ORDE VAN DIENST Elia in de woestijn (Dieric Bouts) zondagmorgen 8 oktober 2017 De Graankorrel Protestantse gemeente s-graveland-ankeveen-kortenhoef
2 Aan deze dienst werken mee: Voorganger: ds. J. Ridderbos, Assen Organist: Jan van Veldhuizen Gastvrouw en lector: Jantie de Vries Diaken: Willy Hoekstra Koster: Jan van Doorn
3 Welkom en mededelingen VOORBEREIDING v: De Heer zij met u. g: Ook met u zij de Heer. v: Onze hulp is in de naam des Heren g: die hemel en aarde gemaakt heeft. Drempelgebed Wij gedenken Henk Flierman Lied 139: 1, 2, 14 1 Heer, die mij ziet zoals ik ben, dieper dan ik mijzelf ooit ken, kent Gij mij, Gij weet waar ik ga, Gij volgt mij waar ik zit of sta. Wat mij ten diepste houdt bewogen, t ligt alles open voor uw ogen. 2 Gij zijt zo diep vertrouwd met mij: wie weet mijn wegen zoals Gij? Gij kent mijn leven woord voor woord, Gij hebt mij voor ik spreek gehoord. Ja overal, op al mijn wegen en altijd weer komt Gij mij tegen. 14 Doorgrond, o God, mijn hart; het ligt toch open voor uw aangezicht. Toets mij of niet een weg in mij mij schaadt en leidt aan U voorbij. O God, houd mij geheel omgeven, en leid mij op de weg ten leven.
Kyriegebed, door gemeente beantwoord met gezongen Kyrie eleison (3x) Glorialied: Lied 655: 1 t/m 5 1 Zing voor de Heer een nieuw gezang! Hij laaft u heel uw leven lang met water uit de harde steen. Het is vol wonderen om u heen. 2 Hij gaat u voor in wolk en vuur, gunt aan uw leven rust en duur en geeft het zin en samenhang. Zing dan de Heer een nieuw gezang! 3 Een lied van uw verwondering dat nóg uw naam niet onderging, maar weer opnieuw geboren is uit water en uit duisternis. 4 De hand van God doet in de tijd tekenen van gerechtigheid. De Geest des Heren vuurt ons aan de heilige tekens te verstaan. 5 Wij zullen naar zijn land geleid doorleven tot in eeuwigheid en zingen bij zijn wederkeer een nieuw gezang voor God de Heer. 4
5 DIENST VAN HET WOORD Gebed bij de opening van de Schrift Eerste lezing: 1 Koningen 19: 1-15 1 Achab vertelde Izebel alles wat Elia had gedaan, ook dat hij alle profeten ter dood had gebracht. 2 Toen liet Izebel Elia de volgende boodschap overbrengen: De goden mogen met mij doen wat ze willen als u morgen om deze tijd niet hetzelfde lot ondergaat als zij. 3 Elia werd bang en vluchtte om zijn leven te redden. Bij Berseba in Juda aangekomen liet hij zijn knecht achter 4 en zelf trok hij één dagreis ver de woestijn in. Daar ging hij onder een bremstruik zitten, verlangend naar de dood, en zei: Het is genoeg geweest, HEER. Neem mijn leven, want ik ben niet beter dan mijn voorouders. 5 Hij viel onder de bremstruik in slaap, maar er kwam een engel, die hem aanraakte en zei: Word wakker en eet wat. 6 Elia keek op en ontdekte naast zijn hoofd een brood, in gloeiende kooltjes gebakken, en een kruik water. Nadat hij had gegeten en gedronken ging hij weer onder de struik liggen. 7 Maar de engel van de HEER kwam terug, raakte hem opnieuw aan en zei: Sta op en eet wat, anders is de reis te zwaar voor je. 8 Elia stond op, en toen hij had gegeten en gedronken liep hij, gesterkt door dit voedsel, veertig dagen en veertig nachten door de woestijn, tot hij bij de Horeb kwam, de berg van God. 9 Daar ging hij een grot binnen om er de nacht door te brengen. Toen richtte de HEER zich tot hem met de woorden: Elia, wat doe je hier? 10 Elia antwoordde: Ik heb me met volle overgave ingezet voor de HEER, de God van de hemelse machten, maar de Israëlieten hebben uw verbond met hen naast zich neergelegd, uw altaren verwoest en uw profeten gedood. Ik ben als enige overgebleven, en nu hebben ze het ook op mijn leven voorzien. 11 Kom naar buiten, zei de HEER, en treed hier op de berg voor mij aan. En daar kwam de HEER voorbij. Er ging een grote, krachtige windvlaag voor de HEER uit, die de bergen spleet en de rotsen aan stukken sloeg, maar de HEER bevond zich niet in die windvlaag.
