Gebruiks- en montage-aanwijzing

Vergelijkbare documenten
Gebruiks- en montagehandleiding

Gebruiks- en montage-aanwijzing

Gebruiks- en montage-aanwijzing

Gebruiks- en montage-aanwijzing

Gebruiks- en montage-aanwijzing

Gebruiks- en montage-aanwijzing

Gebruiks- en montage-aanwijzing Koelkasten

Gebruiks- en montagehandleiding Koelapparaat

Gebruiks- en montage-aanwijzing

Gebruiks- en montage-aanwijzing

Gebruiks- en montage-aanwijzing

Gebruiks- en montage-aanwijzing Koelkasten

Gebruiks- en montagehandleiding Koeltoestel

Gebruiks- en montage-aanwijzing

Gebruiks- en montage-aanwijzing

UKS140-8RVA+ Onderbouw koelkast Gebruiksaanwijzing

Gebruiksaanwijzing XKM RS232. nl-nl. M.-Nr


Gebruiks- en montage-aanwijzing

Gebruiks- en montage-aanwijzing

Gebruiks- en montage-aanwijzing

Gebruiks- en montage-aanwijzing

Gebruiks- en montage-aanwijzing

Gebruiks- en montagehandleiding Koelapparaten

Gebruiks- en montage-aanwijzing

Gebruiks- en montage-aanwijzing Koelkast

Gebruiks- en montage-aanwijzing

Gebruiks- en montage-aanwijzing

Gebruiks- en montage-aanwijzing

Gebruiks- en montage-aanwijzing

Gebruiks- en montage-aanwijzing

Gebruiks- en montage-aanwijzing

Gebruiks- en montagehandleiding Koelapparaat

Gebruiks- en montage-aanwijzing

Gebruiks- en montage-aanwijzing

Gebruiks- en montage-aanwijzing Koelkast

Gebruiks- en montage-aanwijzing

Keramische kookplaten KM 6220 / 6223 / 6224 / 6226 KM 6227 / 6229 / 6230

Gebruiks- en montagehandleiding Koelapparaat

Keramische kookplaten KM 6200 / 6202 / 6203 KM 6204 / 6206 / 6207 / 6208 KM 6212 / 6213 / 6215 / 6216

Gebruiks- en montage-aanwijzing

GEBRUIKSAANWIJZING Opzetkoelvitrine Model KATRIN Order nr

Gebruiks- en montage-aanwijzing Wijnkast

Gebruiksaanwijzing RTW100

Gebruiks- en montage-aanwijzing

THERMO-ELEKTRISCHE WIJNKLIMAATKAST & KOELKAST. Model: DX-68 COMBO (Mini Bar) Gebruiksaanwijzing

Gebruiks- en montage-aanwijzing

Gebruiks- en montage-aanwijzing

12/2014. Mod: DRINK-38/SE. Production code: CEV425

Gebruiks- en montagehandleiding Koelapparaat

Gebruiks- en montage-aanwijzing

GEBRUIKSAANWIJZING (NL)

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL

ONDERHOUD EN REINIGING VAN HET APPARAAT

Gebruiks- en montage-aanwijzing Diepvrieskast

Gebruiks- en montage-aanwijzing

Gebruiks- en montage-aanwijzing Koelkast

Elektrische kippengrills

Waarschuwingen. 1 Waarschuwingen. 1.1 Algemene veiligheidswaarschuwingen. 1.2 Aansprakelijkheid van de fabrikant

GEBRUIKSAANWIJZING (NL)

Gebruiks- en montagehandleiding Koelapparaat

GEBRUIKSAANWIJZING Opzetkoelvitrine model SOPHIE 120 order no model SOPHIE 160 order no

Gebruiks- en montage-aanwijzing

Productinformatieblad

ONDERHOUD EN REINIGING VAN HET APPARAAT VERVANGEN VAN HET LAMPJE OF DE LED

AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE

Gebruiks- en montage-aanwijzing voor de koel-vriescombinatie

Productinformatieblad

AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE

Uw gebruiksaanwijzing. SAMSUNG RS23KGRS

Gebruiks- en montagehandleiding Koelapparaat

Gebruiksaanwijzing en montagehandleiding

Gebruiks- en montage-aanwijzing Wijnklimaatkast

C40. Compressor Cooler Instruction Manual 4. Kompressor-Kühlbox Bedienungsanleitung 11. Glacière à compression Notice d emploi 18

Gebruiks- en montage-aanwijzing

Gebruiks- en montage-aanwijzing

ONDERHOUD EN REINIGING VAN HET APPARAAT VERVANGEN VAN HET LAMPJE OF DE LED

Gebruiks- en montage-aanwijzing

GEBRUIKSAANWIJZING WAND AFZUIGKAPPEN

Inbouwhandleiding. voor koel-vriescombinatie NoFrost Pagina CN/CBNes

Productinformatieblad

Bedienungsanleitung Elektrischer Kamin KH 1117 Istruzioni per l'uso Camino elettrico KH 1117 Mode d'emploi Cheminée électrique KH 1117

Gebruiks- en montagehandleiding Warmhoudlade

BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT

Gebruiks- en montage-aanwijzing

PERFECTCOOL Gebruikershandleiding

551 mm. 497 mm. 20 mm. 447 mm. 455 mm. min. 450 mm. 595 mm. 8 mm 600 mm. min. 550 mm B X2

Uw gebruiksaanwijzing. ZANUSSI ZK630LN 09O

Gebruiks- en montagehandleiding Koelapparaat

Gebruiks- en montage-aanwijzing

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *

GEBRUIKSAANWIJZING. Model nr.: *

Gebruiks- en montagehandleiding Koelapparaat

Gebruiks- en montagehandleiding Koelapparaat

Gebruiks- en montageaanwijzing Koel-vriescombinatie

Gebruiks- en montage-aanwijzing Koelkast

Wijnkast. Wijnkast. Downloaded from WAARSCHUWING:

TDS 20/50/75/120 R. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer

Handleiding. AirQlean H luchtfiltersysteem voor montage aan het plafond

Gebruiks- en montagehandleiding Koeltoestel

Transcriptie:

Gebruiks- en montage-aanwijzing voor de koelkasten K 9123 Ui Lees beslist de gebruiksaanwijzing nl-nl voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. M.-Nr. 09 265 360

Inhoud Beschrijving van het apparaat...4 Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu...5 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen....6 Het besparen van energie...11 Het in- en uitschakelen van het apparaat...12 Voor het eerste gebruik...12 Bij langere afwezigheid...12 De juiste temperatuur...13...indekoelzone...13 Temperatuuraanduiding...13 Het instellen van de temperatuur....13 De functie "Superkoeling"...15 Het opslaan in de koelzone....16 Gedeelten met verschillende temperaturen...16 Koelste gedeelte in de koelzone...16 Minst koele gedeelte in de koelzone...16 Niet geschikt voor de koelkast....17 Waar u in de winkel al op moet letten...17 Afdekken of niet?...17 Groenten en fruit...17 Dierlijke en plantaardige levensmiddelen...18 Vlees...18 Eiwitrijke levensmiddelen...18 Het indelen van de binnenruimte...19 Rekjes...19 Uittrekbare laden...19 Groente- en fruitvak... 20 Het automatisch ontdooien....21 Het ontdooien van de koelzone...21 Het reinigen van het apparaat....22 Vòòr het reinigen...22 Het reinigen van de binnenruimte en de onderdelen...23 Het reinigen van de luchttoevoer- en luchtafvoerroosters.... 24 Het reinigen van de deurdichting...24 Na het reinigen...24 Nuttige tips...25

