Automatisch flitsen BEDIENINGSHANDLEIDING

Vergelijkbare documenten
AUTO ZOOM ELECTRONIC FLASH UNIT. Lees deze handleiding s.v.p. eerst zorgvuldig door

ZOOM ELECTRONIC AUTO ELEKTRONENFLITSER

Lees deze handleiding s.v.p. eerst zorgvuldig door zodat u weet hoe het apparaat werkt.

AUTO ZOOM ELECTRONIC FLASH UNIT OPERATING MANUAL ELEKTRONENFLITSER MET AUTOZOOM HANDLEIDING

Shanny SN600C-RF Speedlite. Review van de Shanny SN600C-RF met SN-E3-RF radio trigger

GEBRUIK VAN EEN REPORTAGE FLITSER

Een verzameling voorbeeldfoto s. Deze gids beschrijft verschillende SB flitsertechnieken en bevat voorbeeldfoto s Nikon Corporation

Presentatie/Mogelijkheden van externe opzetflitser. Werken met flitsers; de basis van flitsfotografie!

HQ-CHARGER UUR SUPER COMPACTE ACCULADER VOOR AAA/AA ACCU'S

Gebruikershandleiding AT-300T/R UHF-PLL. 40 kanaals rondleidingsysteem & draadloze microfoon systemen.

Afstandsbediening Telis 16 RTS

4 Knops afstandsbediening

BLUETOOTH-AUDIO-ONTVANGER/Z ENDER

Handleiding U8 Wireless Headset

Helpgids. Ondersteunde cameramodellen. Overzicht van de onderdelen. Voorbereidingen. Opnames maken

Programma Eco stand 8-SYMBOOL DISPLAY

Klantenservice. Als u vragen hebt over uw product, neemt u dan contact op met de klantenservice van Foscam.

Belangrijke veiligheidsvoorschriften

WERKEN MET DE FLITSER

EF70-300mm f/4-5.6 IS USM

Nieuwe Functies BL B00

2015 Multizijn V.O.F 1

voor FUJIFILM GEBRUIKSAANWIJZING

START SET DRAADLOOS SCHAKELEN

Gebruik van de afstandsbediening

Lees en bewaar dit document zorgvuldig! Installatie instructies Gebruikershandleiding 10 Knops afstandsbediening

HQ-CHARGER71 HQ 2-3 UUR COMPACT AA/AAA ACCULADER MET LCD DISPLAY

Elektronische camera & studio flitsers.

Nederlands. Handleiding. Inhoud :

2015 Multizijn V.O.F 1

Draadloze flitstrigger. Handleiding. Nederlands. Viper TTL - Nederlands 1

DF-705 Handleiding Voor informatie en ondersteuning,

CAL. Y182, 7T32 ALARM CHRONOGRAAF

2015 Multizijn V.O.F 1

ELEKTRONISCHE FLITSER

2500V Digital Insulation Resistance Tester Model:

Duurzame energie. Aan de slag met de energiemeter van LEGO

Gebruiksaanwijzing. OV-BaseCore7(Z)

Een verzameling voorbeeldfoto s

F30N04121 ELECTRONIC FLASH MACRO EM-140 DG GEBRUIKSAANWIJZING. NA-iTTL NEDERLANDS

Verkorte gebruiksaanwijzing

Gebruikershandleiding voor gegevensoverdracht van camera naar camera

Magic Remote GEBRUIKERSHANDLEIDING

Gebruiksaanwijzing Mini-lichtmeter PCE-170A

VOEDINGSBANK 9000 MET AUTO JUMPSTARTER

AR280P Clockradio handleiding

Draadloos Clickkit Snelgids

Handleiding afstandsbediening voor mobiele airconditioning

Verwarming en ventilatie

Gefeliciteerd met uw nieuwe autoalarm! Inhoud

De voordelen van de belichtingsregelingen onder creatief gebruik zijn in de meeste gevallen een juist belichte en creatievere foto.

In-/uitschakelen. Functie: De Identicom in- of uitschakelen.

Veel gestelde vragen:

Gebruiksaanwijzing. Altijd tot uw dienst Ga voor registratie van uw product en ondersteuning naar SHL3855NC

EF-S18-135mm f/ IS

CAL. V653 CHRONOGRAAF

Gebruiksaanwijzing. Altijd tot uw dienst SHL3850NC. Vragen? Vraag het Philips

Handleiding EMDR Lightbar

GEBRUIKSAANWIJZING FT-07

SNOW 7HD GEBRUIKSHANDLEIDING

Gebruikershandleiding. Digitale Video Memo

ANHANG AW 500 U1

Nokia Extra Power DC-11/DC-11K /2

Afstandsbedieningshandleiding IR NED: Cassette model airconditioner CTS-12-SET CTS-18-SET CTS-24-SET

GEBRUIKERSHANDLEIDING

LCD scherm va LCD scherm

RM318P(Dutch)a 28-1 OK 1 RF PROJECTIEKLOK. Gebruikershandleiding Model: RM318P INLEIDING ACHTERAANZICHT VOORAANZICHT BOVENAANZICHT.

MultiSport DV609 Nederlands

SPORTCAM HANDLEIDING. Lees en volg deze instructies voordat u het apparaat gebruikt.

HQ-CHARGER81 HQ SUPERSNELLE UNIVERSELE ACCULADER VOOR AAA/AA/C/D/9V

Bedieningen Dutch - 1

TRUST WIRELESS OBSERVATION SYSTEM 100M

Draadloze Infrarood Afstandsbediening YB1FA

Om op feestjes foto s te maken kun je voor lastige situaties komen te staan, vooral als er weinig licht aanwezig is.

Handleiding R.E.D. Remote Echo Depthsounder:

Bedrade afstandbediening Introductie van het spare part. Knoppen en display van de afstandbediening.

Item Radiogestuurde projectieklok met binnentemperatuur Gebruikershandleiding

COMPACTE DRAADLOZE SCHAKELAAR

ES-K1A. Draadloze keypad.

De FTZ-vattingadapter Compatibele F-vattingobjectieven Nl

Handleiding. Versie 2.0

ALCT 6/24-2 GEBRUIKSAANWIJZING

Carpline DTXI-plus Beetmelder set GEBRUIKSAANWIJZING

Fotografie Pro 1 FLITSFOTOGRAFIE

G E B R U I K S A A N W I J Z I N G. Bestnr Roboraptor

Leerdoelen. Techniek van de flitser en camera onder de knie krijgen met als doel betere flitsfoto s

4 functies in 1, te gebruiken als oplader voor diverse apparaten, om de auto of motorfiets te starten als starthulp en als lamp.

KOBA VISION. SenseView P430. Handleiding

Powerpack. gebruikshandleiding

Deze handleiding is van toepassing op alle directe opgeladen LED Cube met Bluetooth Speaker:

Stopwatch. Bestnr.: Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Draadloze draagbare deurbel en Plug-indeurbel

Draadloze flitserunits FL-50R en FL-36R met afstandsbediening voor een ongekende flexibiliteit en groot gebruiksgemak

Lithium Jumpstarter en DC power source GEBRUIKSAANWIJZING. Lees goed de gebruiksaanwijzing voordat u het product gebruikt.

Gebruikershandleiding

AAN DE SLAG MET HERCULES DJCONTROLWAVE EN DJUCED DJW

Uw gebruiksaanwijzing. SONY HVL-F56AM

OPMERKING VOOR GEBRUIK VAN DIT PRODUKT IN FRANKRIJK : DIT ALARM BEANTWOORDT NIET AAN DE AFNOR NORM VOLGENS DE FRANSE WET du 03/01/2003.

