De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Vergelijkbare documenten
Datum 20 juni 2017 Betreft Reactie op rapport Waddenvereniging De toekomst van de Waddenzee, Een stijgende zeespiegel over een dalende bodem

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Besluit. Ministerie van Economische Zaken. Datum 3 0 AUG

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Datum 23 april 2013 Betreft Verzoek brief over de uitbreiding van de gaswinning onder de Waddenzee

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 26 januari 2017 Betreft Beantwoording vragen over de plannen van NAM om de put Vries-10 in Assen op te starten

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Beantwoording vragen over gasboringen op Terschelling

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage

Het meegroeivermogen van de Westelijke Waddenzee

Datum 15 mei 2017 Betreft Beantwoording vragen over de informatievoorziening over de gasboring in Heerenveen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Ministerie van Economische Zaken

1 Inleiding 1. 2 Verwerking van gegevens Aangeleverde gegevens Verwerking gegevens 3

Datum 10 juni 2016 Betreft Nadere informatie over afspraken uit 2005 met Shell en ExxonMobil in relatie tot de gaswinning in Groningen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Technische commissie. Datum 25 APR 2017 Tcbb-advies winningsplan Pieterziji-Oost. Geachte Minister,

In dit besluit vindt u de inhoudelijke overwegingen die eraan ten grondslag liggen. De aanvraag en de bijlagen maken onderdeel uit van dit besluit.

De Voorzitter van de Tweede Kamer de Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 17 juli 2017 Betreft Monitor betaaltermijnen overheid

Waddenvereniging e.a. t.a.v. de heer A. Wouda Postbus AB HARLINGEN

Datum 23 december 2016 Betreft Voortgangsrapportage Energieakkoord 2016 en uitvoering Urgendavonnis

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Datum 8 juli Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Procedureel. Rijkswaterstaat Projecten T.a.v. ir. A.W. Velema Programma Ruimte voor de Rivier Postbus ED ARNHEM

De Minister van Economische Zaken is, ingevolge de artikelen 39 en 34, derde lid, Mbw bevoegd te beslissen op deze aanvraag.

Procedureel De aanvraag voor de onderhavige vergunning werd gedaan bij het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (hierna: EL&I).

Ministerie van Economische Zaken. De Minister van Economische Zaken. Directie Energie en Omgeving. Postbus EK DEN HAAG

Besluit. TenneT TSO B.V. Datum Wnb; goedkeuringsbesluit Heiplan - Borssele Beta; NOZ Borssele. Geachte,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 4 juli 2017 Betreft Tweede openstelling SDE+ 2017

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Besluit. TenneT TSO BV. Postbus AS Arnhem

Datum 31 maart 2015 Betreft Beantwoording vragen over private kwaliteitssystemen in varkens- en kalversector

Datum 4 juli Betreft Wnb-vergunning; NOV-experiment; uitbreiding Windgat; Oosterschelde

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag

Hierbij treft u aan de antwoorden op de vragen van het lid Dijkgraaf (SGP) over de monitoring in het kader van Natura 2000 (ingezonden 7 juni 2013).

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Datum 27 oktober Zoutwinning in Noordwest-Friesland

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 12 juli 2018 Betreft Monitor betaaltermijnen Overheid 2017

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

Rijkswaterstaat Noord-Nederland De heer W.J. Adema Postbus JH LEEUWARDEN

Datum 13 april 2017 Betreft Nieuwe procedure voor afhandeling schades als gevolg van gaswinning uit het Groningenveld

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Wnb; overwegingen vergunning; seismisch onderzoek Lemsterland; Rottige Meenthe & Brandemeer en Weerribben.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Staatstoezicht op de Mijnen Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Datum 5 februari 2019 Betreft Vragen naar aanleiding van het bericht 'Schadelijke lekkage dreigt bij duurzame aardwarmte'

Bedrijfsleven & Natuur een goede LAT-relatie?

