Installatievoorschriften

Vergelijkbare documenten
Installatievoorschriften

INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN

Installatievoorschriften. CoxBRL

Montage handleiding BM kunststof PP rookgasafvoerleidingen

Installatievoorschriften. Bel-Ro-combi CLV systeem

Installatievoorschriften WTW 3000 systeem.

Installatievoorschriften NEN 7203

Installatievoorschriften

Installatievoorschriften

Installatievoorschriften. CRB systeem

HET NIEUWE BEUGELEN CHECKLIST. Burgerhout PARTNER INNOVATIVE

Het nieuwe beugelen! Wat is de beste manier om een rookgasafvoersysteem

Voorschriften checklist Ubbink rookgasafvoersystemen. Rolux enkelwandige rookgasafvoer/ luchttoevoer in de schacht

Rogafa. Het nieuwe beugelen! Rogafa. Nieuw advies Wat is de beste manier om een rookgasafvoersysteem

Het nieuwe beugelen!

BM Kunststof Systemen voor afvoer van rookgassen en toevoer van verbrandingslucht

Installatievoorschriften

EG CONFORMITEITSVERKLARING. Burgerhout BV / Muelink & Grol BV Postbus 77 NL-9400 AB Assen. BM aluminium en RVS rookgasafvoersystemen

Metaloterm G. Dubbelwandige gasafvoeren voor atmosferische, gasgestookte toestellen. Total Solutions in Chimney Systems

Informatie: Dubbelwandige rvs Rookkanalen Schuetz. INSTALLATIE-INSTRUCTIE SCHUETZ Dubbelwandig roestvast-stalen schoorsteensysteem

Rogafa. Het nieuwe beugelen! Rogafa. Nieuw advies Wat is de beste manier om een rookgasafvoersysteem

Installatie voorschrift

Kunststof rookgasafvoersystemen. Geen kunst met kunststof!

Kunststof rookgasafvoersystemen. Dat installeert wel zo makkelijk!

Installatievoorschrift METALOTERM EN Versie

DW-DWH-DWBA EN T600 N1

Voorschriften checklist Ubbink rookgasafvoersystemen. Rolux enkelwandige PP rookgasafvoer

Installatie voorschrift

Open toestel zonder trekonderbreker, lucht uit opstellingsruimte, rookgasafvoer bovendaks,

Installatievoorschriften

Systeemoplossing Zehnder CombiFlow

VERNIEUWD ROOKGASAFVOERSYSTEMEN STAR FLEXIBEL - CONCENTRISCH.

Veiligheid van Rookgasafvoer Systemen begint bij?

TECHNISCH FORUM. Veranderingen aan en rondom het rookgasafvoersysteem Henk Bruining W14

Koppelstuk type VKK en VKK-HB

Rookgasafvoerkanalen

Collectieve kunststof rookgasafvoersystemen. Geen kunst met kunststof!

HET COMPLETE PROGRAMMA ROOKGASAFVOERSYSTEMEN

ISOduct. Installatievoorschrift : Vlug. Veilig. Voordelig VOLLEDIG BRANDVEILIG; MET INGEBOUWDE BRANDWERENDE OMKOKERING!

Voor de installateur. Montage-instructie. muur- en dakdoorvoerset Nefit EcomLine HR-toestellen (07/2013) NL

Schoorsteenkanalen bij grote stookplaatsen

prestatieverklaring Opgesteld overeenkomstig de bouwproductenrichtlijn 89/106/EEC Oude Veerseweg 23 Middelburg Nederland

Dakdoorvoeren Rookgasafvoermateriaal Bouwartikelen

Metaloterm AT. Total Solutions in Chimney Systems G 01/ 94

Collectieve kunststof rookgasafvoersystemen. Geen kunst met kunststof!

INSTALLATIE-INSTRUCTIE HOLETHERM DUBBELWANDIGE ROESTVAST-STALEN ZELFBOUW SCHOORSTENEN

Installatievoorschrift. Rolux PP T120 rookgasafvoersystemen conform EN14471

Installatievoorschriften

EU-CONFORMITEITSVERKLARING

D1 D2 D3 L1 L2 L3 HoH. uitvoering art. nr.