Inhoud Geluiden en de oorzaken ervan...27 Afdeling Klantcontacten / Garantie...28 Elektrische aansluiting...29 Montage-instructies....30 Plaats van opstelling...30 Klimaatklasse...30 Luchttoevoer en luchtafvoer...30 Voordat u het apparaat inbouwt...30 Afmetingen van het apparaat...31 Het inbouwen van het apparaat...32 Gewicht van de meubeldeur...32 Het onderbouwen van het apparaat...32 Het stellen van het apparaat...33 Het bevestigen van het apparaat in de inbouwkast...35 Het monteren van de meubeldeur....35 U kunt er zeker van zijn dat het apparaat goed is ingebouwd, als:...38 Het instellen van de deurdichting...38 Het verstellen van de deurhoek...39 Het stellen van de deur....40

Beschrijving van het apparaat a Aan / Uit - toets b Temperatuurtoets c Temperatuuraanduiding d Superkoeling toets met controlelampje e Bedieningspaneel f Uittrekbare koelwagen met verstelbare deur g Verplaatsbare rekjes h Uittrekbare laden i Binnenverlichting j Flessenvak k Gootje voor het dooiwater en afvoeropening voor het dooiwater l Opslagruimte in de bodem m Groente- en fruitvak n Ventilatieroosters 4

Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu Het verpakkingsmateriaal De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen omdat dit het milieu relatief weinig belast en kan worden hergebruikt. Door hergebruik van verpakkingsmateriaal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd. Uw vakhandelaar neemt de verpakking in het algemeen terug. Het afdanken van het apparaat Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw oude apparaat bij het gewone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder uw oude apparaat dan ook nooit samen met het gewone afval, maar lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elektronische apparatuur. Het afgedankte apparaat moet tot die tijd buiten het bereik van kinderen worden opgeslagen. Let erop dat de buisleidingen van uw apparaat niet worden beschadigd, wanneer dit wordt weggebracht om op vakkundige wijze en zonder het milieu al te veel schade te berokkenen te worden verschroot. Dan kan men er zeker van zijn dat koelmiddelen die zich in het koelsysteem bevinden en de olie die zich in de compressor bevindt niet in het milieu terechtkomen. 5

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Deze koelkast voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalingen. Ondeskundig gebruik kan echter persoonlijk letsel of beschadiging van het apparaat tot gevolg hebben. Lees deze gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. Hierin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot inbouw, veiligheid, gebruik en onderhoud. Bewaar deze gebruiksaanwijzing en geef deze door aan de eventuele volgende eigenaar van het apparaat! Efficiënt gebruik ~ Deze koelkast is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk of vergelijkbaar gebruik. Deze koelkast is uitsluitend bestemd voor gebruik binnenshuis. Deze koelkast is uitsluitend bestemd voor het koelen en bewaren van levensmiddelen. Gebruik voor andere doeleinden is ontoelaatbaar en kan gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die is ontstaan door gebruik voor andere doeleinden dan hier aangegeven of door een foutieve bediening. ~ Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van het apparaat niet in staat zijn om het veilig te bedienen, mogen het alleen gebruiken als ze onder toezicht staan van of worden geïnstrueerd door een verantwoordelijk persoon. Wanneer er kinderen in huis zijn ~ Kinderen vanaf acht jaar mogen het apparaat zonder toezicht gebruiken, maar alleen als ze weten hoe het werkt en wat voor gevaar zij lopen wanneer ze het fout bedienen. ~ Kinderen onder de acht jaar mogen alleen in de buurt van het apparaat komen als ze constant onder toezicht staan. ~ Wanneer er kinderen in de buurt van het apparaat zijn, houd ze dan goed in de gaten. Zorg ervoor dat ze er niet mee gaan spelen, in de uittrekbare koelwagen gaan zitten of eraan gaan hangen. 6

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Technische veiligheid ~ Controleer vóórdat het apparaat wordt ingebouwd, of het zichtbaar beschadigd is. Een beschadigd apparaat mag niet in gebruik worden genomen. ~ Deze koelkast bevat het koelmiddel isobutaan (R600a). Dit is een natuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het gas is niet schadelijk voor de ozonlaag en versterkt het broeikaseffect niet, maar het gebruik van dit koelmiddel heeft er wel toe geleid dat het apparaat meer lawaai maakt wanneer het aanstaat. Behalve de geluiden van de compressor kunnen er dan in het hele koelsysteem stromingsgeluiden optreden. Deze effecten zijn helaas niet te vermijden, maar hebben geen negatieve invloed op de capaciteit van het apparaat. Let er bij het transport en bij de plaatsing van de koelkast op dat er geen onderdelen van het koelsysteem worden beschadigd. Vrijkomend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken. Wordt het koelsysteem toch beschadigd: vermijd dan open vuur of andere brandhaarden, trek de stekker uit het stopcontact, ~ Hoe meer koelmiddel een koelapparaat bevat, des te groter moet het vertrek zijn waarin dit apparaat wordt geplaatst. Wanneer het vertrek te klein is kan zich bij een eventuele lek een brandbaar mengsel van gas en lucht vormen. Per 8 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m 3 groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel van dit apparaat staat op het typeplaatje in de binnenkant van het apparaat. ~ Deze koelkast moet precies volgens de gebruiksaanwijzing worden gemonteerd en aangesloten. ~ Vergelijk vòòrdat u de koelkast aansluit de aansluitgegevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet. Deze gegevens moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elektricien. ~ Deze koelkast mag niet op het elektriciteitsnet worden aangesloten via meervoudige stopcontacten of via verlengsnoeren die daarvoor niet geschikt zijn. Gebeurt dat wel, dan bestaat er gevaar voor oververhitting. ~ Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een erkend vakman / vakvrouw worden vervangen. lucht het vertrek waar het apparaat staat enkele minutenlang door en neem contact op met de afdeling Klantcontacten. 7

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ De elektrische veiligheid van dit apparaat is uitsluitend gegarandeerd als dit wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsbepalingen is geïnstalleerd. Laat de huisinstallatie bij twijfel door een erkend vakman / vakvrouw inspecteren. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijv. een elektrische schok). ~ Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen worden vervangen. Alleen van deze Miele-onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij volledig voldoen aan de veiligheidseisen die wij stellen aan onze apparaten en onderdelen daarvan. ~ Dit apparaat mag niet op een nietstationaire locatie (bijv. op een schip) worden gebruikt. ~ Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door een erkend vakman / vakvrouw worden uitgevoerd. Gebeurt dat niet, dan kan de gebruiker risico's lopen waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk is. ~ Reparaties mogen tijdens de garantieperiode alleen door een technicus van Miele worden uitgevoerd. Gebeurt dat niet, dan vervalt de garantie. ~ Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mag er geen elektrische spanning op het apparaat staan. Dat is het geval als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan: als de hoofdschakelaar van de huisinstallatie is uitgeschakeld, of als de stekker uit het stopcontact is getrokken. Daarbij mag alleen aan de stekker en niet aan de aansluitkabel worden getrokken. 8