Datum 3 november 2017 Betreft Beantwoording vragen over verontreiniging door lekkages van NAM in Rossum

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Datum 25 maart 2013 Betreft Halfjaarlijks rappel toezeggingen

1 Kunt u zich de antwoorden herinneren van eerdere vragen over de import van groen gas? 1

Geachte Bijlage(n) Wij hebben het onderhavige winningsplan beoordeeld op volledigheid, planmatig beheer, en bodembeweging.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 23 december 2016 Betreft Evaluatie Winkeltijdenwet

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Directoraat-generaal Energie, Telecom & Mededinging Bezoekadres Postadres Factuuradres Overheidsidentificatienr Behandeld door Besluit

Datum 13 juli 2015 Betreft Beantwoording vragen en commissieverzoek over productiewaterinjectie

Ministerie van Economische Zaken

Datum 5 juli 2013 Betreft Beantwoording vragen over de toepassing van artikel 6 van de Habitatrichtlijn

Ministerie van Economische Zaken

inisterie van Economische Zaken

2 4 APR Ministerie van Economische Zaken. College van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen Postbus AP Groningen

de relatie met Werelderfgoed en Natura 2000-gebieden, de inhoudelijke beoordeling van de moties en het vervolgtraject.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

rj, provinsje fryslân provincie fryslân Friese Koers De heer J. Hiemstra Leeuwarden, 27 augustus 2013 Verzonden, 133 SEP. 2013

Meegroeivermogentoets Waddenzee

Vraag 2 Deelt u de zorgen die de gemeente Ameland en de rederij Wagenborg hebben over de bereikbaarheid van het eiland?

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 4. Datum 6 september Betreft SDE subsidie windenergie op zee

website - 47-RO ab.doc Pagina 1

Houten, 17 februari Geachte leden van het rondetafelgesprek,

Besluit. Petrogas E&P Netherlands B.V. Laan van Zuid Hoorn DE RIJSWIJK. Datum 17 mei 2018 Betreft Wnb-vergunning; Boring A18-A05; Doggersbank

Monitoring van aardgaswinning onder de Waddenzee vanaf de locaties Moddergat, Lauwersoog en Vierhuizen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Vermilion Informatieavond aardgasproductie Langezwaag

Datum 22 juni 2017 Betreft Verzoek om een reactie op de uitspraak van het CBb over de positieflijst

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Ministerie van Economische Zaken

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage. Datum 25 januari 2013 Betreft Gaswinning Groningen-veld

1. Hoe groot is de groep huiseigenaren die door deze nieuwe regel geen gebruik meer kan maken van de tijdelijke regeling waardevermeerdering?

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage

Opzet monitoring zoutwinning Frisia, havenmond Harlingen

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Voorschriften en beperkingen

Transcriptie:

> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Factuuradres Postbus 16180 2500 BD Den Haag Datum 30 mei 2016 Betreft Gas- en zoutwinning Waddenzee: hand aan de kraan -principe Geachte Voorzitter, Overheidsidentificatienr 00000001003214369000 T 070 379 8911 (algemeen) www.rijksoverheid.nl/ez DGETM-EO / 16069176 In het Algemeen Overleg Wadden op 24 maart 2016 heeft de minister van Infrastructuur en Milieu (IenM) toegezegd de bevoegdhedenverdeling voor activiteiten in de Waddenzee expliciet in een brief aan uw Kamer uit te werken. In het Voortgezet Algemeen Overleg op 7 april 2016 heeft het lid Jacobi een, mede door de leden Smaling, Van Tongeren, Koşer Kaya en Dik-Faber ondertekende, motie ingediend, waarin de regering wordt verzocht om in overleg met stakeholders te komen tot een verbetering van de bestaande instrumenten om schade aan natuur te voorkomen, en daarbij te bezien of aanscherping van de mate van toegestane bodemdaling wenselijk is en de Kamer hierover dit jaar nog te informeren (Kamerstuk 29 684, nr. 134). De minister van IenM heeft de motie ontraden. Na de toezegging van de minister van IenM dat de bewindslieden van Economische Zaken (EZ) bereid zijn om de Kamer schriftelijk te informeren over de systematiek van het hand aan de kraan -principe, heeft het lid Jacobi voornoemde motie aangehouden. De minister van IenM heeft deze toezegging geformaliseerd in haar brief van 22 april 2016 (Kamerstuk 29 684, nr. 138). Hierbij geef ik, mede namens de staatssecretaris van EZ, invulling aan deze toezegging. Ik ga in deze brief achtereenvolgens in op het ruimtelijk beleid voor gas- en zoutwinning onder de Waddenzee, de bevoegdhedenverdeling voor het hand aan de kraan -principe, het systeem van het hand aan de kraan -principe, de Auditcommissie gaswinning Waddenzee (Auditcommissie) en de evaluatie 2007-2012, en het advies van de Auditcommissie over het monitoringsjaar 2014. Bijlage(n) 1 Ruimtelijk beleid voor gas- en zoutwinning onder de Waddenzee In 2004 heeft het toenmalige kabinet op basis van de geactualiseerde kennis over de resterende onzekerheden over mogelijke bodemdaling bij gaswinning onder de Waddenzee geconcludeerd dat de ecologische veranderingen die het gevolg zijn van bodemdaling door gaswinning als niet-significant zijn te beschouwen ten opzichte van de natuurlijke variaties die optreden in de Waddenzee (Kamerstuk 29 684, nr. 1). Ook de onzekerheden over de effecten van bodemdaling door gaswinning zijn daarbij als gering gekwalificeerd. Daarbij heeft het toenmalige kabinet gesteld dat de natuur zich weliswaar niet voor 100% laat voorspellen, maar dat eventueel afwijkende gedragingen van de natuur via het hand aan de kraan -principe kunnen worden ondervangen. Daarop is besloten dat gaswinning Pagina 1 van 7

binnen strikte randvoorwaarden zonder significante gevolgen voor de natuur mogelijk is. Mede op basis van deze bevindingen is in 2007 door het toenmalige Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, in samenwerking met de toenmalige ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Verkeer en Waterstaat en EZ, deel 4 van de planologische kernbeslissing Derde Nota Waddenzee (PKB Waddenzee) opgesteld, tegenwoordig de Structuurvisie Waddenzee genaamd. Deze structuurvisie bevat het ruimtelijk beleid voor de opsporing en winning van diepe delfstoffen, waaronder aardgas, onder de Waddenzee. In de Structuurvisie Waddenzee is aangegeven dat nieuwe opsporing en winning van aardgas onder de Waddenzee onder strikte randvoorwaarden is toegestaan. Deze randvoorwaarden zijn: - nieuwe opsporing en winning van gas is alleen toegestaan vanaf locaties op het land en vanaf bestaande platforms in de Noordzee(kustzone); - er bestaat wetenschappelijk gezien redelijkerwijs geen twijfel dat er geen schadelijke gevolgen zijn voor de in de structuurvisie beschreven natuurlijke waarden en kenmerken; - de Auditcommissie adviseert het bevoegd gezag over de opzet, uitvoering en beleidsconsequenties van een adequate monitoring van alle relevante effecten en ontwikkelingen, zodat indien nodig door het bevoegd gezag kan worden ingegrepen volgens het hand aan de kraan -principe; - de benodigde op te richten bouwwerken (waaronder het tijdelijk plaatsen van boorinstallaties) worden zo zorgvuldig mogelijk ingepast in het landschap ter bescherming van de unieke openheid daarvan, met behulp van de best beschikbare technische mogelijkheden; - gelet op deze zorgvuldige inpassing in het landschap wordt tijdelijk gebruik van installaties ten behoeve van exploratie, onderhoud en winning als niet schadelijk beschouwd voor de open horizon en duisternis. Deze randvoorwaarden worden uitgewerkt in winnings- en meetplannen zoals voorgeschreven in de Mijnbouwwet en in de vergunningverlening op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet). Bevoegdhedenverdeling voor hand aan de kraan -principe De minister van EZ is op grond van de Mijnbouwwet bevoegd voor het afgeven van vergunningen verband houdende met de opsporing en winning van diepe delfstoffen, zoals gas en zout, ook onder de Waddenzee. Aan de staatssecretaris van EZ komt de bevoegdheid toe vergunningen op grond van de Nb-wet te verlenen. De Waddenzee is een Natura 2000-gebied en voor het winnen van diepe delfstoffen onder de Waddenzee is derhalve ook een Nb-wetvergunning nodig als effecten op instandhoudingsdoelen niet op voorhand kunnen worden uitgesloten. Zowel de minister als de staatssecretaris van EZ hebben de mogelijkheid om, vanuit hun rol als bevoegd gezag vanuit de Mijnbouwwet respectievelijk de Nbwet, het hand aan de kraan -principe toe te passen. De minister van EZ kan op Pagina 2 van 7