DB A-00. SOL MWR-SH00N_IB_04149A-00_NL.indd 오전 9:58:46

Gebruiksaanwijzing RCD-tester PCE-RCD 1

Transcriptie:

Automatisch flitsen BEDIENINGSHANDLEIDING

Inleiding Bedankt voor uw aankoop van de automatische flitser AF540FGZ II/AF360FGZ II. Naast een gemakkelijke daglichtfotografie met synchronisatie via automatisch P-DDL-flitsen, is er met de AF540FGZ II/ AF360FGZ II ook een draadloze automatische P-DDLfotografie en korte sluitertijdsynchronisatie mogelijk indien gecombineerd met een digitale spiegelreflexcamera met of zonder verwisselbare objectieven. Neem deze handleiding zorgvuldig door voordat u deze flitser gebruikt. Deze handleiding is van toepassing op de AF540FGZ II en AF360FGZ II. De afbeeldingen in deze handleiding zijn die van de AF540FGZ II. De ledbeam kan niet worden gebruikt als AF-hulplicht wanneer de flitser gebruikt wordt in combinatie met digitale spiegelreflexcamera's die voor de K-7 en K-x werden uitgebracht. Stel OFF in voor het AF-hulplicht (Sb) in het functiemenu. (Zie pagina 52.) URL voor het downloaden van firmware: http://www.ricoh-imaging.co.jp/english/support/download_digital.html Voor gebruik met de volgende modellen: 645D, K-5II, K-5IIs, K-5, K-30, K-50, K-500 en K-r Wanneer de flitser gebruikt wordt met de bovenstaande modellen, moet de firmware van de camera worden geüpdatet naar de recentste versie om de ledbeam te gebruiken als AF-hulplicht. (Zie pagina 53.) Deze update corrigeert de scherpstelpositieafwijking die veroorzaakt werd door het verschil in golflengte tussen het AF-hulplicht van deze flitser en dat van bestaande flitsers. 1

VEILIG GEBRUIK VAN UW FLITSER Hoewel we deze flitser zorgvuldig hebben ontwikkeld met het oog op een veilig gebruik, vragen we u extra aandachtig te zijn bij aanwijzingen met de volgende symbolen. WAARSCHUWING Dit symbool geeft aan dat het niet in acht nemen van deze waarschuwing ernstig persoonlijk letsel kan veroorzaken. PAS OP Dit symbool geeft aan dat het niet in acht nemen van deze waarschuwing minder ernstig tot gemiddeld persoonlijk letsel of materiële schade kan veroorzaken. is een symbool dat duidt op zaken die verboden zijn. is een symbool dat een waarschuwing accentueert. PAS OP Gebruik de flitser en/of ledbeam niet vlakbij iemands ogen, omdat het pijn kan doen aan de ogen. Wees extra voorzichtig wanneer u de flitser gebruikt in de buurt van kinderen. De volgende oorzaken kunnen een explosie of brand tot gevolg hebben. l Kortsluiten van de batterijen l Blootstellen van de batterijen aan vuur l Openmaken van de batterijen l Verwijder de sticker van de batterij l Pogingen niet-oplaadbare batterijen op te laden Als de batterijen heet worden of beginnen te roken, moet u deze onmiddellijk uit de camera halen. Pas op dat u zichzelf niet brandt bij het verwijderen vandebatterij. WAARSCHUWING De flitser heeft elektronische circuits die onder hoge spanning staan. Demonteer de flitser daarom nooit zelf, omdat er gevaar bestaat van elektrische schokken. Als onderdelen van de flitser bloot komen te liggen als gevolg van een val of iets dergelijks, raak ze dan niet aan, omdat er gevaar bestaat van elektrische schokken. Stel de flitser niet bloot aan water of vocht, omdat er gevaar bestaat van elektrische schokken. 2

Voorschriften voor uw flitser l Gebruik nooit organische oplosmiddelen zoals verfverdunner, alcohol of wasbenzine om de flitser te reinigen. l Laat de flitser niet gedurende langere tijd liggen op een plaats waar de luchtvochtigheid en temperatuur zeer hoog zijn, zoals in een afgesloten auto. l Stel de flitser niet bloot aan heftige trillingen of schokken, of aan extreem grote druk. Wanneer u de flitser vervoert op een motor, in een auto of op een boot, kunt u deze het beste met een kussentje beschermen. l De flitser is ontworpen om waterdicht en stofdicht te zijn. Gebruik de flitser echter niet op plaatsen waar het rechtstreeks is blootgesteld aan regen, water, enz. l Probeer niet, wanneer u de flitser los van de camera gebruikt, enig metalen voorwerp op de elektrische contacten te bevestigen of niet-compatibele accessoires te monteren. Doet u dit toch, dan kan het mechanisme voor automatisch P-DDL-flitsen beschadigd raken of helemaal niet meer werken. l Laat de flitser om de 1 tot 2 jaar nakijken teneinde de prestaties op peil te houden. Als het apparaat voor langere tijd buiten gebruik is geweest, of in gereedheid gebracht wordt voor een belangrijke opname, is het raadzaam een proefflits te produceren met de testknop. Proefflitsen is ook belangrijk om het apparaat in optimale conditie te houden. l Vermijd contact met afval, vuil, zand, stof, water, giftige gassen, zout, enz. Als de flitser in aanraking is geweest met regen of vocht, wrijf hem dan droog met een droge doek. l Gebruik belichtingscorrectie als u opnamen maakt van zwarte of witte onderwerpen. l De flitser kan warm worden wanneer het meermaals na elkaar wordt ontspannen, wat leidt tot schade of storingen. l Bevestig geen accessoires zoals de flitsvoetgreep met verschillende elektrische contacten. l De flitsschoen van de camera bevat flitssignaalcontacten. Vuil, stof of corrosie op de contacten kunnen leiden tot storingen. l We zijn niet aansprakelijk voor ongelukken of schade, enz., die het gevolg zijn van gebruik van dit product samen met camera s en accessoires gemaakt door andere bedrijven. l De ledbeam van de flitser dient om te helpen bij het maken van opnamen. Gebruik de ledbeam niet voor andere doeleinden. 3

n Aandachtspunten aangaande de batterijen l Deze flitser werkt op vier AA alkaline-, lithium-, of nikkelmetaalhydridebatterijen. Gebruik geen ander type batterijen. De flitser werkt dan mogelijk niet goed, of de prestaties laten te wensen over, of de flitser kan heet worden, afhankelijk van het gebruikte type batterijen. l AA alkali- en lithiumbatterijen zijn niet herlaadbaar. Maak batterijen bovendien niet open. Opnieuw opladen of openmaken van de batterijen kan een explosie tot gevolg hebben of leiden tot lekkage. l Meng, bij het vervangen van batterijen, geen batterijen van verschillende types of vermogens, of van verschillende fabrikanten. l Verwissel bij het inleggen van de batterijen de positieve (+) en negatieve (-) polen niet. Onjuist inleggen van batterijen kan een explosie of brand tot gevolg hebben. l Bij koude temperaturen kunnen de prestaties van de batterijen teruglopen, dit is van tijdelijke aard. Voor goede prestaties bij temperaturen onder het vriespunt dienen batterijen warm gehouden te worden. l Verwijder de batterijen uit de flitser als u die gedurende langere tijd niet gebruikt. Als u ze in de flitser laat, kan er schade ontstaan door lekkage, enz. l Probeer nooit de batterijen kort te sluiten of aan vuur bloot te stellen. Demonteer de batterijen nooit. De batterijen kunnen exploderen of vlam vatten. l Als de batterijen heet worden of beginnen te roken, moet u deze onmiddellijk uit de flitser halen. Pas op dat u zichzelf niet brandt bij het verwijderen van de batterij. 4

Inleiding... 1 VEILIG GEBRUIK VAN UW FLITSER... 2 Voorschriften voor uw flitser... 3 n Aandachtspunten aangaande de batterijen... 4 Overzicht van de handleiding... 7 Namen van onderdelen... 8 n Onderdelen van deze flitser... 8 n Belangrijkste accessoires... 10 n Indicator lcd-scherm... 11 1. Voorbereiden 13 Plaatsen van de batterijen... 13 Bevestiging op de camera... 15 De flitser aan- en uitzetten... 16 Functies instellingenknop/instelschaal... 18 Flitsdekkingshoek... 21 2. Opnamen maken 24 Werken met de flitsstanden... 24 n Automatisch P-DDL-flitsen... 25 n Handmatig flitsen... 26 n Meerdere flitsen... 27 n Draadloze stand (P-DDL)... 28 n Draadloze stand (Handmatig)... 29 n Maken van foto's/video's met ledbeam (ledbeamstand)... 30 Werken met de synchronisatiestanden... 31 n 1e-sluitergordijnsynchronisatiestand... 31 n 2e-sluitergordijnsynchronisatiestand... 31 n Korte-sluitertijdsynchronisatiestand... 32 Omschrijving n Contrastregelingssynchronisatiestand... 34 Werken met het functiemenu... 36 Over het functiemenu... 37 Items instellen in het functiemenu... 38 Geavanceerde functies... 40 n Draadloze stand... 40 n Slave-flits... 48 n Instelling Slave-stand... 50 n Indirect flitsen... 51 n AF-spotbeam met led... 52 n Groothoekpaneel... 54 n Proefflits... 54 n De flitser aansluiten met het verlengsnoer... 55 n Voorzorgsmaatregelen voor het maken van opnamen met een slave-flits...55 3. Bijlage 56 Effectief flitsbereik... 56 n Het effectieve flitsbereik berekenen... 56 n Richtgetal (GN)... 57 Optionele accessoires... 61 Specificaties... 62 Garantiebepalingen... 64 5

