aa NI lao^o nanvhnaxswo X3H NVA

Vergelijkbare documenten
ORGEL in de ned. herv. kerk te Grijpskerke

HERVORMDE WESTERKERK VAN EEKEN ORGELMAKER TE ERMELO TE HERWIJNEN

FLENTROP ORGELBOUW B.V. ZAANDAM

RAPPORT ORGEL IN DE KERK VAN DE H. NAAM JEZUS TE BROEKHUIZENVORST

Informatie over het grote orgel en het koor positief in de Oude kerk van de Hervormde Gemeente te Barneveld.

van Oud naar Historisch EEN NIEUW ORGEL VOOR DE OUDE KERK TE SOEST

Van Dam Orgel te Oosterhesselen. wetenswaardigheden van een boeiend instrument

Zaterdag 14 april 2018 Boxtel. Uitnodiging tot het maken van nieuwe composities voor. stem en orgel

Orgel Evangelisch-Lutherse Kerk Nijmegen

Restauratie van. Het Proper-Orgel. van Me Hervormde kerk van Zweeloo

Het Onderhorst Kabinetorgel te Bennekom

ZATERDAG 1 JUNI 2013 OM UUR

RESTAURATIE VAN OECKELENORGEL in de DORPSKERK te VRIES in 2007 Enkele technische gegevens. Geschiedenis

Instandhoudingsplan. Lohman-orgel Protestantse Gemeente Warmond

Boogaard Orgel in de Christelijke Gereformeerde Kerk te Meerkerk

Het orgel in de kerk van Berghuizen, een Rijksmonument.

Kleurenonderzoek naar de historie van het schilderwerk.

VLAAMSE OVERHEID inventarisatie van het onroerend erfgoed : ORGELS

De Nicolaaskerk te Wiuwert

FLENTROP ORGELBOUW B.V. ZAANDAM ORGELS TE KOOP FOR SALE / ZU VERKAUFEN. Hieronder presenteren wij enkele orgels die voor verkoop beschikbaar zijn.

Haagse Orgel Kring Opgericht 10 November 1951

Een echte Johannus voor elke huiskamer!

RESTAURATIEPLAN REMONSTRANTSE KERK

Het orgel. van de Hersteld HervormdeGemeente te Harskamp

Het nieuwe orgel in de Hersteld Hervormde Eben Haëzerkerk te Ouddorp. Een stadsorgel voor een (oud)dorp

Het orgel in de Grote of Sint Janskerk te Montfoort.

TITRATIE FREYTAG- VAN OECKELEN ORGEL GASSELTERNIJVEEN. Tfö PROTESTANTSE KERK. Ter gelegenheid van de INGEBRUIKNEMING VRIJDAG 10 DECEMBER 2009 / \:

Van Hirtum-orgel in Hilvarenbeek kreeg geslaagde klankrestauratie

Zoeterwoude Irnsum 2012

Het orgel in de Mozeskerk te Biezelinge. Instandhoudingsplan

H E T O R G E L I N D E R E M I G I U S K E R K T E H E N G E L O ( G L D )

Abraham Meere in Daarlerveen?!

HET ORGEL, EEN KENNISMAKING

Nieuw Witte-orgel voor Catharinakerk in Zoutelande

GELUIDSONDERZOEK JULIANAKERK DORDRECHT T.B.V. ORGELVOLUME ONDER DE ACHTERGALERIJ

De orgels van de Grote- of Sint Jacobskerk

Jubileumconcert van Jan Kobus

Het Meere-orgel in Epe tot 1994

VLAAMSE OVERHEID inventarisatie van het onroerend erfgoed : ORGELS

DE GESCHIEDENIS VAN DE ORGELS IN DE GROTE OF SINT-MAARTENSKERK TE ELST

OOSTKAMP_DORPSGEZICHT KERK WAARDAMME BIJLAGE 8_INVENTARIS ORGEL

Restauratie De Crane-orgel in de Hervormde Kerk te Waspik (1)

Ambachtelijke kwaliteit, moderne mogelijkheden

Stichting Orgelfonds. Oude Kerk te Soest. Contactadres: Dhr. P. M Kwantes, Kolonieweg 2 E, 3768 EX Soest

Blaasinstrument of toetsinstrument?

