Nederlandse norm Industriële installaties voor warmtebehandelingsprocessen Deel 2: Veiligheidseisen voor verbrandings- en brandstofsystemen NEN-EN 746-2 Industrial thermoprocessing equipment Part 2: Safety requirements for combustion and fuel handling systems december 1998 ICS 25.180.01 Dit document bevat de vertaling in het Nederlands van de Europese norm EN 746-2, maart 1997. De Europese norm EN 746-2 heeft de status van Nederlandse norm. Dit document mag slechts op een stand-alone PC worden geinstalleerd. Gebruik op een netwerk is alleen. toestaan als een aanvullende licentieovereenkomst voor netwerkgebruik met NEN is afgesloten. This document may only be used on a stand-alone PC. Use in a network is only permitted when a supplementary license agreement for us in a network with NEN has been concluded. Normcommissie 341 039 Warmtebehandelingstechniek Auteursrecht voorbehouden. Behoudens uitzondering door de wet gesteld mag zonder schriftelijke toestemming van het Nederlands Normalisatie-instituut niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van fotokopie, microfilm, opslag in computerbestanden of anderszins, hetgeen ook van toepassing is op gehele of gedeeltelijke bewerking. Het Nederlands Normalisatie-instituut is met uitsluiting van ieder ander gerechtigd de door derden verschuldigde vergoedingen voor verveelvoudiging te innen en/of daartoe in en buiten rechte op te treden, voor zover deze bevoegdheid niet is overgedragen c.q. rechtens toekomt aan de Stichting Reprorecht. Hoewel bij deze uitgave de uiterste zorg is nagestreefd, kunnen fouten en onvolledigheden niet geheel worden uitgesloten. Het Nederlands Normalisatie-instituut en/of de leden van de commissies aanvaarden derhalve geen enkele aansprakelijkheid, ook niet voor directe of indirecte schade, ontstaan door of verband houdende met toepassing van door het Nederlands Normalisatie-instituut gepubliceerde uitgaven. 1998 Nederlands Normalisatie-instituut Kalfjeslaan 2, Postbus 5059, 2600 GB Delft, Telefoon (015) 2 690 390, Fax (015) 2 690 190
NEN-EN 746-2:1998 Nederlands voorwoord Voor de in deze norm vermelde andere normen bestaan in Nederland de volgende equivalenten: Vermelde norm Nederlandse norm Titel EN 88 NEN-EN 88 Drukregelaars voor gasverbruikstoestellen met inlaatdrukken tot 200 mbar EN 125 NEN-EN 125 Vlambeveiligingsinrichtingen voor gasverbruikstoestellen Thermo-elektrische ontstekingsbeveiligingen EN 161 NEN-EN 161 Beveiligingsafsluiters voor gasverbruikstoestellen EN 230 NEN-EN 230 Monoblok verstuivingsbranders Inrichtingen voor veiligheid, bewaking en regeling en veiligheidstijden EN 264 NEN-EN 264 Afsluitbeveiligingsinrichting voor met vloeibare brandstoffen gestookte verbrandingsinstallaties Veiligheidseisen en beproevingsmethoden EN 292-1:1991 NEN-EN 292-1:1994 Veiligheid van machines Basisbegrippen, algemene ontwerpbeginselen Deel 1: Basisterminologie, methodologie EN 292-2:1991 NEN-EN 292-2:1994 Veiligheid van machines Basisbegrippen, algemene ontwerpbeginselen Deel 2: Technische beginselen en beschrijvingen EN 298 NEN-EN 298 Branderautomaten voor met gas gestookte atmosferische branders en ventilatorbranders pren 331 NEN-EN 331 ontw. Met de hand bediende kogelkranen en plugkranen met gesloten bodem voor gasinstallaties in gebouwen EN 746-1:1997 NEN-EN 746-1:1997 Industriële installaties voor warmtebehandelingsprocessen Deel 1: Algemene veiligheidseisen EN 751-1 NEN-EN 751-1 Afdichtingsmaterialen voor metallieke schroefdraadverbindingen in contact met gassen van de 1e-, 2e- en 3e-familie en warm water Deel 1: Anaërobe afdichtingsmaterialen EN 982 NEN-EN 982 Veiligheid van machines Veiligheidseisen voor hydraulische en pneumatische systemen en hun onderdelen Hydrauliek EN 983 NEN-EN 983 Veiligheid van machines Veiligheidseisen voor hydraulische en pneumatische systemen en hun onderdelen Pneumatiek pren 10208-1 NEN-EN 10208-1 ontw. Stalen buizen voor leidingen voor brandbare vloeistoffen en gassen Technische leveringsvoorwaarden Deel 1: Buizen van klasse A EN 10208-2 NEN-EN 10208-2 Stalen buizen voor leidingen voor brandbare vloeistoffen en gassen Technische leveringsvoorwaarden Deel 2: Buizen van klasse B pren 10216-1 NEN-EN 10216-1 ontw. Naadloze stalen buizen voor toestellen onder druk Technische leveringsvoorwaarden Deel 1: Niet-gelegeerde staalsoorten met eigenschappen gespecificeerd bij de omgevingstemperatuur pren 10217-1 NEN-EN 10217-1 ontw. Gelaste stalen buizen voor toestellen onder druk Technische leveringsvoorwaarden Deel 1: Niet-gelegeerde staalsoorten met eigenschappen gespecificeerd bij de omgevingstemperatuur ENV 10220 EN 60204-1 NEN-EN 60204-1 Veiligheid van machines Elektrische uitrusting van industriële machines Deel 1: Algemene eisen IEC 364-4-41 IEC 364-4-43 IEC 364-4-442 IEC 364-4-443 IEC 364-4-45 IEC 364-4-46 IEC 364-4-47 IEC 364-4-470 IEC 364-4-471 IEC 364-4-473 ISO 7-1 NEN 3258 Afdichtende pijpschroefdraad ISO 228-1 NEN 176 Bevestigingspijpschroefdraad (niet-afdichtend) Nominale maten NEN 1141 Bevestigingspijpschroefdraad Toleranties ISO 3405 NEN-ISO 3405 Aardolieprodukten Bepaling van de destillatiekromme EN 25817 NEN-ISO 5817 Booglasverbindingen voor staal Smeltlassen Richtlijn voor het vaststellen van het kwaliteitsniveau van onvolkomenheden ISO 7005-1 ISO 7005-2 ISO 7005-3
EUROPESE NORM EUROPÄISCHE NORM EUROPEAN STANDARD NORME EUROPÉENNE EN 746-2 maart 1997 ICS 25.180.01 Trefwoorden: warmtebehandelingsprocessen, verbrandingssystemen, brandstofsystemen Nederlandse versie Industriële installaties voor warmtebehandelingsprocessen Deel 2: Veiligheidseisen voor verbrandings- en brandstofsystemen Industrielle Thermoprozeßanlagen Teil 2: Sicherheitsanforderungen an Feuerungen und Brennstoffführungssysteme Industrial thermoprocessing equipment Part 2: Safety requirements for combustion and fuel handling systems Equipements thermiques industriels Partie 2: Prescriptions de sécurité concernant la combustion et la manutention des combustibles Deze norm is de Nederlandse versie van de Europese norm. Hij is vertaald door het NNI. Hij heeft dezelfde status als de officiële versies. Deze Europese norm is door de CEN aangenomen op 1997-02-15. De CEN-leden zijn verplicht zich te houden aan het huishoudelijk reglement van de CEN/CENELEC, waarin is vastgelegd onder welke voorwaarden aan deze Europese norm, zonder veranderingen, de status van nationale norm moet worden gegeven. Bijgewerkte lijsten van en bibliografische gegevens betreffende zulke nationale normen kunnen op aanvraag worden verkregen bij het centrale secretariaat en bij elk CEN-lid. Deze Europese norm bestaat in drie officiële versies (Duits, Engels, Frans). Een versie in een andere taal die onder verantwoordelijkheid van een CEN-lid in zijn landstaal is gemaakt en die is aangemeld bij het centrale secretariaat, heeft dezelfde status als de officiële versies. CEN Europese commissie voor normalisatie Europäisches Komitee für Normung European Committee for Standardization Comité Européen de Normalisation Centraal Secretariaat: Stassartstraat 36, B-1050 Brussel 1997 Auteursrechten voorbehouden aan de CEN-leden Ref. nr. nl
