algemene en Deel 2 Specifieke Technische Gegevens voor onderdaken. Tengels hebben o.a. de functie om zorg te dragen voor voldoende ventilatie tussen dakbeschot en de betondakpannen. De hart-op-hart afstand (hoh) afstand van deze tengels is afhankelijk van de onderliggende constructie en bepalend voor de panlatafmetingen. Voor systemen die in gevel worden toegepast worden de horizontaal geplaatste houten panlatten desgevallend bevestigd op verticaal geplaatste houten kepers. Panlatten De minimale afmetingen van de panlatten in functie van de hart-op-hart afstand van de steunpunten bedraagt: - gegevens overgenomen uit de TV 240 van het WTCB: Tabel 1: Minimale nominale doorsnede van de panlatten Doorsnede van de latten Hart-op hartafstand tussen de kepers (nominale dikte x nominale breedte) (mm) of de spanten (mm) Dakhelling < 45 Dakhelling 45 300 24 x 32 19 x 32 400 32 x 32 24 x 32 500 32 x 32 32 x 32 600 32 x 36 32 x 36 De houtkwaliteit van de panlatten bestemd voor dit toepassingsgebied moet - conform de norm NBN 225 zijn. Bovendien moeten ze duurzaam beschermd worden tegen de aantasting door schimmels en insecten conform de norm NBN 471. Tengellatten of Tengels De houtkwaliteit en behandeling van de tengellatten of tengels is identiek aan die van de panlatten. De dikte bedraagt: - minimum 15 mm. Bij dunnere tengellatten of tengels zal het hout vlugger splijten bij het nagelen. Ze creëren de mogelijkheid om eventueel infiltratiewater over het onderdak tot in de goot af te voeren. VENTILATIE De huidige regels bepalen dat bijkomende geactiveerde ventilatie niet nodig is voor pannen daken, dit in overeenstemming met de voorschriften van het WTCB. We verwijzen in dit verband tevens naar de verschillende Technische Voorlichtingen opgesteld door het WTCB betreffende dakmaterialen. Tussen het onderdak en de dakpannen moet voldoende ventilatie aanwezig zijn om de vochtige lucht vanuit het gebouw (damptransport) voldoende af te kunnen voeren. pan-beton-deel-1-algemeen-ned 3/14

TOEPASSINGSGEBIED BETONDAKPANNEN Elke vlakke betonpan heeft zijn specifieke minimum helling. Deze worden vermeld in Deel 2 Specifieke Technische Gegevens per type betondakpan. In afwijking hiervan kunnen de vlakke betonpannen ook toepast worden op daken met een minimale helling van 15 mits het respecteren van de volgende 3 voorwaarden (volgens de TV 240 van het W.T.C.B.): - voorwaarde 1: uitvoeren waterdichtheid onder de pannen (dichtingsmembraan over alle tengellatten) 1. Panlat 2. Tengellat 3. Dichtingsmembraan - voorwaarde 2: verduurzamingsbehandeling van het hout is noodzakelijk tenzij het gebruikte hout voldoet aan duurzaamheidsklasse I, II of III. (volgens tabel 9 uit de TV 240 van het W.T.C.B.): - voorwaarde 3: verduurzaamde bevestigingen zijn noodzakelijk aangezien ze blootgesteld staan aan langdurige bevochtiging. Ze dienen opgebouwd te zijn uit roestvrij staal. Men zou kunnen opteren voor getorste nagels of schroeven. VERWERKING Verankering van de pannen Overeenkomstig Eurocode 1 EN 1991-4, haar nationale bijlage NBN EN 1991-1-4 ANB:2010 en de richtlijnen zoals omschreven in de Technische Voorlichting 240 van het WTCB. Het feit of de pannen al dan niet hoeven bevestigd te worden, is enerzijds afhankelijk van de windbelastingen die kunnen aangrijpen op het dak en anderzijds van de weerstand van het dak tegen deze belastingen. Voor wat betreft de verankering van de pannen is op de website www.eternit.be een module ter beschikking die deze berekening vereenvoudigt. Het dak wordt ingedeeld in zones, waarbij bepaald wordt hoeveel pannen er dienen verankerd te worden. Alle nokken/vorsten, gevelpannen en zone s rondom dakdoorbrekingen moeten steeds verankerd worden. Bij het verankeren mogen de schroefnagels of schroeven de pannen niet klemmen; dit wil zeggen dat ze voldoende speling moeten hebben in het nagelgat en ze niet volledig ingedreven mogen worden. Alle bevestigingsmaterialen die gebruikt worden bij het verankeren, zijn vervaardigd uit roestbestendig materiaal. De gevelpannen zijn voorzien van nagelgaten. De gevelpannen (of dubbele welpannen, indien geen gevelpannen worden toegepast) worden steeds verankerd met schroefnagels met dichtingsring of schroeven met dichtingsring. De nok/vorst wordt door middel van een nok- of vorsthaak in combinatie met een schroef of door middel van een schroef met neopreendichting verankerd. Om ETERNIT betondakpannen en hulpstukken op een adequate wijze te kunnen verankeren zijn er specifieke bevestigingsmiddelen ter beschikking. pan-beton-deel-1-algemeen-ned 4/14