Eindverslag orgelrestauratie. Kogerkerk Koog aan de Zaan. Utrecht, december 2008 Peter van Dijk

Ontwerp Bankenplan - Hervormde kerk te Bovensmilde

Een uitbreiding met een Trompet 8 op het hoofdwerk en wijziging van de Octaaf 2 op het bovenwerk in

De bouwgeschiedenis van het Jalinck orgel

Het Orgel in de. Onze Lieve Vrouwe Geboortekerk te Bodegraafse Meije

Twee orgelbouwwerkplaatsen op bezoek bij Peter Hoogerheide en Theo Koele - een fotoverslag door Cees Steeg en Jan Bouterse

Eindverslag. Restauratie van het Proper-orgel in de Sint Annakapel te Kampen

LESBRIEF MAARSCHALKERWEERDORGEL Dierendagproject 4 oktober 2012

MAASTRICHTS ORGELPRACHT Een wandeling langs Maastrichts monumentaal orgelbezit

Gemeente KEIEM Parochiekerk Sint-Niklaas

Drie studie-/contactdagen voor organisten 2017

KLEINE ORGELGESCHIEDENIS van de LAARKERK aan de Stationsweg te ZUIDLAREN

Administratieve entiteit ANZEGEM Gemeente VICHTE Parochiekerk Sint-Stephanus & Theodoricus (Oudenaardestraat, z.nr.)

EEN ZEER FRAAI VAN DAM-ORGEL

Eindverslag orgelproject. Gasthuiskapel te Zaltbommel. Utrecht, oktober 2014 Peter van Dijk

Bet orgel in de O.L. Vrouwe- of Buitenkerk door Hans van der Harst, adviseur bij de restauratie van het orgel.

De Protestantse kerk van Goingaryp

De orgelmakerij. een portret van Cornelis Hendrikus van Oosten

Geniet van een stijlvol kunststuk in uw woonkamer!

Het orgel is beschermd als monument, KB 14.X Auteur instrument : Corneille Cacheux (F Arras) Bouwjaar : 1736

Het Van Oeckelen-orgel in de Dorpskerk van Vierhuizen Rapport ter voorbereiding van de restauratie in 2007

Inleiding. Registermechaniek. Voorkomen lekkages in windladen. Met scherpe beitels krabben we oude verf en lijmresten uit iedere cancel.

Het Amoor orgel in de kerk van Berghuizen, een Rijksmonument.

Rolder orgel respectvol gerestaureerd

Een liegendes Positiv in Mönchsdeggingen

Eindverslag Restauratie Orgel. Lutherse Kerk Amersfoort

A. Het project. 1. Beschrijving van het project

Eindverslag. restauratie en plaatsing. N.A.G. Lohman-orgel. in de Protestantse Kerk van Termunten

NIEUWSBRIEF. Werk in uitvoering. Rabobank. Discussiepunten wegwerken. Werk in uitvoering Planning Hooglandse kerk 700 jaar

DE GRAFKELDER VAN DE NED. HERV. KERK TE KOUDEKERK AAN DEN RIJN

De Hervormde of Protestantse KERK.

Over de kerk van Marum

Geschiedenis Gereformeerde kerk Ruinerwold Koekange

Technisch eindverslag restauratie Hess-kabinetorgel Jacobikerk Utrecht

Orgeladviseur Peter van Dijk stelde plan op voor barok concertzaalorgel

Herstelplan voor het orgel van de Immanuelkerk in Bunschoten-Spakenburg

R A P P O R T. betreffende het orgel van de. Remonstrantse Kerk Arminius te R O T T E R D A M

Archief van de. Nederlands Hervormde kerk. te Oud-Vossemeer

Inleiding. Jfnt \pma orgel pan de parochiekerk Et. Georgius te Epierdijk gerestaureerd.

Rapport onderzoek orgels Protestantse Gemeente Soest

van de overdracht en presentatie van het Vollebregt-orgel in de Ned. Herv. Kerk te Sleen op vrijdag 8 mei 1992.

VLAAMSE OVERHEID inventarisatie van het onroerend erfgoed : ORGELS

Een drietal interessante orgels in de hanzestad Zutphen

Eindrapport. Naar aanleiding van de restauratie van het orgel in de Gereformeerde Mariakerk te Vollenhove. Kampen, april 2013 drs. H. G.

