VR DOC.0975/1

Vergelijkbare documenten
VR DOC.0975/2

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0161/1

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

DE MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0851/1BIS

De minister president van de Vlaamse Regering Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0282/1BIS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.1456/1BIS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.1329/1BIS

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.1167/1BIS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0633/1BIS

VR DOC.1379/1

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, artikel 4.1.4, 2, vierde lid;

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 17 juni 2016;

VR DOC.0184/1

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

BISNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.1026/1

VR DOC.0553/1

DE VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.1608/1BIS

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING. Ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering houdende de kinderopvangtoeslag en de kleutertoeslag

VR DOC.0083/1BIS

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0131/1

ADVIES WIJZIGING BVR SUBSIDIËRING TERREINEN WOONWAGENBEWONERS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0654/1BIS

VR DOC.1207/1

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0356/1BIS

BISNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.1199/1BIS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0915/1BIS

VR DOC.1281/1BIS

VR DOC.0424/1BIS

VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.1037/1

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0850/1BIS

VR DOC.1312/1BIS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.1186/1BIS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0001/1

VR DOC.0159/1

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Transcriptie:

VR 2015 1809 DOC.0975/1 DE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING EN VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de subsidiëring van de verwerving, de inrichting, de renovatie en de uitbreiding van terreinen voor woonwagenbewoners. - Voor principiële goedkeuring. 1. Inhoudelijk 1.1. Situering In de beleidsnota wonen 2014-2019 werd als doelstelling gesteld de woonsituatie van woonwagenbewoners te verbeteren. Wonen in een woonwagen wordt erkend als een volwaardige woonvorm in de Vlaamse Wooncode. De omstandigheden waarin veel woonwagenbewoners leven, zijn echter vaak niet ideaal. Daarom werd in de vorige regeerperiode het Vlaams Strategisch Plan Woonwagenbewoners 2012-2015 opgemaakt. Het plan bundelt ook binnen het beleidsveld wonen een aantal expliciete beleidsinitiatieven voor deze doelgroep. Zo dient er te worden gestreefd naar een specifiek kwaliteitsnormenkader waaraan een woonwagen moet voldoen. Daarnaast moet er verder werk gemaakt worden van een voldoende aanbod van kwaliteitsvolle woonwagenterreinen. Momenteel zijn er 30 openbare residentiële terreinen in het Vlaams Gewest, goed voor 474 standplaatsen. Ongeveer 500 woonwagengezinnen kunnen niet terecht op een openbare standplaats. Ze wonen op één van de ongeveer 100, vaak onvergunde, private terreinen of staan op overbezette openbare residentiële terreinen. Ook voor het grootste deel van de doortrekkende woonwagenbewoners is er geen terrein beschikbaar. In het Vlaamse Gewest zijn er immers slechts 4 doortrekkersterreinen, goed voor een 80-tal standplaatsen. Provincies, gemeenten, OCMW's, de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) en sociale huisvestingsmaatschappijen kunnen vandaag subsidies krijgen voor het verwerven, inrichten, renoveren en uitbreiden van woonwagenterreinen. Dit lijkt tot hier toe echter onvoldoende te zijn om bestaande woonwagenterreinen te verbeteren of nieuwe terreinen aan te leggen.