grond van het instemmingsbesluit met het winningsplan besluiten om de delfstofwinning te beperken of stil te leggen indien de natuurgrens, het zogenaamde meegroeivermogen, van het betreffende deel van de Waddenzee wordt overschreden of dreigt te worden overschreden. De staatssecretaris van EZ kan op basis van de verleende Nb-wetvergunning het hand aan de kraan -principe toepassen indien zou blijken dat de delfstofwinning onder de Waddenzee leidt of zal leiden tot significant negatieve gevolgen op de instandhoudingsdoelstellingen voor het Natura 2000-gebied Waddenzee. Systeem van hand aan de kraan -principe Het beleidsuitgangspunt is dat er als gevolg van diepe delfstofwinning geen significante negatieve gevolgen optreden op de beschermde natuurwaarden van het Natura 2000-gebied Waddenzee en aangrenzende Natura 2000-gebieden. Om vast te kunnen stellen of hieraan wordt voldaan, is een aantal zaken essentieel. Deze worden hierna kort toegelicht. Methodiek meegroeivermogen, gebruiksruimte en hand aan de kraan De methodiek van het hand aan de kraan -principe is uiteengezet in het Rijksprojectbesluit Gaswinning onder de Waddenzee vanaf de locaties Moddergat, Lauwersoog en Vierhuizen uit 2006 (Rijksprojectbesluit 2006) en is nader onderbouwd in bijlage C van de Passende Beoordeling behorende bij dit besluit. Het uitgangspunt voor de methodiek is dat de sedimentatie de bodemdaling kan bijhouden en dat de natuurlijke kenmerken van het waddensysteem (in de gebieden waar bodemdaling optreedt) niet worden aangetast. Daarbij dient rekening te worden gehouden met de dynamiek en de draagkracht van het waddensysteem. De gemiddelde bodemdalingssnelheid mag in dat licht een bepaalde maximumwaarde niet overschrijden. Dit maximum, ook wel aangeduid als de natuurgrens, is zo bepaald dat wadplaten door de optredende sedimentatie geen negatieve gevolgen ondervinden van de bodemdaling. Het hiervan afgeleide meegroeivermogen geeft hiervoor een veilige grenswaarde. Het meegroeivermogen is op basis van het Rijksprojectbesluit 2006 gedefinieerd als het vermogen van een kombergingsgebied om de bodemdaling en de relatieve zeespiegelstijging te compenseren door middel van sedimentatie. Een kombergingsgebied is hierbij een zogenaamd getijdenbassin, een deel van de Waddenzee dat voor de vaststelling van het meegroeivermogen gezien kan worden als zijnde onafhankelijk van de rest van de Waddenzee. Het meegroeivermogen van de kombergingsgebieden in de Waddenzee is het gevolg van sedimentatie die van nature in de Waddenzee plaatsvindt. Dit betekent dat er zand en slib wordt afgezet op de wadbodem en in de geulen. Op deze wijze stijgen de wadplaten in principe mee met de stijgende zeespiegel. Om te bepalen of in de Waddenzee bodemdaling kan plaatsvinden, zonder dat er schadelijke gevolgen optreden voor de natuurwaarden van de Waddenzee, is het begrip gebruiksruimte geïntroduceerd. De gebruiksruimte van de Waddenzee is op Pagina 3 van 7