Voorkeur voor concentrisch! UbiFit Concentrisch Push-Fit, niet duur en super veilig!

Dakdoorvoeren Rookgasafvoermateriaal Bouwartikelen

Ubbink 5-serie. De complete lijn dakdoorvoeren voor een beter resultaat én uiterlijk

Installatievoorschrift Rolux PP 120 rookgasafvoersysteem voor schoorsteenrenovatie

Voorkeur voor concentrisch! UbiFit Concentrisch Push-Fit, veiligheid is nog nooit zo voordelig geweest!

CONCENTRISCH ROOKGASAFVOERSYSTEEM

Avanta Hogedruksysteem

Remeha Hogedruksysteem

Ubbink 5-serie. De complete lijn dakdoorvoeren voor een beter resultaat én uiterlijk

Bijlage G (informatief)

Installatie voorschrift

Info avond schouwspel

SCIOS-INFORMATIEBLAD Deel 17

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE

GASINSTALLATIES EN GASVERBRANDINGSTOESTELLEN (procescertificaat)

Installatievoorschrift. Metaloterm AT. Aanwijzingen voor installatie, gebruik en onderhoud. Total Solutions in Flue Systems.

Installatie voorschrift Holetherm DW rookgasafvoersysteem

Gemeenschappelijke schoorstenen in bestaande appartementsgebouwen

KNOEIWERK. FOTO 2 Aansluitkanaal - twee stukken flexibele metalen buis met verschillende doormeter aan elkaar vastgezet.

D e s i g n e d t o b e d i f f e r e n t

Installatievoorschrift. Metaloterm AT. Aanwijzingen voor installatie, gebruik en onderhoud. Total Solutions in Flue Systems.

Dubbelwandig schoorsteensysteem vervaardigt uit roestvaststaal, geïsoleerd systeem

HLX-DW DUBBELWANDIG GEÏSOLEERD SCHOORSTEENSYSTEEM

Ysen. Manual. 1 Harrie Leenders Haardkachels BV Manual Ysen, wijzigingen voorbehouden, oktober 2014.

Installatievoorschrift. Koppelstuk CV+WTW

Montagehandleiding. Voordat u start met het plaatsen van het Twist-Fix lijnsysteem, controleer of de volgende artikelen aanwezig zijn:

FLEX FLEXIBEL KUNSTSTOF AFVOEREN MINIFLEX, FLEX, TWINFLEX EN MULTIFLEX

Prestatie Verklaring (NL/BE)

HVDW JAAR. Dubbelwandig geïsoleerde schoorstenen GARANTIE. Materialprüfungsamt Nordrhein-Westfalen

Ubbink 5-serie. De complete lijn dakdoorvoeren voor een beter resultaat én uiterlijk!

Installatie voorschrift

Nummer 87833/02 Vervangt 87833/01. Geldig tot Pagina 1 van 5

INSTALLATIE-INSTRUCTIE HOLETHERM DUBBELWANDIGE ROESTVAST-STALEN ZELFBOUW SCHOORSTENEN

FLEX FLEXIBEL KUNSTSTOF AFVOEREN MINIFLEX, FLEX, TWINFLEX EN MULTIFLEX

Cascade-opstelling Nefit EcomLine HR pakket L2A. Lijnopstelling

Verdient u wel snel genoeg de meerprijs t.o.v. een VR toestel terug? Hieronder treft u een overzicht aan welke u wellicht kan helpen in uw keuze.

VvE Koning Karel 12 e

Voor de installateur Montage-instructie dakdoorvoerset en muurdoorvoerset Nefit TopLine HR

Twister Condenserende HR RVS boiler

Product-Data-Blad. Avanta. Hogedruk Systemen. Hogedruk Systemen Dé oplossing voor gestapelde bouw

Rolux 5G. Combineer design met een topprestatie

VEILIG WONEN. Burgerhout MET CONCENTRISCHE ROOKGASAFVOERSYSTEMEN VOOR NIEUWBOUW- EN RENOVATIEPROJECTEN PARTNER INNOVATIVE UNIEK

LOBBE COMPACT INSTALLATIE NL

Koppelstuk CV + WTW Brink artikelcode:

AANBRENGEN VAN MEETOPENINGEN

Schoorsteentechniek Brummen BV Dhr. E. Kurble Postbus AA BRUMMEN

Platdak ontluchting enkelwandig met aluminium kap. Platdak ontluchting dubbelwandig met aluminium kap

Installatievoorschriften

Dakdoorvoeren van hoog niveau. Ubbink combineert topprestaties met design op het dak!