De afstand tussen de panlatten (Fig. 1) De mogelijkheid om de overlap aan te passen geeft een bepaalde vrijheid in de hoogteverdeling van de pannen. De latafstand kan hierdoor variëren. Er dient nochtans rekening te worden gehouden met de minimale overlap die afhankelijk is van de dakhelling. De panlatten worden horizontaal en dus onderling evenwijdig geplaatst. De nagels waarmee de panlatten worden bevestigd, dringen minstens 30 mm in de draagconstructie (zie STS 34 1e deel literatuurlijst nr. 11). De positie van de twee onderste panlatten wordt bepaald door de plaats van de onderste pan ten opzichte van de goot. Bij een hanggoot komt de druiprand van de pan op ongeveer 1/3 van de gootbreedte van binnenuit gemeten. De onderste panlat wordt zo geplaatst dat de onderste pan 40 tot 80 mm vrij draagt. Om de onderste pannenrij dezelfde helling te geven als de bovenliggende, is het noodzakelijk de voetlat te verhogen tot de dubbele dikte van de panlat. De bovenste panlat komt op max. 40 mm (** 80 mm voor de Stonewoldpan / 45 mm voor de Horizon) van de vorstas, gevormd door de kruising van de tengellatten (Fig. 1). Vervolgens wordt de afstand tussen de bovenrand van de tweede onderste panlat en de bovenrand van de bovenste panlat zo verdeeld dat hele pannen kunnen geplaatst worden rekening houdend met de minimale overlap (zie Tabel in Deel 2 Specifieke Technische Gegevens per type betondakpan ). ** Fig. 1: Afstand tussen de panlatten ** 80 mm voor de Stonewoldpan / 45 mm voor de Horzion 1. vorsthaak in aluminium 2. Nok/vorst 3. Nok- of vorstlat 4. Gesherardiseerde schroefnagel met neopreen dichtingsring lengte 80 mm 5. Eterroll of Aero-uni ondervorst 6. Nok- of vorstlatsteun 7. ROYAL betondakpan 8. Panlat 9. Tengellat 10. ETERNIT onderdak 11. Verluchtingskam / Metalen profiel of UV-bestendig kunststofprofiel 12. Dubbele panlat 13. Hanggoot pan-beton-deel-1-algemeen-ned 5/14

