Dit document mag slechts op een stand-alone PC worden geinstalleerd. Gebruik op een netwerk is alleen. toestaan als een aanvullende licentieovereenkomst voor netwerkgebruik met NEN is afgesloten. This document may only be used on a stand-alone PC. Use in a network is only permitted when a supplementary license agreement for us in a network with NEN has been concluded. Nederlandse norm NEN 2077 (nl) Vaste brandblusinstallaties - Sprinklerinstallaties voor de woonomgeving - Ontwerp, installatie en onderhoud Fixed firefighting systems - Residential sprinkler systems - Design, installation and maintenance Vervangt NEN 2077:2013 Ontw. ICS 13.220.20; 91.120.01 april 2014
Normcommissie 351089 "Blusinstallaties" THIS PUBLICATION IS COPYRIGHT PROTECTED DEZE PUBLICATIE IS AUTEURSRECHTELIJK BESCHERMD Apart from exceptions provided by the law, nothing from this publication may be duplicated and/or published by means of photocopy, microfilm, storage in computer files or otherwise, which also applies to full or partial processing, without the written consent of the Netherlands Standardization Institute. The Netherlands Standardization Institute shall, with the exclusion of any other beneficiary, collect payments owed by third parties for duplication and/or act in and out of law, where this authority is not transferred or falls by right to the Reproduction Rights Foundation. Auteursrecht voorbehouden. Behoudens uitzondering door de wet gesteld mag zonder schriftelijke toestemming van het Nederlands Normalisatie-instituut niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van fotokopie, microfilm, opslag in computerbestanden of anderszins, hetgeen ook van toepassing is op gehele of gedeeltelijke bewerking. Het Nederlands Normalisatie-instituut is met uitsluiting van ieder ander gerechtigd de door derden verschuldigde vergoedingen voor verveelvoudiging te innen en/of daartoe in en buiten rechte op te treden, voor zover deze bevoegdheid niet is overgedragen c.q. rechtens toekomt aan de Stichting Reprorecht. Although the utmost care has been taken with this publication, errors and omissions cannot be entirely excluded. The Netherlands Standardization Institute and/or the members of the committees therefore accept no liability, not even for direct or indirect damage, occurring due to or in relation with the application of publications issued by the Netherlands Standardization Institute. Hoewel bij deze uitgave de uiterste zorg is nagestreefd, kunnen fouten en onvolledigheden niet geheel worden uitgesloten. Het Nederlands Normalisatie-instituut en/of de leden van de commissies aanvaarden derhalve geen enkele aansprakelijkheid, ook niet voor directe of indirecte schade, ontstaan door of verband houdend met toepassing van door het Nederlands Normalisatie-instituut gepubliceerde uitgaven. 2014 Nederlands Normalisatie-instituut Postbus 5059, 2600 GB Delft Telefoon (015) 2 690 390, Fax (015) 2 690 190
Inhoud Voorwoord... 3 Inleiding... 3 1 Onderwerp en toepassingsgebied... 5 2 Normatieve verwijzingen... 5 3 Termen en definities... 6 4 Ontwerpgegevens en documentatie... 10 4.1 Algemeen... 10 4.2 Voorbereidings- of onderzoeksfase... 10 4.3 Ontwerpfase... 11 5 Omvang van de sprinklerbeveiliging... 15 5.1 Te beveiligen gebouwen en gebieden... 15 5.2 Brandwerende scheiding... 16 6 Classificatie sprinklerinstallaties voor de woonomgeving... 16 6.1 Type sprinklerinstallatie voor de woonomgeving... 16 6.2 Systeembeschikbaarheid... 17 7 Hydraulisch ontwerp en leidingnet... 19 7.1 Algemeen... 19 7.2 Ontwerpeisen... 19 7.3 Werkdruk op de sprinkler... 20 7.4 Sproeivlak... 