Transcriptie:

Installatievoorschriften Rookgasafvoersystemen met een rookgasvoerend deel uit metaal Temperatuur klasse: T 200 / T 250 KOMO G 08/97

Inhoudsopgave 1 Toepassingsgebied... 4 2 Voorbereiding... 5 3 Installatie... 5 3.1 Algemeen... 5 3.2 Condensopvanginrichting... 6 3.3 Tracé... 6 3.4 Montage NEN 7203... 7 3.5 Montage Alu-Fix en RVS... 7 3.6 Montage Concentrisch Alu en RVS... 7 3.7 Dakdoorvoeren... 7 3.8 Luchtoevoerleidingen... 7 4 Keuze diameter... 8 5 Omkokering en doorvoeringen... 8 6 Plaats van Uitmonding... 8 7 Onderhoud... 9

Deze installatievoorschriften zijn opgesteld naar de huidige stand van de wetenschap en techniek, dienen uitsluitend als algemene richtlijn en kunnen afhankelijk van het geval aanpassing behoeven. Neem in geval van twijfel altijd eerst contact op met een van onze deskundigen. M&G Group heeft bij het opstellen van deze voorschriften de grootst mogelijke zorgvuldigheid betracht. Indien echter als gevolg van de voorschriften of daarin opgenomen gegevens toch schade in welke vorm dan ook mocht ontstaan, zal de M&G Group daarvoor nimmer aansprakelijk zijn. De toepassing van de voorschriften geschiedt geheel op eigen risico van de verwerker van ons product. De installatie dient te geschieden door een erkend installateur.

Installatievoorschrift metalen rookgasafvoersystemen Aanwijzingen voor installatie, gebruik en onderhoud. 1 Toepassingsgebied Het in dit document beschreven afvoermateriaal is geschikt voor toepassing op verbrandingstoestellen voor genormeerde gasvormige brandstoffen. Het materiaal is geschikt voor installatie binnen het gebouw. Voor installaties langs de buitenkant van de gevel verzoeken wij U contact op te nemen met een van onze deskundigen. De juiste keuze van het type afvoermateriaal wordt bepaald door de volgende condities in de rookgasleiding: 1. De rookgastemperatuur van het toestel 2. Overdruk of onderdruk 3. Condenserend of droog 4. Brandstof: aardgas. Tabel 1: producten Product Max Toepasbaar voor: rookgastemperatuur NEN 7203 enkelwandig 250 Onderdruk en droog Alu-Fix enkelwandig 200 Overdruk en condenserend RVS enkelwandig 250 Overdruk en condenserend Concentrisch Aluminium 200 Overdruk en condenserend Concentrisch RVS 250 Overdruk en condenserend Voor de bepaling van over- of onderdruk en condenserend of droog wordt verwezen naar hoofdstuk 4. De kwaliteit van de verbrandingslucht, hoge concentraties van agressieve bestanddelen in lucht, beïnvloedt de levensduur van het toegepaste afvoermateriaal nadelig. Verbrandingslucht kan vervuild worden door bv. halogenen uit spuitbussen en uitstoot van stoffen door chemische industrie. Combineer uitsluitend componenten, onderdelen en accessoires van M&G Group. Veranderingen en aanpassingen kunnen de goede werking nadelig beïnvloeden. De producten moeten tijdens opslag en transport voorzichtig behandeld worden. Eventuele aanspraken op garantie komen door schade of eigen aanpassingen te vervallen.

