Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Hellendoorn 2010

Vergelijkbare documenten
Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2010

Toelichting Toeslagenverordening WWB gemeente Rijssen-Holten 2013

Toeslagenverordening WWB gemeente Rijssen-Holten 2013

HOOFDSTUK 2 CRITERIA VOOR HET VERHOGEN VAN DE BIJSTANDSNORM

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Hellendoorn 2013

Toelichting Toeslagenverordening WWB gemeente Rijssen-Holten 2012

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Wierden 2013

Toeslagenverordening WWB 2010

Raadsbesluit Jaar 2010/05/20..

Toeslagen verordening Wet Werk en bijstand 2012

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 18 december 2012;

Toelichting behorende bij de Toeslagenverordening WWB 2010 (vastgesteld bij raadsbesluit van 5 juli 2010, nr. 21, reg.nr.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 september 2012 B E S L U I T:

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d, gelet op de artikelen 8 lid 1 onderdeel c juncto 30 van de Wet Werk en Bijstand,

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2011

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 maart 2013, nr ;

Raadsbesluit Jaar 2012/03/07/.. Besluit

Gelet op het bepaalde in de artikelen 8 lid 1, onderdeel c, en 30 van de Wet werk en bijstand

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand

Toeslagenverordening. Gemeente Montferland 2006

Toelichting Verordening toeslagen en verlagingen WWB Asten 2010

Gemeente Elbu rg. 2. De toeslag als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de wet bedraagt 10 procent van de gezinsnorm voor de

Toeslagenverordening WWB Maasbree 2007

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren d.d. 27 april 2010;

Toelichting Verordening toeslagen en verlagingen WWB Asten 2010 (1 e wijziging)

TOESLAGENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2012

Toeslagenverordening Wwb 2010

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 januari 2011;

Gezien het voorstel inzake gewijzigde WWB-verordeningen na vervallen huishoudinkomenstoets (Gem. blad Afd. A 2012, no. 45);

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand Peel en Maas

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Súdwest Fryslân. Onderwerp: Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Súdwest Fryslân.

TOESLAGENVERORDENING WWB HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE 2012

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeenten Beek en Stein

Toeslagenverordening Wet Werk en Bijstand

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2013

De raad van de gemeente Westerveld/Steenwijkerland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 september 2010 ;

Verordening toeslagen en verlagingen Wet Werk en Bijstand

Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Sociale Dienst Bommelerwaard (hierna te noemen Sociale Dienst Bommelerwaard);

HOOFDSTUK 2. Criteria voor het verhogen van de bijstandsnorm

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2011

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 29 november 2005, nummer 1304;

Gemeenteraad 03 maart 2009 Gemeenteblad

-1- gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 8, eerste lid, onderdeel c, en artikel 30 van de Wet werk en bijstand;

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2013

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand (WWB) 2010

De raad van de gemeente Schinnen;

Hoofdstuk 2. Criteria voor het verhogen van de bijstandsnorm

Onderwerp: Vaststelling van de Verordening Toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2009.

Onderwerp: Vaststelling van de Verordening Toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2011.

Toeslagenverordening WWB gemeente Enkhuizen versie 201 3

Artikel 3 - Toeslagen voor alleenstaanden en alleenstaande ouders

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van d.d.10 november 2009; gezien het advies van de commissie Burger van 24 november 2009;

VERORDENING TOESLAGEN EN VERLAGINGEN WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE MOERDIJK 2009

Vast te stellen de navolgende Toeslagenverordening WWB 2013 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo;

Toeslagenverordening 2013

Toeslagenverordening WWB gemeente Enkhuizen 2004

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand Overbetuwe 2005 HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen

vast te stellen de: Verordening Toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand.

Vergadering van : 24 april Onderwerp : Toeslagen- en Maatregelverordening WWB 2012

De Raad van de gemeente Mill en Sint Hubert,

HOOFDSTUK II CRITERIA VOOR HET VERHOGEN VAN DE BIJSTANDSNORM

Hoofdstuk 2 Criteria voor het verhogen van de bijstandsnorm

Algemene toelichting. - alleenstaande ouders: 90% van de gehuwdennorm - alleenstaanden: 70% van de gehuwdennorm

VERORDENING TOESLAGEN EN VERLAGINGEN BIJSTAND 2006

Nr. 8. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders dd. 1 september 2010;

De verlagingen zijn uitgewerkt in de artikelen 4 tot en met 7 van de verordening.