6

Overzicht van de handleiding De handleiding is verdeeld in de volgende hoofdstukken. 1 Voorbereiden Dit hoofdstuk gaat over de voorbereiding voor het maken van opnamen nadat u de flitser hebt gekocht. Lees dit hoofdstuk in ieder geval voordat u begint met het maken van opnamen of de flitser in gebruik neemt. 2 Opnamen maken In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u opnamen maakt en hoe u de functies voor het maken van opnamen instelt. 3 Bijlage In de bijlage staan materialen, gegevenstabellen en specificaties. 1 2 3 7

Namen van onderdelen n Onderdelen van deze flitser 1 Instelling hoek van terugkaatsing 2 Lcd-scherm 3 Flitsfunctieknop 4 Knop synchronisatiestand 5 Ledknop/led-gereed-lampje 6 Test-knop/gereed-lampje 7 Zoomknop 8 Lcd-schermverlichtingsknop/functieknop 9 Aan-/uitknop 0 Instellingenknop a Instelschaal 8

b Ontgrendelknop voor indirect flitsen c Klep batterijcompartiment d Vergrendelhendel e Flitssignaalcontacten f Groothoekpaneel g Flitskop h Led-emitter i Draadloze slave-sensor j Flitsvoet k Schoenvergrendelpen 9

Openen van de standaard n Belangrijkste accessoires 1 Voet 2 Tas 3 Bedieningshandleiding (deze handleiding) 4 Certificaten Schuif de flitsschoen in de opening van de voet. U kunt de flitser niet met de flitsschoenadapter F op de voet plaatsen. Draai de vergrendelhendel niet te vast als u de flitser op de voet monteert. Als u de vergrendelhendel te vast draait, kan dat tot gevolg hebben dat de vergrendelhendel niet goed functioneert als u de flitser van de voet demonteert en op de flitsschoen van de camera bevestigt. Voet 10

n Indicator lcd-scherm 1 Indicator voor draadloze stand: MASTERÕCONTROLÕSLAVE 2 Indicator voor flitserfunctie: P-DDLÕMÕMultiÕ (P-DDL)Õ (Manueel) 3 Indicator voor synchronisatiefunctie (1e sluitergordijn-synchronisatie)õ (2e sluitergordijn-synchronisatie)õ (Contrastregelingssynchronisatie)Õ (Korte-sluitertijdsynchronisatie) 4 Indicator voor instelschaal 5 Aantal flitsen 6 Indicator voor het effectief flitsbereik: Minimale afstand Maximale afstand (in P-DDL-stand) Belichtingsafstand corrigeren (in handmatige stand) 7 Zoomindicator: automatisch (Zoom)Õmanueel ( Zoom) XXX mm= 13, 16, 19, 24, 34, 48, 58 (K-reeks (APS-C)) 25, 30, 35, 43, 62, 87, 106 (645D) 3, 4, 5, 6, 9, 13, 15 (Q-reeks) 11

8 Indicator voor catchlight 9 Ledbeamstand 0 Indicator voor de correctie van de flitsintensiteit: van -4,0 tot +2,0 (auto (A), stappen van 1/3, 1/2) a Indicator voor het functiemenu b Indicator voor de flitsfrequentie c Indicator voor indirect flitslicht d Indicator voor de aanpassing van de flitsintensiteit: X / XXX Wanneer u op een slecht verlichte plaats bent waar u het lcd-scherm niet kunt aflezen, dan kunt u op de knop lcdschermverlichting ( ) drukken om het lcd-scherm gedurende circa 10 seconden te verlichten. Drukt u nogmaals op de knop, dan schakelt u de verlichting weer uit. 12

1 2 1 1. Voorbereiden Plaatsen van de batterijen 1 Open het deksel van het batterijvak door dit in de richting te schuiven die in de figuur wordt weergegeven. 2 Plaats vier AA-batterijen, zorg dat de plus- en mintekens (+, -) overeenkomen met de aanduiding op het kapje van het batterijcompartiment. Batterijtypen Deze flitser werkt op vier AA-batterijen van hetzelfde type, zoals hierna vermeld. - Alkalibatterij (LR6) - Lithiumbatterij (FR6) - Nikkelmetaalhydride-batterij (Ni-MH) (U kunt geen nikkel/mangaan- (Ni-Mn) en nikkelcadmiumbatterijen (Ni-Cd) gebruiken.) Zie Specificaties op pagina 62 voor informatie over oplaadtijden en het totaal aantal flitsen. Als de indicatoren op het lcd-scherm of het gereed-lampje niet oplichten, zijn de batterijen wellicht leeg of er verkeerd ingelegd. Controleer de ligging van de batterijen of vervang, als de indicatoren en het gereed-lampje daarna nog steeds niet oplichten, de batterijen. 13

1 Als u lithiumbatterijen gebruikt en de flitser meerdere keren achter elkaar laat flitsen, raken de batterijen oververhit en stellen ze een veiligheidscircuit in werking dat de flitser tijdelijk uitschakelt. Geef, als dat gebeurt, de flitser enige tijd rust zodat de temperatuur van de batterijen weer tot normale waarden kan dalen. De knipperende indicator voor een laag batterijniveau die weergegeven wordt in de afbeelding, verschijnt op het lcd-scherm wanneer de batterijen leeg zijn. Vervang alle vier batterijen. 14

1 2 1 Bevestiging op de camera 1 Verwijder het flitsschoenkapje van de camera. 2 Bevestig de flitser op de camera. 1 Tegenover het lcd-scherm staande, draait u de vergrendelingshendel van de flitser naar links. 2 Schuif de flitsvoet van de flitser van achteren naar voren in de flitsschoen van de camera. 3 Tegenover het lcd-scherm staande, draait u de vergrendelingshendel van de flitser naar rechts om het te vergrendelen. Wanneer u de flitser ontspant, zorg er dan voor dat u de vergrendelingshendel naar links draait wanneer u er tegenover staat, en de schoenvergrendelpen vervolgens losmaakt. Anders zal de flitsschoen worden beschadigd. Houd de flitser niet vast wanneer hij op de camera is bevestigd. Anders kan de camera vallen en beschadigd raken. 15

1 Gereed-lampje Aan-/uitknop De flitser aan- en uitzetten 1 Zet de camera aan en zet daarna de aan-/uitknop van de flitser op (ON). Het gereed-lampje licht op als de flitser is opgeladen. 2 Zet de aan-/uitknop van de flitser op (OFF). Als het langer duurt dan 20 seconden om weer op te laden, zijn de batterijen leeg en moeten ze worden vervangen. Als de flitser wordt gebruikt met lege batterijen, kunnen de instellingen weer worden teruggezet op hun standaardwaarden. Automatische uitschakeling Wanneer de flitser circa 3 minuten lang niet gebruikt wordt terwijl de aan-/uitknop in de stand (ON) staat, wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld om energie te sparen. 1 Zet de aan-/uitknop op (ON). 2 Houd de functieknop ( ) ingedrukt. 3 Draai aan de instelschaal tot er PH verschijnt op het lcdscherm. 4 Druk op de instellingenknop (SET) om PH1 of PH2 te laten knipperen. PH1: Hiermee schakelt u de automatische uitschakeling in. (Standaardinstelling) PH2: Hiermee schakelt u de automatische uitschakeling uit. 5 Draai aan de instelschaal om PH1 of PH2 te selecteren. 16

6 Druk op de instelllingenknop (SET) om het instellen te voltooien. Houd de functieknop ( ) ingedrukt om het functiemenu te verlaten. Zie Werken met het functiemenu (pagina 36) voor meer informatie over het functiemenu. In draadloze stand wordt de stroom uitgeschakeld wanneer het apparaat gedurende ongeveer 1 uur niet in bedrijf is geweest (alleen in SLAVE-stand). Snel inschakelen Als de flitser wordt bevestigd op een autofocuscamera, wordt de stroom ingeschakeld als u de ontspanknop tot halverwege indrukt. 1 17

1 2 1 Functies instellingenknop/instelschaal Met de instellingenknop (SET) en de instelschaal kunt u de instellingen van flitserstanden of de ledbeamstand configureren, zoals flitsintensiteit, enz. Zie pagina 20 voor elke instelling en ook Werken met het functiemenu (pagina 36) bij het gebruik van het functiemenu. 1 Zet de aan-/uitknop op (ON). 2 Druk op de instelllingenknop (SET) om het getal te laten knipperen dat u wilt instellen. 3 Draai aan de instelschaal om het knipperende getal in te stellen. 18