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Verdere tips voor het gebruik ~ Bewaar geen stoffen in het apparaat die drijfgassen of andere verstuivingsmiddelen bevatten. Wanneer de thermostaat wordt ingeschakeld kunnen vonken ontstaan. Deze kunnen licht ontvlambare producten tot explosie brengen. ~ Gebruik geen elektrische apparaten in dit apparaat, bijv. voor het maken van ijs. Doet u dat wel, kunnen er vonken ontstaan en bestaat er gevaar voor een explosie. ~ Wanneer u levensmiddelen eet die te lang zijn bewaard, loopt u het risico om voedselvergiftiging op te doen. De bewaartijd hangt van vele factoren af, zoals de versheid en kwaliteit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop ze worden bewaard. Neem de bewaartips van de levensmiddelenfabrikanten in acht en houd in de gaten tot welke datum de levensmiddelen uiterlijk houdbaar zijn. ~ Dek de roosters in de sokkel niet af om te voorkomen dat de luchtgeleiding geblokkeerd raakt, waardoor het stroomverbruik stijgt en bepaalde onderdelen van het apparaat beschadigd kunnen raken. ~ Het apparaat heeft een bepaalde klimaatklasse. De klimaatklasse is een kamertemperatuurbereik waar de temperatuur niet boven of onder mag liggen en staat aangegeven op het typeplaatje aan de binnenkant van uw apparaat. Een te lage temperatuur heeft tot gevolg dat het apparaat voor langere tijd afslaat zodat het de vereiste temperatuur niet kan aanhouden. ~ Gebruik voor het reinigen van het apparaat nooit een stoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met spanningsvoerende delen van het apparaat en zo kortsluiting veroorzaken. ~ Plaats dranken met een hoog alcoholpercentage alleen rechtop en altijd goed gesloten in het apparaat in verband met explosiegevaar. ~ Behandel de deurdichting niet met olie of vet om te voorkomen dat deze in de loop van de tijd poreus wordt. ~ Bevinden zich vet- of oliehoudende levensmiddelen in de koelkast, let er dan op dat er geen vet of olie uitloopt om te voorkomen dat er scheuren in het kunststof ontstaan. 9

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Wat te doen wanneer u het apparaat afdankt ~ Maak het slot onbruikbaar, zodat kinderen niet in het apparaat ingesloten raken en in levensgevaar komen. ~ Beschadig geen delen van het koelsysteem, bijv. door koelmiddelkanalen van de vriesplaten open te prikken; buisleidingen om te buigen; beschermende lagen af te krabben. Spuit er koelmiddel uit, kan dat oogletsel veroorzaken. Worden de veiligheidsinstructies niet opgevolgd, dan kan de fabrikant niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is. 10

Normaal energieverbruik Te hoog energieverbruik Plaats van het apparaat In geventileerde ruimtes In gesloten, niet geventileerde ruimtes Blootgesteld aan zonnestralen Niet blootgesteld aan zonnestralen Temperatuurinstelling in standen Temperatuurinstelling in graden Digitale weergave Dagelijks gebruik Ontdooien Niet naast een warmtebron (verwarming, fornuis) Bij een kamertemperatuur van ca. 20 C Ventilatie-openingen niet blokkeren en regelmatig stofvrij maken Bij een instelling van èèn van de middelste standen: 2 of 3. Opslagzone: 8 tot 12 C Koelzone: 4 tot 5 C PerfectFresh-zone: ca. 0 C Diepvrieszone: -18 C Wijnopslagzone: 10 tot 12 C Plaatsing van de plateaus en vakken zoals bij levering Open de deur alleen indien nodig en zo kort mogelijk. Leg de levensmiddelen bij het inruimen meteen op de goede plek. Laat warme levensmiddelen eerst buiten het apparaat afkoelen. Leg de levensmiddelen alleen afgedekt of verpakt in het apparaat. Leg ingevroren producten in de koelzone wanneer ze moeten ontdooien. Belaad de vakken niet te vol zodat de lucht kan circuleren. Ontdooi het diepvriesgedeelte wanneer er een ijslaag van maximaal 0,5 cm in zit. Het besparen van energie Naast een warmtebron (verwarming, fornuis) Bij een hoge omgevingstemperatuur Hoe hoger de stand, hoe lager de temperatuur, des te hoger het energieverbruik Bij apparaten met winterschakeling: schakel deze bij omgevingstemperaturen lager dan 16 C of 18 C uit. Deur vaak en lang openen betekent koudeverlies Moet u lang zoeken, dan blijft de deur te lang openstaan. Warme levensmiddelen laten de motor langer werken voor de vereiste temperatuur. Wanneer vloeibare stoffen in de koelzone condenseren neemt de koelcapaciteit af. Een ijslaag bemoeilijkt het invriezen en bewaren van producten en daardoor stijgt het energieverbruik. 11

Het in- en uitschakelen van het apparaat Voor het eerste gebruik ^ Trek de beschermfolies van het apparaat. De temperatuuraanduiding geeft de gewenste temperatuur aan. Het apparaat begint te koelen. Wanneer de deur wordt geopend gaat de binnenverlichting aan. Het uitschakelen van het apparaat In het apparaat zit een transportbeveiliging aan de achterwand. ^ Trek de uittrekbare laden naar buiten totdat u weerstand voelt. ^ Klap de transportbeveiliging opzij en haal deze uit het apparaat. ^ Reinig de binnenkant van het apparaat en de toebehoren. Gebruik daarvoor lauwwarm water met een beetje reinigingsmiddel. ^ Wrijf daarna alles met een doek droog. Het inschakelen van het apparaat ^ Druk op de Aan/Uit toets totdat de temperatuuraanduiding gaat branden. ^ Druk op de Aan/Uit toets totdat de temperatuuraanduiding uitgaat. De koeling is uitgeschakeld. De binnenverlichting gaat uit. Bij langere afwezigheid Wanneer u het apparaat vrij lange tijd niet meer gebruikt, doe dan het volgende. ^ Schakel het apparaat uit. ^ Trek de stekker uit het stopcontact of schakel de hoofdschakelaar uit. ^ Reinig het apparaat. ^ Laat de uittrekbare koelwagen van het apparaat een beetje openstaan om te voorkomen dat er luchtjes ontstaan. Wordt het apparaat in zulke gevallen wel uitgeschakeld, maar niet gereinigd en niet opengezet, bestaat het gevaar dat zich schimmel vormt. 12