TOESLAGENVERORDENING WWB GEMEENTE PUTTEN

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders, d.d. 10 oktober 2012

Toeslagenverordening WWB gemeente Enkhuizen 2012

Toeslagen- en verlagingenverordening Wet werk en bijstand. HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen TOESLAGEN- EN VERLAGINGENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2004/31

Artikel 3. Toeslagen voor alleenstaanden en alleenstaande ouders. en die derhalve de noodzakelijke kosten van het bestaan niet kan delen.

gezien het voorstel inzake aanpassen verordeningen Wwb in verband wetswijzigingen 2013 (Gem. blad Afd. A 2013, no. );

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 februari 2013, nr. 0188; gelet op de Wet werk en bijstand (WWB),

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2013(1e wijziging) (versie geldend sedert 1 januari 2013)

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2013;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 februari 2012, nr. R ;;

Toeslagenverordening WWB 2012 gemeente Apeldoorn. Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012

Raadsbesluit. de raad van de gemeente Borne; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van ; besluit:

Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Sociale Dienst Bommelerwaard (hierna te noemen Sociale Dienst Bommelerwaard);

Hoofdstuk 2 Criteria voor het verhogen van de bijstandsnorm

De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 15 december 2011,

TOELICHTING OP DE TOESLAGENVERORDENIG

GEWIJZIGD RAADSBESLUIT

Toeslagenverordening WWB-2

VERORDENING TOESLAGEN EN VERLAGINGEN WET WERK EN BIJSTAND 2012

Toeslagenverordening WWB II gemeente Hellevoetsluis.Nummer:

~atwijk. Aan de gemeenteraad. : Zorg, welzijn, werk en inkomen : Wijziging Toeslagenverordening WWB vanwege invoering WIJ. Katwijk, 11 mei 2010

Toeslagenverordening WWB ISD BOL 2012

gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet en artikel 8, eerste lid onder c en artikel 30 van de Wet werk en bijstand;

Onderwerp : Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gelet op de artikelen 8, eerste lid onderdeel c en 30 van de Wet werk en bijstand;

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2011 (versie geldend sedert 1 april 2011)

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand gemeente

Overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van toeslagen en het verlagen van uitkeringen ingevolge de WWB en WIJ bijverordening te regelen;

GEMEENTE BOEKEL. Raadsbesluit Z/ AB/ De raad van de gemeente Boekel;

TOELICHTING TOESLAGEN- EN VERLAGINGENVERORDENING WWB

Toeslagenverordening WWB 2012-A gemeente Diemen

Toeslagenverordening Wet Werk en Bijstand 2012-A

Raadsbesluit *182616*

Transcriptie:

CVDR Officiële uitgave van Hellendoorn. Nr. CVDR33351_1 29 maart 2016 Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Hellendoorn 2010 De raad van de gemeente Hellendoorn; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Hellendoorn van 13 april 2010; gelet op de artikelen 8, eerste lid, onderdeel c en artikel 30 van de Wet werk en bijstand; overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van toeslagen en het verlagen van uitkeringen van bijstandsgerechtigden van 27 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar bij verordening te regelen; besluit: I. vast te stellen de: Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Hellendoorn 2010 HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijving 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht. 2. In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet werk en bijstand; b. gehuwdennorm: de norm als bedoeld in artikel 21, onderdeel c, van de wet; c. verzorgingsbehoevende: degene die zonder verzorging zou zijn aangewezen op opname in een instelling ter verzorging of verpleging; d. verzorgende: degene die de verzorgingbehoevende verzorgt; e. voormalige alleenstaande ouder: de alleenstaande die niet langer aangemerkt wordt als alleenstaande ouder als gevolg van het bereiken van de leeftijd van 18 jaar van het laatste tot het gezin behorende inwonende kind. Artikel 2 Bepalingen 1. De bepalingen van deze verordening gelden alleen voor belanghebbenden van 27 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar. In geval van gehuwden gelden de bepalingen van deze verordening alleen indien beide echtgenoten 27 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar zijn. 2. De bepalingen in hoofdstuk 2 en 3 laten de toepassing artikel 18, eerste lid, van de wet onverlet. HOOFDSTUK 2. Criteria voor het verhogen van de bijstandsnorm Artikel 3 Toeslagen 1. De toeslag als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de wet bedraagt 20 procent van de gehuwdennorm voor de alleenstaande en alleenstaande ouder in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft. 2. De toeslag als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de wet bedraagt 10 procent van de gehuwdennorm voor de alleenstaande en alleenstaande ouder in wiens woning één ander zijn hoofdverblijf heeft. 3. Voor de toepassing van dit artikel worden de volgende personen niet in aanmerking genomen als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft: a. kinderen van 16 jaar of ouder doch jonger dan 21 jaar met een inkomen lager dan 50 procent van de gehuwdennorm; b. kinderen van 18 jaar of ouder doch jonger dan 21 jaar die inwonen bij de voormalige alleenstaande ouder; c. meerderjarige studerende kinderen die geen ander inkomen hebben dan studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000; d. meerderjarige studerende kinderen die geen ander inkomen hebben dan een tegemoetkoming op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten; e. verzorgingsbehoevenden en verzorgenden tussen wie een eerste- of tweedegraads bloedof aanverwantschap bestaat; 1

f. asielzoekers met een verstrekking als bedoeld in artikel 3 van de Regeling toekenning bevoegdheid aan COA tot uitsluiting bepaalde categorieën asielzoekers van verstrekkingen Rva 1997. HOOFDSTUK 3. Criteria voor het verlagen van de bijstandsnorm of toeslag Artikel 4 Verlaging gehuwden 1. De verlaging als bedoeld in artikel 26 van de wet bedraagt 10 procent van de gehuwdennorm voor gehuwden die een woning delen met een ander. 2. Het derde lid van artikel 3 is, behoudens het bepaalde in sub b, van overeenkomstige toepassing. Artikel 5 Verlaging woonsituatie De verlaging als bedoeld in artikel 27 van de wet bedraagt 18 procent van de gehuwdennorm indien een woning wordt bewoond waaraan voor belanghebbende geen kosten van huur of hypotheeklasten verbonden zijn. Artikel 6 Anti-cumulatiebepaling De toepassing van de artikelen 4 en 5 geschiedt zodanig, dat de toepasselijke bijstandsnorm voor belanghebbende tenminste bedraagt: a. 45 procent van de gehuwdennorm voor een alleenstaande; b. 65 procent van de gehuwdennorm voor een alleenstaande ouder; c. 75 procent van de gehuwdennorm voor gehuwden. Hoofdstuk 4. Slotbepalingen Artikel 7 Uitvoering Burgemeester en Wethouders kunnen ten behoeve van de uitvoering van deze verordening nadere beleidsregels stellen. Artikel 8 Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als: Toeslagenverordening WWB 2010. Artikel 9 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2010. II. de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Hellendoorn (rb. van 15 december 2005, nr. 05.11368 en rb. 23 juni 2008, nr. 08INT00388) in te trekken met ingang van de dag, volgende op die van de bekendmaking van dit besluit, met dien verstande dat het besluit in werking treedt per 1 juli 2010. De raad voornoemd, de griffier, de voorzitter, Toelichting Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Hellendoorn 2010 Algemene Toelichting De raad dient op grond van artikel 8, eerste lid onder c, juncto artikel 30 van de Wet werk en bijstand (WWB) een verordening vast te stellen met betrekking tot het verhogen en verlagen van de bijstandsnorm. Op 1 oktober 2009 is de Wet investeren in jongeren (WIJ) en de Toeslagenverordening Wet investeren in jongeren gemeente Hellendoorn 2009 in werking getreden. Dit heeft tot gevolg dat jongeren tot 27 jaar geen recht hebben op een uitkering op grond van de WWB. De WIJ kent een overgangsperiode voor uitkeringsgerechtigden die een WWB-uitkering ontvangen. Per 1 juli 2010 worden deze omgezet naar het regiem van de WIJ. Concreet betekent dit dat de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Hellendoorn 2005 gewijzigd moet worden, omdat vanaf dat moment de artikelen slechts betrekking hebben op uitkeringsgerechtigden van 27 tot 65 jaar. 1. Norm, toeslag en verlaging Hoofdstuk 3 van de WWB kent voor de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan een systeem van basisnormen en toeslagen en verlagingen. 2

