inzake het beloningsbeleid en de beloningspraktijken in verband met de verkoop en verstrekking van retailbankproducten en -diensten

Vergelijkbare documenten
EBA richtsnoeren inzake achterstallige betalingen en gedwongen verkoop

inzake kredietwaardigheidsbeoordeling

inzake paspoortmeldingen voor kredietbemiddelaars uit hoofde van de richtlijn inzake woningkredietovereenkomsten

Richtsnoeren. inzake klachtenprocedures met betrekking tot vermeende inbreuken op de Richtlijn Betalingsdiensten 2 EBA/GL/2017/13 05/12/2017

Richtsnoeren. inzake producttoezicht- en -governanceregelingen voor retailbanken EBA/GL/2015/18 22/03/2016

RICHTSNOEREN BETREFFENDE BEROEPSAANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING UIT HOOFDE VAN PSD2 EBA/GL/2017/08 12/09/2015. Richtsnoeren

Richtsnoeren EBA/GL/2018/01 16/01/2018. Bijlage Circulaire NBB_2018_07

EBA/GL/2015/ Richtsnoeren

Aanbevelingen tot wijziging van Aanbevelingen EBA/REC/2015/01

EBA-richtsnoeren. inzake het verzamelen van gegevens over grootverdieners EBA/GL/2012/5

RICHTSNOEREN INZAKE DE MINIMUMLIJST VAN DIENSTEN EN FACILITEITEN EBA/GL/2015/ Richtsnoeren

Definitieve richtsnoeren

RICHTSNOEREN INZAKE DE MINIMUMLIJST VAN DIENSTEN EN FACILITEITEN EBA/GL/2015/ Richtsnoeren

Definitieve richtsnoeren

Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door de effectensector (ESMA) en de bankensector (EBA)

EBA-richtsnoeren. inzake de benchmarkexercitie voor beloningen EBA/GL/2012/4

Richtsnoeren. ter specificatie van de voorwaarden voor de financiële steun binnen de groep uit hoofde van artikel 23 van Richtlijn 2014/59/EU

Definitieve richtsnoeren

JC May Joint Committee Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door de effectensector (ESMA) en de bankensector (EBA)

EBA-RICHTSNOEREN VOOR DE REEKS SCENARIO'S DIE MOETEN WORDEN GEBRUIKT IN HERSTELPLANNEN

EBA-richtsnoeren voor het toepasselijke notionele discontopercentage voor variabele beloning

Richtsnoeren EBA/GL/2018/07. 4 december 2018

RICHTSNOEREN INZAKE LIMIETEN VOOR BLOOTSTELLINGEN MET BETREKKING TOT SCHADUWBANKENTITEITEN EBA/GL/2015/20 03/06/2016. Richtsnoeren

EIOPA-17/651 4 oktober 2017

Beloningsbeleid en beloningspraktijken (MiFIDrichtlijn): tenuitvoerlegging door de FSMA

Richtsnoeren. inzake het verzamelen van gegevens over grootverdieners EBA/GL/2014/07 16/07/2014

RICHTSNOEREN VOOR TESTS, DOORLICHTINGEN OF EXERCITIES DIE KUNNEN LEIDEN TOT STEUNMAATREGELEN EBA/GL/2014/ september 2014

RICHTSNOER (EU) 2016/1993 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

Richtsnoeren Samenwerking tussen autoriteiten die zijn onderworpen aan de artikelen 17 en 23 van Verordening (EU) nr. 909/2014

BESLUIT (EU) 2017/935 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of

Richtsnoeren. betreffende de openbaarmaking van bezwaarde en niet-bezwaarde activa. 27 juni 2014 EBA/GL/2014/03

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 127, lid 6, en artikel 132,

BESLUIT (EU) 2018/546 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

Bijlage Circulaire NBB_2017_ juni 2014 EBA/GL/2014/04. Richtsnoeren

De voorbereiding op de terugtrekking is niet alleen een zaak van de EU en de nationale overheden, maar ook van bedrijven en burgers.