De juiste temperatuur Het is voor de houdbaarheid van de levensmiddelen zeer belangrijk dat de juiste temperatuur wordt ingesteld. Door micro-organismen bederven de levensmiddelen erg snel. De temperatuur beïnvloedt de snelheid waarmee de micro-organismen groeien. Hoe lager de temperatuur, des te langer het duurt voordat de levensmiddelen bederven. Wanneer u voor het bewaren van levensmiddelen de juiste temperatuur instelt kunt u daarmee bederf voorkomen of vertragen. De temperatuur in het apparaat wordt hoger, naarmate de deur van het apparaat vaker wordt geopend en de deur langer geopend blijft; er meer levensmiddelen worden opgeslagen; de temperatuur van de net opgeslagen levensmiddelen hoger is; de omgevingstemperatuur hoger is. Dit apparaat is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse. Een klimaatklasse is een temperatuurbereik, waarbinnen de kamertemperatuur zich moet bewegen en waar deze niet boven of onder mag liggen....indekoelzone Voor het midden van de koelzone adviseren wij een koeltemperatuur van 4 C. Temperatuuraanduiding De temperatuuraanduiding op het bedieningspaneel geeft altijd de gewenste temperatuur aan. De temperatuur is instelbaar van 1 C tot en met 9 C. Het instellen van de temperatuur ^ Druk zo vaak op de temperatuurtoets, totdat de gewenste temperatuur in de temperatuuraanduiding verschijnt. Wanneer u voor het eerst drukt, dan knippert de temperatuurwaarde die u het laatst heeft ingesteld. Wanneer u op de toets blijft drukken, verandert de temperatuurwaarde continu. Is de stand 9 C bereikt, dan wordt weer met 1 C begonnen. Het apparaat neemt de nieuw gekozen temperatuurwaarde na een tijdje automatisch over. De temperatuur die voor de koelzone is ingesteld brandt nu. Binnen een temperatuurbereik (bijv. tussen de 5 en 3 C) kan een iets lagere temperatuur worden ingesteld. ^ Druk zo vaak op de temperatuurtoets, totdat in de temperatuuraanduiding 5 C verschijnt. 13

De juiste temperatuur ^ Druk nog eens ca. 5 seconden op de temperatuurtoets. De lagere temperatuur wordt overgenomen, maar dat is in de temperatuuraanduiding niet zichtbaar. 14

De functie "Superkoeling" Het gebruik van de superkoeling Met behulp van de functie "Superkoeling" daalt de temperatuur in de koelzone zeer snel zo laag mogelijk. Hoe laag hangt van de kamertemperatuur af. Het gebruik van de superkoeling is vooral dan aan te raden, wanneer u grote hoeveelheden verse levensmiddelen of drank opslaat en snel wilt laten afkoelen. Het inschakelen van de superkoeling ^ Druk op de Superkoeling - toets. Het controlelampje van deze toets gaat branden. De temperatuur in het apparaat daalt en de koelcapaciteit van het apparaat is maximaal. Het uitschakelen van de superkoeling De superkoeling wordt automatisch na ca.6-12uuruitgeschakeld. Het controlelampje gaat uit. De koelcapaciteit van het apparaat is weer normaal. Om energie te besparen kunt u de superkoeling zelf uitschakelen zodra de levensmiddelen of dranken koel genoeg zijn. ^ Druk op de Superkoeling - toets. Het controlelampje van deze toets gaat uit. De koelcapaciteit van het apparaat is weer normaal. 15

Het opslaan in de koelzone In dit apparaat (inclusief het groente- en fruitvak en het flessenvak) kan 20 kg levensmiddelen worden opgeslagen. Gedeelten met verschillende temperaturen Door de natuurlijke luchtcirculatie ontstaan er in de koelzone gedeelten met verschillende temperaturen. Zo zakt de koude, zware lucht in het onderste gedeelte van het apparaat. Maak bij het inruimen van de levensmiddelen gebruik van deze verschillende temperaturen. Koelste gedeelte in de koelzone Het koelste gedeelte in de koelzone bevindt zich direct boven het groente- en fruitvak. Gebruik dit gedeelte voor alle levensmiddelen die niet lang houdbaar zijn, zoals: vis, vlees, gevogelte; worst, kant-en-klaar-gerechten; levensmiddelen waar eieren of room in zijn verwerkt; alle soorten deeg; melkproducten; in folie verpakte, voorgesneden groente en in het algemeen alle verse groenten waarvan de houdbaarheidsdatum alleen geldt bij een temperatuur van minstens 4 C. Minst koele gedeelte in de koelzone Het minst koele gedeelte in de koelzone bevindt zich helemaal bovenin aan de voorkant. Gebruik dit gedeelte voor het opslaan van boter zodat deze smeerbaar blijft en voor kaas zodat deze zijn aroma niet verliest. Bewaar geen stoffen in het apparaat die drijfgassen of andere verstuivingsmiddelen bevatten in verband met explosiegevaar. Plaats dranken met een hoog alcoholpercentage alleen rechtop en altijd goed gesloten in het apparaat in verband met explosiegevaar. Bevinden zich vet- of oliehoudende levensmiddelen in het apparaat, zorg er dan voor dat er geen vet of olie uitloopt om te voorkomen dat er scheuren in het kunststof ontstaan. Zet de levensmiddelen niet tegen de achterwand om te voorkomen dat ze eraan vastvriezen. Leg de levensmiddelen niet te dicht op elkaar, zodat de lucht goed kan circuleren. 16

Het opslaan in de koelzone Niet geschikt voor de koelkast Koudegevoelige levensmiddelen zijn niet geschikt om bij temperaturen onder de 5 C te worden bewaard. Citrusvruchten krijgen een harde schil, sinaasappels verliezen daarbij ook nog hun aroma, evenals tomaten; aubergines worden bitter en aardappels zoet. Tot de koudegevoelige levensmiddelen behoren onder andere: Ananas, avocado s, bananen, citrusvruchten zoals citroenen, sinaasappels, mandarijnen en grapefruits, granaatappelen, mango s, meloenen, papaja s en passievruchten Fruit dat nog niet rijp is Aubergines, courgettes, komkommers, paprika s en tomaten Aardappels Parmezaanse kaas Waar u in de winkel al op moet letten Levensmiddelen blijven langer bewaard naarmate ze verser zijn op het moment dat ze in de koelzone worden gelegd. De versheid is bepalend voor de bewaartijd. Het is daarom belangrijk dat de tijd tussen het kopen en het inruimen van levensmiddelen zo kort mogelijk is. Laat ze niet te lang in een warme auto liggen. Al na twee uur neemt de versheid af en begint het bederf. Het bederf is dan niet meer te stoppen. Afdekken of niet? Bewaar levensmiddelen in de koelzone alleen afgedekt of verpakt. Zo voorkomt u dat er levensmiddelenluchtjes vrijkomen en op andere levensmiddelen worden overgedragen. Tevens voorkomt u dat de levensmiddelen uitdrogen en dat mogelijk aanwezige bacteriën zich verspreiden. Als u de juiste temperatuur instelt en de koelzone regelmatig reinigt vermeerderen bacteriën zoals salmonella's zich minder snel. Groenten en fruit Groenten en fruit kunnen echter onverpakt in het groente- en fruitvak worden bewaard. Let er echter op dat niet alle groenteen fruitsoorten samen in één vak kunnen worden bewaard. In de eerste plaats kunnen smaak en geur worden overgedragen (zo nemen wortels snel de smaak en geur van uien aan) en in de tweede plaats zijn er levensmiddelen die een natuurlijk gas (ethyleen) afscheiden, waar andere levensmiddelen heel gevoelig op reageren en daardoor veel sneller bederven. Voorbeelden van groenten en fruit die veel natuurlijke gassen afscheiden: Bonen, appels, abrikozen, peren, nectarines, perziken, pruimen, avocado's, vijgen, bosbessen en meloenen. 17