Dit systeem is grotendeels overgenomen uit de Abw. In de WWB maakt het voor de financiering door het Rijk echter geen verschil of bijstand is toegekend als norm of als toeslag. De bijstandsnormen zijn geregeld in paragraaf 3.2, in de artikelen 20 tot en met 24 WWB. Daarnaast voorziet paragraaf 3.3 in de mogelijkheid tot verhoging dan wel verlaging van de uitkering in de artikelen 25 tot en met 29 WWB. Het college is verplicht om in voorkomende gevallen de norm te verhogen met een toeslag. Van de mogelijkheid om een verlaging toe te passen hoeft geen gebruik gemaakt te worden. Norm Voor personen van 27 jaar tot en met 65 jaar bestaan er een drietal basisnormen (artikel 21 WWB), te weten: 1. gehuwden: 100 procent van het wettelijke minimumloon (= de gehuwdennorm) 2. alleenstaande ouders: 70 procent van de gehuwdennorm 3. alleenstaanden: 50 procent van de gehuwdennorm Toeslagen Een toeslag kan worden verstrekt aan een alleenstaande of alleenstaande ouder indien de algemeen noodzakelijke bestaanskosten niet of niet geheel gedeeld kunnen worden. De mogelijkheid tot het delen van kosten wordt aanwezig geacht als naast betreffende belanghebbende nog één of meer anderen hun hoofdverblijf hebben in dezelfde woning. Dan kunnen zaken als huur, gas, water en licht, maar ook krant etc. gedeeld worden. De toeslag bedraagt ten hoogste 20 procent van de gehuwdennorm, zodat de uitkering maximaal bedraagt voor: - alleenstaande ouders: 90 procent van de gehuwdennorm; - alleenstaanden: 70 procent van de gehuwdennorm. De toeslag kan worden vastgesteld op elk bedrag binnen dit maximum van 20 procent gehuwdennorm, mits dit aansluit bij het niveau van de noodzakelijke bestaanskosten. Dit is uitgewerkt in artikel 3 van de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Hellendoorn 2010. Budgettaire overwegingen mogen bij het vaststellen van de toeslag geen rol spelen. Het college is overigens niet verplicht om bij de verlening van een toeslag rekening te houden met lagere bestaanskosten. Het college heeft de mogelijkheid om alle alleenstaanden en alleenstaande ouders, zonder nader onderscheid, de maximale toeslag te verstrekken. (Zie TK 28870, nr. 3, p. 52 en 53.) Verlagingen De WWB noemt de volgende verlagingen: - verlaging in verband met het geheel of gedeeltelijk kunnen delen met een ander van algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan bij gehuwden (artikel 26 WWB); - verlaging in verband met de woonsituatie (artikel 27 WWB); - verlaging in verband met het recentelijk beëindigen van een studie (artikel 28 WWB); De verlagingen zijn uitgewerkt in de artikelen 4 tot en met 6 van de verordening. 2. De Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Hellendoorn 2010 In artikel 8, lid 1 onder c, juncto artikel 30 WWB is geregeld dat de raad bij verordening dient vast te stellen voor welke categorieën de bijstandsnorm verhoogd of verlaagd wordt en op grond van welke criteria de hoogte van die verhoging of verlaging wordt bepaald. Het door het college voorgestane beleid ten aanzien van de toeslagen moet dus worden vastgelegd in een Toeslagenverordening door de gemeenteraad, opdat het college het beleid kan uitvoeren. Categorieën Artikel 30 WWB bepaalt dat de Toeslagenverordening een categoriaal karakter moet hebben. Bij het afbakenen van categorieën is steeds getracht te komen tot in de praktijk eenvoudig te hanteren criteria. Daarom is er gekozen voor een forfaitaire benadering. Het is niet nodig om in de Toeslagenverordening alle mogelijke situaties uitputtend te regelen. In niet geregelde of uitzonderlijke gevallen heeft het college immers de bevoegdheid c.q. de plicht om de bijstand op grond van artikel 18, lid 1, van de WWB bij wijze van individualisering afwijkend vast te stellen. In deze Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Hellendoorn 2010 wordt, naast de toeslagen, invulling gegeven aan alle verlagingen die de WWB mogelijk maakt. In artikel 6 van de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Hellendoorn 2010 wordt daarentegen het effect van samenloop van verschillende verlagingen beperkt door minimum hoogtes voor te schrijven waaraan de bijstand moet voldoen na toepassing van de verlagingen. 3. Berekening toepasselijke bijstandsnorm 3