Plaatsing van de pannen Om kleurverschillen te vermijden worden de pannen van 3 verschillende pakken genomen en onder elkaar gemengd. Bij een zadeldak of lessenaarsdak wordt onderaan ter hoogte van de goot en bovenaan ter hoogte van de nok/vorst over de ganse breedte een zelfde aantal pannen geplaatst, gevelpannen inbegrepen. Met de speling in de zijsluiting, het gebruik van halve pannen (enkel van toepassing bij de types waarbij halve pannen in het gamma voorzien zijn en steeds in verband te plaatsen zie Fig. 2) en het aanpassen van de oversteek van de gevelpannen kan men ervoor zorgen een symmetrische opbouw te bekomen. Bij het plaatsen van de dakpannen dient er wel voor gezorgd te worden dat zijsluitingen goed in elkaar vallen. De ophangneus van de dakpan moet volledig achter de panlat rusten. De plaatsing van de overige pannen begint in de rechter benedenhoek. Om de 4 rijen pannen controleert men door middel van een rechte lat of een smetkoord of de pannen rechtlijnig en loodrecht op de panlatten liggen. Bij aansluitingen rond de schouw of dakvensters worden de pannen verzaagd of gebruikt men halve pannen (enkel van toepassing bij de types waarbij halve pannen in het gamma voorzien zijn). Teneinde bij het verzagen van pannen voor ki(e)lgoten en hoekkepers steeds 1 ophangneus achter de panlat te kunnen haken is het noodzakelijk halve pannen in te voegen. (Fig. 10 en 11) Fig. 2: In verband plaatsen van halve ROYAL betondakpannen Halve pannen worden nooit in rechte lijn boven elkaar gelegd, maar wel geschrankt. 3 HULPSTUKKEN IN KUNSTSTOF OF METAAL Ondernok of ondervorst Eterroll Aero-uni ondernok of ondervorst in polyethyleen toepasbaar voor nokken/vorsten en hoekkepers toepasbaar voor nokken/vorsten Kleuren:antraciet en bruin-rood Nuttige lengte 1020 mm Rollengte 5 lm of 25 lm Kleuren: zwart, rood en bruin Rolbreedte: 31 cm pan-beton-deel-1-algemeen-ned 6/14

PVC Prefab ki(e)lgoot (zacht PVC) Breedte: 500 mm Nuttige lengte: 1500 mm Kleuren: donkerbruin Universele verluchtingskam Combi verluchtingskam (combinatie van een geventileerde panlat en verluchtingskam) Nuttige lengte: 1000 mm Nuttige lengte: 1000 mm 1 stuk/lm 1 stuk/lm Kleur: zwart Kleur: zwart Eterflex Universele verluchtingspan in PVC verbindingsslang in PVC voor Universeel aansluitstuk voor muur en schouw (niet aan te sluiten op verwarmingssysteem) aansluiting op universele verluchtingspan in PVC Breedte: 30 cm 45 cm Basisplaat samengesteld uit: - flexibele lengte tussen 32 en 62 cm 5 lm/rol - soepele basisplaat - diameter 112 of 125 mm of 160 mm Kleur: antraciet en rood- bruin - afdekkap in kleur (zwart, rood of bruin) - adapter diameter 112 of 125 mm Schroefnagels gesherardiseerd met neopreen dichtingsring Lengte 65 mm voor pannen toegepast op gevel en gevelpannen Lengte 80 mm voor vorsten en hoekkeper pan-beton-deel-1-algemeen-ned 7/14

De bevestiging van de pannen gebeurt in overeenstemming met de geldende normen en voorschriften. Hiervoor kunnen gebruikt worden: - de specifieke panhaken opgenomen in Deel 2 Specifieke technische gegevens per betondakpan - de universele panhaak X tile van toepassing voor de meeste pantypes (enkel in België) (zie ook technische fiche X tile) De universele panhaak X tile De bevestiging van de nokken of vorsten - de specifieke vorsthaken opgenomen in Deel 2 Specifieke technische gegevens per betondakpan 4 PRINCIPEDETAILS Vorsthaken voor halfronde vorsten Opkanthoogte 21 mm voor toepassing met Eterroll ondervorst Opkanthoogte 33 mm voor toepassing met Aero-Uni ondervorst Opmerking: alle details hierna zijn principedetails en zijn ook niet noodzakelijk de juiste afbeelding van de pan zelf. De positie van de bovenste panlat is verschillend per type pan. Fig. 3: Vorstafwerking met halfronde vorst 1. Vorsthaak 2. Halfronde vorst 3. Vorstlat 4. Gesherardiseerde schroefnagel met neopreen dichtingsring lengte: 80 mm 5. Aero-uni ondervorst of Eterroll 6. Vorstlatsteun 7. ROYAL betondakpan 8. Panlat 9. Tengellat 10. ETERNIT-onderdak pan-beton-deel-1-algemeen-ned 8/14