Blz. 2 (blanco)
Blz. 3 Inhoud blz. Voorwoord 4 0 Inleiding 5 1 Onderwerp en toepassingsgebied 5 2 Normatieve verwijzingen 5 2.1 Groepsverwijzingen 5 2.2 Productverwijzingen 6 3 Definities 6 4 Overzicht gevaren 9 5 Eisen, maatregelen en controlemiddelen inzake veiligheid 11 5.1 Algemeen 11 5.2 Gasvormige brandstoffen 11 5.3 Vloeibare brandstoffen 17 5.4 Vaste brandstoffen 21 5.5 Verschillende brandstoffen 24 5.6 Toevoer van elektriciteit en andere hulpenergie 24 6 Gebruiksinformatie 24 6.1 Opschriften 24 6.2 Gebruikershandleiding 24 Bijlage A (informatief) Indeling 26 Bijlage B (informatief) Berekening van de belasting 28 Bijlage C (informatief) Gebruikte definities 29 Bijlage ZA (informatief) Hoofdstukken van deze Europese norm die fundamentele eisen of andere voorzieningen bevatten uit richtlijnen van de EU 41
Blz. 4 Deze Europese norm is opgesteld door de Technische Commissie CEN/TC 186 Industriële warmteprocessen Veiligheid, waarvan het secretariaat wordt gevoerd door DIN. Deze Europese norm moet de status van nationale norm worden gegeven, hetzij door publicatie van een identieke tekst of door hem ten minste voor 01-09-1997 te erkennen. Nationale normen die ermee in strijd zijn moeten ten minste voor 01-09-1997 worden ingetrokken. De werkgroep die dit deel van EN 746 heeft opgesteld, was samengesteld uit experts uit de volgende landen: België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Deze norm is een deel in een reeks normen over de veiligheid van industriële installaties voor warmtebehandelingsprocessen. Het volledige overzicht van de delen van deze norm volgt hieronder: EN 746 Industriële installaties voor warmtebehandelingsprocessen Deel 1: Algemene veiligheidseisen Deel 2: Veiligheidseisen voor verbrandingsen brandstofsystemen Deel 3: Veiligheidseisen voor bescherm- en reactiegassen Deel 4: Bijzondere veiligheidseisen voor dompelverzinkinstallaties Voorwoord Deel 5: Bijzondere veiligheidseisen voor zoutbad-installaties Deel 6: Bijzondere veiligheidseisen voor installaties voor behandeling in de vloeibare fase Deel 7: Bijzondere veiligheidseisen voor warmte-installaties werkend onder vacuüm Deel 8: Bijzondere veiligheidseisen voor afschrikapparatuur Terwijl deze norm werd opgesteld, is een beoordeling gemaakt van de voorzienbare risico s door het gebruik van de installaties die onder dit deel van EN 746 vallen. Deze Europese norm is opgesteld onder een mandaat dat aan CEN is verleend door de Europese Commissie en de Europese Vrijhandelsassociatie, en steunt fundamentele eisen van richtlijn(en) van de EU. Voor de relatie met Europese richtlijn(en) wordt verwezen naar de informatieve bijlage ZA, die een integraal onderdeel van deze norm is. Volgens de Internal Regulations van de CEN/CENELEC moeten de volgende landen deze Europese norm overnemen: België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, IJsland, Italië, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Portugal, Spanje, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland.