20 7.5 Plaats van de sprinklers... 20 7.6 Leidingnet... 21 8 Watervoorziening... 22 8.1 Sproeitijd... 22 8.2 Bedrijfszekerheid... 22 8.3 Beveiliging tegen vorst... 22 8.4 Gemeenschappelijke watervoorziening... 23 8.5 Maximale waterdruk... 23 8.6 Opstelling van apparatuur voor watervoorzieningen... 23 8.7 Prestatie-eisen watervoorziening... 23 9 Type watervoorziening... 24 9.1 Algemeen... 24 9.2 Openbare waterleidingen... 24 9.3 Beperkte watervoorraden... 25 9.4 Keuze watervoorziening... 26 9.5 Isoleren van watertoevoer... 27 10 Pompen... 27 10.1 Algemeen Alle typen sprinklerinstallaties voor de woonomgeving... 27 10.2 Hulppomp voor type 2- en 3-systemen... 28 10.3 Ruimten voor pompen Type 2-sprinklerinstallatie voor de woonomgeving... 28 10.4 Ruimten voor pompen Type 3-sprinklerinstallatie voor de woonomgeving... 28 10.5 Temperatuureisen Alle typen sprinklerinstallaties voor de woonomgeving... 29 10.6 Afsluiters en appendages voor sprinklerinstallaties voor de woonomgeving... 29 10.7 Zuigcondities Alle typen sprinklerinstallaties voor de woonomgeving... 29 10.8 Pompcapaciteiten Alle typen sprinklerinstallaties voor de woonomgeving... 30 10.9 Door een elektromotor aangedreven sprinklerpomp Alle typen sprinklerinstallaties voor de woonomgeving... 32 10.10 Door een dieselmotor aangedreven pomp Alle typen sprinklerinstallaties voor de woonomgeving... 32 1
11 Type en grootte van secties... 32 11.1 Natte secties... 32 11.2 Droge secties... 33 11.3 Pre-action -secties... 33 12 Verdeling en plaats van sprinklers... 33 12.1 Algemeen... 33 12.2 Verdeling van sprinklers... 34 12.3 Plaats van sprinklers in relatie tot de muren... 35 12.4 Positie van de spreidplaat van sprinklers... 35 12.5 Obstructies in relatie tot sprinklers... 36 12.6 Sprinklers in verborgen ruimten... 40 13 Leidingdimensionering en -verdeling... 40 14 Ontwerpkenmerken en gebruik van sprinklers... 40 14.1 Algemeen... 40 14.2 Typen sprinklers en toepassing... 41 14.3 Sprinkleraanspreektemperatuur... 41 14.4 Sprinklerrozetten... 42 15 Afsluiters... 43 15.1 Alarmklepopstelling... 43 15.2 Afsluiters voor type 2- en 3-sprinklerinstallaties voor de woonomgeving... 43 15.3 Aftapafsluiters... 43 15.4 Beproevingsafsluiters... 43 15.5 Manometers... 44 15.6 Doorspoelaansluitingen vereist in type 2- en 3-sprinklerinstallaties voor de woonomgeving... 45 16 Alarmen en alarmapparatuur... 45 16.1 Alarmering bij brand... 45 16.2 Waterstroomschakelaars... 45 17 Leidingnet... 45 17.1 Algemeen... 45 17.2 Leidingbeugels... 46 18 Aanwijzingen, tekstplaten en informatie... 46 18.1 Plattegrond... 46 18.2 Aanwijzingsborden en tekstplaten voor gebouwen voorzien van type 1- sprinklerinstallaties voor de woonomgeving... 46 19 Inbedrijfstellings- en acceptatietests... 46 19.1 Inbedrijfstellingstest... 46 19.2 Opleveringsdocumenten... 47 20 Controle, testen en onderhoud... 47 20.1 Algemeen... 47 20.2 Voorzorgsmaatregelen tijdens de werkzaamheden... 48 21 Inspectie door externe partij... 48 Bijlage A (normatief) Zonering type 2- en 3-sprinklerinstallaties voor de woonomgeving... 49 Bijlage B (normatief) Elektrische bewaking van type 2- en 3-sprinklerinstallaties voor de woonomgeving... 51 Bijlage C (informatief) Voorzorgsmaatregelen en procedures wanneer een systeem niet volledig operationeel is... 53 Bijlage D (normatief) Inspectie van leidingen en sprinklers... 55 Bijlage E (informatief) De sprinklertechnologie voor de woonomgeving... 56 Bijlage F (informatief) Nieuwe technologie... 57 Bibliografie... 58 2