Fig. 4: Vorstafwerking met universele zadelvorst 1. Universele zadelvorst 2. Vorstlat 3. Ondervorst Eterroll 4. Vorstlatsteun 5. ROYAL betondakpan 6. Panlat 7. Tengellat 8. ETERNIT-onderdak 9. Gesherardiseerde schroefnagel met neopreen dichtingsring lengte 80 mm Foto 1: Centreren van Eterroll op de vorstlat Foto 2: Aandrukken van Eterroll op de pannen Fig. 5: Afwerking met shedpannen 1. ROYAL betondakpan 2. Panlat 3. ETERNIT-onderdak 4. Keper of spant 5. Shedpan 6. Boordplank 7. Roestvrije schroef pan-beton-deel-1-algemeen-ned 9/14

Fig. 6: Aansluiting met opgaande muur 1. ETERNIT-onderdak 2. Tengellat 3. ROYAL betondakpan 4. Panlat 5. Lood of Eterflex Fig. 7: Dakrandafwerking met zinken goot 1. Verholen zinken goot 2. Dubbele welpan 3. Panlat 4. ETERNIT-onderdak 5. ROYAL betondakpan 6. Tengellat 7. Keper of spant Fig. 8: Zijdelingse aansluiting tegen muur 1. Tengellat 2. ETERNIT-onderdak 3. Panlat 4. ROYAL betondakpan 5. Lood of Eterflex 6. Keper of spant pan-beton-deel-1-algemeen-ned 10/14

Fig. 9: Dakvoetafwerking 1. ROYAL betondakpan 2. Verluchtingskam 3. Verhoogde panlat 4. Hanggoot Fig. 10: Invoegen halve ROYAL betondakpannen bij kielgoten Fig. 11: Invoegen halve ROYAL betondakpannen bij hoekkepers (enkel van toepassing bij de types waarbij halve pannen in het gamma voorzien zijn) pan-beton-deel-1-algemeen-ned 11/14

Foto 3: Opbouw hoekkeper met vorstlatsteun Foto 4: Hoekkeper met ETERROL ondervorst Foto 5: Hoekkeper met halfronde vorst en vorsthaken pan-beton-deel-1-algemeen-ned 12/14

5 DAKOPBOUW BETONDAKPANNEN Fig. 12 geeft een algemeen beeld van een dakopbouw. De dakbedekking met pannen, panlatten en tengellatten is hiervoor reeds uitvoerig besproken. Hiernavolgend schenken we meer aandacht aan onderdak, isolatie en binnenafwerking. We willen er op wijzen dat de ganse dakconstructie van binnen tot buiten een geheel vormt en dat fouten in een deel ervan problemen in een ander deel kunnen veroorzaken. De dampdiffusie-weerstanden van de afzonderlijke lagen dienen op elkaar afgestemd te worden. Fig. 12: Dakopbouw 1. Eternit-onderdak 2. Warmte-isolatie 3. Luchtscherm 4. Leidingenspouw 5. Binnenafwerking Onderdak Een onderdak is een doorlopend scherm onder de dakbedekking dat voor een verbeterde dichtheid tegen stuifsneeuw en wind zorgt. Het onderdak moet regendicht en onrotbaar zijn maar toch dampdoorlatend. De ruimte die door de aanwezigheid van de tengellatten ontstaat tussen panlatten en het onderdak dient voor de afvoer van occasioneel infiltratie- of condensatiewater naar de goot. Het beperkt ook de risico's van beschadiging van het onderdak tijdens de plaatsing. Voor meer uitgebreide informatie verwijzen we naar de desbetreffende Technische Voorlichtingen van het WTCB, handelend over de dakbedekkingsmaterialen, thermische isolatie van hellende daken en luchtdichtheid van gebouwen. Het onderdak kan worden uitgevoerd met Eternit onderdakfolies of met Menuiserite Extra-platen. Meer gedetailleerde montagevoorschriften staan vermeld in het algemeen deel en specifiek deel onderdaken. Isolatie Het is algemeen aan te raden de isolatie te plaatsen zonder restspouwen. Dit betekent dat het beter is geen opening te laten tussen binnenafwerking en isolatie, tussen isolatie en onderdak en zeker niet tussen de isolatieplaten onderling. Restspouwen leiden namelijk tot rotatiestromen rondom de isolatieplaten. Dit heeft grote warmteverliezen en vochttransport naar het onderdak tot gevolg. Binnenafwerking De allervoornaamste eis die aan de binnenafwerking moet gesteld worden, is haar luchtdichtheid. Dit heeft voor gevolg dat open voegen en doorboringen onaanvaardbaar zijn. Indien men toch elektrische leidingen in de dakopbouw wil integreren, moet men de binnenafwerking opsplitsen in een luchtscherm en een afwerkingslaag (Fig. 12). De leidingen en de eventuele apparatuur kunnen dan in de tussenliggende leidingspouw opgenomen worden. pan-beton-deel-1-algemeen-ned 13/14