Het opslaan in de koelzone Voorbeelden van groenten en fruit die erg gevoelig reageren op gassen van andere groente- en fruitsoorten: Broccoli, bloemkool, spruitjes, komkommers, tomaten, appels, peren, honingmeloenen, abrikozen, nectarines, perziken, kiwi's en mango's Voorbeeld: Appels en broccoli kunnen niet samen in één vak worden opgeslagen, omdat appels veel natuurlijk gas afscheiden en broccoli op dit soort gas zeer gevoelig reageert. Broccoli is daardoor veel minder lang houdbaar. Dierlijke en plantaardige levensmiddelen Wanneer u dierlijke en plantaardige levensmiddelen niet verpakt, bewaar ze dan in ieder geval apart. Daarmee voorkomt u dat er microbiologische veranderingen optreden en er ziektekiemen ontstaan. Vlees Bewaar vlees onverpakt. Is het vlees verpakt of zit het in een bakje, open dan verpakking of bakje. Het oppervlak van het vlees wordt dan sneller droog, de kans dat zich ziektekiemen vormen wordt dan kleiner en het vlees is dan langer houdbaar. Er zijn echter bepaalde vleessoorten die niet onverpakt bij elkaar kunnen worden bewaard. Gebeurt dat wel dan dragen de vleessoorten ziektekiemen over en bederft het vlees eerder dan nodig is. Eiwitrijke levensmiddelen Hoe meer eiwit levensmiddelen bevatten, des te sneller bederven ze. Dat betekent dat schaaldieren sneller bederven dan vis en dat vis weer sneller bederft dan vlees. Flessen Flessen van max. 34 cm hoogte kunt u rechtop in het flessenvak zetten. 18

Het indelen van de binnenruimte Rekjes De uittrekbare laden zijn voorzien van verplaatsbare rekjes. Haal de voorste en achterste rekjes alleen uit het apparaat wanneer u ze wilt reinigen. Het risico dat het glas in de bodem van de lade wordt meegetrokken, valt en breekt, moet zo klein mogelijk worden gehouden. De middelste rekjes kunt u altijd verplaatsen. Uittrekbare laden Het verwijderen van de laden De laden zijn via rolgeleiders in- en uitschuifbaar. U kunt ze er ook helemaal uithalen. Dat is makkelijker als u de laden wilt reinigen of er levensmiddelen in wilt leggen of er uithalen. Haal de laden van de rolgeleiders af, voordat u ze uit elkaar gaat halen. Leg ze ergens neer op een zachte ondergrond, bijv. op een theedoek. Zie hoofdstuk: "Het reinigen van het apparaat". ^ Trek de bovenste lade voor ¾ en de onderste lade naar voren tot u weerstand voelt. ^ Pak de middelste rekjes rechts en links vast en trek ze er voorzichtig uit. ^ Verplaats ze naar voren of naar achteren. ^ Pak de laden achter aan de zijkanten vast, til ze iets op en haal ze uit het apparaat. 19

Het indelen van de binnenruimte Schuif de rolgeleiders daarna weer naar binnen om te voorkomen dat ze beschadigd raken. Groente- en fruitvak Het groente- en fruitvak heeft een uitneembare scheidingswand. Let er bij het reinigen van het apparaat op dat het speciale vet in de rolgeleiders er niet wordt uitgewassen en reinig deze daarom alleen met een vochtige doek. Het terugplaatsen van de laden ^ Zorg ervoor dat de rolgeleiders helemaal naar binnen zijn geschoven. ^ Zet de laden op de rolgeleiders. ^ Schuif de laden terug in het apparaat totdat ze hoorbaar vastklikken. ^ Trek de wand er uit wanneer u meer ruimte in het vak wilt hebben. 20

Het automatisch ontdooien Het ontdooien van de koelzone Terwijl de koelkast in werking is, kunnen zich aan de achterwand van de koelzone rijp en waterpareltjes vormen. Deze hoeft u niet te verwijderen, want de koelzone wordt automatisch ontdooid. Het dooiwater loopt via het gootje voor het dooiwater en via de afvoeropening voor het dooiwater in het verdampingssysteem aan de achterkant van het apparaat. Let erop dat het dooiwater altijd ongehinderd weg kan lopen. Houd het gootje en de afvoeropening voor het dooiwater daarom schoon. 21

Het reinigen van het apparaat Let erop dat er geen water in de temperatuurregelaar en in de verlichting terechtkomt. Zorg ervoor dat er geen reinigingswater door de afvoeropening voor het dooiwater loopt. Gebruik geen stoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met delen van het apparaat die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken. Het typeplaatje in de binnenruimte van het apparaat mag niet worden verwijderd. De gegevens zijn nodig in het geval er een storing optreedt. Om beschadigingen aan het oppervlak te voorkomen, mag u de volgende producten bij het reinigen niet gebruiken: zuur-, soda-, ammoniak- of chloridehoudende reinigingsmiddelen; kalkoplossende reinigingsmiddelen; schurende reinigingsmiddelen zoals schuurpoeder; oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen; reinigingsmiddelen voor roestvrij staal; reinigingsmiddelen voor vaatwerk; ovensprays; glasreinigingsmiddelen; schurende artikelen zoals schuursponsjes, borsteltjes of puimsteentjes; vlekkensponsjes; scherpe metalen schrapers. Vòòr het reinigen ^ Schakel het apparaat uit. ^ Trek de stekker uit het stopcontact of schakel de hoofdschakelaar uit. ^ Haal alle levensmiddelen uit het apparaat en sla deze op een koele plaats op. ^ Haal alle uitneembare onderdelen uit het apparaat. Het demonteren van de uittrekbare laden De uittrekbare laden bestaan uit verschillende delen. De bodem bestaat uit een stuk glas. Neem bij de reiniging van dit glas dezelfde instructies in acht die voor alle andere oppervlakken gelden. Gebruik geen schuursponsjes of schuurborsteltjes en geen scherpe schrapers, want deze artikelen veroorzaken krassen en door krassen kan het glas scheuren. Leg het glas op een plek waar het niet kan breken. 22

Het reinigen van het apparaat Haal de uittrekbare laden van de rolgeleiders af voordat u ze uit elkaar gaat halen. ^ Haal de laden uit het apparaat. Zie hoofdstuk: "Het indelen van de binnenruimte". ^ Leg ze ergens neer op een zachte ondergrond, bijv. op een theedoek. ^ Pak de rekjes rechts en links a vast en trek ze er voorzichtig uit. ^ Trek de houders b van de staafjes c af. ^ Trek de zijgedeelten d van de glazen bodem af. Na het reinigen zet u de laden in omgekeerde volgorde weer in elkaar. Het reinigen van de binnenruimte en de onderdelen ^ Reinig het apparaat minstens 1xin de maand. ^ Gebruik lauwwarm water met wat reinigingsmiddel. ^ Reinig de uitneembare onderdelen met de hand, want deze mogen niet in de afwasautomaat worden gereinigd. ^ Reinig het gootje en de afvoeropening voor het dooiwater regelmatig met een wattenstaafje of iets dergelijks, zodat het dooiwater altijd ongehinderd weg kan lopen. ^ Reinig de rolgeleiders waar de laden op rusten met een vochtige doek. Let er bij het reinigen op dat het speciale vet in de rolgeleiders er niet wordt uitgewassen. ^ Neem de binnenruimte en de onderdelen na het reinigen met helder water af en droog alles met een doek. ^ Laat de uittrekbare koelwagen van het apparaat korte tijd openstaan. 23