3 1 4 Druk nogmaals op de instelllingenknop (SET) om het instellen te voltooien. Pas andere instellingen aan door middel van dezelfde procedure. Gebruik de belichtingscorrectie van de camera als u meerdere flitsers wilt gebruiken die ingesteld zijn op P-DDL en de hoeveelheid licht tegelijkertijd wilt aanpassen. 19

Instellingen in flitserstanden 1 Flitsstand P-DDL (auto) M (Handmatig) Multi (meerdere flitsen) DRAADLOOS (P-DDL) DRAADLOOS (M) Synchronisatiestand Draadloze stand Correctie van de 1e 2e Contrast Korte sluiter sluiter MASTER CONTROL SLAVE flitsintensitei regeling sluitertijd gordijn gordijn t Flitsintensiteit Aantal flitsen (Multi) z z z z -4,0 tot +2,0 z z z z z z z z -4,0 tot +2,0 z z 1/1, 1/2, 1/4, 1/8, 1/16, 1/32, 1/64, 1/128, 1/256 1/4, 1/8, 1/16, 1/32, 1/64, 1/128, 1/256 1/1, 2/3, 1/2, 1/3 1/1, 1/2, 1/4, 1/8, 1/16, 1/32, 1/64, 1/128, 1/256 Flitsfrequentie (Multi) 2 tot 100 1 tot 200 Intensiteit ledbeam Auto, 1/1, 1/2, 1/4, 1/8, 1/16 20

Automatische zoomen 1 Handmatig zoomen Flitsdekkingshoek U kunt de flitsdekkingshoek van deze flitser afstemmen op de beeldhoek van het objectief dat u gebruikt voor een effectieve spreiding van het flitslicht. 1 Zet de aan-/uitknop op (ON). 2 Druk op de zoomknop (ZOOM) en stel de zoomstand (flitsdekkingshoek) in die bij de brandpuntsafstand van het gebruikte objectief past. Automatisch zoomen (Zoom) Als zowel de camera als het objectief in autofocus zijn, kunt u de flitsdekkingshoek automatisch overeenkomstig de brandpuntsafstand van het objectief instellen door de ontspanknop van de camera tot halverwege in te drukken. De autozoomfunctie werkt wanneer de timer voor de belichtingsmeting in bedrijf is (wanneer er informatie wordt weergegeven in de zoeker). 1 Als wordt weergegeven op het lcd-scherm, druk dan de zoomknop (ZOOM) een aantal keer in tot van het scherm verdwijnt. Let op dat de autozoom (Zoom) ingesteld is wanneer u de flitser aanzet. 21

1 Handmatig zoomen ( Zoom) Als de camera en/of het objectief alleen handmatig zoomen ondersteunt, moet u de flitsdekkingshoek handmatig instellen. 1 Druk op de zoomknop (ZOOM) tot er wordt weergegeven en druk er vervolgens een aantal keer op tot de brandpuntsafstand van het gebruikte objectief, of groter, wordt weergegeven op het lcd-scherm. Er kan van zoomstand worden gewisseld in de volgorde die in het diagram op pagina 23 wordt weergegeven. Zoomstanden voor elk formaat *Bij gebruik van groothoekpaneel. K-reeks (APS-C) 645D Q-reeks 13 mm* 25 mm* 3 mm* 16 mm 30 mm 4 mm 19 mm 35 mm 5 mm 24 mm 43 mm 6 mm 34 mm 62 mm 9 mm 48 mm 87 mm 13 mm 58 mm 106 mm 15 mm Wanneer het groothoekpaneel wordt gebruikt, werkt de zoomknop (ZOOM) niet. (Het groothoekpaneel zit in een sleuf bovenop de flitskop. Trek het paneel uit zodat het de voorkant van de flitskop bedekt.) 22

In de stand automatisch zoomen (Zoom) wordt de flitsdekkingshoek automatisch aangepast aan de brandpuntsafstand van het objectief als u de ontspanknop tot halverwege indrukt, wanneer de timer voor belichtingsmeting is ingeschakeld. Als er in de stand automatisch zoomen (Zoom) geen informatie is over de brandpuntsafstand van het objectief, dan wordt de flitsdekkingshoek automatisch ingesteld op 16 mm bij de K-reeks (APS-C), 30 mm bij de 645D of 4 mm bij de Q-reeks. Wanneer u het groothoekpaneel gebruikt, wordt de hoek vastgelegd op 13 mm voor de K-reeks (APS-C), 25 mm voor de 645D of 3 mm voor de Q-reeks in zowel de stand automatisch zoomen (Zoom) als de stand handmatig zoomen ( Zoom). 1 K-reeks (APS-C) 645D Q-reeks 23

2 2. Opnamen maken Werken met de flitsstanden Deze flitser heeft de volgende flitsstanden. Selecteer de stand die het best past bij het onderwerp. Automatisch P-DDL-flitsen (P-DDL) Er gaat vóór de hoofdflits een voorflits af zodat de lichtmeetsensor met meervoudige segmenten de afstand tot het onderwerp, de helderheid ervan, het helderheidsverschil, het achtergrondlicht, enz. kan meten. Aan de hand van de verkregen gegevens wordt de intensiteit van de hoofdflits ingesteld. Met deze functie worden nauwkeurigere resultaten verkregen dan met de conventionele DDL-functie. Zie pagina 25 voor instructies over het gebruik van deze flitsstand. Handmatig flitsen (M) Wanneer de camera is ingesteld op handmatige belichting, kan via handmatig flitsen de afstand tot het onderwerp en het diafragma aangepast worden. De met de hand in te stellen flitsintensiteit kan ingesteld worden op 1/1, 1/2, 1/4, 1/8, 1/16, 1/32, 1/64, 1/128 of 1/256. Zie pagina 26 voor instructies over het gebruik van deze flitsstand. Meerdere flitsen (Multi) U kan een resem flitsen laten afgaan op een ingesteld interval. De flitsintensiteit, het aantal flitsen en de flitsfrequentie kunnen respectievelijk worden ingesteld. Zie pagina 27 voor instructies over het gebruik van deze flitsstand. Draadloze stand (P-DDL/Handmatig) In draadloze stand (P-DDL) kunt u met de flitser los van de camera foto's maken. Als de camera niet compatibel is met de draadloze functie, kunt u ook draadloos foto's maken in slave-flitsstand. (Zie pagina 48.) Zie pagina's 28 and 40 voor instructies over het gebruik van de draadloze stand. 24

Automatisch P-DDL-flitsen 2 n Automatisch P-DDL-flitsen 1 Zet de aan-/uitknop op (ON). 2 Houd de flitsfunctieknop (MODE) ingedrukt tot P-TTL wordt weergegeven op het lcd-scherm. 3 Druk op de synchronisatiestandknop (SYNC) om door de standen te navigeren: 1e-sluitergordijnsync. ( ) 2e-sluitergordijnsync. ( ) contrastregelingssync. ( ) korte-sluitertijdsync. ( ). Selecteer de synchronisatiestand die het best past bij het onderwerp. (Zie pagina 31.) Wanneer u de aan-/uitknop op (ON) zet, worden P-TTL en automatisch zoomen (Zoom) ingesteld. 4 Stel de zoomstand in (flitsdekkingshoek). De manier waarop u dat doet is afhankelijk van de camera en het objectief. (Zie pagina 21.) 5 Controleer of het onderwerp zich in het effectieve flitsbereik bevindt en het gereed-lampje oplicht. Maak vervolgens een opname. Alleen in de stand P-DDL-flitsen wordt de juiste flitsintensiteit verkregen als de flitser wordt gebruikt in combinatie met autofocusobjectieven. Indien nodig kunt u een waarde voor belichtingscorrectie opgeven van -4,0 tot +2,0 in stappen van 1/3 of 1/2. (Zie pagina 18.) Wanneer de belichtingsstand van de camera niet handmatig (M), lamp (B) of flitser X-sync-snelheid (X) is, zelfs wanneer u de flitsstand van deze flitser instelt op handmatig (M), schakelt het automatisch over naar P-TTL wanneer de belichtingsmeter van de camera in bedrijf is (wanneer er informatie wordt weergegeven in de zoeker). (Als het diafragma van het objectief bij de 645D niet in positie A staat, schakelt de flitsstand over naar DDL.) 25