Voorwoord Met deze norm wordt invulling gegeven aan de Nederlandse behoefte de woonomgeving van sprinklers te voorzien. De doelstelling van de sprinklerinstallatie voor de woonomgeving is om bij brand een situatie te creëren waarin de overlevingskansen en vluchtmogelijkheden toenemen. In Nederland wordt voor het ontwerpen van sprinklerinstallaties doorgaans gebruikgemaakt van NEN-EN 12845 A2 NEN 1073, waarbij voor de woonomgeving een beroep wordt gedaan op memoranda of op de Amerikaanse reeks NFPA 13, NFPA 13D en NFPA 13R. Met de nieuwe norm kan de woonomgeving met één norm worden ingevuld. Daarbij biedt de norm de mogelijkheid om een sprinklerinstallatie bereikbaarder te maken voor met name de normale woonhuizen (type 1), terwijl tegelijk in een betrouwbare werking is voorzien. Dit is met name mogelijk door vereenvoudiging en integratie van de sprinklerinstallatie met de drinkwaterleiding voor de zogenoemde type 1-installaties. Installateurs die met name woningen voorzien van sanitair- en verwarmingsinstallaties, kunnen tegelijk de sprinklerinstallatie aanbrengen. In de praktijk is voor type 1- installaties een deel van deze norm van toepassing. De norm is ontstaan door vertaling en aanpassing van de Scandinavische norm INSTA 900 deel 1, welke norm het meest aansluit op de Nederlandse behoefte. Waar relevant is de norm aangepast aan de Nederlandse situatie en in lijn gebracht met NEN-EN 12845 A2 NEN 1073. Inleiding Een automatische sprinklerinstallatie voor de woonomgeving is ontworpen om een brand in het beginstadium te detecteren en dan wel de brand zo onder controle te houden dat op veilige wijze een evacuatie kan worden uitgevoerd. De sprinklerinstallatie voor de woonomgeving houdt tevens de brand zo onder controle dat de mogelijkheid tot volledige blussing met andere middelen kan worden vergroot. De sprinklerinstallatie voor de woonomgeving zal schadeperkend werken en in veel gevallen de brand blussen. Een sprinklerinstallatie voor de woonomgeving bestaat uit een watervoorziening, een afsluitvoorziening en een leidingstelsel met sprinklerkoppen. De sprinklerkoppen zijn aangebracht op specifieke plaatsen onder het dak, tegen het plafond of tegen de wand. De sprinklers treden in werking bij vooraf vastgestelde temperaturen en sproeien water rechtstreeks op het getroffen deel van het onderliggende gebied. De waterstroming activeert een brandalarm. De aanspreektemperatuur wordt bepaald aan de hand van de omgevingstemperatuur. Alleen sprinklers in de directe nabijheid van de brand, dat wil zeggen die voldoende worden opgewarmd, treden in werking. Er behoort niet te worden aangenomen dat de aanleg van een sprinklerinstallatie voor de woonomgeving de noodzaak van overige branddetectie- en bestrijdingsmiddelen geheel ondervangt. Het is belangrijk om alle brandveiligheidsmaatregelen in hun geheel te beoordelen. Het verdient aanbeveling om bouwkundige brandwerendheid, vluchtroutes, brandmeldinstallaties, specifieke risico s die andere brandbeveiligingsmaatregelen vereisen, brandslanghaspels, brandkranen en draagbare blustoestellen enz., veilige werk- en opslagprocedures, toezicht en good housekeeping nauwlettend in ogenschouw te nemen. Het is van het grootste belang dat sprinklerinstallaties goed worden onderhouden. In de praktijk is de kans aanwezig dat onderhoud in zijn geheel ontbreekt of onvoldoende aandacht krijgt van beheerders of eigenaren. Dit kan leiden tot een levensgevaarlijke situatie voor bewoners alsmede aanzienlijk financieel nadeel. Het belang van correct onderhoud kan niet genoeg worden benadrukt. Wanneer een sprinklerinstallatie buiten bedrijf is, behoort extra aandacht te worden besteed aan brandveiligheidsmaatregelen en behoren de belanghebbenden te worden geïnformeerd. Deze norm is niet bedoeld om nieuwe technologieën of alternatieve opstellingen te beperken. 3