Richtsnoeren inzake de methoden voor de bepaling van de marktaandelen met het oog op rapportage

EBA/GL/2013/ Richtsnoeren

Richtsnoeren voor de behandeling. van klachten door. verzekeringsondernemingen

(Voor de EER relevante tekst)

Richtsnoeren MAR Personen die marktpeilingen ontvangen

Richtsnoeren inzake de minimumcriteria waaraan een bedrijfssaneringsplan moet voldoen

10/01/2012 ESMA/2011/188

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

(Niet-wetgevingshandelingen) BESLUITEN

Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door verzekeringstussenpersonen

Richtsnoeren voor de behandeling van verbonden ondernemingen, waaronder deelnemingen

Aanbeveling over de behandeling van entiteiten in het groepsherstelplan

Richtsnoeren en aanbevelingen

Richtsnoeren voor niet-significante benchmarks krachtens de BMV

RICHTSNOEREN INZAKE DE BENCHMARKEXERCITIE VOOR BELONINGEN EBA/GL/2014/08 16/07/2014. Richtsnoeren. inzake de benchmarkexercitie voor beloningen

GUIDELINES ON NATIONAL PROVISIONAL LISTS OF THE MOST REPRESENTATIVE SERVICES EBA/GL/2015/ EBA-richtsnoeren

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

(Voor de EER relevante tekst)

FSMA_2018_04 dd. 24/04/2018

CIRCULAIRE PPB CPB van de CBFA over de voorbereiding op de inwerkingtreding van de MiFID- richtlijn

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/9 VAN DE COMMISSIE

ECB-OPENBAAR. Aan: de leiding van belangrijke banken. Frankfurt am Main, 28 juli 2017

Richtsnoeren EBA/GL/2016/05 07/11/2016

2/6. 1 PB L 158 van , blz PB L 335 van , blz PB L 331 van , blz

Richtsnoeren voor het gebruik van de identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI)

(Voor de EER relevante tekst)

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) Productontwikkeling en distributie door verzekeringstussenpersonen

(Voor de EER relevante tekst)

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

(Voor de EER relevante tekst)

Richtsnoeren voor de omgang met markt- en tegenpartijrisico s in de standaardformule

10955/16 rts/adw/mt 1 DGG 1B

Richtsnoeren Richtsnoeren voor de beoordeling van kennis en bekwaamheid

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

ONTWERPBESLUIT. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement B8-0745/ ingediend overeenkomstig artikel 198 van het Reglement

Richtsnoeren inzake de verlenging van de herstelperiode in uitzonderlijke ongunstige omstandigheden

Publicatieblad van de Europese Unie

FSMA_2017_11-1 dd. 18/07/2017

(Voor de EER relevante tekst)

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van XXX. betreffende toegang tot een elementaire betaalrekening. (Voor de EER relevante tekst)

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Richtsnoeren MAR Uitstellen van de openbaarmaking van voorwetenschap

(Voor de EER relevante tekst)

Richtsnoeren betreffende de marginmaatregelen ter beperking van procyclische effecten voor centrale tegenpartijen van EMIR

Richtsnoeren Regels en procedures bij wanbetaling van deelnemers van CSD

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1971 VAN DE COMMISSIE

No.W /III 's-gravenhage, 21 augustus 2015

(Voor de EER relevante tekst)

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122.

EBA/GL/2014/ december Richtsnoeren

Aanbevelingen voor de verzekeringssector in het licht van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Richtsnoeren. Afstemming van handelsonderbrekers en publicatie van handelsonderbrekingen volgens MiFID II 27/06/2017 ESMA NL

c) overeenkomstig de artikelen 260 tot en met 263 op verzekerings- of herverzekeringsondernemingen of gemengde financiële holding die

RICHTSNOEREN VOOR CORRECTIES VAN DE GEWIJZIGDE DURATION EBA/GL/2016/09 04/01/2017. Richtsnoeren

Richtsnoeren voor bevoegde autoriteiten en beheerders van icbe s

Transcriptie:

EBA/GL/2016/06 13/12/2016 Richtsnoeren inzake het beloningsbeleid en de beloningspraktijken in verband met de verkoop en verstrekking van retailbankproducten en -diensten