2 Voorbereiding Alvorens met de installatie te beginnen, wordt het beoogde tracé, ingemeten. Let hierbij op sparingen in wanden, vloeren het dak en eventuele obstakels als gordingen etc. Voor de minimale afstand van het systeem tot brandbare materialen gelden de volgende eisen, zie tabel 2: Tabel 2: afstand tot brandbaar materiaal Product Temperatuur Afstand tot brandbaar materiaal in mm Klasse NEN 7203 enkelwandig T250 40 Alu-Fix enkelwandig T200 30 RVS enkelwandig T250 50 Concentrisch Alu T200 00 Concentrisch RVS T250 00 Om te voldoen aan het Bouwbesluit, dient er binnen het gebouw en bij doorvoering door een wand of een vloer waar de voorgeschreven brandwerendheid van de bouwconstructie nadelig beïnvloed wordt, een omkokering toegepast te worden. Hiermee wordt de omkokering onderdeel van het rookgasafvoersysteem en wordt voldaan aan een afstand tot brandbaar materiaal van 0 mm aan de buitenkant van de schacht. Zie voor aanvullende informatie NPR 3378-46 en 47. Let op: bij het aanbrengen van sparingen mag de mechanische sterkte van de draagconstructie niet nadelig worden beïnvloed! De omkokering moet vervaardigd worden uit onbrandbaar materiaal en kan samengesteld worden uit: Onbrandbare plaat met een minimum dikte van 12,5 mm, bv. Nobranda van Promat. Metselwerk uit baksteen of kalkzandsteen met een minimum dikte van 50 mm Gasbeton- of gipsblokken met een minimumdikte van 50 mm Betonwanden Omkokeringen zijn in principe 4-zijdig, echter tegen wanden van metselwerk, beton of gasbeton kunnen de omkokeringen 3 zijdig zijn. Indien het kanaal geplaatst wordt in een hoek tussen twee samenkomende wanden bestaande uit een van de eerder genoemde materialen, kan de omkokering 2 zijdig samengesteld worden. Materialen aan de binnenzijde van de schacht dienen onbrandbaar te zijn. 3 Installatie 3.1 Algemeen Let op de juiste stromingsrichting van de rookgassen, de richting van de rookgassen is met een pijl aangegeven op de pijpelementen. Hiermee wordt gegarandeerd dat het condenswater correct terug stroomt naar de condensopvanginrichting. Bij het monteren wordt aanbevolen de pijpelementen met een draaiende beweging in elkaar te steken, het smeren van de lippendichting is alleen

toegestaan met water. Horizontale leidingen dienen minimaal een afschot te hebben van 5 cm per meter (= 3 afschot), in de richting van de de ketel. Voor aanvullende informatie raadpleeg de montagehandleiding die in de verpakking van de producten is bijgevoegd. 3.2 Condensopvanginrichting Bij lange leidingen is er een kans dat er condensatie optreedt in het laatste deel van het systeem. Check hiervoor de aanwijzingen van de toestelfabrikant en of de NPR 3378 deel 46 en 47. Treedt condensvorming op, installeer dan een separate condensopvanger. Plaats deze opvanger zo ver mogelijk af van het toestel, aan het eind van het droge gedeelte. Indampen van condens in de opvanger wordt dan voorkomen. Inspecteer de sifon jaarlijks en reinig zonodig. De separate sifon dient aangesloten te worden middels een zogenaamde openverbinding op het riool, zie figuur 1. Figuur 1: uitleg open verbinding 3.3 Tracé Nadat de toe te passen onderdelen bepaald zijn, wordt de hartlijn van het tracé op de wanden aangebracht en wordt de plaats van de bevestigingsmiddelen bepaald. Bepaal uit praktische overweging het tracé vanuit de plaats van de dak- of muurdoorvoer. De bevestigingsbeugels dienen een maximale afstand te hebben voor verticale secties van 2 meter en voor niet verticale secties een afstand van maximaal 1 meter, zet tevens een beugel bij elke bocht. Geadviseerd wordt de positie van het aan te sluiten toestel zodanig te bepalen dat het afvoersysteem zo weinig mogelijk verslepingen krijgt. M.a.w. plaats indien mogelijk het toestel recht onder de dakdoorvoer. Is dit niet mogelijk plaats dan het toestel zodanig ver uit het hart dat gemakkelijk twee verslepingen van bv 45 graden gemaakt kunnen worden. Let vooral op de juiste montage van horizontale pijpelementen, deze dienen op een afschot van 5 cm per meter naar de ketel toe geïnstalleerd te worden (= 3