(blanco) 4
Vaste brandblusinstallaties Sprinklerinstallaties voor de woonomgeving Ontwerp, installatie en onderhoud 1 Onderwerp en toepassingsgebied Deze norm specificeert eisen en geeft aanbevelingen voor het ontwerp, de installatie en het onderhoud van vaste sprinklerinstallaties voor de woonomgeving. Dit betreft gebouwen of delen van gebouwen met een woonfunctie. Gebieden binnen gebouwen met een ander risico dan in de woonomgeving, worden niet door deze norm gedekt. De norm omvat de aanleg van watervoorzieningen, te gebruiken onderdelen, installatie en beproeving van de installatie, onderhoud en de uitbreiding van bestaande installaties, en omschrijft de bouwkundige details van gebouwen die minimaal nodig zijn voor de goede werking van sprinklerinstallaties in de woonomgeving overeenkomend met deze norm. OPMERKING Vormen van gesloten inrichtingen zoals gebouwen met celfunctie worden niet door deze norm gedekt. 2 Normatieve verwijzingen De volgende documenten waarnaar is verwezen zijn onmisbaar voor de toepassing van dit document. Bij gedateerde verwijzingen is alleen de aangehaalde versie van toepassing. Bij ongedateerde verwijzingen is de laatste versie van het document (met inbegrip van wijzigings- en correctiebladen) waarnaar is verwezen van toepassing. NEN 1006 A3 NEN 1010:reeks Algemene voorschriften voor leidingwaterinstallaties (AVWI-2002) Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties NEN 2535 C1 Brandveiligheid van gebouwen Brandmeldinstallaties Systeem- en kwaliteitseisen en projectierichtlijnen NPR 2576 Functiebehoud bij brand Richtlijn voor bekabeling, ophanging en montage van transmissiewegen NEN-EN 671-1 Vaste brandblusinstallaties Brandslangsystemen Deel 1: Brandslanghaspels met vormvaste slang NEN-EN 12259-1 A1 NEN-EN 12259-2 NEN-EN 12259-3 NEN-EN 12259-12 2e Ontw. NEN-EN 12259-14 Ontw. Vaste brandblusinstallaties Onderdelen voor sprinklers en watersproeisystemen Deel 1: Sprinklers Vaste brandblusinstallaties Onderdelen voor sprinkler- en watersproeisystemen Deel 2: Natte alarmkleppen Vaste brandblusinstallaties Onderdelen voor sprinklers en watersproeisystemen Deel 3: Droog-alarmkleppen, inclusief versnellers en ontluchters Vaste brandblusinstallaties Onderdelen voor sprinkler- en watersproeisystemen Deel 12: Pompen Vaste brandblusinstallaties Onderdelen voor sprinklers en watersproeisystemen Deel 14: Sprinklers voor huishoudelijke toepassingen 5
NEN-EN 12845 A2 NEN 1073:2010 Vaste brandblusinstallaties Automatische sprinklerinstallaties Ontwerp, installatie en onderhoud NEN-EN 13501-1 A1 Brandclassificatie van bouwproducten en bouwdelen Deel 1: Classificatie op grond van resultaten van beproeving van het brandgedrag NEN-EN 50342-1 NEN-EN-IEC 60623 Lood-zwavelzuurbatterijen Deel 1: Algemene eisen en beproevingsmethoden Oplaadbare cellen en batterijen met alkalische en andere nietzuurhoudende elektrolyten Open nikkel-cadmium prismavormige oplaadbare enkelvoudige cellen 3 Termen en definities Voor de toepassing van deze norm gelden de volgende termen en definities. 