1. Compliance and reporting obligations Nalevings- en rapportageverplichtingen 1. Dit document bevat richtsnoeren die zijn uitgebracht op grond van artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 1. Overeenkomstig artikel 16, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1093/2010 moeten bevoegde autoriteiten en financiële instellingen zich tot het uiterste inspannen om aan die richtsnoeren te voldoen. 2. Richtsnoeren geven weer wat in de opvatting van de EBA passende toezichtpraktijken binnen het Europees Systeem voor financieel toezicht zijn en hoe het recht van de Unie op een specifiek gebied dient te worden toegepast. Bevoegde autoriteiten als bedoeld in artikel 4, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1093/2010 voor wie richtsnoeren gelden, dienen hieraan te voldoen door deze op passende wijze in hun praktijken te integreren (bijvoorbeeld door hun wettelijk kader of hun toezichtprocessen aan te passen), ook wanneer richtsnoeren primair tot instellingen zijn gericht. Kennisgevingsverplichtingen 3. Overeenkomstig artikel 16, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1093/2010 stellen bevoegde autoriteiten EBA vóór 13/02/2017 ervan in kennis of zij aan deze richtsnoeren voldoen of voornemens zijn deze op te volgen, of, indien dit niet het geval is, wat de redenen van de niet-naleving zijn. Bevoegde autoriteiten die bij het verstrijken van de termijn niet hebben gereageerd, worden geacht niet te hebben voldaan aan de richtsnoeren. Kennisgevingen worden ingediend door het formulier op de EBA-website te versturen naar compliance@eba.europa.eu onder vermelding van "EBA/GL/2016/06". Kennisgevingen worden ingediend door personen die bevoegd zijn om namens hun bevoegde autoriteiten te melden of zij aan de richtsnoeren voldoen. Elke verandering in de status van de naleving dient eveneens aan EBA te worden gemeld. 4. Kennisgevingen worden overeenkomstig artikel 16, lid 3, van de EBA-verordening op haarwebsite bekendgemaakt. 1 Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).

2. Onderwerp, toepassingsgebied en definities Onderwerp en toepassingsgebied 5. Deze richtsnoeren specificeren de vereisten voor de opzet en toepassing van het beloningsbeleid en de beloningspraktijken in verband met het aanbieden of verstrekken van bankproducten en -diensten aan consumenten door instellingen in de zin van paragraaf 17, om de consument zo te beschermen tegen ongewenste benadeling als gevolg van de beloning van verkoopmedewerkers. 6. In deze richtsnoeren wordt verduidelijkt hoe financiële instellingen de specifieke bepalingen dienen uit te voeren van de desbetreffende EU-richtlijnen, zoals (i) artikel 74, lid 3 en artikel 75, lid van Richtlijn 2013/36/EU 2, die de EBA de bevoegdheid verleent om richtsnoeren uit te werken voor de wijze waarop kredietinstellingen bestuurd worden, met inbegrip van het beloningsbeleid en beloningspraktijken, (ii) artikel 7, lid 2 van Richtlijn 2014/17/EU 3, die lidstaten verplicht erop toe te zien dat de manier waarop kredietgevers en kredietbemiddelaars hun personeelsleden belonen hen niet belet om op een eerlijke, billijke, transparante en professionele wijze te handelen en rekening te houden met de rechten en belangen van de consument, en (iii) artikel 11, lid 4 van Richtlijn (EU) 2015/2366 4 en artikel 3, eerste lid van Richtlijn 2009/110/EG 5, die betalingsinstellingen en instellingen voor elektronisch geld verplichten om degelijke bestuursregelingen in te voeren, voor zover ze betrekking hebben op het beloningsbeleid en de beloningspraktijken. 7. Deze richtsnoeren hebben geen betrekking op de vergoeding die instellingen betalen aan kredietbemiddelaars (vaak ook 'commissielonen' genoemd) en zijn onverminderd de beloningsregels overeenkomstig Richtlijn 2014/17/EU 6 en in het bijzonder overeenkomstig artikel 7, lid 2 van deze Richtlijn, dat voorschrijft dat wanneer kredietgevers 2 Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG. 3 Richtlijn 2014/17/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 februari 2014 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten met betrekking tot voor bewoning bestemde onroerende goederen en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 (PB L 60 van 28.2.2014, blz. 34). 4 Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt tot wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG, 2013/36/EG en Verordening (EU) nr. 1093/2010, en tot intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 35). 5 Richtlijn 2009/110/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de toegang tot, de uitoefening van en het prudentieel toezicht op de werkzaamheden van instellingen voor elektronisch geld, tot wijziging van de Richtlijnen 2005/60/EG en 2006/48/EG en tot intrekking van Richtlijn 2000/46/EG (PB L 267 van 10.10.2009, blz. 7). 6 Richtlijn 2014/17/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 februari 2014 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten met betrekking tot voor bewoning bestemde onroerende goederen en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 (PB L 60 van 28.2.2014, blz. 34).