De hoogte van de uitkering algemene bijstand voor personen van 27 tot 65 jaar kan als volgt worden berekend: 1. Basisnorm; 2a. Optellen toeslag (alleen bij alleenstaanden en alleenstaande ouders) OF 2b. Korten met verlaging wegens het delen van een woning met anderen (alleen bij gehuwden); 3. Korten met verlaging wegens woonsituatie. De Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Hellendoorn 2010 geeft aan welke verlaging geldt. Leidt de uitkomst tot een lager bedrag aan bijstand dan de gestelde minima in artikel 6 van de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Hellendoorn 2010, dan moet het college de bijstand vaststellen op de van toepassing zijnde minimumhoogte volgens dit artikel. De uitkomst van deze berekening laat ook een eventueel aan de orde zijnde afstemming van de bijstand bij wijze van individualisering onverlet. Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 Begripsomschrijving Er is voor gekozen om begrippen die reeds zijn omschreven in de WWB niet afzonderlijk te definiëren in de verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van betreffende definities in de WWB ook de Toeslagenverordening moet worden gewijzigd. Voor het gebruik van het begrip gehuwdennorm is gekozen, omdat de hoogte van deze norm in de WWB zelf wordt gegeven in artikel 21, onder c, van de WWB. Dit bedrag is feitelijk gelijk aan het netto minimumloon. Het begrip voormalige alleenstaande ouder is nodig voor de toepassing van artikel 3. Artikel 2 Bepalingen Door de invoering van de WIJ bestaat er geen recht op bijstand voor jongeren tot 27 jaar. De in het tweede lid opgenomen verplichting voor het college om - zo nodig in afwijking van de uit de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Hellendoorn 2010 voortvloeiende hoogte van de bijstand - de bijstand anders vast stellen, als dat gelet op de omstandigheden, mogelijkheden en middelen van belanghebbende opportuun is, volgt uit artikel 30, lid 4, van de WWB. De individualiseringsplicht geldt evenzeer in situaties waarin de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Hellendoorn 2010 niet voorziet. Om hierover bij de uitvoering van de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Hellendoorn geen misverstand te laten bestaan is er voor gekozen om deze plicht expliciet in de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Hellendoorn 2010 op te nemen. Artikel 3 Toeslagen De hoogte van 20 procent van de gehuwdennorm als hoogte van de toeslag voor de alleenstaande of alleenstaande ouder in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft, is verplicht op grond van artikel 30, lid 2 onder a, van de WWB. Ingeval in de woning een ander zijn hoofdverblijf heeft, wordt verondersteld dat er noodzakelijke kosten van het bestaan gedeeld kunnen worden (bijvoorbeeld huur en stookkosten). Daarbij is de mate waarin de kosten ook daadwerkelijk gedeeld worden niet van belang. Dat is een verantwoordelijkheid van belanghebbende zelf. Zolang er geen sprake is van een gezamenlijke huishouding moet er echter van worden uitgegaan dat niet alle kosten gedeeld kunnen worden. Een toeslag blijft op zijn plaats. In de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Hellendoorn 2010 is daarom gekozen voor een toeslag van 10 procent van de gehuwdennorm in het geval één of meer ander(en) in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft/hebben. In het derde lid wordt geregeld dat van inwonende kinderen van 16 tot 21 jaar met een inkomen lager dan 50 procent van de gehuwdennorm niet verwacht kan worden dat zij bijdragen in de kosten. Zodra het inkomen hoger is, wordt de verhoging overeenkomstig de vorige leden bepaald. Voor alleenstaanden die als gevolg van het bereiken van de leeftijd van 18 jaar van het laatste tot het gezin behorende kind voor de bijstandsverlening niet langer wordt aangemerkt als een alleenstaande ouder, wordt de toeslag bepaald op 20 procent gedurende de periode dat het bedoelde kind de leeftijd van 21 jaar nog niet heeft bereikt. Concreet betekent een en ander dat voor die kinderen geen inkomenstoets hoeft te worden gemaakt. Voor inwonende kinderen van 16 tot 21 jaar wordt in de praktijk een glijdende schaal gehanteerd. Als het inkomen van het kind de 50 procent van minimumloon overschrijdt is de verlaging het meerdere met een maximum van 10 procent. Voor de voormalige alleenstaande ouder met inwonende kinderen in de leeftijd van 18 tot 21 jaar geldt deze regel ook. Bij het bereiken van de leeftijd van 18 jaar van het laatste tot het gezin behorende kind wordt de ouder, voor de uitvoering van de WWB, aangemerkt als een alleenstaande. Als gevolg hiervan wordt de norm vastgesteld op die van een alleenstaande. Als het inwonende kind een inkomen heeft dat hoger is dan 50 procent van de gehuwdennorm verandert de norm voor de belanghebbende van 80 procent naar 60 procent van de gehuwdennorm, terwijl een dergelijke wijziging bij gehuwden leidt 4