Blz. 5 0 Inleiding Deze norm is opgesteld om een geharmoniseerde norm te worden, die een methode biedt om te voldoen aan de fundamentele veiligheidseisen van de Machinerichtlijn en daarmee verbonden EFTA-regels. De mate waarin gevaren worden afgedekt is aangegeven in het onderwerp en toepassingsgebied van deze norm. Bovendien moeten machines, waar relevant, voldoen aan EN 292 voor risico s die niet door deze norm worden gedekt. Deze Europese norm is een norm van het type C zoals omschreven in EN 292. De behandelde installaties en de mate waarin gevaren worden afgedekt zijn aangegeven in het onderwerp en toepassingsgebied van het onderhavige deel van EN 746. Voor dit deel van EN 746 wordt ervan uitgegaan dat een installatie wordt bediend en onderhouden door daartoe opgeleid personeel. Waar voor de duidelijkheid in de tekst een voorbeeld van een preventieve maatregel wordt gegeven, moet deze niet als de enige mogelijke oplossing worden gezien. Iedere andere oplossing die tot dezelfde beperking van het risico leidt is toelaatbaar indien daarmee een gelijkwaardig veiligheidsniveau wordt bereikt. 1 Onderwerp en toepassingsgebied Dit deel van EN 746 is van toepassing op alle verbrandings- en brandstofsystemen in industriële installaties voor warmtebehandelingsprocessen die voldoen aan de definitie van machines gegeven in 3.1 van EN 292-1:1991, hierna aangeduid als installaties, bijvoorbeeld allerlei soorten ovens, keramiekovens, verwarmingssystemen zoals zoutbaden en smelttanks, en apparatuur zoals geïntegreerde branders en lansen in gietinstallaties, voor panverwarming, enz. Het is van toepassing op het brandstofsysteem in de onmiddellijke nabijheid van de installatie vanaf en met inbegrip van de handbediende hoofdafsluiter van de installatie. Het geeft een opsomming van de gevaren, veiligheidseisen en bijbehorende maatregelen en de instructies voor de gebruiker van het brandstoftoevoeren verbrandingssysteem. Het is van toepassing op alle gasvormige, vloeibare en vaste brandstoffen en combinaties daarvan die met lucht of een ander gas met vrije zuurstof worden verbrand. Dit deel van EN 746 is ook van toepassing op lansen, werktafelbranders, brandergereedschap en andere branders die geen onlosmakelijk onderdeel van de installatie zijn, zelfs al vallen dergelijke branders niet onder het mandaat. Dit deel van EN 746 geeft de eisen waaraan de fabrikant moet voldoen om de veiligheid van personen en eigendommen tijdens ingebruikstelling, opstarten, bediening, stilleggen en onderhoud te waarborgen, ook in het geval van voorzienbare defecten en storingen. Het beschrijft de veiligheidseisen in verschillende stadia van de levensduur van de installatie, het ontwerp, de opdrachtverlening, de bouw en het gebruik. De gevaren die door dit deel van EN 746 worden gedekt, zijn opgesomd in hoofdstuk 4. Dit deel van EN 746 is van toepassing op apparatuur die na de uitgiftedatum van deze norm op de markt wordt gebracht. Dit deel van EN 746 is niet van toepassing op maar kan wel als naslaginformatie dienen voor: gasbranders voor lassen, snijbranden en daaraan verwante processen; ketelinstallaties; omgevingsverwarming van welke aard ook; de opslag van brandstof; industriële voedselverwerking. 