kredietbemiddelaars vergoeden, ze dit op een manier moeten doen die de kredietgever, kredietbemiddelaar of aangestelde vertegenwoordiger niet verhindert om op een eerlijke, billijke, transparante en professionele wijze op te treden en rekening te houden met de rechten en belangen van de consument. 8. De relevante bankproducten en -diensten vallen binnen het toepassingsgebied van de wetten krachtens dewelke instellingen gemachtigd zijn of toelating hebben om hun activiteiten zoals gedefinieerd in paragraaf 17, uit te oefenen. 9. Deze richtsnoeren zijn tevens onverminderd de toepassing van strengere normen zoals bepaald in de toepasselijke wetgeving voor de sector, en in het bijzonder krachtens artikel 7, lid 4 van Richtlijn 2014/17/EU betreffende het verstrekken van adviesdiensten bij kredietovereenkomsten zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 21 van die Richtlijn. 10. De bevoegde autoriteiten mogen deze richtsnoeren ook toepassen op andere entiteiten dan instellingen in de zin van paragraaf 17, met name op: a. andere bemiddelaars dan kredietbemiddelaars zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 5 van Richtlijn 2014/17/EU; b. 'aangestelde vertegenwoordigers' zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 8 van Richtlijn 2014/17/EU. 11. Bevoegde autoriteiten mogen deze richtsnoeren ook toepassen op andere personen dan consumenten in de zin van paragraaf 17, zoals micro-ondernemingen en kleine of middelgrote bedrijven (kmo's/mkb-bedrijven). 12. Bevoegde autoriteiten mogen de beloningsregels in deze richtsnoeren ook uitbreiden naar de beloning (ook wel 'commissielonen' genoemd) die financiële instellingen aan kredietbemiddelaars betalen. 13. Wanneer deze richtsnoeren een uitkomst vermelden, kan deze uitkomst op verschillende manieren verkregen worden. Bevoegde autoriteiten mogen de geschiktheid van de door financiële instellingen gebruikte manier beoordelen en daarbij rekening houden met hun bedrijfsmodel, omvang en complexiteit. 14. De toepassing van deze richtsnoeren is onverminderd de verplichting van de kredietinstellingen om de richtsnoeren van de EBA betreffende een degelijk beloningsbeleid overeenkomstig artikel 74, lid 3, en artikel 75, lid 2, van Richtlijn 2013/36/EU en openbaarmaking krachtens artikel 450 van Verordening (EU) nr. 575/2013 na te leven.