ENGELS KOORORGEL GROTE KERK ELST

Administratieve entiteit RUISELEDE Gemeente RUISELEDE Kapel in het klooster der Zusters van O.-L.-Vrouw van VII Weeën (Bruggestraat 29)

Administratieve entiteit ROESELARE Stad ROESELARE Kerk van de Verenigde Protestantse Kerk van België (Jan Mahieustraat 21)

Gemeente BEVEREN aan de IJzer Parochiekerk Sint-Audomarus

Voorgeschiedenis Over het al dan niet aanwezig zijn van een orgel, en zijn historiek, in de oude kerk (dus vóór 1840) zijn geen gegevens voorhanden.

Zaterdag 15 oktober: Landelijke Orgeldag Bergen op Zoom

De renovatie van het orgel in de Marekerk te Leiden

HET INDE NEDERLANDS HERVORMDE KERK TE SLEEN

Bovende details van de kaart van Blaue en de kaart figuratief laten de ingrijpende veranderingen zien na 1654.

Het Orgel in de. St. Martinuskerk te Groningen. thans in de. St. Martinkirche te Beckum, Duitsland

DE HERVORMDE KERK SCHERPENZEEL

Transcriptie:

aa NI lao^o nanvhnaxswo X3H NVA

TEN GELEIDE Het orgel in zijn oorspronkelijke staat in de Hervormde Kapel van Sleen De huidige situatie van ons kerkgebouw dateert van 1867. De oorspronkelijke inrichting is vrijwel compleet bewaard gebleven. Er heeft nooit een echt kerkorgel in het gebouw gestaan. Aanvankelijk is er gebruik gemaakt van een harmonium. Dat is in 1967 vervangen door een electronisch Eminent orgel. Midden 1990 begon dit mankementen te vertonen. De toenmalige kerkenraad besloot toen te onderzoeken of de mogelijkheid bestond dit te vervangen door een pijporgel. Daartoe werd contact opgenomen met de orgelcommissie van de Nederlandse Hervormde Kerk. Gecommitteerde A.van Beek bezocht toen onze kerk en bracht daarover een rapport uit met als bijvoegsel een lijst van orgels die geschikt waren voor onze kerk. De Provinciale Kerkvoogdijcommissie gaf haar goedkeuring over de financiële opzet. In eerste instantie werd orgelmakerij Pels & van Leeuwen ingeschakeld. Zij wisten dat er misschien een Strumphler te koop kwam. Bij nader inzien wilden de eigenaren toch niet verkopen. Toen werd orgelmakerij Reil uit Heerde benaderd over een pijporgel afkomstig uit Sleen. Intussen hadden we Aart Bergwerff aangetrokken als adviseur. Door hem werd een uitvoerig historisch en j technisch rapport opgemaakt en een restauratieplan. Dit resulteerde dat het orgel weer werd ingeschreven als Rijksmonument. Via de gemeente Leerdam werd toen een restauratiesubsidie aangevraagd. Deze werd toegekend dus konden we de fa. Reil opdracht geven met de restauratie te beginnen. Deze is inmiddels voltooid en heeft onze gemeente de beschikking over een monumentaal, historisch pijporgel. Veel dank zijn we verschuldigd aan allen die hieraan meegewerkt hebben, zowel daadwerkelijk als financieel. Maar bovenal zijn we dankbaar dat ons werk gezegend is door de Eeuwige, die we God, onze Vader noemen en dat Hij ons de kracht en de gezondheid heeft geschonken om dit werk te doen. Moge dit prachtige orgel in onze prachtige kerk nog vele jaren juichen ter ere van zijn grote Naam. Kcdichem RStek november 2003 ouderling-kerkvoogd