Handmatig flitsen 2 n Handmatig flitsen 1 Zet de aan-/uitknop op (ON). 2 Druk op de flitsfunctieknop (MODE) tot er M verschijnt op het lcd-scherm. U kunt de flitsintensiteit instellen van 1/1 tot 1/256. (Zie pagina 18.) 3 Druk op de zoomknop (ZOOM) om de zoomstand in te stellen (flitsdekkingshoek). De manier waarop u dat doet is afhankelijk van de camera en het objectief. (Zie pagina 21.) 4 Stel het diafragma van het objectief van de camera in overeenkomstig de afstand tot het onderwerp. Voorbeeld: Indien de zoomstand van de flitser 34 mm, de afstand tot het onderwerp (tussen deze flitser en het onderwerp) 4 m en de gevoeligheid ISO 100 is, dan is de berekening als volgt: 1 Bij flitsintensiteit (1/1) is het richtgetal 45 (volgens de tabel met richtgetallen). 2 Diafragma = richtgetal 45 / afstand tot onderwerp 4 m = 11,25 Õ Circa 11 (F/Stop) * De in dit voorbeeld gebruikte cijfers zijn voor de K-reeks (APS-C). Zie pagina 58 voor de tabel met richtgetallen. 5 Controleer of het onderwerp zich in het effectieve flitsbereik bevindt en het gereed-lampje oplicht. Maak vervolgens een opname. 26

Meerdere flitsen 2 n Meerdere flitsen 1 Zet de aan-/uitknop op (ON). 2 Druk op de flitsfunctieknop (MODE) tot er Multi verschijnt op het lcd-scherm. 3 Laat de gewenste instelling knipperen voor flitsintensiteit, aantal flitsen en flitsfrequentie door herhaaldelijk op de instellingenknop (SET) te drukken. 4 Draai aan de instelschaal om een getal te selecteren en druk op de instellingenknop (SET) om het instellen te voltooien. Neem vervolgens een foto nadat u gecontroleerd heeft of het gereed-lampje brandt. Bepalen van de sluitertijd. Voor opnamen met meerdere flitsen moet de sluiter open zijn. Bereken de sluitertijd aan de hand van de onderstaande formule en maak vervolgens opnamen met een langere sluitertijd dan berekend. Sluitertijd = aantal flitsen / flitsfrequentie 27

Draadloze stand (P-DDL) 2 n Draadloze stand (P-DDL) 1 Zet de aan-/uitknop op (ON). 2 Druk op de flitsfunctieknop (MODE) tot er P-TTL MASTER verschijnt op het lcd-scherm. 3 Druk op de instelllingenknop (SET) om de instelling draadloze stand te laten knipperen. 4 Draai aan de instelschaal om de gewenste instelling te selecteren uit MASTER/CONTROL/SLAVE. 5 Druk op de instellingenknop (SET) om het instellen te voltooien en maak een foto nadat u gecontroleerd heeft of het gereed-lampje brandt. Wanneer SLAVE wordt geselecteerd, knippert het gereed-lampje nadat de flitser volledig is opgeladen. Als u MASTER of SLAVE selecteert, kunt u de instellingen van flitsintensiteitcorrectie en flitsintensiteit configureren door op de instellingenknop (SET) te drukken. Zie Geavanceerde functies (pagina 40) over het gebruik van de draadloze stand. 28

Draadloze stand (handmatig) 2 n Draadloze stand (Handmatig) 1 Zet de aan-/uitknop op (ON). 2 Druk op de flitsfunctieknop (MODE) tot er M SLAVE verschijnt op het lcd-scherm. U kunt de flitsintensiteit instellen van 1/1 tot 1/256. (Zie pagina 18.) U kunt de zoomstand (flitsdekkingshoek) instellen zoals in de handmatige stand. (Zie pagina 21.) 3 Neem een foto nadat u gecontroleerd heeft of het gereed-lampje knippert. SLAVE kan alleen geselecteerd worden in draadloze stand (handmatig). Zie Geavanceerde functies (pagina 40) voor meer informatie over het gebruik van de draadloze stand. 29

Ledbeamstand 2 n Maken van foto's/video's met ledbeam (ledbeamstand) 1 Zet de aan-/uitknop op (ON). 2 Druk op de ledknop (LED) om de ledbeam aan te zetten. LED wordt weergegeven op het lcd-scherm. 3 Maak een foto nadat u de intensiteit van de ledbeam heeft gecontroleerd. U kunt de intensiteit van de ledbeam wijzigen van 1/1 tot 1/16 door aan de instelschaal te draaien wanneer de ledbeam brandt. In het functiemenu kunt u de optie ledbeamstand (SP) instellen bij het maken van een foto. (Zie pagina 38.) 30

z Werken met de synchronisatiestanden Deze flitser heeft de volgende synchronisatiestanden. Selecteer de stand die het best past bij het onderwerp. 1e-sluitergordijnsynchronisatiestand Dit is de meest gangbare synchronisatiestand. In deze stand gaat de flitser af op het moment dat het eerste sluitergordijn volledig geopend is. U kunt deze stand gebruiken als de sluitertijd is ingesteld op X-sync of langer. Zie pagina 31 voor deze synchronisatiestand. 2e-sluitergordijnsynchronisatiestand In deze synchronisatiestand gaat de flitser af op het moment dat het tweede gordijn open gaat. Bij deze stand bevriest het onderwerp waarbij er een wazig effect achter het onderwerp optreedt bij lange sluitertijden. Zie pagina 31 voor deze synchronisatiestand. Korte-sluitertijdsynchronisatiestand Bij deze synchronisatiestand is flitssynchronisatie mogelijk bij kortere sluitertijden dan X-sync. Aangezien er geen beperkingen zijn voor de synchronisatiesnelheden, is korte-sluitertijdsynchronisatie effectief als invulflits bij daglicht. Zie pagina 32 voor deze synchronisatiestand. Contrastregelingssynchronisatiestand Bij deze synchronisatiestand kunt u opnamen maken met meerdere flitsers door het verschil in lichtintensiteit tussen de flitsers te benutten om de schaduw van het onderwerp te optimaliseren. De verhouding tussen de lichtintensiteit van de flitser in deze synchronisatiestand en die van de andere flitser is 1:2. Zie pagina 34 voor deze synchronisatiestand. n 1e-sluitergordijnsynchronisatiestand Zie pagina 31 voor de functies en gebruiksvoorwaarden van deze synchronisatiestand. 1 Zet de aan-/uitknop op (ON). 2 Druk op de synchronisatieknop (SYNC) om over te schakelen naar de stand 1e-sluitergordijnsynchronisatie ( ). 3 Controleer of het onderwerp zich in het effectieve flitsbereik bevindt en het gereed-lampje oplicht. Maak vervolgens een opname. n 2e-sluitergordijnsynchronisatiestand Zie pagina 31 voor de functies en gebruiksvoorwaarden van deze synchronisatiestand. 1 Zet de aan-/uitknop op (ON). 2 Druk op de synchronisatieknop (SYNC) om over te schakelen naar de stand 2e-sluitergordijnsynchronisatie ( ). 3 Controleer of het onderwerp zich in het effectieve flitsbereik bevindt en het gereed-lampje oplicht. Maak vervolgens een opname. 31 2

Korte-sluitertijdsynchronisatiestand 2 n Korte-sluitertijdsynchronisatiestand Zie pagina 31 voor de functies en gebruiksvoorwaarden van deze synchronisatiestand. Naarmate de sluitertijd korter wordt, wordt het richtgetal kleiner (zoals te zien is in pagina 59). De afstand voor het maken van opnamen zou dus korter moeten worden. 1 Zet de camera aan en stel de belichtingsfunctie in op een andere functie dan geprogrammeerde automatische belichting (P). 2 Bevestig de flitser op de flitsschoen van de camera en zet de aan-/uitknop van de flitser op (ON). 3 Druk op de synchronisatieknop (SYNC) om over te schakelen naar de stand korte-sluitertijdsynchronisatie ( ). De flitser wordt ingesteld op de stand voor korte-sluitertijdsynchronisatie en er komt op het lcd-scherm te staan, maar alleen wanneer de sluitersnelheid sneller is dan X-sync. Anders knippert de 2e-sluitergordijnsynchronisatie ( ) en de flitser zal ingesteld worden op de stand 1e-sluitergordijnsynchronisatie. 32

4 Druk op de instellingenknop (SET) om 0.0 te laten knipperen als instelling voor de belichtingscorrectie. Stel vervolgens het getal in door aan de instelschaal te draaien. U kunt een waarde voor belichtingscorrectie opgeven van -4,0 tot +2,0 (in stappen van 1/3 of 1/2). (Zie pagina 18.) 5 Druk op de instelllingenknop (SET) om het instellen te voltooien. 6 Stel de zoomstand in (flitsdekkingshoek). De manier waarop u dat doet is afhankelijk van de camera en het objectief. (Zie pagina 21.) 7 Controleer het effectieve flitsbereik op het lcd-scherm. 8 Controleer of het onderwerp zich in het effectieve flitsbereik bevindt en het gereed-lampje oplicht. Maak vervolgens een opname. Lees de handleiding van de camera voor de bediening ervan. De stand korte-sluitertijdsynchronisatie is mogelijk wanneer de flitser los (draadloos) is van de camera. 2 33