Geadresseerden Voor wie zijn deze richtsnoeren bestemd? 15. Deze richtsnoeren zijn gericht aan: a. bevoegde autoriteiten in de zin van artikel 4, lid 2, punt (i) van Verordening (EU) nr. 1093/2010 (betreffende de Europese Bankautoriteit). Voor de kredietgevers en kredietbemiddelaars waarnaar wordt verwezen in de definitie van 'instellingen' in paragraaf 17, die geen kredietinstellingen, betalingsinstellingen of instellingen voor elektronisch geld zijn in de zin van die definitie, gelden de richtsnoeren voor zover deze autoriteiten als bevoegd aangewezen werden om de toepassing en handhaving te verzekeren van de bepalingen van Richtlijn 2014/17/EU waarop deze richtsnoeren betrekking hebben; en b. financiële instellingen in de zin van artikel 4, eerste lid van Verordening (EU) nr. 1093/2010. Doelgroep van informatievereisten 16. Ongeacht de vraag of de richtsnoeren aan een EBA-autoriteit in de zin van paragraaf 15 zijn gericht of niet, geldt dat wanneer een lidstaat overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn 2014/17/EU meer dan één autoriteit heeft aangewezen en een daarvan geen EBAautoriteit is, de overeenkomstig dat artikel aangewezen EBA-autoriteit, onverminderd de uit hoofde van artikel 5, lid 3 van Richtlijn 2014/17/EU toegepaste nationale regelingen: a) de andere aangewezen autoriteit onmiddellijk van deze richtsnoeren en hun ingangsdatum in kennis stelt; b) deze autoriteit schriftelijk verzoekt de toepassing van deze richtsnoeren te overwegen; c) deze autoriteit schriftelijk verzoekt EBA of de EBA-autoriteit binnen twee maanden na de kennisgeving overeenkomstig punt a) mee te delen of zij deze richtsnoeren toepast of voornemens is toe te passen; en d) indien van toepassing, de overeenkomstig punt c) ontvangen informatie onmiddellijk aan EBA door te sturen.

Definities 17. Tenzij anders aangegeven, hebben de definities in de wetteksten waarnaar in deze paragraaf wordt verwezen dezelfde betekenis in deze richtsnoeren. In deze richtsnoeren gelden bovendien de volgende definities: Consument Instellingen een natuurlijk persoon, die bij transacties handelt voor doeleinden die buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteiten vallen. a) Kredietinstellingen zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1 van Verordening (EU) nr. 575/2013 7 ; b) 'Kredietgevers' zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 2 van Richtlijn 2014/17/EU; c) 'Kredietbemiddelaars' zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 5 van Richtlijn 2014/17/EU; d) 'Betalingsinstellingen' zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 4 van Richtlijn (EU) 2015/2366; e) 'Instellingen voor elektronisch geld' zoals gedefinieerd in artikel 2, eerste lid van Richtlijn 2009/110/EG. Bankproducten en/of - diensten a) 'kredietovereenkomsten' zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 3 van Richtlijn 2014/17/EU; b) deposito's 8 zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 3 van Richtlijn 2014/49/EU 9 ; c) 'betaalrekening' zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 12 van Richtlijn (EU) 2015/2366; d) 'betalingsdiensten' zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 3 van Richtlijn (EU) 2015/2366; e) 'betaalinstrumenten' zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 14 van Richtlijn (EU) 2015/2366; 7 Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1). 8 Het gaat hier om alle vormen van deposito's. De Richtlijn betreffende markten voor financiële instrumenten 2014/65/EU (MiFID 2) heeft overeenkomstig artikel 1, lid 4 bepaalde organisatorische en gedragsregels uitgebreid naar een subsegment van deposito's: de zogenaamde gestructureerde deposito's, zoals gedefinieerd in punt (43) van artikel 4, eerste lid van MiFID 2. De beloningsregels van MiFID 2, met inbegrip van toekomstige gedelegeerde handelingen waarin artikel 16, lid 3 en artikel 24, lid 10 van MiFID 2 verder verfijnd worden, zullen van toepassing zijn op gestructureerde deposito's en bijgevolg zijn onderhavige richtsnoeren daarop niet van toepassing zijn. 9 Richtlijn 2014/49/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 inzake de depositogarantiestelsels (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 149).