afschot). Hierdoor wordt zeker gesteld dat condenswater correct wordt afgevoerd naar de condensafvoer. 3.4 Montage NEN 7203 Montage dient te geschieden volgens de bijgeleverde montage handleiding. Het inkorten van NEN 7203 is niet toegestaan. Voor afwijkende lengtes zijn schuifpijpen beschikbaar. 3.5 Montage Alu-Fix en RVS Montage dient te geschieden volgens de bijgeleverde montage handleiding. Inkorten van Alu-Fix en RVS enkelwandig is toegestaan. Zorg ervoor dat het inkorten haaks gebeurt, verwijder hierna de eventuele bramen. 3.6 Montage Concentrisch Alu en RVS Montage dient te geschieden volgens de bijgeleverde montage handleiding. Inkorten van dit materiaal is niet toegestaan, voor afwijkende lengtes zijn speciale paspijpen en inkortbare pijpen verkrijgbaar. 3.7 Dakdoorvoeren Montage dient te geschieden volgens de bijgeleverde montage handleiding. De dakdoorvoer dient vastgezet te worden met de bijgeleverde bevestigingsbeugel. Het bovendaks verlengen is toegestaan tot maximaal 1 m, indien de situatie een langere bovendakse lengte vraagt, dan dient de installatie te geschieden volgens een zg. buiten installatie, raadpleeg in dit geval een van onze deskundigen (tuien en of beugelen spelen dan een zeer essentiële rol). Het aanpassen van de onderdakse lengte is mogelijk. 3.8 Luchtoevoerleidingen Tabel 4 geeft informatie over het toepassen van BM afvoermateriaal als luchttoevoerleiding. T.a.v. de juiste diameter wordt verwezen naar paragraaf 4. Ook kan een geschikte kunststof leiding dienst doen als luchttoevoer, kies in dat geval het product: PP luchttoevoer. Tabel 3: toepasbaarheid als luchttoevoer Product NEN 7203 enkelwandig Alu-Fix enkelwandig RVS enkelwandig Concentrisch Alu Concentrisch RVS Toepasbaar als luchttoevoer: nee Ja Ja n.v.t. n.v.t. Condensvorming aan de buitenkant van de leiding ontstaat wanneer koude buitenlucht met een temperatuur lager dan 10 C wordt aangezogen en door een ruimte wordt geleid met een temperatuur van plus minus 20 C bij een vochtigheid van 75 % of hoger. Wanneer de condensvorming hinder veroorzaakt dient de leiding dampdicht geïsoleerd te worden.

4 Keuze diameter De keuze van diameter en de maximale lengte van concentrische leidingen wordt bepaald door de toestelfabrikant, raadpleeg hiervoor de installatievoorschriften van het toestel. Ontbreekt deze informatie dan wordt verwezen naar NEN 2757-1 en naar NPR 3378, delen 46 en 47. 5 Omkokering en doorvoeringen In verband met NEN 6062 (bepaling van brandveiligheid) en NEN 6068 (bepaling van de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (= WBDBO) tussen ruimten) dient het af- en toevoersysteem volgens de tekeningen in de figuren 10 t/m 17 geïnstalleerd te worden. Toelichting op de tekeningen: Aan NEN 6062 wordt o.a. voldaan indien de maximale oppervlakte temperatuur van het rookgasafvoermateriaal ligt onder 95. Door installatie van concentrische pijpen wordt aan deze eis voldaan. NEN 6068 maakt onderscheidt tussen een WBDBO van 20 en 60 minuten. Het Bouwbesluit geeft aan voor welke situatie deze tijden gelden. Aangebrachte doorvoeringen mogen de weerstand tegen brand niet verzwakken. De bijlagen geven voorbeelden van WBDBO s van 20 en 60 minuten. Zoals uit de figuren blijkt wordt dit gerealiseerd door het aanbrengen van een omkokering en door het doelmatig afkitten en opvullen van de ruimte tussen pijp en vloer of wand. 6 Plaats van Uitmonding De plaats van de uitmonding van de dak- en muurdoorvoer dient te voldoen aan de aanwijzingen zoals in NPR 3378 deel 47 is gegeven. De rookgassen dienen altijd naar buiten toe afgevoerd te worden. Zorg daarnaast voor een onbelemmerde toevoer van verbrandingslucht. Het betrekken van verbrandingslucht in de nabijheid van een buitenlamp dient i.v.m. het aanzuigen van insecten voorkomen te worden. Bij de bepaling van de juiste positie van de uitmonding wordt onderscheidt gemaakt tussen een twee tal zaken: hinder en kwaliteit van de verse lucht. Hinder voor de omgeving speelt een rol bij een te kleine afstand tussen de uitmonding van rookgassen en een voorgeschreven buitenruimte ( bv. tuin, terras, balkon), of de afstand tussen uitmonding en de perceelgrens. Zie figuur 9. De kwaliteit van de verse lucht wordt als voldoende gesteld indien voldaan wordt aan de minimum afstanden tussen de uitmonding van rookgassen en de inlaatopening van een ventilatievoorziening. Deze afstand kan bepaald worden volgens figuur 7. Bij deze afstanden is de verdunningsfactor altijd kleiner dan 0,01. ( vlgs Bouwbesluit) De figuur is een praktische uitwerking van de meest voorkomende situaties, voor andere situaties wordt verwezen naar NEN 2757 en NEN 1087.