2 Normatieve verwijzingen Deze Europese norm bevat bepalingen uit andere publicaties door middel van gedateerde of ongedateerde verwijzingen. Deze normatieve verwijzingen zijn op passende plaatsen in de tekst aangehaald en de publicaties zijn hierna opgesomd. In geval van gedateerde verwijzingen zijn latere toevoegingen aan en herzieningen van deze publicaties alleen van toepassing op deze Europese norm indien hierin opgenomen door middel van toevoeging of herziening. Bij de ongedateerde verwijzingen is de laatste druk van de publicatie waarnaar is verwezen van toepassing. 2.1 Groepsverwijzingen EN 292-1:1991 Veiligheid van machines Basisbegrippen, algemene ontwerpbeginselen Deel 1: Basisterminologie, methodologie EN 292-2:1991 Veiligheid van machines Basisbegrippen, algemene ontwerpbeginselen Deel 2: Technische beginselen en beschrijvingen EN 60204-1 Veiligheid van machines Elektrische uitrusting van industriële machines Deel 1: Algemene eisen (IEC 204-1:1992, gewijzigd) IEC 364-4-41 Electrical installations of buildings Chapter 41: Protection against electrical shock IEC 364-4-43 Electrical installations of buildings Chapter 43: Protection against overcurrent IEC 364-4-47 Electrical installations of buildings Chapter 47: Application of protective measures for safety Section 470: General Section 471: Measures of protection against electric shock IEC 364-4-442 Electrical installations of buildings Chapter 44: Protection against overvoltages Section 442: Protection of lowvoltage installations against faults between high-voltage systems and earth IEC 364-4-443 Electrical installations of buildings Chapter 44: Protection against overvoltages Section 443: Protection against overvoltages of atmospheric origin or due to switching IEC 364-4-473 Electrical installations of buildings Chapter 47: Appplication of protective
Blz. 6 measures for safety Section 473: Measures of protection against overcurrent IEC 364-4-45 Electrical installations of buildings Chapter 45: Protection against undervoltage IEC 364-4-46 Electrical installations of buildings Chapter 46: Isolation and switching 2.2 Productverwijzingen EN 88 Drukregelaars voor gasverbruikstoestellen met inlaatdrukken tot 200 mbar EN 125 Vlambeveiligingsinrichtingen voor gasverbruikstoestellen Thermo-elektrische ontstekingsbeveiligingen EN 161 Beveiligingsafsluiters voor gasverbruikstoestellen EN 230 Monoblok verstuivingsbranders Inrichtingen voor veiligheid, bewaking en regeling en veiligheidstijden EN 264 Afsluitbeveiligingsinrichting voor met vloeibare brandstoffen gestookte verbrandingsinstallaties Veiligheidseisen en beproevingsmethoden EN 298 Branderautomaten voor met gas gestookte atmosferische branders en ventilatorbranders pren 331 Met de hand bediende kogelkranen en plugkranen met gesloten bodem voor gasinstallaties in gebouwen EN 746-1:1997 Industriële installaties voor warmtebehandelingsprocessen Deel 1: Algemene veiligheidseisen EN 751 Afdichtingsmaterialen voor metallieke schroefdraadverbindingen in contact met gassen van 1e, 2e en 3e-familie en warm water EN 982 Veiligheid van machines Veiligheidseisen voor hydraulische en pneumatische systemen en hun onderdelen Hydrauliek EN 983 Veiligheid van machines Veiligheidseisen voor hydraulische en pneumatische systemen en hun onderdelen Pneumatiek pren 10208-1 Stalen buizen voor leidingen voor brandbare vloeistoffen en gassen Technische leveringsvoorwaarden Deel 1: Buizen van klasse A EN 10208-2 Stalen buizen voor leidingen voor brandbare