6 GEVELTOEPASSING BETONDAKPANNEN Indien betondakpannen gebruikt worden voor gevelbekleding wordt iedere betondakpan individueel verankerd door middel van 2 of 3 bevestigingen. De keuze van het bevestigingssysteem is afhankelijk van het type dakpan en de verwachte windbelasting. De uitrukweerstand van de bevestiging dient groter te zijn dan de rekenwaarde van de windzuiging. Voor bijzondere blootstellingen kan een specifieke studie nodig zijn. Indien betondakpannen gebruikt worden voor gevelbekleding, is het noodzakelijk: alle gevelpannen te bevestigen in de nagelgaten met 1 of 2 schroefnagels of schroeven met dichtingsring en een zijdelingse panhaak. De linker gevelpan en dubbele welpan kunnen niet met een zijdelingse panhaak worden verankerd en deze worden bevestigd met 2 schroefnagels of 2 schroeven met dichtingsring. alle pannen te bevestigen in het nagelgat met 1 of 2 schroefnagels of schroeven met dichtingsring en een zijdelingse panhaak. Alle bevestigingsmaterialen die gebruikt worden bij het verankeren, zijn vervaardigd uit roestbestendig materiaal. Pannen met nagelgaten zijn op aanvraag te verkrijgen. Eventueel achterliggende isolatie kan beschermd worden tegen toevallige water- of sneeuwinfiltraties door middel van een stijf en dampdoorlatend Menuiserite Extra-onderdak of een soepel en dampdoorlatend ETERNIT onderdakfolie aangebracht op de kepers. 7 VEILIGHEID De werken zullen uitgevoerd worden volgens de veiligheidsvoorschriften voorgeschreven door Codex (ARAB) betreffende Werken op hoogte. Algemeen: De nodige voorzorgen worden getroffen om te beletten dat de werknemers rechtstreeks op de dakbedekking steunen. Zij beschikken met dat doel over stellingen, ladders, planken en andere gelijkaardige middelen. Voor meer informatie in verband met veiligheid kan u contact opnemen met de producent. 8 MEER INFORMATIE Deze Algemene technische gegevens vervangen alle voorgaande uitgaven. ETERNIT houdt zich het recht voor deze Algemene technische gegevens te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving. De lezer dient er zich van te vergewissen steeds de meest recente versie van deze Algemene technische gegevens te raadplegen. Geen enkele wijziging mag aan deze tekst worden aangebracht zonder toestemming. Deze Algemene technische gegevens zijn enkel geldig voor toepassingen op het grondgebied van België en het Groothertogdom Luxemburg; voor toepassingen buiten dit grondgebied moet het Technical Service Center van ETERNIT geraadpleegd worden. Meer technische informatie kan worden teruggevonden in de ETERNIT documentatie Deel 2 Specifieke technische gegevens per betondakpan, in de ETERNIT bestekomschrijvingen, in de ETERNIT garantie etc. Eternit NV, afdeling Dak Kuiermansstraat 1 B-1880 Kapelle-op-den-Bos België Nederland Tel 0032 (0)15 71 73 56 Tel 0031 (0) 800 236 87 32 Fax 0032 (0)15 71 73 19 Fax 0031 (0) 547 288 808 info.dak@eternit.be info.dak@eternit.nl www.eternit.be www.eternit.nl RPR 0 466 059 066, Brussel BTW BE 0 466 059 066 Bankrekeningnummer BE52 4829 0980 6109 pan-beton-deel-1-algemeen-ned 14/14