3.1 alarmbeproevingsafsluiter afsluiter waarmee water kan worden afgenomen om de werking van de alarmbel en/of het gekoppeld elektrisch brandalarm te beproeven 3.2 alarmklep terugslagklep, van het natte, droge of samengestelde type, die tevens de alarmbel in gang zet wanneer de sprinklersectie in werking is 3.3 alarmklep, natte alarmklep toepasbaar in een natte sectie 3.4 alarmklep, pre-action - alarmklep toepasbaar in een pre-action -sectie 3.5 alarmklepopstelling samenstelling van alarmklep, afsluiter met alle bijbehorende kleppen en appendages ten behoeve van één sprinklersectie 3.6 B -meter manometer, aangesloten op en op dezelfde hoogte als de alarmklep, die de druk vóór de klep aangeeft 3.7 bouwlaag verdieping van zodanige afmetingen en vorm dat de daardoor ontstane ruimte zonder ingrijpende voorzieningen geschikt kan worden gemaakt voor woonfuncties en daarmee gelijke gebruiksmogelijkheden geeft als de daaronder gelegen bouwlagen OPMERKING Een zolder of kelder wordt doorgaans niet gezien als bouwlaag als de hoogte minder is dan 1,5 m. Als de hoogte tussen 1,5 m en 2,1 m is, wordt dit ook niet als bouwlaag gezien zolang de laag verder niet beloopbaar is. Als het in geval van een zolder een puntdak betreft en de hoogte alleen net onder de punt van het puntdak bijvoorbeeld 1,8 m is, dan wordt de zolder niet geacht beloopbaar te zijn. 3.8 brandcompartiment omsloten ruimte, die weerstand biedt tegen brand gedurende een minimaal vastgestelde tijdsduur 6
3.9 C -meter manometer, aangesloten op en op dezelfde hoogte als de alarmklep, die de druk achter de klep aangeeft 3.10 drukverhogingspomp automatische pomp die aan een sprinklerinstallatie water levert, afkomstig van een hooggelegen reservoir of openbare waterleiding 3.11 enkelzijdige sprinklerleidingvoeding leidingstelsel met slechts één toevoerroute van water vanaf een verdeelleiding 3.12 gridconfiguratie leidingstelsel waarin het water naar elke sprinkler via meer dan één route stroomt 3.13 hoofdleiding leiding die twee of meer watertoevoerleidingen verbindt met de alarmklepopstelling(en) 3.14 hoofdverdeelleiding leiding die een verdeelleiding voedt 3.15 instanties organisaties verantwoordelijk voor de goedkeuring van sprinklerinstallaties, apparatuur en procedures, zoals o.a. brandweer, bouw- en woningtoezicht, brandverzekeraar, drinkwaterbedrijf of andere aangewezen overheden 3.16 knooppunt punt in het leidingnet waar druk en debiet(en) worden berekend OPMERKING Elk knooppunt is een gegevenspunt voor hydraulische berekeningen in de sectie. 3.17 leidingnet, gecombineerd leidingen voor gezamenlijke aansluiting van sanitaire systemen en sprinklerinstallatie 3.18 leidingstelsel leidingen die een groep sprinklers voeden OPMERKING Leidingstelsels kunnen worden uitgevoerd als ringconfiguratie, gridconfiguratie of vertakte configuratie. 3.19 maximumsproeivlak voor ontwerpdoeleinden veronderstelde oppervlakte waarin het voorgeschreven aantal sprinklers in geval van brand in werking treedt 3.20 maximumsproeivlak, hydraulisch gunstigst plaats in een sprinklerverdeling van een oppervlakte waarin het voorgeschreven aantal gunstigst gelegen sprinklers de opbrengst gemeten ter plaatse van de alarmklepopstelling maximaal is bij een specifieke druk 7
3.21 maximumsproeivlak, hydraulisch ongunstigst plaats in een sprinklerverdeling van een oppervlakte waarin het voorgeschreven aantal ongunstigst gelegen sprinklers de druk van de watervoorziening gemeten ter plaatse van de alarmklepopstelling maximaal is om de benodigde ontwerpsproeidichtheid te realiseren 3.22 normaal waterpeil waterpeil van de watervoorziening dat noodzakelijk is voor de effectieve inhoud in verhouding tot het laagwaterpeil, inclusief noodzakelijke marges bijvoorbeeld voor een ijslaag 3.23 onbeperkte watervoorraden natuurlijke en kunstmatige watervoorraden die feitelijk onuitputtelijk zijn wat betreft capaciteit en klimaat enz., zoals rivieren, kanalen en meren OPMERKING Volgens het in het NEN 1073-tekstblok gestelde onder 3.39 van NEN-EN 12845 A2 NEN 1073 geldt dit mede voor speciaal voor sprinklerdoeleinden gegraven vijvers. 