tot een verlaging van 100 procent naar 90 procent. De inkomensdaling voor de voormalige alleenstaande ouder van 20 procent achten wij ongewenst. Zorgbehoevenden en verzorgenden, tussen wie een eerste of tweedegraads bloed- of aanverwantschap bestaat, worden eveneens niet aangemerkt als diegenen in wiens woning een ander zijn hoofdverblijf heeft. Het is niet wenselijk om uitkeringsgerechtigden in een dergelijke situatie te confronteren met een lagere toeslag. Dit is overeenkomstig de huidige uitvoeringspraktijk. Asielzoekers die buiten een opvangcentrum onderdak hebben gevonden, krijgen een vergoeding via de COA. Deze vergoeding is zo laag dat in redelijkheid geen bijdrage kan worden verwacht in de kosten van de huishouding. Omdat de genoemde personen, zorgbehoevenden, verzorgenden en asielzoekers, geen bijstandspartij zijn, dienen de uitkeringsgerechtigden aan te tonen dat een van de genoemde situaties zich voordoen. De Centrale Raad van Beroep heeft op 17 april 2007 (LJN BA5045) bepaald dat een studerend kind, dat inkomen op grond van de Wet studiefinanciering ontvangt, niet een persoon is waarmee de noodzakelijke kosten van het bestaan kunnen worden gedeeld. In de uitspraak is overwogen dat de hoogte van de studiefinanciering op grond van de WSF 2000 en de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten afhankelijk is van de woonsituatie. Thuiswonende studenten ontvangen minder dan uitwonende studenten. Gelet hierop is het college niet bevoegd de van toepassing zijnde bijstandsnorm te verlagen. Het bovenstaande geldt ook voor thuiswonende studenten die een opleiding volgen waaraan geen recht op studiefinanciering is verbonden en geen andere bron van inkomsten hebben.[zie CRvB van 2 maart 2004 (LJN AO5685)]. Artikel 4 Verlaging gehuwden In de gehuwdennorm is reeds rekening gehouden met het feit dat beide echtgenoten de kosten van hun huishouden volledig kunnen delen met elkaar. Indien in de woning nog een ander zijn hoofdverblijf heeft, kunnen de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan nog verder gedeeld worden. Daarbij is de mate waarin de kosten ook daadwerkelijk gedeeld worden niet van belang. Dat is een verantwoordelijkheid van belanghebbenden zelf. Gekozen is voor een verlaging van 10 procent van de gehuwdennorm, ongeacht het aantal anderen dat in de woning zijn hoofdverblijf heeft. Evenals bij alleenstaanden wordt vanaf de derde persoon die in de woning zijn hoofdverblijf heeft geen noemenswaardige vermindering van de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan aanwezig geacht. Daarbij moet ook bedacht worden dat in de praktijk bij meer bewoners van een woning, het ook vaak om een grotere en duurdere woning gaat, zodat de feitelijke kosten van het bestaan doorgaans niet lager uitvallen dan in gevallen waarin maar één ander zijn hoofdverblijf in dezelfde woning heeft. In het tweede lid wordt geregeld dat kinderen die