In het voorjaar van 2014 werd het decreet 'houdende een subsidie voor investeringen in residentiële woonwagenterreinen en doortrekkersterreinen voor woonwagenbewoners' goedgekeurd (gepubliceerd in BS van 19 juni). Gemeenten, provincies, OCMW s en sociale huisvestingsmaatschappijen kunnen hierdoor tot maximaal 100 % subsidies aanvragen voor investeringen in woonwagenterreinen voor woonwagenbewoners (voorheen 90%). Er zijn subsidies mogelijk voor de verwerving, de inrichting, de renovatie en de uitbreiding van de terreinen. In de beleidsnota wonen kondigt de minister van wonen aan dat de nodige uitvoeringsbesluiten zullen opgemaakt worden om de voorwaarden en prioriteiten te bepalen voor de toekenning van de subsidie. In nauwe samenwerking met de Vlaamse Woonwagencommissie werd onderzocht hoe verbeteringen op vlak van de woningkwaliteit kunnen gerealiseerd worden in samenhang met een kwaliteitsvolle inrichting van de terreinen. 1.2. Nieuwe regeling Tot op heden wordt de subsidiëring van de verwerving, de inrichting, de renovatie en de uitbreiding van woonwagenterreinen voor woonwagenbewoners geregeld door het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2000. De krachtlijnen van dat besluit worden grotendeels behouden in het voorliggend ontwerp, maar er worden ook een aantal nieuwe elementen ingevoegd. Een aantal nieuwe elementen werden reeds ingevoerd door het decreet van 28 maart 2014: 1) Het optrekken van het subsidiepercentage van 90% naar maximaal 100%. In de ontworpen regeling wordt voorgesteld om voor de renovatie van bestaande terreinen 90% te behouden en in alle andere gevallen de subsidie op te trekken naar 100% om zo een stimulans te geven om het bestaande aanbod op een kwaliteitsvolle manier te vergroten en de discrepantie tussen de vraag en het aanbod weg te werken. 2) Het wijzigen van de initiatiefnemers. De Vlaamse Gemeenschapscommissie is geschrapt, de gemeentelijke externe verzelfstandigde agentschappen en de provinciale externe verzelfstandigde agentschappen zijn toegevoegd. 3) De periodieke meting van het bestaande aanbod van standplaatsen voor woonwagens op residentiële woonwagenterreinen en doortrekkersterreinen. Aan artikel 3 van het decreet zal uitvoering gegeven worden via een herwerkt Monitoringbesluit sociale huisvesting zodat een maximale afstemming met de monitoring van het sociaal objectief kan bekomen worden. Bijkomende nieuwe elementen zijn: 1) De voorwaarde om voorafgaand aan de subsidieaanvraag elke investering voor te leggen op een lokaal woonoverleg. Pagina 2 van 9

Dit laat toe om na te gaan: - op welke manier het woonwagenterrein tegemoetkomt aan de lokale behoeften; - hoe de inspraak van de woonwagenbewoners gewaarborgd zal worden. 2) Het sensibiliseren van de initiatiefnemers om naast de kwaliteit van het terrein ook zorg te dragen voor de kwaliteit van de woonwagens zelf, in het bijzonder de veiligheid. 3) Wat de procedure betreft was het aanvankelijk de bedoeling om te verwijzen naar de relevante artikelen uit het Besluit van 21 juni 1989 1 (zoals in het voornoemde BVR van 12 mei 2000), maar naar aanleiding van het advies van Inspectie van Financiën is daarvan afgestapt. De procedureregeling is bijgevolg in voorliggend ontwerp volledig uitgewerkt (art. 8 en 9). 4) De uitbetaling wordt geregeld via een systeem van voorschotten, in plaats van op basis van vorderingsstaten, wat de uitbetaling aanzienlijk vereenvoudigt. 1.3. Artikelsgewijze bespreking Artikel 1 Dit artikel behoeft geen verdere toelichting. Artikel 2 Het ontworpen artikel 2 bepaalt het toepassingsgebied. Artikel 3 Het ontworpen artikel bepaalt de algemene voorwaarden waaraan elk woonwagenterrein moet voldoen. Het artikel stelt eerst een aantal voorwaarden die met de kansen tot integratie van de woonwagenbewoners in de omgeving te maken hebben. Deze worden expliciet onder de aandacht gebracht, onverminderd de voorwaarden die in algemene zin gesteld worden in het kader van de ruimtelijke ordening en de stedenbouw. Vervolgens is voorzien dat elke nieuwe inplanting of uitbreiding van een woonwagenterrein, voorafgaand aan de subsidieaanvraag, moet worden voorgelegd op een lokaal woonoverleg. Zo kan nagegaan worden op welke manier het woonwagenterrein tegemoetkomt aan de lokale behoeften en hoe de inspraak van de woonwagenbewoners gewaarborgd zal worden. De initiatiefnemer moet ook een contactpersoon aanduiden die de inspraak van woonwagenbewoners bevordert. 1 Besluit van de Vlaamse regering van 21 juni 1989 houdende vaststelling van de procedure inzake de subsidiëring van bepaalde werken, leveringen en diensten die die door of op initiatief van regionale of lokale besturen of ermee gelijkgestelde rechtspersonen worden uitgevoerd. Pagina 3 van 9