Het reinigen van het apparaat Het reinigen van de luchttoevoer- en luchtafvoerroosters ^ Reinig deze roosters regelmatig met een kwast of een stofzuiger. Wanneer er zich stof ophoopt, wordt er onnodig veel energie verbruikt. Het reinigen van de deurdichting Behandel de deurdichting niet met olie of vet om te voorkomen dat deze in de loop van de tijd poreus wordt. Na het reinigen ^ Plaats alle uitneembare onderdelen weer terug in het apparaat. ^ Sluit de uittrekbare koelwagen. ^ Sluit het apparaat weer aan ^ en schakel het weer in. ^ Schakel de superkoeling in, zodat het in het apparaat weer snel koud wordt. ^ Leg de levensmiddelen weer terug in het apparaat. ^ Sluit de koelwagen. ^ Reinig de deurdichting regelmatig alleen met helder water en wrijf deze daarna met een doek grondig droog. 24

Nuttige tips Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Gebeurt dit niet, dan kan de gebruiker grote risico s lopen. Een aantal storingen kunt u echter zelf verhelpen. Wat moet u doen, wanneer...... het apparaat het niet doet? ^ Controleer of: het apparaat is ingeschakeld, in welk geval de temperatuuraanduiding moet branden; de stekker stevig in het stopcontact zit; de hoofdschakelaar van de elektrische huisinstallatie is ingeschakeld. Is dit laatste het geval, is dit koude-apparaat, een ander apparaat of de spanning defect. ^ Neem dan contact op met afdeling Klantcontacten van Miele Nederland.... devrieskast het niet doet, maar de temperatuuraanduiding wel brandt? De demofunctie is geactiveerd. Hiermee kan de vakhandel het apparaat presenteren zonder de koeling in te hoeven schakelen. Voor particulier gebruik is deze functie niet relevant. ^ Schakel de demofunctie uit. Zie hoofdstuk: "Informatie voor de vakhandel"....detemperatuur in de koelzone te laag is? ^ Stel een hogere temperatuur in. ^ Controleer of de superkoeling nog is ingeschakeld. Deze wordt na 6 tot 12 uur automatisch uitgeschakeld.... het apparaat vaker en voor langere tijd aanslaat? ^ Controleer of: de ventilatieroosters beneden in de sokkel geblokkeerd of stoffig zijn; de koelwagen van het apparaat vaak open en dicht is gedaan; er ineens grote hoeveelheden verse levensmiddelen in het apparaat zijn gelegd; de koelwagen van het apparaat goed dicht zit.... een lade niet helemaal naar buiten kan worden geschoven? De rolgeleiders zijn geblokkeerd. ^ Trek de lade er met enige krachtsinspanning uit. De rolgeleiders zijn niet meer geblokkeerd....debodem van de koelzone nat is? De afvoeropening voor het dooiwater is verstopt. ^ Reinig het gootje en de afvoeropening voor het dooiwater. 25

Nuttige tips...debinnenverlichting in de koelzone het niet meer doet? ^ Controleer of de koelwagen van het apparaat ca. 15 minuten heeft opengestaan. De verlichting wordt in zo n geval automatisch uitgeschakeld. Heeft de koelwagen niet zo lang opengestaan en doet de temperatuuraanduiding het wel, dan is de verlichting kapot. ^ Neem contact op met de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland. De LED-verlichting mag alleen door onze technici worden gerepareerd en vervangen. Doet u het zelf, dan loopt u het risico zich te verwonden of het apparaat te beschadigen, daar zich onder de afdekking onderdelen bevinden waar spanning op staat. Kunt u een storing ook met bovengenoemde tips niet verhelpen, neem dan contact op met de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland. Open als het mogelijk is de deur van het apparaat niet vóórdat de storing is verholpen. Op deze manier houdt u het koudeverlies zo gering mogelijk. De afdekking mag niet worden verwijderd. Mocht de afdekking zijn beschadigd of verwijderd, let dan op! Er komen laserstralen klasse 1M vrij, die u niet met optische instrumenten zoals een loep mag bekijken. 26

Geluiden en de oorzaken ervan Vaak voorkomende geluiden Brrrrr... Blub, blub... Klik... Sssrrrrr... Knak... Waar komen deze geluiden vandaan? Dit brommende geluid komt van de motor (compressor). Wanneer de motor aanslaat klinkt dit geluid nog iets sterker. Deze klotsende, gorgelende of snorrende geluiden komen van de koelvloeistof die door de leidingen stroomt. Dit klikkende geluid is altijd te horen wanneer de thermostaat de motor in- of uitschakelt. Dit ruisende geluid is te horen bij apparaten die over verschillende zones of over een no-frost-systeem beschikken en wordt veroorzaakt door de luchtstroming in de binnenruimte van het apparaat. Het knakken is altijd dan te horen, wanneer het materiaal in het apparaat uitzet. Bedenk dat dit soort geluiden niet te vermijden zijn. Geluiden die makkelijk te verhelpen zijn Klapperende en rammelende geluiden Wat is de oorzaak van deze geluiden en wat kunt u daartegen doen? Het apparaat staat niet waterpas: Stel het apparaat met behulp van een waterpas. Gebruik de stelvoeten onder het apparaat of leg er iets onder. Het apparaat komt tegen andere meubels of apparaten aan: Schuif het apparaat een eindje weg. Plateaus, vakken, laden of andere uitneembare onderdelen van het apparaat zitten niet goed op hun plaats: Zet ze weer goed. In het apparaat staan flessen of andere gebruiksvoorwerpen tegen elkaar aan: Zorg ervoor dat ze niet meer tegen elkaar aankomen. De transportkabelhouder hangt nog aan de achterkant van het apparaat: Verwijder de kabelhouder. 27

Afdeling Klantcontacten / Garantie Neem bij storingen die u niet zelf kunt verhelpen contact op met uw Miele-handelaar of de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland B.V. Telefoonnummer en adres van Miele Nederland B.V. vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing. Geef bij het inschakelen van de afdeling Klantcontacten altijd het type en het nummer van het apparaat door. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje in de binnenruimte van het apparaat. Voor informatie over het Miele Service Verzekering Certificaat kunt u zich wenden tot uw Miele-vakhandelaar of de bijgevoegde folder raadplegen. Garantietermijn en garantievoorwaarden De garantietermijn bedraagt 2 jaar. Voor nadere bijzonderheden over de garantievoorwaarden kunt u bellen met de afdeling Klantcontacten. 28

Elektrische aansluiting Dit apparaat mag alleen door een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Dit apparaat is voorzien van een aansluitkabel en een stekker met randaarde, geschikt voor aansluiting op 50 Hz 220-240 V. Dit apparaat mag uitsluitend worden aangesloten op een contactdoos met randaarde. Het is het beste wanneer de contactdoos zich naast het apparaat bevindt en u er gemakkelijk bij kunt. Dit apparaat mag uitsluitend op een huisinstallatie worden aangesloten die volgens NEN 1010 is geïnstalleerd. De installatiegroep dient met een 10 A-zekering te worden gezekerd. In de EU-voorschriften geeft men ter verhoging van de veiligheid het advies om de huisinstallatie van een aardlekschakelaar te voorzien. Het apparaat mag niet op omvormers worden aangesloten die bij autonome stroomvoorzieningen zoals zonneenergie worden gebruikt. Wanneer het apparaat in dat geval wordt ingeschakeld, kunnen er spanningspieken ontstaan, kan het apparaat om veiligheidsredenen weer worden uitgeschakeld en kan de elektronica beschadigd raken. Het apparaat mag ook niet met een energievoorkeurstekker worden gebruikt. Het is mogelijk dat er in dat geval te weinig energie naar het apparaat wordt toegevoerd en dat componenten in het apparaat te warm worden. Het is niet toegestaan om het apparaat met een verlengsnoer op het elektriciteitsnet aan te sluiten. Met verlengsnoeren kan een veilig gebruik van het apparaat namelijk niet worden gewaarborgd in verband met het gevaar voor oververhitting. Moet er aan de aansluiting op het elektriciteitsnet of aan de aansluitkabel iets worden veranderd dan mag dat uitsluitend door een erkend bedrijf gebeuren. 29