basis van het Rijksprojectbesluit 2006 gedefinieerd als het verschil tussen het meegroeivermogen van een kombergingsgebied en de relatieve zeespiegelstijgingssnelheid. De gebruiksruimte is de ruimte die te gebruiken is voor menselijke activiteiten zoals bodemdaling door gas- of zoutwinning. De relatieve zeespiegelstijgingssnelheid is het gecombineerde effect van de stijging van de zeespiegel en de bodemdaling die optreedt door andere oorzaken dan delfstofwinning (bijvoorbeeld door daling van het Noordzeebekken). Wanneer binnen een kombergingsgebied het volume aan bodemdaling, gemiddeld over de oppervlakte van het kombergingsgebied, kleiner is dan de beschikbare Gebruiksruimte, vindt er geen aantasting van de natuurlijke kenmerken van de Waddenzee plaats en treedt er dus geen schade op aan de natuur. Indien de totale bodemdaling in combinatie met de zeespiegelstijging het meegroeivermogen in het betreffende kombergingsgebied overschrijdt of dreigt te overschrijden, zal het hand aan de kraan -principe worden toegepast en zal de betreffende delfstofwinning worden beperkt of stopgezet. Aangezien bekend is dat er sprake is van een na-ijleffect bij stopzetting van de gaswinning, wordt bij de beoordeling van de effectiviteit van het hand aan de kraan -principe ook kritisch gekeken naar de zogenaamde remwegscenario s. Deze scenario s geven aan hoe lang het bij stopzetting van de gaswinning (per gasveld) duurt voordat de bodemdaling als gevolg van de gaswinning stopt. Ook door deze na-ijlende bodemdaling mag het meegroeivermogen in het betreffende kombergingsgebied niet worden overschreden. Meten, monitoren en toetsen Het meten, in het kader van de Mijnbouwwet, heeft betrekking op de daling van de vaste (Pleistocene) ondergrond als gevolg van de delfstofwinning. Om het proces van de bodemdalingssnelheid te beheersen, wordt voorafgaand aan de start van elke nieuwe delfstofwinning onder de Waddenzee door de betreffende mijnbouwonderneming een geavanceerd meet- en regelsysteem ontwikkeld en een adequaat meetsysteem geïnstalleerd. Het meetsysteem dient voldoende informatie te verschaffen om, indien afwijkingen tussen de prognose en de actuele bodemdalingssnelheid optreden, de winning door toepassing van het hand aan de kraan -principe op tijd te kunnen bijsturen of stoppen. Op basis van de verkregen informatie wordt periodiek beoordeeld of aanpassing van het meetsysteem wenselijk is en worden de gebruikte ondergrondmodellen bijgesteld. De meet- en regelcyclus wordt in principe jaarlijks doorlopen. Deze frequentie is gebaseerd op het beschikbaar komen van meetresultaten volgens het meetplan. De gemeten bodemdalingssnelheid van de vaste (Pleistocene) ondergrond heeft de meest directe relatie met de delfstofwinning en is, indien de gebruiksruimte wordt of dreigt te worden overschreden, dan ook een effectieve indicator (sturende parameter) voor de toepassing van de hand aan de kraan. Pagina 4 van 7