3.24 ontwerpsproeidichtheid minimale sproeidichtheid uitgedrukt in mm per min (mm/min) water, waarvoor een sprinklerinstallatie is ontworpen, bepaald door de opbrengst van een aantal sprinklers in l/min gedeeld door de bestreken oppervlakte in m 2 3.25 ringconfiguratie leidingstelsel waarin het water naar een sprinklerleiding via meer dan één verdeelleidingroute kan stromen 3.26 sectie sprinklersectie deel van de sprinklerinstallatie bestaande uit een alarmklepopstelling met bijbehorende leidingen en sprinklers aangesloten achter de alarmklep 3.27 sectie, droge sectie waarbij het leidingnet is gevuld met lucht of inert gas onder druk 3.28 sectie, pre-action - droge sectie in droge toestand, waarbij de alarmklep kan worden geopend door een onafhankelijke brandmeldinstallatie in het beveiligde gebied 3.29 sprinkler automatische sprinkler sproeier met een warmtegevoelig afsluitelement dat opent om water te verspreiden voor brandbestrijding 3.30 sprinkler, aanspreektemperatuur, normale sprinklertype met een temperatuurbereik tussen 57 C en 77 C 3.31 sprinkler, hangende sprinkler waarvan de sproeier het water naar beneden richt 3.32 sprinkler, normaal sprinkler met een bolvormig sproeipatroon 8
3.33 sprinkler, plafondhangende sprinkler gemonteerd gedeeltelijk boven de onderkant van het plafond en zo dat het warmtegevoelig element juist onder het plafond uitsteekt 3.34 sprinkler, snel aansprekende quick response sprinkler type spray -sprinkler met een quick response -element overeenkomstig NEN-EN 12259-1 A1 OPMERKING Een snel aansprekende sprinkler kan een staande, hangende of wandsprinkler zijn. 3.35 sprinkler, spray - sprinkler met een parabolisch sproeipatroon, waarbij het water naar beneden wordt verspreid 3.36 sprinkler, wandsprinkler waarbij het water zijwaarts wordt verspreid met een halfparabolisch sproeipatroon 3.37 sprinklerinstallatie geheel aan sprinklerbeveiliging bestaande uit een of meer sprinklersecties, leidingwerk naar alle secties en de watervoorziening(en) 3.38 sprinklerinstallatie voor de woonomgeving installatie bestaande uit sprinklers met een thermisch element met een RTI (responstijdindex) van 50 (meters-seconden)½ of minder en speciaal ontworpen om de overlevingskansen in een ruimte waarin brand is ontstaan te verhogen 3.39 sprinklerleiding leiding die sprinklers rechtstreeks of via armleidingen voedt 3.40 sprinklerrozet plaatje dat de kier afdekt tussen de onder een verlaagd plafond gemonteerde sprinkler en de plafondplaat 3.41 sproeier watersproeier met een naar beneden gericht conisch sproeipatroon 3.42 tweezijdige verdeling leidingstelsel met sprinklerleidingen aan weerszijden van de verdeelleiding 3.43 verdeelleiding leiding, die een sprinklerleiding rechtstreeks voedt of een enkele sprinkler aangesloten op een sprinklerleiding langer dan 300 mm, niet zijnde het laatste gedeelte van de leiding 3.44 vijver natuurlijke of kunstmatige in de grond aangelegde open watervoorraad met doorlaatbare bodem en wanden OPMERKING Een vijver wordt gezien als een onbeperkte watervoorraad, indien wordt voldaan aan het in het NEN 1073-tekstblok gestelde onder 9.4 van NEN-EN 12845 A2 NEN 1073. De vijver behoort door grondwater op peil te worden gehouden. 9