ORGELS EN ORGANISTEN De sfedlnfel aan de zijkant van de orgetkns Het thans gerestaureerde orgel in de Hervormde kerk te Kedichem is het eerste pijporgel in deze kerk. Vóór het jaar 1895 was er geen orgel in de kerk, en werd de gemeentezang geleid door een voorzanger. In deze situatie kwam verandering toen in 1895 Machiel van Loon werd aangesteld als organist. Van Loon, geboren op 23 september 1874 te Kedichem, werd op vierjarige leeftijd ernstig ziek, met blindheid als gevolg. Tijdens zijn verblijf aan het blindeninstituut te Amsterdam kreeg hij de kans zich in de muziek te bekwamen. Met de benoeming van Van Loon als organist kwam ook het eerste 'orgel' in de kerk: een tweeklaviers Frans drukwindharmonium droeg vanaf dat moment zorg voor de begeleiding van gemeentezang, opgesteld op de huidige balustrade en voorzien van een schijnfront. Van Loon zou uiteindelijk 63 jaar lang als organist verbonden blijven aan de kerk te Kedichem, en overleed op 82- jarige leeftijd. Het harmonium zelf heeft dienst gedaan tot het jaar 1968, en werd in die jaren achtereenvolgens bespeeld door de organisten Guus van de Akker en Ton van de Berg. Tijdens het organistschap van de laatste werd er een electronisch orgel aangeschaft, eveneens geplaatst achter het schijnfront van de balustrade. Het electronicum werd in de jaren na 1968 achtereenvolgens bespeeld door de organisten Bertus van Santen, Wout van Santen en Engeltje Bakker. In het jaar 1987 werd de huidige organist Wim Konijn benoemd, die al die jaren ook leiding gegeven heeft aan de cantorij. In 1996 nam de kerkenraad het besluit om een ander orgel aan te schaffen, bij voorkeur een pijporgel. In januari 1997 werd gestart met de planvorming en de fondswerving, aanvankelijk zonder uitzicht op een te verwerven instrument. Nu, bijna zeven jaar later, vieren we de feestelijke ingebruikneming van het fraaie Gerstenhauer-orgel in deze kerk.

DE LOTGEVALLEN VAN HET 'NIEUWE' ORGEL Aantekening in potlood aangetroffen aan de onderzijde van de vaindla.de: "A. Doornbos te Groningen, vernieuwd den 20 Mei 1921" De geschiedenis van het orgel is lange tijd in nevelen gehuld geweest. In een zoektocht naar een geschikt pijporgel voor Kedichem stuitte ondergetekende op een, toen nog, onbekend orgel in de collectie van orgelmakerij Gebr. Reil te Heerde. Dit instrument was afkomstig uit het kerkgebouw van de Vereniging voor Evangelisatie Bethel te Sleen (Drenthe). Het was daar in 1927 geplaatst. De dispositie van het instrument in Sleen luidde als volgt: Manuaal C-c"} Praestant 8vt discant Holpijp 8vt Octaaf 4vt Speelfluit 4vt Octaaf 2vt Sesquialter II sterk discant Bourdon 16 vt, vanaf c Geen pedaal In maart 1995 werd het orgel door de firma Reil aangekocht, gedemonteerd en opgeslagen in de werkplaats te Heerde. Na onderzoek werd uiteindelijk een groot deel van de historie achterhaald. Het instrument gaf bij zelf één van zijn grootste geheimen prijs; onder de frontstok werd een aantekening in potlood gevonden met jaartal en maker: 1794 / J.M. Gerstenhauer. Hiermee was in ieder geval de orgelkas gedateerd, en bleek deze datering te leiden naar het orgel van de voormalige Hersteld Evangelisch-Lutherse kerk te Medemblik. Het orgel in Medemblik Opgericht in 1672 betrok de Evangelisch-Lutherse gemeente van Medemblik in 1697 een eigen kerk, aan de Pekelharinghaven te Medemblik. In 1775 werd het gebouw tot dubbele grootte herbouwd, en in 1794 voorzien van een orgel, daar geplaatst door Johan Michael Gerstenhauer, orgelmaker te Monnickendam. Op 8 november 1797 sloot de kerkenraad van Medemblik zich aan bij de Hersteld Evangelisch-Lutherse kerk, zoals deze zich in 1791 in Amsterdam had afgescheiden van de Evangelisch- Lutherse kerk. Ruim anderhalve eeuw kende Nederland twee Lutherse kerkgenootschappen, tot aan de hereniging van beide in 1952. Het was deze situatie, welke de Amsterdamse makelaar George Hendricus Broekhuyzen Senior beschreef in zijn dispositieverzameling1, onder Ml8 Medenblik:

Het orgel in de kerk der hersteld lutherscbe gemeente is afkomstig uit den afgebrande kerk te Zuidhoorn; aldaar geplaats in 't jaar 1794 door J.M. Garstenhouwer, orgelmaker te Monnikendam. Heeft 6 stemmen, een handclavier, geen pedaal en twee blaasbalgen. Prestant Holpijp 8vt 8vt Roerfluit Sup.Octaaf 4vt 2vt Quint 3vt Sexqualter 2st voorts tremulant en vcntil Gerstenhauer maakte voor het binnenwerk van het orgel gebruik van ouder pijpwerk, dat volgens de factuur in de dertiger jaren van de achttiende eeuw moet zijn gemaakt. In de jaren na 1794 wordt het orgel onregelmatig onderhouden door Gerstenhauer; voor 't stellen van 't orgel vinden betalingen van kleine bedragen plaats aan de orgelmaker. Na het overlijden van Johan Michael Gerstenhauer in 1818, komt het onderhoud van het orgel in handen van Hermanus Knipscheer I, orgclmaker te Amsterdam. Vanaf het jaar 1819 tot 1834 vindt jaarlijks onderhoud aan het orgel plaats door Knipscheer & Zoon, meestal voor het bedrag van ƒ 7,-. In de jaren na 1834 vindt het onderhoud met grotere intervallen plaats, tot aan 1858. In dit jaar besloot de kerkenraad tot de bouw van een nieuwe kerk en een nieuwe pastorie; dit is des te opmerkelijker wanneer men bedenkt dat de gemeente toen slechts 39 zielen telde, van wie 24 lidmaten! Het orgel wordt gedemonteerd en getransporteerd naar Amsterdam, waar het tijdelijk wordt opgeslagen. Op 6 december 1858 wordt het instrument voor het bedrag van ƒ 2,- per stoomboot van Amsterdam naar Medemblik vervoerd. Op 27 maart 1859 wordt het nieuwe kerkgebouw aan de Westhaven te Medemblik in gebruik genomen, met het oude orgel van Gerstenhauer. De werkzaamheden worden vermoedelijk uitgevoerd door de orgelmakers Flaes en Brünjes te Amsterdam. In de jaren na de overplaatsing wordt het instrument incidenteel onderhouden. In 1878 worden de zorgen over het orgel steeds groter, er is geld nodig voor hoognodige reparatie. De toenmalige predikant ds. Lodewijks had connecties met Pieter Flaes, orgelmaker te Amsterdam. Dit resulteert in de aankoop van een nieuw

Windlade ventielkast voor restauratie orgel voor het bedrag van ƒ 1.625,. Op 18 juli 1880 wordt het nieuwe orgel van Flaes in gebruik genomen. Het orgel na 1880 Het lot van het orgel in de jaren na 1880 is vooralsnog onbekend gebleven. In de periode van 1880 tot 1927 is de geschiedenis van het orgel onbeschreven gebleven. In het jaar 1927 is het orgel aangekocht door de Vereniging voor Evangelisatie Bethel te Sleen (Drenthe), voor plaatsing in het kerkgebouw aldaar. In de notulen van de jaarvergadering van de vereniging van 8 december 1927 wordt namelijk melding gemaakt van de inwijding van het orgel. Nadere details ontbreken echter. Het orgel zou afkomstig zijn Muntendam (Groningen), waar de Vereniging voor Evangelisatie was opgegaan in de Hervormde Gemeente; het orgel werd hierbij verkocht.2 In Muntendam is het orgel vermoedelijk geplaatst door de firma Proper uit Kampen, getuige een aangetroffen vrachtbrief voor het vervoer van Kampen naar Muntendam. De demontage in Muntendam en de plaatsing van het orgel in Slcen is vermoedelijk gedaan door de firma Doornbos, orgelmaker te Groningen. In ieder geval restaureerde Doornbos de windlade in 1921, getuige een aantekening in potlood in de windlade. 3 Mondelinge mededeling van wijlen de heer D. Meijerman, bestuurslid van de Vereniging voor Evangelisatie te Sleen, 20 januari 1979. In Sleen heeft het instrument gefunctioneerd van 1927 tot 1976. In dit jaar werd op verzoek van de eigenaar een voorlopig rapport opgesteld door Willem Hülsmann, namens de Orgelcommissie der Nederlandse Hervormde kerk. Uit dit rapport blijkt dat het instrument toen al onbespeelbaar was, en niet meer functioneerde. Reeds op 20 januari 1977 werd door de orgelmakerij Gebr. Reil te Heerde een offerte uitgebracht voor restauratie van het waardevolle instrument. De Orgelcommissie van de Nederlandse Hervormde kerk dringt sterk aan op behoud en restauratie van het orgel. Het bestuur van de Vereniging neemt dit advies over, en benoemt op 21 november 1977 de heer Aart van Beek tot adviseur. Tijdens een bezoek door Van Beek en de toenmalige rijksorgeladviseur, de heer Onno Wiersma, in september 1978, waren beiden getuige van het feit, dat een werknemer van de firma Johannus (electronische orgels) bezig was het pijpwerk van de windlade te verwijderen om ruimte te creëren voor plaatsing van de geluidsboxen! Uiteindelijk is het in Sleen nooit tot een restauratie gekomen. Het kerkgebouw werd door de Vereniging afgestoten, en verkocht aan een particulier, die het gebouw heeft verbouwd tot woonhuis. Het orgel werd verkocht aan orgelmakerij Gebr. Reil te Heerde, en werd in maart 1995 gedemonteerd en opgeslagen in de werkplaats te Heerde.