Monitoring, in het kader van de Nb-wet, heeft betrekking op het registreren van ecologische (biologische en morfologische) parameters op het niveau van het wadoppervlak (signaleringsmetingen). Hiertoe dient de mijnbouwonderneming voor het betreffende deel van de Waddenzee een monitoringsprogramma uit te werken. Dit programma dient te voorzien in een signaleringssysteem, waarmee onder andere wordt gecontroleerd of de sedimentatie de bodemdaling voldoende bijhoudt en waarmee ook andere natuureffecten kritisch worden gevolgd. Signaleringsmetingen kunnen afwijkingen van ecologische parameters aan het licht brengen. In dat geval zullen de signaleringsmetingen in samenhang met de gemeten bodemdalingssnelheid van de vaste (Pleistocene) ondergrond bestudeerd worden en wordt bezien of een verband tussen de geconstateerde ecologische afwijkingen en de delfstofwinning aannemelijk is. Het meet- en regelsysteem en het monitoringsprogramma zijn daarmee complementair. Alle rapportages op basis van het meet- en regelprotocol, meetplan en monitoringsprogramma worden door de mijnbouwonderneming jaarlijks aan mij toegezonden en door mij onverwijld en integraal ter advies toegestuurd aan de Auditcommissie. Auditcommissie en evaluatie 2007-2012 Zoals voorgeschreven in de Structuurvisie Waddenzee heeft de toenmalige minister van EZ voor de gaswinning van de Nederlandse Aardoliemaatschappij B.V. (NAM) onder de Waddenzee een onafhankelijke Auditcommissie ingesteld. Deze rol wordt vervuld door de Commissie voor de milieueffectrapportage (Commissie m.e.r.). De Auditcommissie adviseert het bevoegde gezag over de opzet, uitvoering en beleidsconsequenties van een adequate monitoring van alle relevante effecten en ontwikkelingen, zodat indien nodig door het bevoegde gezag kan worden ingegrepen volgens het hand aan de kraan -principe. De Auditcommissie toetst elk jaar op basis van de meet- en monitoringsrapportages van NAM of de bestaande gaswinning vanaf de locaties Moddergat, Lauwersoog en Vierhuizen in het betreffende meet- en monitoringsjaar is gebleven binnen de toegestane grenzen van het instemmingsbesluit en van de Nb-wetvergunning en adviseert mij hierover. Ik zie er op toe dat de aanbevelingen in de adviezen van de Auditcommissie door NAM worden uitgevoerd. Ik informeer uw Kamer jaarlijks over het advies van de Auditcommissie. Ervaringen met gaswinning onder de Waddenzee over de periode 2007-2012 De Auditcommissie adviseert mij ook over de door de NAM uitgevoerde methodologische evaluaties. In dat verband heb ik uw Kamer op 19 december 2014 (Kamerstuk 29 684, nr. 119) geïnformeerd over de uitkomsten van de 6- jaarlijkse methodologische evaluatie van het meet- en regelprotocol en het monitoringsprogramma over de periode 2007 tot en met 2012. Het advies van de Auditcommissie over deze methodologische evaluatie stelt dat: - het aannemelijk is dat de bodemdalingssnelheden over de periode 2007-2012 binnen de toegestane gebruiksruimte zijn gebleven; Pagina 5 van 7

- uit de zogenaamde signaleringsmetingen geen aanwijzingen naar voren zijn gekomen dat er sprake is van trendmatige veranderingen die een relatie hebben met bodemdaling door gaswinning; - er praktische problemen zijn met de opbouw en het onderling afstemmen van meetreeksen en dat het tussentijds bijsturen van het programma belangrijk is om dit soort problemen in de toekomst te voorkomen; - de door NAM uitgevoerde evaluatie een goed uitgangspunt vormt voor een nieuw monitoringsprogramma voor de jaren 2014-2019. Na oplossing van de geconstateerde problemen is het nieuwe monitoringsprogramma 2014-2019 opgesteld en, na het opnieuw adviseren van de Auditcommissie hierover, door het bevoegde gezag vastgesteld. Zoutwinning onder de Waddenzee Het instemmingsbesluit met het winningsplan en de Nb-wetvergunning inzake zoutwinning onder de Waddenzee liggen thans voor bij de Raad van State. Indien de besluiten binnen de beroepsprocedure in stand blijven dan is Frisia Zout B.V. voornemens om in 2018 te starten met deze zoutproductie. Het hand aan de kraan -principe is in beide besluiten opgenomen. Tijdens de voorbereiding van de besluiten voor deze zoutwinning heeft de Commissie m.e.r. al geadviseerd over de opzet, uitvoering en beleidsconsequenties van een adequate monitoring van alle relevante effecten en ontwikkelingen, zodat indien nodig door het bevoegde gezag kan worden ingegrepen volgens het hand aan de kraan -principe. Voorafgaand aan de start van deze zoutwinning zal door mij ook een onafhankelijke Auditcommissie zoutwinning Waddenzee worden ingesteld. Advies Auditcommissie over monitoringsjaar 2014 Op 30 november 2015 heeft de Auditcommissie gaswinning Waddenzee inzake de monitoring van gaswinning onder de Waddenzee vanaf de locaties Moddergat, Lauwersoog en Vierhuizen geadviseerd over de resultaten van het monitoringsjaar 2014 (zie bijlage). Het monitoringsjaar 2014 was het eerste jaar waarin het nieuwe monitoringsprogramma 2014-2019 is toegepast. De door NAM ingediende rapportages over het monitoringsjaar 2014 concluderen dat: - de bodemdalingssnelheden binnen de toegestane gebruiksruimte bleven. De Auditcommissie vindt deze conclusie aannemelijk; - er geen aanwijzingen zijn voor veranderingen in natuurwaarden (bijvoorbeeld soorten en habitats waar instandhoudingsdoelen voor zijn opgesteld) die het gevolg zijn van de gaswinning. De Auditcommissie is het hiermee eens. De Auditcommissie heeft, als opvallend meetresultaat, geconstateerd dat in 2014 in kombergingsgebied Pinkegat een snellere diepe bodemdaling is opgetreden dan verwacht. In een maximumscenario heeft NAM berekend dat indien deze trend uit 2014 zich de komende jaren voortzet de gebruiksruimte in kombergingsgebied Pinkegat in 2018 overschreden zou worden. Mocht uit de meetresultaten over 2015 blijken dat dit maximumscenario realistisch is, dan zal direct via hand aan de kraan worden ingegrepen. De hoofdconclusie van de Pagina 6 van 7

