Praktijkmerkblad 1881 Niederlän.

Vergelijkbare documenten
Praktijkmerkblad 1885 Niederlän.

Briplast Gevelpleisterlicht ELF 1883

Creativ Floc-systeem Creativ Floc-System. Systemverwerking

Vitalux Praktijkmerkblad

Vitashine Praktijkmerkblad

Creativ Floc-systeem Creativ Floc-System. Systemverwerking

Superlux ELF Praktijkmerkblad

Als alles glad moet verlopen. Het nieuwe Brillux pleisterassortiment

Praktijkmerkblad 1806 Niederlän.

Praktijkmerkblad 50 Niederlän.

Praktijkmerkblad 3000

Praktijkmerkblad 3471

Praktijkmerkblad 3509 Niederlän.

Sensocryl ELF 266. Praktijkmerkblad

Praktijkmerkblad 83 Niederlän.

Vitaglue Praktijkmerkblad

Praktijkmerkblad 72 Niederlän.

Praktijkmerkblad 84 Niederlän.

Praktijkmerkblad 70 Niederlän.

Praktijkmerkblad 1725

Aqualoma ELF 202. Toepassing

Praktijkmerkblad 1725 Niederlän.

Praktijkmerkblad 1525 Niederlän.

Praktijkmerkblad 3059

Praktijkmerkblad 3115 Niederlän.

Praktijkmerkblad 862 Niederlän.

Residur 891. Materiaalomschrijving. Standaardkleuren: alle gegevens

Creativ 4c14. Fluweeleffecttechniek Serico Samteffekttechnik Serico

Evocryl 200. Toepassing. Voor weerbestendige en duurzame gevelafwerkingen op alle belastbare minerale ondergronden,

Reliëf Praktijkmerkblad

Praktijkmerkblad 3059 Niederlän.

Praktijkmerkblad 3059

Praktijkmerkblad 291 Niederlän.

Hydro-PU-Tec Hoogglanslak 2084

Technische informatie

Praktijkmerkblad 275

Praktijkmerkblad 2188 Niederlän.

Ultrasil HP Praktijkmerkblad

Praktijkmerkblad 871 Niederlän.

Praktijkmerkblad 2288 Niederlän.

Praktijkblad 100. Eigenschappen. Verwerking. Produktomschrijving. Toepassing

Praktijkmerkblad 871 Niederlän.

Creativ 7c01. Marmor fijnpleistertechniek

Praktijkmerkblad 2084 Niederlän.

NIEUW. Rigips TopStuc. Stap-voor-stap handleiding. Zelf stukadoren is nu gemakkelijker dan ooit door de unieke receptuur van Rigips TopStuc.

Aromatenvrije grondverf volgens VOB, DIN 18363, verfproduct volgens DIN

Praktijkmerkblad 275 Niederlän.

Praktijkmerkblad 1811 Niederlän.

CWS C O W I D U R 2K PUR HOLZSIEGEL P U R GLÄNZEND

Art-Line CreaGlas Gewebe Art-Line

Creativ 5c02. Antiekmarmertechniek Antikmarmortechnik

CreaGlas Weefsel Profession

Metaalstructuurtechniek Concento

Praktijkmerkblad 78 Niederlän.

Praktijkmerkblad 800 Niederlän.

Praktijkmerkblad cg22 Niederlän.

Armatop L - Aero. Technisch informatieblad. Armatop L - Aero / Pagina 1. Lichte minerale mortel voor het verlijmen en wapenen van gevelisolatieplaten

Praktijkmerkblad 840 Niederlän.

Technische fiche StoMiral Base 273

Silicon-Fassadenfarbe 918. Toepassing

Aromatenvrije, kleurige deklaag, met licht-echte PU-verharder, volgens VOB, DIN 18363, verfproduct volgens DIN

Creativ 7c06 Niederlän.