Tevens wordt voor alle duidelijkheid de minimumoppervlakte van een standplaats per woonwagen vastgesteld. Hiervoor wordt 150m² voor een standplaats op een residentieel terrein en 100 m² voor een standplaats op een doortrekkersterrein voorgesteld. Daarnaast worden, naar analogie met de procedureregeling in de sociale huisvestingssector en het voornoemde BVR van 21 juni 1989, diplomavereisten vastgesteld voor de ontwerpers. De Inspectie van Financiën stelde zich in haar advies de vraag of deze vereisten strikt noodzakelijk zijn (opmerking 3.1, a). Gelet op de kwaliteitsgaranties die deze regeling biedt, wordt voorgesteld om de vereisten te behouden. Verder legt het artikel een aantal verbintenissen op, aan te gaan door de subsidietrekker: 1 de verbintenis om binnen het jaar na de voorlopige oplevering van de collectieve of individuele dienstgebouwen of de uitgevoerde renovatiewerken het terrein in te richten en in gebruik te nemen. Aanvankelijk was een langere termijn voorzien, nl. twee jaar te rekenen vanaf de uitbetaling van het saldo van de subsidie, maar gelet op de terechte bedenking van de Inspectie van Financiën (opmerking 3.1, b) is de termijn in het voorliggend ontwerp aanzienlijk ingekort; 2 de verbintenis om ingeval van verwerving, binnen twee jaar na de toekenning van de verwervingssubsidie een ontwerpdossier in te dienen; 3 geen wijziging van bestemming door te voeren zonder toestemming; 4 de subsidie, met intresten, terug te betalen indien de verbintenissen niet worden nageleefd; 5 de subsidie, met meerwaarde, terug te betalen indien het terrein binnen twintig jaar geheel of gedeeltelijk vervreemd wordt. Als de initiatiefnemer de VMSW of een sociale huisvestingsmaatschappij is, dient deze met de gemeente of het OCMW een overeenkomst te sluiten voor het beheer van het woonwagenterrein. Naast de kwaliteit van het woonwagenterrein is ook de kwaliteit van de woonwagen zelf belangrijk. Daarom wordt de initiatiefnemer gestimuleerd om de kwaliteit van de woonwagens die zich op het woonwagenterrein bevinden na te gaan. Hiertoe werd een richtinggevend model van technisch verslag met specifieke normen voor woonwagens ontwikkeld. Dit model zal opgenomen worden in een ministerieel besluit dat de nodige toelichting zal bevatten. Om het aanbod aan woonwagenterreinen extra te stimuleren, kan een initiatiefnemer ook beroep doen op een private eigenaar. Indien de initiatiefnemer wenst samen te werken met een private eigenaar sluit hij hiertoe een overeenkomst af. De minister kan de nadere voorwaarden van deze overeenkomst bepalen. Het agentschap zal deze voorwaarden aftoetsen op het ogenblik dat de subsidieaanvraag wordt ingediend (cf. art. 8 en 9). Artikel 4 Pagina 4 van 9