DE ORGELMAKER JOHAN MICHAEL GERSTENHAUER Klarifttuttr voor restauratie Geboren in 1751 of 1752 in de omgeving van Erfurt, Thüringen, kwam Gerstenhauer al op jonge leeftijd naar Nederland, om hier het vak van orgelmaker uit te oefenen. Anders dan in Duitsland was het ambacht van orgelmaker in Nederland niet aan privileges gebonden. Bovendien was er in de tweede helft van de achttiende eeuw in Nederland veel werk voor orgelmakers. Gerstenhauer vestigde zich in de Handboogstraat te Amsterdam als Meester orgelmaker, pianomaker en verkoper van piano's. Zijn grootste werk betreft de bouw van een nieuw orgel voor de Grote Kerk te Monnickendam, samen met zijn compagnon Rigter. Op l augustus 1778 nam hij dit werk aan, en vestigde zich kort daarop in Monnickendam. Hieraan refereert ook een betaling in 1798 aan Gerstenhauer voor onderhoud aan het orgel in Medemblik: ƒ 30-, aan de orgelmaker, 'van Dam' gezonden. Evenals bij het Lutherse orgel voor Medemblik gebruikte Gerstenhauer voor het grote orgel in Monnickendam veel pijpwerk van ouder datum: materiaal was in die tijd immers duurder dan arbeid! Na 1780 vervaardigde Gerstenhauer vooral kleinere instrumenten, veelal bestemd voor (schuil )kerken van kleinere kerkgenootschappen. Daarnaast verrichtte hij onderhoudswerkzaamheden aan grotere instrumenten, onder meer aan het orgel in de Grote Kerk te Alkmaar. Het volledige oeuvre van Gerstenhauer is nog niet geheel geduid. Onder de orgels uit de late achttiende en vroege negentiende eeuw van onbekende herkomst in Noord-Holland bevindt zich vermoedelijk nog werk van Gerstenhauer, met de voor zijn instrumenten karakteristieke ronde en vocale klankgeving. Nader onderzoek zal dit uitwijzen. Met de< restauratie van het voormalige orgel van Medemblik is in ieder geval weer een stukje van deze puzzel ingevuld. Gerstenhauer overleed in 1818 tijdens de bouw van een nieuw orgel voor de Hervormde Kerk te Den Burg (Texel).

BESTEMMING KEDICHEM Het pijpwerk zoals het werd aangetroffen Na het besluit in 1996 van de kerkenraad van de Hervormde Gemeente te Kedichem om te komen tot een andere orgelvoorziening in de kerk, wordt ondergetekende in september 1998 verzocht als adviseur op te treden. Na een aantal gebruikte orgels te hebben onderzocht, blijkt het orgel van Sleen het meest geschikt te zijn voor aankoop en plaatsing in Kedichem: afmetingen en verhoudingen lijken te zijn gemaakt voor de situatie in de kerk van Kedichem. Eén en ander resulteert in aankoop van het instrument door de Hervormde gemeente Kedichem, op 7 januari 1999. Nu het orgel van Sleen inmiddels was aangekocht en beschermd was verklaard in de zin van de Monumentenwet, was het zaak de herkomst en geschiedenis van het orgel te duiden. Uitgebreid onderzoek van de technische aanleg van het orgel, van de verschillende onderdelen en vooral van het pijpwerk werd uitgevoerd door orgelmaker, rijksorgcladviseur en adviseur gezamenlijk: Han Reil en Hans Reil namens de orgelmakerij, Rudi van Straten namens de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, en ondergetekende als adviseur. Het formuleren van een gefundeerd uitgangspunt voor de restauratie werd bij dit onderzoek het belangrijkste doel. Uiteindelijk werden na intensief onderzoek de volgende conclusies opgesteld: - Het binnenwerk van het orgel (windlade en pijpwerk) dateert van de eerste helft van de achttiende eeuw, rond het jaar 1735. Vermoedelijk gemaakt voor een kleine schuilkerk in West-Nederland, heeft het orgel de volgende dispositie: Prestant 8vt discant Holpijp 8vt Fluit 4vt Quint 3vt Octaaf 2vt Sesquialter II st., discant Het betreft hier een klein balustrade-orgel met een laagliggende windlade, voorzien van een stekermechaniek. Het orgel wordt aan de achterzijde bespeeld. - Rond het jaar 1760 wordt er een nieuw 4-voets front gemaakt met loze frontpijpen. Het blinderingssnijwerk wordt deels uit het oude front overgenomen, deels wordt het vernieuwd in 'moderne' rococo vormen.