Contrastregelingssynchronisatiestand 2 n Contrastregelingssynchronisatiestand Zie pagina 31 voor de functies en gebruiksvoorwaarden van deze synchronisatiestand. Zie De flitser aansluiten met het verlengsnoer op pagina 55 voor het gebruiken van de flitser los van de camera. 1 Zet de aan-/uitknop op (ON). 2 Druk op de synchronisatieknop (SYNC) om over te schakelen naar de stand contrastregelingssynchronisatie ( ). 3 Stel de zoomstand in (flitsdekkingshoek). De manier waarop u dat doet is afhankelijk van de camera en het objectief. (Zie pagina 21.) Als deze flitser ingesteld is in de stand contrastregelingssynchronisatie en zich veel dichter bij het onderwerp bevindt dan de andere gebruikte flitser, gebruik dan handmatig zoomen ( Zoom) om de zoomstand op een kortere objectiefbrandpuntsafstand in te stellen. 4 Zet de andere flitser aan die in combinatie wordt gebruikt. Als de ingebouwde flitser van de camera deel uitmaakt van de combinatie, klap dan de ingebouwde flitser van de camera open. Indien gecombineerd is de flitsintensiteitverhouding tussen de ingebouwde flitser en de flitser 1:2. Dit betekent dat de flitser dubbel zo intens afgaat als de ingebouwde flitser. 34

5 Controleer of het onderwerp zich in het effectieve flitsbereik bevindt en het gereed-lampje oplicht. Maak vervolgens een opname. Als u één flitser gebruikt, kunt u alleen opnamen maken met 1e-sluitergordijnsynchronisatie, zelfs wanneer u de stand contrastregelingssynchronisatie ( ) instelt door op de synchronisatieknop (SYNC) te drukken. Als de voorwaarde voor contrastregelingsynchronisatie niet wordt voldaan, knippert de 1e-sluitergordijnsynchronisatie ( ) en wordt de flitser ingesteld in de stand 1e-sluitergordijnsynchronisatie. 2 35

Functiemenu 2 Werken met het functiemenu U kunt de verschillende instellingen configureren, zoals catchlight of AF-spotbeam in het functiemenu. Zie pagina 37 voor alle items uit het functiemenu. 1 Zet de aan-/uitknop op (ON). 2 Houd de functieknop ( ) ingedrukt. 3 Draai aan de instelschaal tot de gewenste instelling wordt weergegeven. 4 Druk op de instelllingenknop (SET) om de instellingsoptie te laten knipperen. 5 Draai aan de instelschaal tot de gewenste instelling wordt geselecteerd. 6 Druk op de instelllingenknop (SET) om het instellen te voltooien. 36 Houd de functieknop ( ) nogmaals ingedrukt om het functiemenu te verlaten.

Over het functiemenu Catchlight Een catchlight is een weerspiegeling van een lichtbron (ledbeam) in de ogen van het onderwerp. Het neemt doorgaans de vorm aan van een wit puntje en maakt het menselijke onderwerp levendiger (alleen indien gecombineerd met indirect flitsen). AF-spotbeam U kunt de helderheid instellen van de AF-spotbeam. Zie pagina 52 voor meer informatie over de AF-spotbeam. Ledbeamstand U kunt de ledbeam in- of uitschakelen bij het maken van opnamen. Kanaal U kunt kanalen registreren voor te synchroniseren flitsers in de draadloze stand. Slave-stand U kunt wisselen tussen de draadloze stand en de slave-flitsstand. Zie pagina 48 voor meer informatie over de slave-flitsstand. Correctie van de flitsintensiteit U kunt de correctie van de flitsintensiteit in stappen verhogen (LW). Auto Uitsch. U kunt de automatische uitschakelingsfunctie in- of uitschakelen. Zie pagina 16 voor meer informatie over de automatische uitschakelingsfunctie. Lcd-schermverlichting U kunt de helderheid instellen van de lcd-schermverlichting. Flitsbereik U kunt meter (m) of "feet" (ft) selecteren voor de indicator van het effectieve flitsbereik. 37 2

Items instellen in het functiemenu 2 Functiemenu Weergegeven symbool Optie Standaardinstelling Beschrijving Fn1: Catchlight (ledbeam) Hiermee schakelt u het catchlight in bij indirect flitsen ( wordt ON weergegeven op het lcd-scherm). OFF z Hiermee schakelt u het catchlight uit. Fn2: AF-spotbeam 1/1 z Maximale helderheid 1/2 Minimale helderheid OFF Hiermee schakelt u de AF-spotbeam uit. Fn3: Ledbeamstand 1 z Hiermee laat u de flits afgaan met ledbeam aan bij het maken van foto's. 2 Hiermee laat u de flits niet afgaan met ledbeam aan bij het maken van foto's. 3 Hiermee laat u de flits afgaan met ledbeam uit bij het maken van foto's. Fn4: Kanaal 1 z Kanaal 1 2 Kanaal 2 3 Kanaal 3 4 Kanaal 4 Fn5: Slave-stand 1 z Bij het maken van opnamen in draadloze stand. 2 Bij het maken van opname met slave-flits (niet met draadloze werking). Fn6: Correctie van de flitsintensiteit A z Automatisch (sluit zich aan bij de correctie van de flitsintensiteit van de camera) 1/3 Stappen van 1/3 LW 1/2 Stappen van 1/2 LW 38

Functiemenu Weergegeven symbool Optie Standaardinstelling Beschrijving Fn7: Auto Uitsch. 1 z Ingeschakeld 2 Uitgeschakeld Fn8: Lcd-schermverlichting HI z Het achtergrondlicht werkt samen met de camera. Lo Het achtergrondlicht werkt samen met de camera. OFF Het achtergrondlicht werkt niet samen met de camera. (Druk op de lcd-schermverlichtingsknop om het achtergrondlicht aan te zetten.) Fn9: Flitsbereik m z Hiermee geeft u het aantal meter (m) weer. ft Hiermee geeft u het aantal "feet" weer (ft). 2 39

2 Geavanceerde functies n Draadloze stand In draadloze stand (P-DDL) kunt u met deze flitser los van de camera draadloos foto's maken. U kunt zo de flitser combineren met de ingebouwde flitser van de camera of een andere op de camera aangesloten flitser (AF540FGZ II). De AF360FGZ II en deze flitser zijn bij draadloos flitsen onderling verwisselbaar. Controleer, vóór het maken van foto's, of SL1 ingesteld is in de slave-stand van het functiemenu. (Zie pagina 36, 50). Opmerkingen over flitsbesturing bij draadloze bediening (fotograferen met P-DDL) Als u deze flitser gebruikt voor draadloos flitsen, wordt de volgende informatie uitgewisseld tussen de flitser die op de camera is bevestigd en één die draadloos wordt bediend, voordat deze flitsers afgaan. 1 Houd de ontspanknop volledig ingedrukt. 2 De op de camera bevestigde flitser straalt een kleine stuurflits uit (geeft de flitsstand van de camera door). 3 De flitser die los is van de camera geeft een voorflits af (ter controle van de staat van het onderwerp). 4 De op de camera bevestigde flitser zendt een kleine stuurflits uit (geeft de flitsintensiteit door aan de losse flitser). De op de camera bevestigde flitser zendt hierna nog één keer een voorflits uit om de duur van de flits door te geven als de stand korte-sluitertijdsynchronisatie is ingesteld. 5 De losse flitser geeft de hoofdflits af. (Zie pagina 45 wanneer u op beide flitsers hoofdflitsen wilt laten afgaan.) Stuurflits en hoofdflits Het doel van de stuurflits in draadloze stand is om informatie naar de andere flitser te sturen voordat er een opname wordt gemaakt. De hoofdflits wordt afgegeven op het moment dat de opname wordt gemaakt, op dezelfde manier als bij een traditionele opname met flitslicht. Als u de flitser gereed maakt voor gebruik los van de camera, gebruik dan de flitsschoenadapter F als u met een statief werkt, of de flitsschoenklem CL-10 als u de flitser op een andere plaats bevestigt, zoals een tafel of een stoel, enzovoort. Houd de ingebouwde flitser van de camera of deze flitser binnen circa 4 meter van het onderwerp. 40