7 Onderhoud Het af- en toevoersysteem dienen frequent geïnspecteerd en eventueel gereinigd te worden door een erkend of waarborg installateur. De frequentie van reiniging afstemmen met het toestelonderhoud. Hierbij verdient de eventueel aanwezige sifon speciale aandacht, zie paragraaf 3. Inspecteren op lekkage van de rookgasleiding waarbij de verbrandingslucht concentrisch wordt aangezogen is mogelijk door het meten van b.v. de CO2-concentratie in de verbrandingslucht. In het systeem of op het toestel dienen hiertoe meetopeningen aanwezig te zijn. Zie aanvullend ook de onderhoudsvoorschriften behorend bij het aangesloten toestel.

Figuur 2: Detail concentrische dakdoorvoer door schuin dak. Opm.: vliering begaanbaar en/of onbegaanbaar.

Figuur 3: Doorvoering door onbrandbare vloer met concentrisch materiaal, WBDBO = 60 min.

Figuur 4: Doorvoering door brandbare vloer met concentrisch materiaal, WBDBO = 60 min.

Figuur 5: Praktijkvoorbeeld van een doorvoering door een onbrandbare vloer met enkelvoudig rookgasafvoer of luchttoevoer, WBDBO: 60 min.

Figuur 6: Praktijkvoorbeeld van een doorvoering door een brandbare vloer met enkelvoudig rookgasafvoer of luchttoevoer, WBDBO: 60 min.

Figuur 7: Bepaling minimum afstand tussen uitmonding en ventilatie luchtinlaat. a belasting bw 10 kw b belasting bw 20 kw c belasting bw 30 kw d belasting bw 40 kw e belasting bw 50 kw Bovenstaande grafiek geldt voor de meest voorkomende situaties volgens NEN 2757, situatie 1,6,8 en 9 zoals weergegeven op de volgende pagina. De afstanden kunnen berekend worden middels de hierna volgende formule: qv = belasting bw waarin: L dh F C1 C2 is de verbindingslijn tussen een niet afsluitbare ventilatieluchttoevoer en de rookgasuitmonding. is het hoogte verschil in meter tussen de niet afsluitbare ventilatieluchttoevoer en de rookgasuitmonding. is de factor welke maximaal 0,01 mag bedragen is een correctiefactor welke in de hier geldige situatie 163 bedraagt is een correctiefactor welke in de hier geldige situatie 325 bedraagt

Figuur 8: praktijkweergave van situaties 1,6, 8 en 9 van NEN 2757.

Figuur 9: Praktijkvoorbeeld van verboden uitmondings gebieden in een gevel voor gesloten toestellen van een twee onder één kap woning volgens NEN 2757. Art. 6.1 van NEN 2757: A = 1,5 + 0,2 * B, met een minimum van 2 mtr C = 0,2 *, met een minimum van 0,5 mtr Art 6.2 van NEN 2757: D = 0,6 *, met een minimum van 2 mtr. B = Belasting bovenwaarde, voor warmwatertoestellen geldt tot 40 kw B = 50 % van de nominale belasting.