Het ontworpen artikel bepaalt dat de toekenning van een subsidie afhankelijk is van de naleving van de normen die de minister oplegt inzake de minimale uitrusting van de individuele en collectieve nutsvoorzieningen, de wegenis en de groenaanleg, de individuele en collectieve dienstgebouwen, de standplaatsen, het beheer en de vergoeding voor gebruik. Aangezien de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen over de nodige technische expertise beschikt, zal zij controleren of deze normen zijn nageleefd en haar advies ter zake aan het agentschap bezorgen (cf. art. 9). Artikel 5 Het ontworpen artikel 5 stelt de subsidie, die volgens het decreet van 28 maart 2014 maximaal 100% van de kostprijs bedraagt, op 100% van de kostprijs vast voor wat betreft de verwerving, inrichting of uitbreiding van een woonwagenterrein. Voor renovatiewerken wordt het subsidiebedrag op 90% vastgesteld. Op die manier wordt de initiatiefnemer ertoe aangemoedigd om het bestaande aanbod op een kwaliteitsvolle manier te vergroten. Renovatiewerken worden dus niet volledig gesubsidieerd. Dat verschil in subsidiepercentage moet ervoor zorgen dat: - De kwaliteit op het ogenblik van de inrichting van een woonwagenterrein niet verwaarloosd wordt; - Normale onderhoudswerken niet uitgesteld worden. Artikel 6 Dit artikel bepaalt de berekeningswijze van de subsidie voor de verwerving, de inrichting, de renovatie en de uitbreiding van het woonwagenterrein en de berekening van de subsidie ingeval de werken in eigen beheer worden verricht. Voor deze berekeningswijze worden de gangbare regels inzake de tussenkomst voor gesubsidieerde infrastructuur gebruikt. Op vraag van Inspectie van Financiën (opmerking 3.1, c) is, zoals voorzien in het decreet van 28 maart 2014, nog eens expliciet vermeld dat de subsidie in ieder geval beperkt is tot het initieel goedgekeurde aanbestedingsbedrag. Ingevolge de zesde staatshervorming oefenen de Vlaamse commissarissen van het Intern Verzelfstandigd Agentschap Vlaamse Belastingdienst de bevoegdheden uit van de vroegere Aankoopcomités. Artikel 7 Via artikel 7 wordt het vaststellen van maximale subsidiebedragen per woonwagenterrein of per standplaats aan de minister toevertrouwd. De minister zal bijgevolg maximumbedragen vaststellen voor de subsidies voor individuele of collectieve nutsvoorzieningen, individuele of collectieve dienstgebouwen en de wegen-, rioleringsen omgevingswerken, in functie van de beschikbare kredieten en zonder aan de minimale kwaliteitseisen te raken, die desgevallend vastgelegd zijn in de normen waarvan in artikel 4 sprake is. Pagina 5 van 9

Opmerking 3.1, d) van de Inspectie van Financiën (de minister zal maximumbedragen vaststellen in de plaats van kan ) werd verwerkt. Artikel 8 Het ontworpen artikel 8 bevat de procedure voor het aanvragen van een subsidie voor de verwerving van een onroerend goed met het oog op de inrichting van een woonwagenterrein. De subsidieaanvraag wordt rechtstreeks ingediend bij het agentschap, dat nagaat of de voorwaarden van artikel 3, 1 zijn nageleefd en vervolgens een advies aan de minister bezorgt. Artikel 9 Het ontworpen artikel bepaalt de procedure voor het aanvragen van een subsidie voor de inrichting, de renovatie of de uitbreiding van een woonwagenterrein. De voorgestelde procedure loopt grotendeels analoog aan de procedure bij verwerving (art. 8). In dit geval wordt echter niet alleen nagegaan of het project voldoet aan de voorwaarden van art. 3. Ook de overeenstemming met de technische normen die de minister vaststelt in uitvoering van art. 4 wordt gecontroleerd. Aangezien de VMSW over de nodige technische expertise beschikt, zal zij deze beoordeling uitvoeren. Met artikel 8 en 9 wordt bijgevolg volledig tegemoet gekomen aan opmerking 3.1, e) van de Inspectie van Financiën dat een verwijzing naar het gedateerde BVR van 21 juni 1989 niet wenselijk is. De Inspectie van Financiën merkte ook op dat de VMSW zelf als initiatiefnemer kan optreden (opmerking 3.1, f). In dat geval is het uiteraard niet wenselijk dat ze tevens advies verleent over de technische normen. Indien dergelijke situatie zich voordoet, zal het agentschap zelf controleren of de technische normen zijn nageleefd en zal er dus geen advies aan de VMSW worden gevraagd. Artikel 10 In dit artikel wordt de uitbetaling van de subsidie geregeld. De Inspectie van Financiën suggereerde in haar advies om de mate van prefinanciering wat meer te drukken. Er wordt voorgesteld om niet in te gaan op deze suggestie, teneinde de drempel voor de verwerving, inrichting, uitbreiding of renovatie van een woonwagenterrein zo laag mogelijk te leggen. Artikel 11 Met dit artikel wordt het huidige subsidiebesluit (besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2000) opgeheven, behalve voor de dossiers waarvoor een belofte van subsidie werd betekend voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit. Artikel 12 Dit artikel regelt de inwerkingtreding. Pagina 6 van 9