1 2 3 Draadloze stand (SLAVE) 2 Deze flitser gebruiken in combinatie met een ingebouwde flitser van de camera 1 Stel eerst een kanaal in voor deze flitser en registreer het op de camera. 1 Zet de camera uit en bevestig deze flitser op de flitsschoen van de camera. 2 Zet de aan-/uitknop op (ON). 3 Druk een aantal keer op de flitsfunctieknop (MODE) tot er P-TTL MASTER verschijnt op het lcd-scherm. 4 Druk op de instellingenknop (SET) en draai aan de instelschaal tot er SLAVE wordt weergegeven. 5 Druk op de instelllingenknop (SET) om het instellen te voltooien. 6 Stel een kanaal (CH1 in via CH4) in het functiemenu. Zie Werken met het functiemenu (pagina 36) voor meer informatie over het functiemenu. 7 Houd de functieknop ( ) ingedrukt om het instellen te voltooien. 8 Zet de camera aan en druk de ontspanknop tot halverwege in. Het kanaal wordt geregistreerd op de camera. SLAVE kan niet worden geselecteerd als de timer voor de belichtingsmeting van de camera is ingeschakeld (als er informatie over diafragma, enz. wordt weergegeven in de zoeker). 41

2 2 Neem de flitser van de camera en bevestig hem op de gewenste plaats. Druk op de flitsfunctieknop (MODE) tot er P-TTL verschijnt op het lcd-scherm als de flitsstand niet is ingesteld op P-TTL. 3 Schakel de ingebouwde flitser van de camera in en stel de flitsstand van de camera in op (WIRELESS). 4 Controleer of de flitser en de ingebouwde flitser van de camera volledig zijn opgeladen en maak de foto. Een verklikker op de flitser zal knipperen. In de stand P-DDL-flitsen zijn instellingen voor flitsintensiteit (1/1, 2/3, 1/2 en 1/3) en flitsbelichtingscorrectie (-4,0 tot +2,0) mogelijk. (Zie pagina 18.) De flitsstand op de camera moet zijn ingesteld op (WIRELESS), anders zal deze flitser niet flitsen. Door de functie-instellingen van de camera te wijzigen, kunt u opgeven dat de ingebouwde flitser niet de hoofdflitser is. Raadpleeg de handleiding van de camera voor meer informatie. 42

Stuurflits 1 Draadloze stand (CONTROL) Hoofdflits 2 Deze flitser bevestigen op de camera voor een stuurflits (Voorbereiding van de flitser die op de camera is bevestigd) 1 Stel een kanaal in voor de flitser die op de camera is bevestigd. 1 Zet de camera uit en bevestig deze flitser op de flitsschoen van de camera. 2 Zet de aan-/uitknop op (ON). 3 Druk een aantal keer op de flitsfunctieknop (MODE) tot er P-TTL MASTER verschijnt op het lcd-scherm. 4 Druk op de instellingenknop (SET) en draai aan de instelschaal tot er CONTROL wordt weergegeven. 5 Druk op de instelllingenknop (SET) om het instellen te voltooien. 6 Stel een kanaal (CH1 in via CH4) in het functiemenu. Zie Werken met het functiemenu (pagina 36) voor meer informatie over het functiemenu. 7 Houd de functieknop ( ) ingedrukt om het instellen te voltooien. 43

2 Draadloze stand (SLAVE) 2 (Voorbereiding van de losse flitser) 2 Stel het kanaal van de losse (draadloos) flitser in op hetzelfde kanaal als de op de camera bevestigde flitser. 1 Stel de andere flitser op de gewenste plaats op. 2 Zet de aan-/uitknop op (ON). 3 Druk een aantal keer op de flitsfunctieknop (MODE) tot er P-TTL MASTER verschijnt op het lcd-scherm. 4 Druk op de instellingenknop (SET) en draai aan de instelschaal tot er SLAVE wordt weergegeven. 5 Druk op de instelllingenknop (SET) om het instellen te voltooien. 6 Stel hetzelfde kanaal (CH1 in via CH4) van de op de camera bevestigde flitser in het functiemenu. Zie Werken met het functiemenu (pagina 36) voor meer informatie over het functiemenu. 7 Houd de functieknop ( ) ingedrukt om het instellen te voltooien. Beide flitsers moeten worden ingesteld op hetzelfde kanaal, anders zal de draadloos bediende flitser niet afgaan. (Opname maken) 3 Controleer of de externe flitser en de ingebouwde flitser volledig zijn opgeladen en maak een opname. Een verklikker op de losse flitser zal knipperen. 44

1 Draadloze stand (MASTER) 2 Gebruik beide flitsers voor de hoofdflits. Beide flitsers gebruiken voor de hoofdflits (Voorbereiding van de flitser die op de camera is bevestigd) 1 Stel een kanaal in voor de flitser die op de camera is bevestigd. 1 Zet de camera uit en bevestig deze flitser op de flitsschoen van de camera. 2 Zet de aan-/uitknop op (ON). 3 Druk een aantal keer op de flitsfunctieknop (MODE) tot er P-TTL MASTER verschijnt op het lcd-scherm. 4 Stel een kanaal (CH1 in via CH4) in het functiemenu. Zie Werken met het functiemenu (pagina 36) voor meer informatie over het functiemenu. 5 Houd de functieknop ( ) ingedrukt om het instellen te voltooien. 45

2 Draadloze stand (SLAVE) 2 (Voorbereiding van de losse flitser) 2 Stel het kanaal van de losse (draadloos) flitser in op hetzelfde kanaal als de op de camera bevestigde flitser. 1 Stel de andere flitser op de gewenste plaats op. 2 Zet de aan-/uitknop op (ON). 3 Druk een aantal keer op de flitsfunctieknop (MODE) tot er P-TTL MASTER verschijnt op het lcd-scherm. 4 Druk op de instellingenknop (SET) en draai aan de instelschaal tot er SLAVE wordt weergegeven. 5 Druk op de instelllingenknop (SET) om het instellen te voltooien. 6 Stel hetzelfde kanaal (CH1 in via CH4) van de op de camera bevestigde flitser in het functiemenu. Zie Werken met het functiemenu (pagina 36) voor meer informatie over het functiemenu. 7 Houd de functieknop ( ) ingedrukt om het instellen te voltooien. Beide flitsers moeten worden ingesteld op hetzelfde kanaal, anders zal de draadloos bediende flitser niet afgaan. (Opname maken) 3 Controleer of de externe flitser en de ingebouwde flitser volledig zijn opgeladen en maak een opname. Een verklikker op de losse flitser zal knipperen. 46

2 Opnamen maken bij de korte-sluitertijdsynchronisatie met draadloze bediening (Voorbereiding van de flitser die op de camera is bevestigd) 1 Stel een draadloze stand en een kanaal in voor de flitser die op de camera is bevestigd. 1 Zet de camera uit en bevestig deze flitser op de flitsschoen van de camera. 2 Zet de aan-/uitknop op (ON). 3 Druk een aantal keer op de flitsfunctieknop (MODE) tot er P-TTL MASTER verschijnt op het lcd-scherm. 4 Druk op de instellingenknop (SET) en draai aan de instelschaal tot er CONTROL of MASTER wordt weergegeven. CONTROL: Om de flitser die op de camera is bevestigd te gebruiken voor de stuurflits. MASTER: Om beide flitsers te gebruiken voor de hoofdflits. 5 Druk op de instelllingenknop (SET) om het instellen te voltooien. 6 Stel een kanaal (CH1 in via CH4) in het functiemenu. Zie Werken met het functiemenu (pagina 36) voor meer informatie over het functiemenu. 7 Houd de functieknop ( ) ingedrukt om het instellen te voltooien. (Voorbereiding van de losse flitser) 2 Stel het kanaal van de losse (draadloos) flitser in op hetzelfde kanaal als de op de camera bevestigde flitser. 1 Stel de andere flitser op de gewenste plaats op. 2 Zet de aan-/uitknop op (ON). 47