6 Na de windvlaag kwam er een aardbeving, maar de HEER bevond zich niet in die aardbeving. 12 Na de aardbeving was er vuur, maar de HEER bevond zich niet in dat vuur. Na het vuur klonk het gefluister van een zachte bries. 13 Toen Elia dat hoorde, sloeg hij zijn mantel voor zijn gezicht. Hij kwam naar buiten en ging in de opening van de grot staan, en daar klonk een stem die tot hem sprak: Elia, wat doe je hier? 14 Elia antwoordde: Ik heb me met volle overgave ingezet voor de HEER, de God van de hemelse machten, maar de Israëlieten hebben uw verbond met hen naast zich neergelegd, uw altaren verwoest en uw profeten gedood. Ik ben als enige overgebleven, en nu hebben ze het ook op mijn leven voorzien. 15 De HEER zei tegen Elia: Keer terug en ga. Lied 321: vrouwen 1, 3, 4/ mannen 2/ allen 5, 6, 7 1 Niet als een storm, als een vloed, niet als een bijl aan de wortel komen de woorden van God, niet als een schot in het hart. 2 Maar als een glimp van de zon, een groene twijg in de winter, dorstig en hard deze grond zo is het koninkrijk Gods. 3 Stem die de stilte niet breekt, woord als een knecht in de wereld, naam zonder klank zonder macht, vreemdeling zonder geslacht. 4 Kinderen, armen van geest, mensen gelouterd tot vrede, horen de naam in hun hart, dragen het woord in hun vlees.
5 Blinden herkennen de hand, dovemansoren verstaan Hem. Zalig de man die gelooft, zalig de vrouw aan de bron. 7 6 Niet in het graf van voorbij, niet in een tempel van dromen, hier in ons midden is Hij, hier in de schaduw der hoop. 7 Hier in dit stervend bestaan wordt Hij voor ons geloofwaardig, worden wij mensen van God, liefde op leven en dood. Tweede lezing: Marcus 1: 9-13 9 In die tijd kwam Jezus vanuit Nazaret, dat in Galilea ligt, naar de Jordaan om zich door Johannes te laten dopen. 10 Op het moment dat hij uit het water omhoogkwam, zag hij de hemel openscheuren en de Geest als een duif op zich neerdalen, 11 en er klonk een stem uit de hemel: Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik vreugde. 12 Meteen daarna dreef de Geest hem de woestijn in. 13 Veertig dagen bleef hij in de woestijn, waar hij door Satan op de proef werd gesteld. Hij leefde er te midden van de wilde dieren, en engelen zorgden voor hem.
8 Lied 539: 1 t/m 5 2 Veertig dagen zonder brood, Hij is niet bezweken ook al was de honger groot voor zijn tegenspreker. 3 Alle rijkdom, alle macht lagen in zijn handen, als Hij maar een knieval bracht voor zijn tegenstander. 4 Jezus zei: Ik kniel niet neer, want er staat geschreven: Bid alleen tot God de Heer, dien Hem heel je leven. 5 Jezus, diep in de woestijn, veertig lange dagen, bleef het in de zware strijd met Gods woorden wagen. Verkondiging
9 Lied 807: 1 t/m 6 1 Een mens te zijn op aarde, is eens voorgoed geboren zijn, is levenslang geboortepijn. Een mens te zijn op aarde is leven van de wind. 2 De bomen hebben wortels de bomen mogen stevig staan maar mensen moeten verder gaan. De bomen hebben wortels maar mensen gaan voorbij. 3 De vossen hebben holen de mensen weten heg noch steg zijn altijd naar hun huis op weg. De vossen hebben holen maar wie is onze weg? 4 De mensen hebben zorgen het brood is duur, het lichaam zwaar, en wij verslijten aan elkaar. Wie kent de dag van morgen? De dood komt lang verwacht. 5 Een mens te zijn op aarde is pijnlijk begenadigd zijn en zoeken, nooit verzadigd zijn, is rusten in de aarde als alles is volbracht. 6 Hoe zullen wij volbrengen wat door de eeuwen duren moet; een mens te zijn die sterven moet? Wij branden van verlangen tot alles is voltooid.
10 DIENST VAN DE GEBEDEN EN DE GAVEN Gebeden Collecte Kerk in Actie vraagt dit najaar opnieuw onze aandacht voor de kerken in nood in het Midden-Oosten. De kerken hebben het heel erg moeilijk. In Egypte zorgen aanslagen voor angst en neemt de druk toe om weg te gaan. In Syrië en Irak zijn christenen blijvend op de vlucht voor oorlog en geweld. In Libanon en Jordanië kloppen ze massaal op de deur van kerken. Met de eerste collecte willen ook wij hen steunen. De tweede collecte is bestemd voor de kerk. De opbrengst van de zakjes bij de uitgangen van de kerk is bestemd voor het project van Kerk in Actie op Zuid-Sumatra: Geef boeren op Zuid-Sumatra handen en voeten. Slotlied: Lied 801: 1 t/m 5 1 Door de nacht van strijd en zorgen schrijdt de stoet der pelgrims voort, vol verlangen naar de morgen, waar de hemel hen verhoort. 2 Liederen zingend vol vertrouwen tot zij in het eeuwig licht in elk ander mens aanschouwen t lichten van Gods aangezicht. 3 Door de nacht leidt ons ten leven licht dat weerlicht overal, dat ons blinkend zal omgeven, als ons God ontvangen zal.
11 4 In ons hart is dit de luister, dit de liefde die ons leidt op de kruistocht door het duister naar de lichte eeuwigheid. 5 Met één lied uit duizend monden gaan wij zingend door de nacht, door één Geest tesaam verbonden, naar de kust waar God ons wacht. UITZENDING EN ZEGEN Wegzending en zegen, door gemeente zingend beantwoord met Amen (3x) 0-0-0-0-0
12 Na de dienst is er gelegenheid elkaar te ontmoeten. Koffie en thee staan voor u klaar.