Artikel 13 Dit artikel behoeft geen verdere toelichting. 2. Weerslag van het voorstel van besluit op de begroting van de Vlaamse Gemeenschap Er werd een krediet overgedragen van het Agentschap Binnenlands Bestuur naar het Agentschap Wonen-Vlaanderen, ten bedrage van 2.291 Keuro VAK en 1.146 Keuro VEK. De subsidies zullen aangerekend worden op begrotingsartikel NE0-1NEC2AA-WT. Het voorliggend ontwerpbesluit kan uitgevoerd worden binnen deze beschikbare kredieten. Er is bijgevolg geen bijkomende budgettaire weerslag op de begroting van de Vlaamse Gemeenschap. 3. Advies van de Inspectie van financiën Het advies van de Inspectie van Financiën met referte KDW/MVW/15/0279 werd gegeven op 4 augustus 2015 (zie bijlage 2). In de artikelsgewijze bespreking wordt ingegaan op de geformuleerde opmerkingen. Het begrotingsakkoord met referte DepFB/BOBFO/JW/4311 werd verleend op 9 september 2015 (zie bijlage 3). 4. Weerslag van het voorstel op de lokale besturen Het besluit heeft geen weerslag op de lokale besturen. 5. Weerslag van het voorstel op het personeelsbestand en de personeelsbudgetten De overdracht van een personeelslid van niveau A met bijhorende apparaatkredieten van het Agentschap Binnenlands Bestuur naar het Agentschap Wonen-Vlaanderen is reeds meegenomen in de begrotingsopmaak 2016. Er wordt, in afwachting van de bepaling van de effectieve kost van het over te dragen personeelslid 53 Keuro loonkrediet getransfereerd door het agentschap Binnenlands Bestuur, samen met de corresponderende werkingskredieten (rugzak ten bedrage van 9 Keuro). 6. Kwaliteit van de regelgeving en reguleringsimpactanalyse Het taalkundig en wetgevingstechnisch advies met nr. 2015/312 is bekomen op 27 juli 2015. De opmerkingen werden verwerkt in het voorontwerp van besluit. Pagina 7 van 9

Het ontwerpbesluit dat voorligt, geeft, zoals reeds aangegeven, uitvoering aan het decreet van 28 maart 2014. Dit decreet heeft wijzigingen doorgevoerd op het vlak van de maximum subsidie, de mogelijke initiatiefnemers en voert een periodieke meting van het aanbod in. In het ontwerpbesluit, dat het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2000 vervangt, worden deze wijzigingen verder uitgewerkt. Voor deze regelgeving bestaat er geen vrije beleidsruimte aangezien de decreetgever deze regels al vooraf heeft bepaald. Het ontwerpbesluit heeft in hoofdzaak tot doel een bestaand uitvoeringsbesluit dat niet meer in overeenstemming is met de nieuwe decretale bepalingen te vervangen. Het uitvoeren van een RIA voor de bijkomende wijzigingen op het vlak van de rol van het lokaal woonoverleg, de sensibilisering inzake de kwaliteit van woonwagens, de voorschottenregeling en de beperkte procedurele wijzigingen zou disproportioneel zijn en geen effectieve en efficiënte aanwending zijn van de middelen. 7. Voorstel van beslissing De Vlaamse Regering beslist: 1) haar principiële goedkeuring te hechten aan het bijgaande voorontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de subsidiëring van de verwerving, de inrichting, de renovatie en de uitbreiding van terreinen voor woonwagenbewoners; 2) de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding te gelasten over het ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering vermeld in punt 1, het advies in te winnen van de Vlaamse Woonraad met het verzoek het advies mee te delen binnen een termijn van 30 dagen; 3) de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding te gelasten over het ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering vermeld in punt 1, het advies in te winnen van de Raad van State, met verzoek het advies mee te delen binnen een termijn van 30 dagen, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 2, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, op voorwaarde dat het advies van de Vlaamse Woonraad geen aanleiding geeft tot wijziging van de door de Vlaamse Regering principieel goedgekeurde tekst. De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding, Liesbeth HOMANS Pagina 8 van 9

Bijlagen: 1. Voorontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de subsidiëring van de verwerving, de inrichting, de renovatie en de uitbreiding van terreinen voor woonwagenbewoners. 2. Het gunstig advies inspectie van Financiën, dd. 4 augustus 2015. 3. Het begrotingsakkoord, dd. 9 september 2015. Pagina 9 van 9