2 3 Druk een aantal keer op de flitsfunctieknop (MODE) tot er P-TTL MASTER verschijnt op het lcd-scherm. 4 Druk op de instellingenknop (SET) en draai aan de instelschaal tot er SLAVE wordt weergegeven. 5 Druk op de instelllingenknop (SET) om het instellen te voltooien. 6 Stel hetzelfde kanaal (CH1 in via CH4) van de op de camera bevestigde flitser in het functiemenu. Zie Werken met het functiemenu (pagina 36) voor meer informatie over het functiemenu. 7 Houd de functieknop ( ) ingedrukt om het instellen te voltooien. Beide flitsers moeten worden ingesteld op hetzelfde kanaal, anders zal de draadloos bediende flitser niet afgaan. 3 Stel de synchronisatiestand van de op de camera bevestigde flitser in op korte-sluitertijdsynchronisatie ( ) en die van de draadloze flitser op 1e-sluitergordijnsynchronisatie ( ) door op de synchronisatieknop (SYNC) van elke flitser te drukken. 4 Stel de belichtingsstand van de camera in op handmatig (M) en de sluitertijd korter dan X-sync-snelheid. Als de sluitertijd gelijk is aan of langer is dan de X-sync-snelheid van de camera, wordt de flitser ingesteld op P-TTL en als de sluitertijd korter is dan X-sync, wordt de flitser ingesteld op korte-sluitertijdsynchronisatie. (Opname maken) 5 Controleer of de externe flitser en de ingebouwde flitser volledig zijn opgeladen en maak een opname. 48 n Slave-flits Als de camera of een flitser die erbij wordt gebruikt niet compatibel is met de draadloze functie, kunt u draadloos foto's maken aan de hand van deze flitser los van de camera in slave-flitsstand, zonder een verlengsnoer aan te sluiten. U kunt foto's nemen in handmatige stand. Zie Voorzorgsmaatregelen voor het maken van opnamen met een slave-flits vooraleer u foto's neemt in slave-flitsstand. (Zie pagina 55.) Stel in op SL2 in de slave-stand van het functiemenu. (Zie pagina 50.) 1 Zet de aan-/uitknop op (ON). 2 Stel de zoomstand (flitsdekkingshoek) in overeenkomstig het onderwerp door op de zoomknop (ZOOM) te drukken en stel de flitser op de gewenste plaats op. Als u de flitser gereed maakt voor gebruik los van de camera, gebruik dan de flitsschoenadapter F als u met een statief werkt, of de flitsschoenklem CL-10 als u de flitser op een andere plaats bevestigt, zoals een tafel of een stoel, enzovoort. 3 Zet de flitser op de camera aan. Als de ingebouwde flitser van de camera deel uitmaakt van de combinatie, klap dan de ingebouwde flitser van de camera open.

4 Controleer of het gereed-lampje oplicht en maak een opname. Zodra het opladen voltooid is, zal ( ) in de zoeker van de camera oplichten. Plaats deze flitser zodanig dat de draadloze slave-sensor de flits die wordt afgegeven door de ingebouwde flitser van de camera of de op de camera bevestigde flitser kan ontvangen. Deze flitser geeft op hetzelfde moment een flits af als de flitser van de camera. Houd de op de camera bevestigde flitser of deze flitser binnen circa 4 meter van het onderwerp. Als de automatische uitschakelingsfunctie is ingeschakeld, zal deze flitser in slave-stand automatisch worden uitgeschakeld wanneer deze gedurende ongeveer 1 uur niet in bedrijf is geweest. Gebruik de functie voor rode-ogenreductie niet op de flitser van de camera. Want dan gaat deze flitser af bij de voorflits. Stel om dezelfde reden de camera in op handmatige scherpstelling bij het continu afgeven van flitsen zodat de AF-spotbeam niet werkt bij camera s met AF-spotbeamfuncties. 2 49

Slave-stand 2 n Instelling Slave-stand Voor een goede besturing van de slave-flits is het noodzakelijk de instellingen van de slave-stand in te stellen in het functiemenu. 1 Zet de aan-/uitknop op (ON). 2 Houd de functieknop ( ) ingedrukt. 3 Draai aan de instelschaal tot er SL verschijnt op het lcd-scherm. 4 Druk op de instellingenknop (SET) om SL1 of SL2 te laten knipperen. SL1: Opnamen maken met draadloze bediening. SL2: Opnamen maken met slave-flits (niet met draadloze werking). De flitser zal niet juist afgaan als de slave-stand niet goed is ingesteld. Hij gaat helemaal niet af of hij gaat gelijktijdig met de stuurflits af. 5 Draai aan de instelschaal om SL1 of SL2 te selecteren. 6 Druk op de instelllingenknop (SET) om het instellen te voltooien. Houd de functieknop ( ) ingedrukt om het functiemenu te verlaten. In de stand SL2 kan het knipperen van tl-buizen er in uitzonderlijke gevallen toe bijdragen dat de flitser op het verkeerde moment afgaat. 50

2 n Indirect flitsen Bij deze flitser kan de flitskop gekanteld naar het plafond of de wand gericht worden om de flits terug te laten kaatsen voordat het flitslicht het onderwerp bereikt. Door zo (indirect) te flitsen krijgt u een zachter licht en zachtere schaduwen waardoor de opname er natuurlijker gaat uitzien. Maar bij indirect flitsen is de flitssterkte afgenomen tegen de tijd dat die het onderwerp bereikt heeft. Deze functie is dan ook handig als u op korte afstand opnamen maakt in de stand P-DDL-flitsen. De terugkaatsingshoek kan ingesteld worden op de volgende hoeken. Rechts: 0, 30, 60, 90, 120, 150, 180 Links: 0, 30, 60, 90, 135 Omhoog: 0, 30, 45, 60, 75, 90 Omlaag: 0, -10 * De ledbeam gaat aan wanneer het catchlight wordt ingeschakeld in het functiemenu en indirect flitsen wordt gebruikt. (Zie pagina 37.) Elke terugkaatsingshoek heeft een eigen klikstand. Houd de ontgrendelknop voor indirect flitsen ingedrukt om de flitserkop te kantelen wanneer u de terugkaatsingshoek van 0 wilt wijzigen (omhoog/omlaag). Bij indirect flitsen wordt weergegeven op het lcd-scherm. Het effectieve flitsbereik wordt alleen weergegeven wanneer de terugkaatsingshoek ingesteld is op -10. Het wordt aanbevolen om de terugkaatsingshoek in te stellen op -10 om ongelijkmatige belichting te voorkomen als het onderwerp zich binnen een afstand van 1 m bevindt. 51

2 Opnamen maken met automatisch P-DDL-flitsen De hoeveelheid weergekaatst licht is afhankelijk van de staat van het reflecterend oppervlak, de hoek en de afstand. Controleer de flitsintensiteit van het lcd-scherm van deze flitser bij het maken van opnamen. Opnamen maken en handmatig flitsen De hoeveelheid licht bij het maken van opnamen met indirect flitslicht wordt sterk beïnvloed door de staat van het reflecterend oppervlak. Daarom is het raadzaam op voorhand proefopnamen te maken, of de belichting te variëren en verscheidene opnamen te maken. Als bij het maken van kleurenfoto s het reflecterend oppervlak voor het indirecte flitslicht gekleurd is, dan zal de opname beïnvloed worden door die kleur en moet u, tenzij u die beïnvloeding werkelijk beoogt als effect, een wit oppervlak gebruiken. Het maken van opnamen met indirect flitslicht wordt sterk beïnvloed door de omgevingsomstandigheden. Het is raadzaam een boek over fotografie en andere naslagwerken hierover te raadplegen. n AF-spotbeam met led Deze flitser beschikt over een ingebouwde witte spotbeamprojector van leds om het autofocussysteem te ondersteunen in zwak belichte en contrastarme omstandigheden. Wanneer u autofocus gebruikt bij de flitser in zulke omstandigheden, wordt de spotbeam automatisch geprojecteerd afhankelijk van de omgevingsomstandigheden. Deze functie wordt alleen geactiveerd wanneer de camera ingesteld is op autofocus. 1 Zet de aan-/uitknop op (ON). 2 Houd de functieknop ( ) ingedrukt. 3 Draai aan de instelschaal tot er Sb verschijnt op het lcd-scherm. 4 Druk op de instellingenknop (SET) om 1/1, 1/2 of OFF te laten knipperen. 1/1: Maximale helderheid. (Standaardinstelling) 1/2: Minimale helderheid. OFF: Schakel de AF-spotbeam uit. 5 Draai aan de instelschaal om 1/1, 1/2 of OFF te selecteren. 6 Druk op de instelllingenknop (SET) om het instellen te voltooien. Houd de functieknop ( ) ingedrukt om het functiemenu te verlaten. 7 Zet de camera aan en zet de camera in autofocusstand. 8 Druk de ontspanknop tot halverwege in om de AF-spotbeam te projecteren. De AF-spotbeam werkt niet bij helder licht. Als de scherpstelindicatie niet binnen enkele seconden gaat branden, wil dat zeggen dat het onderwerp moeilijk automatisch scherp te stellen is. Gebruik in dat geval de functie voor handmatig scherpstellen om scherp te stellen op het onderwerp. 52