Auditcommissie voor het monitoringsjaar 2014 is echter dat de bodemdalingssnelheden binnen de toegestane grenzen zijn gebleven. Ik verwacht dit najaar het advies van de Auditcommissie voor het monitoringsjaar 2015 te ontvangen. Daarin zal opnieuw worden beoordeeld of de bodemdalingssnelheden zijn gebleven binnen de toegestane grenzen van het instemmingsbesluit met het winningsplan en de Nb-wetvergunning, en of toepassing van hand aan de kraan door het bevoegde gezag nodig is. Momenteel wordt door TNO gewerkt aan de vaststelling van het beleidsscenario 2016-2021 voor de zeespiegelstijging ter bepaling van de gebruiksruimte voor delfstofwinning onder de Waddenzee. Deze actualisatie verstrek ik, zodra deze beschikbaar is, aan de Auditcommissie zodat zij daarmee in haar advisering rekening kan houden. Tot slot De ervaringen met de gaswinning onder de Waddenzee vanaf 2007 wijzen uit dat wordt voldaan aan de randvoorwaarde uit de Structuurvisie Waddenzee dat er wetenschappelijk gezien redelijkerwijs geen twijfel bestaat dat er geen schadelijke gevolgen zijn voor de in de structuurvisie beschreven natuurlijke waarden en kenmerken. Overleg met stakeholders, bijvoorbeeld over een verdere verbetering van meetmethodiek, remwegscenario s of de ondergrondmodellen, vindt onder andere halfjaarlijks plaats binnen de Commissie Waddengas 2006 (met een onafhankelijke voorzitter en als deelnemers NAM, Staatsbosbeheer, Waddenvereniging, It Fryske Gea, Rijkswaterstaat, provincie Fryslân en gemeente Dongeradeel/De Marne). Daarnaast belegt NAM jaarlijks een brede openbare stakeholderbijeenkomst (het Zeegse -overleg) waarin alle onderzoeksbevindingen van het betreffende monitoringsjaar worden gepresenteerd en worden bediscussieerd. In een aantal gevallen heeft dit stakeholderoverleg ook geleid tot concrete aanpassingen van het meet- en monitoringsysteem. Ik ben van mening dat het systeem van het hand aan de kraan -principe naar tevredenheid functioneert, voldoende inzicht biedt in het optreden van eventuele effecten als gevolg van de gaswinning en ook voldoende mogelijkheden biedt om zo nodig op een effectieve manier in te grijpen ter bescherming van de natuur in de Waddenzee. (w.g.) H.G.J. Kamp Minister van Economische Zaken Pagina 7 van 7