Plaatsing van het pijpwcrk op de lade in de werkplaats van Keil In 1794 wordt het orgel geplaatst in het kerkgebouw van de Hersteld Evangelisch Lutherse gemeente te Medemblik, door de orgelmaker Johan Michaël Gerstenhauer, orgelmaker te Monnickendam. Bij plaatsing in Medemblik wordt het instrument niet gewijzigd. In 1858 wordt het instrument gedemonteerd en verscheept naar Amsterdam. In december van dat jaar wordt het in gewijzigde vorm geplaatst in de nieuwe kerk van de Hersteld Evangelisch Lutherse gemeente. De werkzaamheden worden vermoedelijk uitgevoerd door de orgelmakers Pieter Flaes en Georg Diderich Brünjes te Amsterdam. In een poging het orgel grondtoniger te maken en een meer sonore klank te geven, worden de volgende wijzigingen uitgevoerd: De orgelkas wordt verbreed met twee zijvelden, tot een zevenledig front. De klaviatuur wordt verplaatst naar de zijkant. Een nieuw klavier wordt aangebracht. Speel- en registermechanieken worden vernieuwd. De windvoorziening wordt gewijzigd; een nieuwe magazijnbalg wordt aangebracht. Een extra sleep en pijpstok worden aangebracht op de plaats van de vroegere stekermechaniek. Hierop worden de tonen c t/m c'" van de houten Bourdon lóvt geplaatst. De toonhoogte wordt een halve toon verhoogd. Het groot octaaf van de Holpijp 8vt wordt vernieuwd in eikenhout. Het pijpwerk van de Quint 3vt wordt verschoven tot Prestant 4vt. Nieuwe frontpijpen voor de tonen C t/m fis worden gemaakt. - Na deze wijzigingen blijft het instrument in deze staat bewaard. Nu de geschiedenis van het instrument grotendeels blootgelegd kon worden, blijkt ook dat de dispositie, zoals genoemd in het handschrift van Broekhuyzen (M18 Medenblik), de juiste is geweest, zij het dat het instrument beschreven is vóór de ombouw van 1858. Slechts de toevoeging discant bij de registers Prestant 8vt en Sesquialter II dt. ontbreekt in de beschrijving. Voorts is de door hem genoemde Roerfluit 4vt niet voorzien van roeren, maar een gedekte fluit. Wellicht zijn ook in 1858 nieuwe hoeden gemaakt voor dit register.

RESTAURATIE DOOR ORGELMAKERIJ GEBR. REIL In de werkplaats va-n fa. Reil Alles overziende, op basis van technisch en archivarisch onderzoek, is het uitgangspunt voor de restauratie als volgt gedefinieerd: de dispositie van 1794 wordt geconserveerd, met één aanpassing: handhaving van het register Prestant 4vt (nieuw te maken), waarmee recht wordt gedaan aan de situatie 1858, en waarbij het historische pijpwerk van de Quint 3vt als geheel behouden blijft. Het register Bourdon lóvt komt daarmee te vervallen. De restauratie omvatte de volgende werkzaamheden: Orgelkas Deze werd hersteld en aangepast. Rrimpnaden en scheuren werden gerepareerd. De later toegevoegde overhoekse zijvelden met loze frontpijpen werden verwijderd, de kas werd teruggebracht tot de oorspronkelijke vijfledige frontindeling. De klaviatuur werd aan de voorzijde aangebracht. De kas werd opnieuw geschilderd in een mahoniehouten imitatie door de firma van Zuydam te Hellouw, die ook het blinderingssnijwerk opnieuw van bladgoud voorzag. Windvoorziening Een nieuwe meervouwige balg werd gemaakt, voorzien van een schepbalg met pompinstallatie, en werd geplaatst in de onderkas van het orgel. De windkanalen en de regulatie werden nieuw aangelegd. Een nieuwe kanaaltremulant (Tramblant doux) werd vervaardigd. Een nieuwe ventilator werd geplaatst in een nieuwe dempkist. Windla-de De aanleg van de windlade in zuidelijke stijl werd gehandhaafd. De lade werd volgens deze stijlprincipes gerestaureerd met een nieuw eikenhouten fundamentbord. De inrichting voor zeven registers werd gehandhaafd. De lade werd opnieuw ingericht voor de dispositie na restauratie. Nieuwe conducten werden vervaardigd. Klaviatuur De klaviatuur werd aangebracht in de voorzijde van de orgelkas. Het oude handklavier kon hiermede bewaard blijven, en werd gerestaureerd. De detaillering van de klaviatuur werd uitgevoerd in de stijl van Gerstenhauer: bakstukken, registerknoppen en -schildjes, lessenaar en bank werden in stijl vervaardigd. Een nieuw eikenhouten voetklavier ten