vloeistoffen Technische leveringsvoorwaarden Deel 2: Buizen van klasse B pren 10216-1 Naadloze stalen buizen voor toestellen onder druk Technische leveringsvoorwaarden Deel 1: Niet-gelegeerde staalsoorten met eigenschappen specificeerd bij de omgevingstemperatuur pren 10217-1 Gelaste stalen buizen voor toestellen onder druk Deel 1: Niet-gelegeerde staalsoorten met eigenschappen specificeerd bij de omgevingstemperatuur ENV 10220 Naadloze en gelaste stalen buizen Afmetingen en massa s per lengte EN 25817 Booglasverbindingen in staal Richtlijn voor het vaststellen van kwaliteitsniveaus voor onvolkomenheden (ISO 5817:1992) ISO 7-1 ISO 228-1 ISO 3405 ISO 7005-1 ISO 7005-2 ISO 7005-3 3 Definities Pipe threads where pressure-tight joints are made on the threads Part 1: Dimensions, tolerances and designation Pipe threads where pressure-tight joints are not made on the threads Part 1: Dimensions, tolerances and designation Petroleum products Determination of distillation characteristics Metallic flanges Part 1: Steel flanges Metallic flanges Part 2: Cast iron flanges Metallic flanges Part 3: Copper alloy and composite flanges In het kader van deze norm gelden de volgende definities. OPMERKING 1 Bijlage A bevat een classificatie van installaties, brandstoffen en branders. OPMERKING 2 Informatieve bijlage C bevat een alfabetisch overzicht van de definities met kruisverwijzingen in Duits, Engels, Frans en Nederlands. 3.1 luchtoevoerbewaking: Een inrichting waarmee het bestaan van een toereikende luchttoevoer wordt vastgesteld. 3.2 luchtdrukbewaking: Een inrichting waarmee het bestaan van een toereikende luchtdruk wordt vastgesteld. 3.3 lucht-brandstofverhouding: De verhouding, in een mengsel, van het massadebiet aan verbrandingslucht tot het massadebiet aan brandstof. 3.4 alternerende waakvlam: Een waakvlam voor het aansteken van de hoofdbrander, die wordt gedoofd aan het einde van de aansteektijd van de hoofdbrander en weer wordt ontstoken juist voordat de hoofdbrander door een regelstop wordt uitgeschakeld. 3.5 automatische brander: Een brander die is uitgerust met automatische ontsteking, vlambeveiliging en branderregeling. Ontsteking, vlambeveiliging en het aan/uitschakelen van de brander geschieden automatisch. De belasting van de brander kan tijdens bedrijf hetzij automatisch hetzij handmatig worden ingesteld. 3.6 brander: Een verbrandingssysteem dat van één enkel systeem van beveiligingsafsluiters afhankelijk is. 3.7 branderbelasting: De maximale belasting van de brander, uitgedrukt op basis van de calorische onderwaarde. 3.8 omloopleiding: Een leiding waarlangs brandstof voorbij een regelinrichting wordt gevoerd om de toevoer onafhankelijk van de werking van die regelinrichting te doen zijn. 3.9 calorische waarde: De hoeveelheid warmte die bij verbranding vrijkomt per eenheid van volume of massa van de brandstof onder een constante druk van 1 013 mbar. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de calorische bovenwaarde (waarbij het water dat bij het verbrandingsproces wordt gevormd, verondersteld wordt te condenseren) en de calorische onderwaarde. 3.10 verbrandingsruimte: Dat deel van de installatie waarin de verbranding zich voor het belangrijkste deel afspeelt. 3.11 condensaatafvoerleiding: Een leiding die ontworpen is om condensaat uit het laagste punt van een gasstraat op te vangen en af te voeren.