f) overige betaalmiddelen waarnaar wordt verwezen in Bijlage I, vijfde lid van Richtlijn 2013/36/EU 10 ; g) 'elektronisch geld' zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 2 van Richtlijn 2009/110/EG; en h) overige kredietvormen, naast deze in punt (a) hierboven, waarnaar in Bijlage 1, tweede lid van Richtlijn 2013/36/EU verwezen wordt en in overeenstemming met artikel 1, lid 5, punt (e) van Verordening (EU) nr. 1093/2010. Leidinggevend orgaan Relevante personen Beloning Het (De) overeenkomstig nationaal recht aangewezen orgaan (organen) 11 van een instelling welke de bevoegdheid heeft (hebben) de strategie, doelstellingen en de algemene richting van de instelling vast te stellen, en die toezicht houden op de bestuurlijke besluitvorming en deze controleert, met inbegrip van de personen die het beleid van de instelling daadwerkelijk bepalen. Elke natuurlijke persoon die: a) werkt voor een instelling en rechtstreeks bankproducten en - diensten verstrekt aan consumenten; of b) werkt voor een instelling en rechtstreeks of onrechtstreeks leiding geeft aan een persoon zoals bedoeld in punt (a). Alle vormen van vaste en variabele beloning, waaronder betalingen of geldelijke of niet-geldelijke voordelen die rechtstreeks door, of in naam van, instellingen worden toegekend aan relevante personen. Niet-geldelijke voordelen omvatten onder meer, maar zijn niet beperkt tot promoties, ziektekostenverzekeringen, kortingen of het verstrekken van een wagen of gsm, genereuze onkostenvergoedingen of seminars. Uitbesteding 18. Indien de activiteit van de instelling geheel of gedeeltelijk aan derden wordt uitbesteed of op andere manieren door een andere entiteit wordt uitgevoerd, zien instellingen erop toe dat zij daarbij voldoen aan de vereisten als vastgesteld in de uitbestedingsrichtsnoeren van het CEBT 12. Dit geldt in het bijzonder voor CEBT-richtsnoer 2, dat bepaalt dat de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de adequate beheersing van de aan uitbesteding of de uitbestede 10 Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van donderdag 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338). 11 De structuren van leidinggevende organen verschillen in de diverse Europese landen. In sommige landen is een monistische structuur gebruikelijk, dat wil zeggen dat de toezichthoudende en de leidinggevende functie van het bestuur door één orgaan worden uitgeoefend. Andere landen hanteren voornamelijk een dualistisch model, waarbij twee onafhankelijke organen worden ingesteld, een voor de leidinggevende functie en de andere voor het toezicht op het leidinggevende orgaan. 12 CEBS, Guidelines on outsourcing (2006).

activiteiten verbonden risico's berust bij het hoger management van een uitbestedende instelling. 3. Uitvoering Ingangsdatum 19. Deze richtsnoeren gelden vanaf 13 januari 2018. 4. Richtsnoeren inzake beloningsbeleid en beloningspraktijken 1. Opzet 1.1. Instellingen moeten een beloningsbeleid en beloningspraktijken ontwikkelen en invoeren die rekening houden met de rechten en belangen van consumenten. Instellingen moeten er meer bepaald voor zorgen dat geldelijke en/of niet-geldelijke vormen van beloning de relevante personen er niet toe aanzetten om hun eigen belangen of de belangen van de instelling te bevoordelen ten koste van de consumenten. 1.2. Instellingen dienen bij de ontwikkeling van het beloningsbeleid en de beloningspraktijken na te gaan of dit beleid en deze praktijken risico's met zich meebrengen voor de consument en het ontstaan van deze risico's proberen te beperken. 1.3. De personeelsafdeling van instellingen moeten meewerken en bijdragen aan de ontwikkeling van het beloningsbeleid en beloningspraktijken. Daarnaast moeten de risicomanagement- en complianceafdelingen, daar waar ze opgericht zijn, een effectieve bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het beloningsbeleid en de beloningspraktijken. 1.4. Teneinde de prestaties van een relevante persoon te kunnen evalueren, dienen instellingen in hun beloningsbeleid en beloningspraktijken de geschikte criteria voor de beoordeling van de prestaties vast te leggen, rekening houdend met de rechten en belangen van consumenten. 1.5. Bij de ontwikkeling van het beloningsbeleid en de beloningspraktijken dienen instellingen zowel rekening te houden met kwalitatieve als kwantitatieve criteria om het niveau van de variabele vergoeding te bepalen, om er zo voor te zorgen dat de rechten en belangen van consumenten op gepaste wijze in aanmerking genomen worden.