Montage-instructies Een apparaat dat niet is ingebouwd kan kantelen! Plaats van opstelling Kies geen plaats direct naast een fornuis, een verwarming of in de buurt van een raam waar de zon direct doorheen kan schijnen. Hoe hoger de omgevingstemperatuur is, des te langer het apparaat staat te ronken en des te hoger het stroomverbruik is. Geschikt is een droge ruimte waar kan worden geventileerd. Klimaatklasse Het apparaat is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse. Een klimaatklasse is een kamertemperatuurbereik waarbinnen de temperatuur zich moet bewegen en waar deze niet boven of onder mag liggen. De klimaatklasse van het apparaat staat aangegeven op het typeplaatje aan de binnenkant van uw apparaat. Luchttoevoer en luchtafvoer De lucht aan de achterwand van het apparaat wordt warm. Daarom moet de meubelombouw zodanig zijn geconstrueerd dat een goede luchttoevoer en luchtafvoer gewaarborgd zijn. De lucht wordt toe- en afgevoerd via de sokkel van het apparaat. Deze mag dus niet worden afgedekt of geblokkeerd. Bovendien moeten de luchttoevoeren luchtafvoerroosters regelmatig stofvrij worden gemaakt. Voordat u het apparaat inbouwt ^ Verwijder de kabelhouder van de achterwand van het apparaat. ^ Controleer of de delen aan de achterwand van het apparaat nergens tegenaan kunnen komen. Buig eventueel in de weg zittende delen voorzichtig weg. Klimaatklasse SN N ST T Kamertemperatuur +10 C tot +32 C +16 C tot +32 C +16 C tot +38 C +16 C tot +43 C Een te lage kamertemperatuur heeft tot gevolg dat het apparaat voor langere tijd afslaat. Dat heeft weer tot gevolg dat de temperaturen in het apparaat te hoog zijn. Dat kan er zelfs toe leiden dat de ingevroren producten beginnen te ontdooien. 30

Afmetingen van het apparaat De sokkelhoogte B ontstaat door verschillende onderbouwhoogten: Bij een nishoogte van 820 mm is de sokkelhoogte 100-170 mm. De sokkelhoogte hangt af van de hoogte van de frontplaat van het meubel. Bij een nishoogte van 870 mm is de sokkelhoogte 150-220 mm. De sokkelhoogte hangt af van de stand van de stelvoeten onder het apparaat en de hoogte van de frontplaat van het meubel. A = Nishoogte B = Hoogte van het sokkelpaneel van het meubel C = Hoogte van de meubeldeur D = Hoogte van het uitgesneden sokkelpaneel van het meubel A B C D 820 mm 100 mm 716 mm 100 mm 820 mm 170 mm 646 mm 100 mm 870 mm 150 mm 716 mm 150 mm 870 mm 220 mm 646 mm 150 mm 31

Het inbouwen van het apparaat Gewicht van de meubeldeur Controleer voordat u de meubeldeur monteert of deze het maximaal toelaatbare gewicht niet overschrijdt. Apparaat K 9123 Ui 10 Maximaal gewicht van de meubeldeur in kg Wanneer er een meubeldeur wordt gemonteerd die het maximaal toelaatbare gewicht overschrijdt, kunnen de rolgeleiders beschadigd raken. Voor het inbouwen van het apparaat hebt u nodig: een sleufschroevendraaier, Torx schroevendraaiers in verschillende maten: Torx 15 en 25, een zeskantige sleutel en een zeskantige inbussleutel. Het onderbouwen van het apparaat Schroef de beide achterste stelvoeten met een halve omdraaiing los, voordat u het apparaat in de onderbouwkast schuift. Daarna kunt u de stelvoeten aan de voorkant makkelijker instellen. Zie paragraaf: "Het stellen van het apparaat". Schuif het apparaat uitsluitend met bijna geheel naar binnen gedraaide stelvoeten in de onderbouwkast om te voorkomen dat ze afbreken en de kast beschadigen. Let er bij het naar binnen schuiven op dat de elektrische kabel niet beklemd raakt. Let erop dat u ook na het inbouwen altijd bij het stopcontact kunt komen. Heeft de onderbouwkast een gevoelige ondergrond, schuif het apparaat dan voorzichtig naar binnen om beschadigingen te voorkomen. 32

Het inbouwen van het apparaat ^ Leg de elektrische kabel zo, dat u het apparaat na het inbouwen gemakkelijk op het elektriciteitsnet kunt aansluiten. ^ Schuif het apparaat nu in de onderbouwkast. ^ Stel het apparaat zo, dat over de hele breedte tussen het apparaat en de voorkant van de zijwanden van de kast een afstand wordt aangehouden van 42 mm. Bij meubels met deurelementen zoals deurbeslagen, deurstuiters en stootblokjes moet rekening worden gehouden met de afmetingen van deze elementen, zodat ook hier over de hele voorkant een afstand van 42 mm kan worden aangehouden. ^ Trek het apparaat naar voren en wel zover als de extra afmeting van de deurelementen. Tip: Wanneer u de deurelementen verwijdert, kunt u er zeker van zijn dat de meubeldeur parallel loopt met de meubeldeuren daarnaast. Wordt er tussen het apparaat en de voorkant van de zijwanden van de kast geen afstand van 42 mm aangehouden, gaat de deur misschien niet goed dicht. Dat kan ertoe leiden dat zich ijs of condenswater vormt en dat er storingen optreden in de werking van het apparaat. Het stellen van het apparaat ^ Pak het sokkelpaneel aan de zijkanten vast en haal het er af. Is de onderbouwhoogte 820 mm, dan hoeven de stelvoeten niet naar buiten te worden gedraaid. Is de onderbouwhoogte meer dan 820 mm, dan moeten de stelvoeten naar buiten worden gedraaid. Bij een onderbouwhoogte van bijv. 870 mm is dat ca. 50 mm. ^ Draai de stelvoeten indien nodig naar buiten, afhankelijk van de onderbouwhoogte. ^ Stel het apparaat waterpas. Er mag geen spleet zitten tussen de bovenkant van het apparaat en de onderkant van het werkblad. Ga daarvoor als volgt te werk: ^ Verstel de beide achterste stelvoeten via de schroeven a rechts en links vooraan in de sokkel van het apparaat met een sleufschroevendraaier van 7 mm breed. 33