Het pijpwerk is thans als volgt samengesteld, in volgorde op de windlade: Prestant 4vt Reil, 2003 C t/m Fis in het front in de middentoren. G en Gis binnenpijpen, afgevoerd van de lade. A t/m fis in het front, in de zijtorens, g t/m c'" op de windlade. Holpijp 8vt 18C eeuw / Reil 2003 C t/m H nieuwe gedekte pijpen van orgelmetaal, c t/m h" oorspronkelijk, c'" nieuw. Alle pijpen verlengd. Prestant 8vt - 18C eeuw / Reil 2003 discant Omvang: e' t/m e"'. Open metalen pijpen met hoog loodgehalte en dikke wanden, dis' op originele lengte, overige pijpen verlengd, d' nieuw. Octaaf 2vt - 18L eeuw / Reil 2003 c" en a" nieuw, overige pijpen verlengd. Sesquialter - 18 eeuw / Reil 2003 II st. discant Omvang: c' t/m c'". Samenstelling: c' : 2 2/3' l 3/5' 2 2/3'-koor: f" originele lengte, overige pijpen verlengd, c'" nieuw. l 3/5'-koor: c', fis' en e'" nieuw, overige pijpen verlengd. Fluit 4vt 18^ eeuw / Reil 2003 dis" nieuw, overige pijpen verlengd. QuintSvt - 18l eeuw/reil 2003 A originele lengte. C t/m Gis en B nieuw, dis" t/m c'" nieuw, overige pijpen verlengd.

behoeve van het aangehangen pedaal werd gemaakt. Mechanieken Nieuwe speel- en registermechanieken werden in stijl gemaakt. Deze werden op zodanige wijze aangelegd dat een fijnzinnnige speelaard werd verkregen, passend bij de omvang van het orgel. Pijpwerk Het pijpwerk werd geïnventariseerd en gerestaureerd. Het soms zwaar beschadigde pijpwerk werd hersteld: het werd uitgedeukt en opnieuw opgerond, voeten werden hersteld. Stemkrullen,stemranden en zijbaarden werden hersteld. De hoeden van de gedekte pijpen werden opnieuw passend gemaakt. Nieuw pijpwerk werd gemaakt voor de Prestant 4vt, en voor het groot octaaf van de Holpijp 8vt. De frontpijpen werden voorzien van tinfolie; de labia werden verguld. De toonhoogte werd teruggebracht tot de oorspronkelijke toonhoogte van a'= 415 Hz. Het oorspronkelijke pijpwerk bezit een hoog loodgchalte. De nieuwe pijpen werden in deze factuur bijgemaakt. De opsnede van veel pijpen werd verlaagd. De toonhoogte is thans a' =415 Hz. Het orgel is gestemd de Neidhardtstemming. De windtlruk bedraagt 58 mm WK. De klank van het orgel is zeer intens te noemen: rond, vol van resonans, dragend en kernachtig van karakter, zonder geforceerd te zijn. In combinatie met de fraaie akoestiek in het kerkgebouw kan de klank zich volledig op natuurlijke wijze ontplooien, en vult deze de ruimte. COLOFON Het pijwerk in het gerestaureerde orgel Tekst Aart Bergwerff Foto's Aart van Beek Orgelmakerij Gebr. Heil Foto Lemmcn Lity-oiit Ronald Kouwenhoven, Editor redactiebureau, Rotterdam Druk Drukkerij den> Dunnen, Leerdam Uitgave Kerkenraad van de Hervormde Gemeente te Kedichem, ter gelegenheid van de ingebruikneming van het nieuwe orgel. Kedichem, 15 november 2003.