Blz. 7 3.12 overlopende branders: Een groep branders die zo is ontworpen dat door hun onderlinge nabijheid en relatieve positie de ontsteking van alle branders kan worden bewerkstelligd wanneer één brander wordt ontstoken. 3.13 verrijkte lucht: Lucht met een zuurstofconcentratie van meer dan 21 % (en gewoonlijk minder dan 27 %), hetgeen door de toevoeging van zuurstof of door de verwijdering van stikstof wordt bereikt. 3.14 explosie-/overdrukbeveiliging: Een onderdeel, bijvoorbeeld een flens, met daarin een schijf die is ontworpen om op veilige wijze te openen bij een abnormale toename van de inwendige druk. 3.15 totale sluittijd van de vlambeveiliging: Periode die begint met het signaal dat de vlam is uitgegaan en eindigt met de volledige afsluiting van de brandstoftoevoer. 3.16 filter/zeef; zeef/filter: Onderdeel dat vuildeeltjes tegenhoudt die anders storingen in het systeem zouden kunnen veroorzaken. 3.17 vlamwegval: Het verdwijnen van de vlam van de normale detectieplaats door een andere oorzaak dan het spanningsvrij maken van de beveiligingsafsluiters. 3.18 vlambeveiliging: Een onderdeel dat reageert op eigenschappen van de vlam, dat de aanwezigheid van een verwachte vlam detecteert en dat bij mislukken van de ontsteking of bij daarop volgende vlamwegval voor blokkering en vergrendeling zorgt. Zij bestaat uit een vlamwaarnemer, een versterker en een relais voor signaaloverdracht. Deze onderdelen, met als mogelijke uitzondering de vlamwaarnemer, kunnen in één behuizing zijn ondergebracht om samen met een branderbesturingseenheid te functioneren. 3.19 vlamwaarnemer: Het onderdeel dat de vlam feitelijk waarneemt en waarvan het uitgangssignaal dient als ingangsinformatie voor de vlamversterker. 3.20 vlamdover: Een onderdeel dat in een leiding waardoor gas of een gas/luchtmengsel stroomt, wordt aangebracht om passage van een eventuele vlam die die leiding volgt, te verhinderen. 3.21 wervelbedverbranding: Een verbrandingssysteem waarbij brandstof wordt gedispergeerd en zwevend wordt verbrand op een bewegend bed van inerte deeltjes. De deeltjes worden in beweging gehouden door een opwaartse luchtstroom die tevens de voor verbranding benodigde lucht levert. 3.22 ventilatorbrander: Een brander waarin de verbrandingslucht met een ventilator wordt toegevoerd. 3.23 gastoevoerbewaking: Een inrichting waarmee het bestaan van een toereikende gastoevoer wordt vastgesteld. 3.24 gasverdeelbuis: Een onderdeel van een gastoevoer dat gas naar een aantal afzonderlijke branders of inspuiters leidt. 3.25 gasdrukbewaking: Een inrichting waarmee het bestaan van een toereikende gasdruk wordt vastgesteld. 3.26 drukregelaar: Onderdeel dat de uitlaatdruk binnen vaste grenzen constant houdt, onafhankelijk van veranderingen binnen gegeven grenzen van de inlaatdruk en/of het debiet. 3.27 gesorteerde brandstof: Vaste brandstof in de vorm van blokken, die volgens hun grootte zijn ingedeeld. 3.28 roosterbrander: Een systeem voor de verbranding van vaste brandstoffen waarbij de brandende brandstof op een metalen rooster ligt. 3.29 hoge-temperatuursinstallatie: Installatie die werkt bij temperaturen van meer dan 750 C op de wanden van de verbrandingsruimte en/of de procesruimte. 3.30 ontsteking: Het initiëren van de verbranding van een brandstof/lucht-mengsel door het inzetten van een veel kleinere energiebron. OPMERKING Waar sprake is van verbrandingslucht, worden ook gasvormige oxidantia bedoeld (bijvoorbeeld: zuurstof, of met zuurstof verrijkte lucht). 3.31 aansteekbrander: Een brander waarvan de vlam is bedoeld om een andere brander aan te steken. 3.32 veiligheidstijd: Periode die begint met de opening van de brandstoftoevoer tijdens de opstartprocedure en die, bij afwezigheid van een vlam, eindigt met het sluiten van de brandstoftoevoer. 