niet (meer) in de norm begrepen zijn, maar die tevens in omstandigheden verkeren waardoor het niet aannemelijk is, dat zij kunnen bijdragen in de kosten van het huishouden, niet meetellen als personen die in de woning hun hoofdverblijf hebben. Dit geldt ook voor de genoemde asielzoekers. Artikel 5 Verlaging woonsituatie Artikel 27 WWB geeft het college de mogelijkheid de norm of de toeslag te verlagen in zoverre belanghebbende lagere algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan heeft ten gevolge van zijn woonsituatie. Artikel 27 WWB is aanvullend bedoeld op de artikelen 25 en 26 WWB. In dit artikel is een verlaging opgenomen voor de situatie dat aan de woning voor belanghebbende geen woonkosten zijn verbonden. Het wordt nodeloos ingewikkeld geacht om hier ook nog onderscheid te maken naar de mate waarin woonkosten ontbreken. Indien een belanghebbende uitzonderlijk lage woonkosten heeft, kan dat uiteraard wel aanleiding zijn om met toepassing van artikel 18 lid 1 WWB de bijstand lager vast te stellen. In de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2010 wordt overigens niet het begrip 'woonkosten' gehanteerd, maar 'kosten van huur of hypotheeklasten'. Daarmee wordt duidelijk, dat het hebben van kosten voor water, gas, licht en dergelijke, voor belanghebbende niet afdoende is om een verlaging krachtens dit artikel te voorkomen. Dit verdraagt zich ook met de invulling die de Centrale Raad van Beroep heeft gegeven aan het begrip woonkosten in de zin van artikel 35 lid 1 Abw. (Zie CRvB 06-11-2001, nrs.99/7 en 99/29 NABW en CRvB 06-05-2003, nr. 00/4951 NABW.) Artikel 6 Anti-cumulatiebepaling De verschillende verlagingen in de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Hellendoorn 2010 zien op verschillende omstandigheden bij belanghebbenden en kunnen leiden tot cumulatie. Een dergelijke cumulatie kan er toe leiden dat de hoogte van de uitkering onvoldoende is om in de algemene noodzakelijk kosten van het bestaan te kunnen voorzien. Artikel 7 Uitvoering De uitvoering van de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Hellendoorn 2010 ligt bij het college van Burgemeester en Wethouders. In gevallen waarin de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Hellendoorn 2010 niet voorziet, kan het college van Burgemeester en Wethouders 5

met toepassing van artikel 18 WWB een voorziening treffen. Om een goede uitvoering te waarborgen kan het college nadere regels stellen Artikel 8 Citeertitel In den lande wordt als regel de Toeslagenverordening als citeertitel gebruikt. Om duidelijk te maken dat het een toeslagenverordening op grond van de WWB is, is de afkorting WWB toegevoegd. Het jaartal geeft aan in welk jaar de verordening is vastgesteld. Artikel 9 Inwerkingtreding De Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Hellendoorn 2010 vervangt de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Hellendoorn 2005. 6