1.6. Instellingen mogen geen beloningsbeleid en beloningspraktijken ontwikkelen die: a. een beloning uitsluitend koppelen aan een kwantitatief streefcijfer voor het aanbieden of verstrekken van bankproducten en -diensten; of b. het aanbieden of verstrekken van een specifiek product of een categorie producten promoten boven andere producten, zoals producten die meer winst opleveren voor de instellingen of voor een relevante persoon, ten nadele van de consument. 1.7. Waar het beloningsbeleid en de beloningspraktijken een variabele beloning voorzien, moeten instellingen erop toezien dat er een gepast evenwicht bestaat inde verhouding tussen de vaste en variabele componenten van de beloning en dat er rekening gehouden wordt met de rechten en belangen van consumenten. Voorts dienen het beloningsbeleid en de beloningspraktijken de mogelijkheid te bieden om een flexibel beleid te voeren inzake variabele beloning, waaronder begrepen de mogelijkheid om in het geheel geen variabele beloning toe te kennen. 1.8. Instellingen moeten vermijden dat hun beloningsbeleid en beloningspraktijken nodeloos ingewikkeld worden en onoverzichtelijke combinaties van een verschillend beloningsbeleid en verschillende praktijken te vermijden. 2. Documentatie, informatieverstrekking en toegankelijkheid 2.1. Instellingen dienen hun beloningsbeleid en beloningspraktijken te documenteren, hen voor minstens vijf jaar na de laatste dag van geldigheid bijhouden voor auditdoeleinden en ze op verzoek beschikbaar maken voor de bevoegde autoriteiten. Deze documentatie omvat, maar is niet beperkt tot: a) de doelstellingen van het beloningsbeleid en de beloningspraktijken van de instelling; b) de relevante personen die binnen het toepassingsgebied van dit beleid en deze praktijken vallen; c) de uivoering van het beloningsbeleid in de praktijk; met met name de criteria voor de variabele beloning wanneer er een variabele beloning toegekend wordt. 2.2. Vooraleer ze de toelating krijgen om bankproducten of -diensten aan te bieden aan consumenten, dienen de relevante personen duidelijk en op een eenvoudige en transparante manier ingelicht te worden over het beloningsbeleid en de beloningspraktijken die op hen van toepassing zijn.

2.3. Het beloningsbeleid en de beloningspraktijken dienen eenvoudig toegankelijk te zijn voor alle relevante personen van de instelling. 3. Goedkeuring 3.1. Het leidinggevend orgaan verleent zijn goedkeuring en draagt de eindverantwoordelijkheid voor het beloningsbeleid en de beloningspraktijken van de instelling. 3.2. Het leidinggevend orgaan dient zich te laten adviseren door de beloningscommissie, daar waar deze opgericht werd, aangaande het beloningsbeleid en de beloningspraktijken met betrekking tot het vervullen van deze richtsnoeren. 3.3. Waar een complianceafdeling opgericht is, dient deze te bevestigen dat het beloningsbeleid en de beloningspraktijken overeenstemmen met deze richtsnoeren. 3.4. Het beloningsbeleid en de beloningspraktijken mogen enkel gewijzigd worden met de goedkeuring van het leidinggevend orgaan. 4. Controle 4.1 Instellingen dienen minstens een keer per jaar hun beloningsbeleid en de beloningspraktijken te controleren om ze te laten overeenstemmen met deze richtsnoeren. Indien de instelling mocht vaststellen dat een restrisico ten nadele van de consument kan ontstaan als gevolg van de ontwikkeling van het beloningsbeleid en de beloningspraktijken waarvan sprake is in paragraaf 1.2 van deze richtsnoeren, dient zij te evalueren of deze restrisico's zich voordoen in de praktijk en de consument benadelen. 4.2 Indien uit de evaluatie blijkt dat het beloningsbeleid en de beloningspraktijken van de instelling niet functioneren zoals ze bedoeld of voorgeschreven zijn, dient de instelling haar beloningsbeleid en beloningspraktijken aan te passen in overeenstemming met deze richtsnoeren. 4.3 Instellingen dienen doeltreffende controles uit te voeren om na te gaan of hun beloningsbeleid en beloningspraktijken nageleefd worden, en gevallen waarbij deze richtsnoeren niet nageleefd worden, identificeren en aanpakken.