3.33 brander met geforceerde trek: Een brander waarin de verbrandingslucht wordt toegevoerd door deze met mechanische hulpmiddelen, gewoonlijk een ventilator, de verbrandingsruimte in te zuigen. 3.34 beginkookpunt: De temperatuuraanwijzing die te zien is op het moment dat de eerste druppel condensaat van het onderste uiteinde van de condenseerleiding valt (zie ISO 3405). 3.35 afblindschijf: Een afdichtplaat die is aangebracht in plaats van een brandstofvoerend onderdeel dat uit een brandstofcircuit is verwijderd. 3.36 lekdichtheidsbeveiliging: Middel om het correct gesloten zijn van de startbrandstofkleppen en/of de hoofdbrandstofkleppen te controleren, en waarmee: a) kleine brandstoflekkages kunnen worden gedetecteerd, bijvoorbeeld met drukbewaking; b) kleine lekkages veilig kunnen worden afgevoerd, bijvoorbeeld met een gasslot met sluitpositieschakelaars om de brandstofleiding te sluiten, en een derde afsluiter met openingspositieschakelaar om het gedeelte binnen het gasslot veilig af te blazen. 3.37 inslag: De onbedoelde verplaatsing van het vlamfront naar een plaats stroomopwaarts van zijn positie bij normale werking. 3.38 aansteeklans: Een brander die met de hand wordt vastgehouden en die gebruikt wordt om een andere brander aan te steken. 3.39 vloeibaar aardoliegas (LPG): Handelsbutaan, handelspropaan of een mengsel van die twee. 3.40 vergrendeling: Een automatische afsluiting van de brandstoftoevoer naar de brander, die alleen door handmatig ingrijpen kan worden opgeheven. 3.41 lage-temperatuursinstallatie: Installatie die werkt bij temperaturen tot 750 C op de wanden van de verbrandingsruimte en/of de procesruimte. 3.42 onderste brandbaarheidsgrens: De laagste concentratie van een brandstof in lucht waarbij het lucht/ brandstofmengsel brandbaar is. 3.43 hoofdvlam: Een vlam, niet zijnde de startvlam, op de hoofdbrander. 3.44 stabilisatieperiode van de hoofdvlam: Een periode gedurende welke de hoofdbrandstofklep(pen) geopend mag/mogen zijn voordat de waakvlam wordt gedoofd en voordat de vlambeveiliging alleen nog de hoofdvlam moet controleren.
Bestelformulier Stuur naar: NEN Standards Products & Services t.a.v. afdeling Klantenservice Antwoordnummer 10214 2600 WB Delft NEN Standards Products & Services Postbus 5059 2600 GB Delft Vlinderweg 6 2623 AX Delft Ja, ik bestel ex. NEN-EN 746-2:1998 nl Industriële installaties voor warmtebehandelingsprocessen - Deel 2: Veiligheidseisen voor verbrandingsen brandstofsystemen 94.29 T (015) 2 690 390 F (015) 2 690 271 www.nen.nl/normshop Wilt u deze norm in PDF-formaat? Deze bestelt u eenvoudig via www.nen.nl/normshop Gratis e-mailnieuwsbrieven Wilt u op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen op het gebied van normen, normalisatie en regelgeving? Neem dan een gratis abonnement op een van onze e-mailnieuwsbrieven. www.nen.nl/nieuwsbrieven Gegevens Bedrijf / Instelling T.a.v. O M O V E-mail Klantnummer NEN Uw ordernummer BTW nummer Postbus / Adres Postcode Plaats Telefoon Fax Factuuradres (indien dit afwijkt van bovenstaand adres) Postbus / Adres Postcode Plaats Datum Handtekening Retourneren Fax: 015 2 690 271 E-mail: klantenservice@nen.nl Post: NEN Standards Products & Services, t.a.v. afdeling Klantenservice Antwoordnummer 10214, 2600 WB Delft (geen postzegel nodig). Voorwaarden De prijzen zijn geldig tot 31 december 2018, tenzij anders aangegeven. Alle prijzen zijn excl. btw, verzend- en handelingskosten en onder voorbehoud bij o.m. ISO- en IEC-normen. Bestelt u via de normshop een pdf, dan betaalt u geen handeling en verzendkosten. Meer informatie: telefoon 015 2 690 391, dagelijks van 8.30 tot 17.00 uur. Wijzigingen en typefouten in teksten en prijsinformatie voorbehouden. U kunt onze algemene voorwaarden terugvinden op: www.nen.nl/leveringsvoorwaarden. LEREN, WERKEN EN GROEIEN MET NEN preview - 2018