Het inbouwen van het apparaat De luchttoevoer- en luchtafvoerroosters in de sokkel mogen niet worden afgedekt! ^ Draai de beide voorste stelvoeten met een inbussleutel naar buiten. Zodra de stelvoeten iets naar buiten zijn gedraaid, kunnen ze ook met een schroevendraaier aan de onderkant worden versteld. Zie detailtekening. Hebt u een doorlopende meubelsokkel, moet u voor de luchtafvoer en luchttoevoer van het apparaat een uitsparing maken, afhankelijk van de sokkelhoogte. Onderbouwhoogte 820 mm 870 mm Maat D 100 mm 150 mm ^ Zet het bijgevoegde stuk schuimstof a in het apparaat. Dit is belangrijk voor een optimale luchtgeleiding en daarmee voor een optimale werking van het apparaat. ^ Zet het sokkelpaneel er weer op en trek het zover naar voren dat de luchttoevoer- en luchtafvoerroosters evenwijdig lopen met de sokkelpanelen van de meubels ernaast. ^ Houd het sokkelpaneel vast en bevestig het rechts en links met de bijgevoegde grendels b. 34

Het inbouwen van het apparaat Het bevestigen van het apparaat in de inbouwkast Voor onderbouw onder een granieten werkblad is via de afdeling Klantcontacten een set verkrijgbaar waarmee het apparaat aan de zijkanten kan worden bevestigd. Het monteren van de meubeldeur ^ Monteer de deurgreep precies op het midden van de deur. Dit is noodzakelijk om de koelwagen gelijkmatig naar buiten te kunnen schuiven. Let erop dat het sokkelpaneel weer is teruggeplaatst. ^ Maak het apparaat met de spaanplaatschroeven (4 x 19 mm) door de bevestigingsplaat aan het werkblad vast. ^ Stel de afstand tussen de deur van het apparaat en de bevestigingstraverse in op 8 mm. ^ Schuif de montagehulpstukken a ter hoogte van de meubeldeur. Daarbij moet de onderkant van de haken X van de montagehulpstukken zich op gelijke hoogte bevinden als de bovenrand - van de te monteren meubeldeur. ^ Schroef de moeren b eraf en haal bevestigingstraverse c er samen met de montagehulpstukken af. 35

Het inbouwen van het apparaat ^ Teken met een potlood een middellijn op de binnenkant van de meubeldeur. ^ Hang bevestigingstraverse a met de montagehulpstukken op de binnenkant van de meubeldeur. Stel de bevestigingstraverse precies in het midden. ^ Maak de bevestigingstraverse met minstens 6 korte spaanplaatschroeven b (4 x 14 mm) vast. Gebruik bij cassettedeuren slechts 4 schroeven aan de rand. ^ Trek de montagehulpstukken c naar boven en trek ze eruit. ^ Draai de montagehulpstukken en steek ze helemaal in de middelste gleuven van bevestigingstraverse d. ^ Hang de meubeldeur op de stelschroeven a. ^ Draai de moeren b losjes op de stelschroeven. ^ Sluit de deur en controleer de afstand van de deur tot de meubeldeuren daarnaast. ^ Stel de meubeldeur ten opzichte van de meubeldeuren daarnaast. Het stellen aan de zijkanten: de juiste afstand X krijgt u door de meubeldeur te verschuiven. Het stellen in de hoogte: de juiste afstand Y krijgt u door met een schroevendraaier aan de stelschroeven a te draaien. 36

Het inbouwen van het apparaat ^ Draai de moeren a aan de bovenkant van de deur van het apparaat vast. Houd de stelschroef b daarbij met een sleufschroevendraaier vast. ^ Schroef de deur van het apparaat met de bevestigingshaken a als volgt aan de meubeldeur vast. Boor de bevestigingspunten in de meubeldeur vòòr. Markeer de punten eventueel eerst met een priem. Draai de korte spaanplaatschroeven b (4 x 14 mm) er in. ^ Stel de meubeldeur in de diepte met afstand Z: Draai de schroeven in de sleufgaten aan de bovenkant c en aan de onderkant d van de deur van het apparaat los. ^ Stel tussen meubeldeur en de kastruimte aan de voorkant een luchtspleet van 2 mm in door de meubeldeur te verschuiven. Neem de deuren daarnaast als oriëntatiepunt. ^ Sluit de deur, controleer hoe hij zit en stel hem evenwijdig aan de deuren van de meubels daarnaast. ^ Draai alle schroeven nog een keer stevig vast. 37

Het inbouwen van het apparaat Het instellen van de deurdichting Afhankelijk van het gewicht van de meubeldeur kan het nodig zijn om de deur van het apparaat te verstellen. ^ Zet het afdekplaatje er op. U kunt er zeker van zijn dat het apparaat goed is ingebouwd, als: de koelwagen van het apparaat goed sluit en de deurdichting volledig tegen de ommanteling van het apparaat aan ligt; de koelwagen van het apparaat niet tegen de ommanteling van het meubel aan komt. Controleer of dat zo is door een ingeschakelde zaklamp in het apparaat te leggen, de koelwagen naar binnen te schuiven, het licht in het vertrek uit te doen en te kijken of het licht van de zaklamp naar buiten dringt. Is dat het geval, stel de deur van het apparaat zo in dat de deurdichting wel tegen de ommanteling van het apparaat aan komt. Stel de deur van het apparaat alleen dan, wanneer de deurdichting niet volledig tegen de ommanteling van het apparaat aan ligt. Gebruik de verstelmogelijkheden niet om de meubeldeur te verstellen! Doet u dat wel, kan het apparaat beschadigd raken en dat kan een negatief effect hebben op de werking van het apparaat. U kunt de volgende instellingen kiezen: Uitgangspositie 0 Positie Hoek 1 Naar boven verstellen 4 mm Naar beneden verstellen 2mm Naar links en rechts verstellen telkens 2 mm 38

Het inbouwen van het apparaat De verstelmogelijkheden bevinden zich rechts en links onder het flessenvak aan de binnendeur. Het verstellen van de deurhoek Doe dit altijd aan beide kanten. ^ Til groentevak en flessenvak er uit. ^ Draai schroef c er helemaal uit. Deze is niet meer nodig. ^ Draai de schroeven d met 1 tot 2 omdraaiingen los. ^ Draai verstelschroef e: Met de klok mee = De deur beweegt zich aan de bovenkant van de ommanteling van het apparaat af. Tegen de klok in = De deur beweegt zich aan de bovenkant naar de ommanteling van het apparaat toe en aan de onderkant van de ommanteling van het apparaat af. ^ Draai daarna alle schroeven d weer stevig aan. 39

Het inbouwen van het apparaat Het stellen van de deur Doe dit altijd aan beide kanten. Het verstellen in hoogte (y) ^ Draai schroeven g er helemaal uit. Deze zijn niet meer nodig. ^ Draai de schroeven f met 1 tot 2 omdraaiingen los. ^ Draai verstelschroef h: Met de klok mee = De deur beweegt zich max. 4 mm naar boven Tegen de klok in = De deur beweegt zich max. 2 mm naar beneden ^ Draai daarna alle schroeven f weer stevig aan. Het verstellen aan de zijkant (x) ^ Draai schroeven g er helemaal uit, indien aanwezig. Deze zijn niet meer nodig. ^ Draai de schroeven f met 1 tot 2 omdraaiingen los. ^ Verstel de justageschroeven i in de gewenste richting. ^ Draai daarna alle schroeven f weer stevig aan. Na het stellen van de deur van het apparaat, doet u het volgende. ^ Zet flessenvak b en groentevak a weer terug. ^ Stel de meubeldeur indien nodig opnieuw. 40

41

42

43

Wijzigingen voorbehouden / 0412 M.-Nr. 09 265 360 / 00 K 9123 Ui