3.45 volledig hydraulisch berekend <van toepassing op een sectie> waarvan het gehele leidingnet wordt gedimensioneerd aan de hand van hydraulische berekeningen 3.46 woningsprinkler sprinkler met een thermisch element met een RTI (responstijdindex) van 50 (meters-seconden)½ of minder en speciaal ontworpen om de overlevingskansen in een ruimte waarin brand is ontstaan te verhogen, en die voldoet aan de testcriteria uit NEN-EN 12259-14 3.47 woonomgeving gebouw of deel van een gebouw met een woonfunctie als gedefinieerd volgens het Bouwbesluit 2012 alsmede een gebouw of deel van een gebouw met een functie die qua gebruik (vuurlast en ontvluchtingswijze) vergelijkbaar is met een woonfunctie OPMERKING Bij het tweede deel van de definitie kan worden gedacht aan woonboten, recreatiewoningen, motels, hotels en pensions. Ook betreft dit het bedgebied van een zorgfunctie, met uitzondering van het bedgebied voor aan bed gebonden patiënten, aangezien aan bed gebonden patiënten voor ontvluchting afhankelijk zijn van de interne organisatie en niet zelfstandig het gebouw kunnen verlaten. 4 Ontwerpgegevens en documentatie 4.1 Algemeen Alle informatie zoals vastgelegd in dit hoofdstuk moet aan de gebruiker of (indien van toepassing) de eigenaar worden geleverd. Onderstaande informatie moet worden aangegeven op alle tekeningen en bijbehorende documenten: a) de naam van de gebruiker en de eigenaar, indien bekend; b) het adres en de vestigingsplaats van het gebouw; c) de gebruiksfunctie in elk deel van het gebouw; d) de naam van de ontwerper; e) de naam van de persoon verantwoordelijk voor de controle van het ontwerp, niet zijnde de ontwerper; f) de datum en het uitgiftenummer. 4.2 Voorbereidings- of onderzoeksfase Ten minste de volgende informatie moet worden geleverd: a) een plattegrond van het gebouw met daarin aangegeven: het type sprinklerinstallatie (zie hoofdstuk 6); de omvang van de sprinklerinstallatie met informatie over eventuele onbeveiligde gebieden; de locatie van alarmklepopstelling(en); de locatie van zoneafsluiters; een dwarsdoorsnede over de volle hoogte van het gebouw of de gebouwen met daarin aangegeven de hoogte van de hoogste sprinkler boven een aangegeven referentiehoogte; 10
Bestelformulier Stuur naar: NEN Standards Products & Services t.a.v. afdeling Klantenservice Antwoordnummer 10214 2600 WB Delft NEN Standards Products & Services Postbus 5059 2600 GB Delft Vlinderweg 6 2623 AX Delft Ja, ik bestel ex. NEN 2077:2014 nl Vaste brandblusinstallaties - Sprinklerinstallaties voor de woonomgeving - Ontwerp, installatie en onderhoud 57.35 T (015) 2 690 390 F (015) 2 690 271 www.nen.nl/normshop Wilt u deze norm in PDF-formaat? Deze bestelt u eenvoudig via www.nen.nl/normshop Gratis e-mailnieuwsbrieven Wilt u op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen op het gebied van normen, normalisatie en regelgeving? Neem dan een gratis abonnement op een van onze e-mailnieuwsbrieven. www.nen.nl/nieuwsbrieven Gegevens Bedrijf / Instelling T.a.v. O M O V E-mail Klantnummer NEN Uw ordernummer BTW nummer Postbus / Adres Postcode Plaats Telefoon Fax Factuuradres (indien dit afwijkt van bovenstaand adres) Postbus / Adres Postcode Plaats Datum Handtekening Retourneren Fax: 015 2 690 271 E-mail: klantenservice@nen.nl Post: NEN Standards Products & Services, t.a.v. afdeling Klantenservice Antwoordnummer 10214, 2600 WB Delft (geen postzegel nodig). Voorwaarden De prijzen zijn geldig tot 31 december 2018, tenzij anders aangegeven. Alle prijzen zijn excl. btw, verzend- en handelingskosten en onder voorbehoud bij o.m. ISO- en IEC-normen. Bestelt u via de normshop een pdf, dan betaalt u geen handeling en verzendkosten. Meer informatie: telefoon 015 2 690 391, dagelijks van 8.30 tot 17.00 uur. Wijzigingen en typefouten in teksten en prijsinformatie voorbehouden. U kunt onze algemene voorwaarden terugvinden op: www.nen.nl/leveringsvoorwaarden. LEREN, WERKEN EN GROEIEN MET NEN preview - 2018