Produktomschrijving. Standaardkleuren: alle gegevens

Lazuurtechniek voor buiten Lasurtechnik für außen. met Creativ Vivalin Gevellazuur 866, voor eenkleurige, mediterrane geveloppervlakken

Technisch informatieblad StoArmat Classic plus

Creativ 5c05. Leisteentechniek Schiefertechnik

7 plamuren voor professionelen. Ontdek het volledig vernieuwde Breplasta gamma

Materiaalomschrijving. Standaarkleuren:

Wand&Klaar Behanglijm Glasweefsel

Floortec PU-Bodensiegel ELF 847. Toepassing

Technische informatie

Praktijkmerkblad 270 Niederlän.

CapaCoustic Structure

behanginstructies Inhoudsopgave:

Technisch informatieblad StoPrim Activ

SolidLux Putty Kleur en verpakking 1 kg verpakking, transparant.

Gel-beits 510. Praktijkmerkblad. aromaatvrij, druppelvrij, snel drogend, zijdeglanzend. Toepassing

TECHNISCH INFORMATIEBLAD SYSTEXX Active Acoustic 904 / 233

Creativ 5c01. Gladmarmertechniek Glättemarmortechnik

Praktijkmerkblad 580 Niederlän.

CD-COLOR Technische Fiche Nr. L-4015 Stand : 10/09. Oplosmiddelvrije binnenverf op silikaatbasis.

TECHNISCH INFORMATIEBLAD SYSTEXX COMFORT FLEECE NW15

WILLCO Fassade Profil

CWS COWIRANT PUR-Klarlack

Technisch informatieblad Armatop A Pagina 1 van 5 PD 0018/0816/002

SolidLux Adhesive 6000

TECHNISCH INFORMATIEBLAD SYSTEXX Comfort V22

Gel-beits 510 Gel-Lasur 510

Sterke hechting op vrijwel alle soorten ondergrond. Ruwdichtheid vaste mortel ca. 1,4 g/cm³ conform DIN 18555

TECHNISCHE FICHE. Leempleisters van Wanlin. Samenstelling van de pleistermaterialen. Verpakking en opslag. Fysieke eigenschappen.

Praktijkmerkblad 822 Niederlän.

Praktijkmerkblad 822 Niederlän.

Slimme stukadoors kiezen voor Gullspack

SolidLux Basecoat 9000

TECHNISCH INFORMATIEBLAD SYSTEXX Comfort

WILLCO Isolatiesystemen

Productblad. fermacell Diepgrond. Universele diepgrond voor het gronderen en versterken van de meest diverse ondergronden.

Tierrafino Base is een basisleemstuc die dient als raap- en vertinlaag, alleen toepasbaar in het interieur.

Praktijkmerkblad cg21 Niederlän.

Kenmerkenblad. Gebruiksklare sierpleister voor buiten en binnen op basis van kunstharsdispersie volgens DIN 18558, klasse P.org.1.

Transcriptie:

Niederlän. Briplast Spuitpleister ELF 1881 Briplast Spritzspachtel ELF 1881 gebruiksklar, wit, verwerkbaar met wormpompen en Airless-apparaten, tot 6 mm laagdikte, AgBB-gekeurd, voor binnen Eigenschappen Gebruiksklare, witte en gemakkelijk aan te brengen spuitpleistermassa op basis van fijngemalen, hoogwaardig marmer. Goed hechtend, goed vullend met hoog standvermogen en lang verwerkbaar. Emissiearm, oplosmiddel- en weekmakervrij, mat, corrosieremmend ingesteld, dampdoorlatend en droog schuurbaar. Met normale wormpompen en krachtige Airlessapparaten gemakkelijk en rationeel te verwerken. Getest volgens de eisen van de AgBB. Toepassing Voor het creëren van gladde ondergronden die kunnen worden geschilderd of behangen, en speciale sprenkeleffecten op plafond- en wandoppervlakken binnenshuis. Speciaal voor het rationeel plamuren van vlak metselwerk. Daarnaast ook geschikt voor het egaliseren van pleisterwerk binnenshuis. Te gebruiken op dragende ondergronden, bijv. binnenpleister (Drukvastheidscategorie CS II/CS III/ CS IV en B1-B7), beton, gasbeton, gipskarton en intacte dispersieafwerkingen. Productomschrijving Kleur: wit Materiaalbasis: wit, hoogwaardig marmergruis Korrelgrootte: max. 0,2 mm Max. nat op te brengen laag: tot 6 mm per keer Brandgedrag volgens EN 13501-1: A2 - s1, d0 Dichtheid: ca. 1,8 g/cm³ Verpakking: 15 l zak Verwerking Verdunning Verdunning is gewoonlijk niet nodig. Verdraagzaamheid Niet mengen met andere soorten materialen. Aanbrengen Briplast Spuitpleister ELF 1881 is speciaal afgestemd op de rationele verwerking met normale wormpompen of vergelijkbare plamuurspuitpompen. In aanvulling hierop is er een krachtige compressor nodig met een luchtcapaciteit van ten minste 500 l/min en bij grote oppervlakken ten minste 800 1.000 l/min. Als alternatief kan Briplast Spuitpleister ELF 1881 ook met krachtige Airless-apparaten (plunjerpomp) worden verwerkt. Voor verwerking alle filters uit het Airless-apparaat en het pistool verwijderen. Afhankelijk van de capaciteit van het Airless-apparaat een spuitkop gebruiken met een grootte van 0,035" tot 0,052" bij een spuithoek van 20. Briplast Spuitpleister ELF 1881 zo gelijkmatig mogelijk eerst op het plafond en daarna op de wanden spuiten en gladstrijken. Bij zeer grote en/of hoge ruimtes de plamuur eerst op het plafond en het bovenste gedeelte van de wanden spuiten tot op een hoogte die vanaf de grond gemakkelijk te bereiken is, en gladstrijken. Daarna het onderste gedeelte van de wandoppervlakken bewerken. Principieel mag er niet meer materiaal op de wanden en plafonds worden gespoten dan er na het egaliseren op de oppervlakken achterblijft. Stand: 02.05.2017 Bladzijde 1 van 5

Afhankelijk van de temperatuur kan er direct of na een korte pauze met het egaliseren worden begonnen (aanwijzing in acht nemen). Het egaliseren moet gebeuren onder lichte druk in de voeg- of hoofdrichting. Het ontstaan van randen kan worden voorkomen, wanneer de stalen spatel in de richting van het nog niet geëgaliseerde oppervlak wat steviger wordt aangedrukt. Op wandoppervlakken eerst ongeveer 1/3 van de wandhoogte van beneden naar boven bewerken en daarna het resterende 2/3 gedeelte van boven naar beneden. Wanneer de plamuur licht is gedroogd, de hoeken gladstrijken met een vochtige radiatorkwast. Overtollig materiaal kan, wanneer het niet verontreinigd is, opnieuw worden gebruikt, bijv. voor het voorbehandelen van nog te bewerken oppervlakken. Op gladde ondergronden wordt gewoonlijk in één keer een oppervlak verkregen dat geschikt is voor het aanbrengen van behang of van de spuitstructuur. Op ruwe ondergronden en bij bijzonder hoge kwaliteitseisen, bijv. wanneer er hoogwaardige wandbekleding wordt aangebracht, wanneer er Creativtechnieken worden toegepast of wanneer de ondergrond wordt geschilderd, moet er ten minste twee keer worden geplamuurd en geëgaliseerd. Inbedding van plamuurvlies Het gebruik van Glasvezel- Plamuurvlies 1560 ondersteunt het rationele plamuren, in het bijzonder op ruwe en gestructureerde oppervlakken. Hierdoor wordt het vulvermogen van de plamuur geoptimaliseerd en hoeft er naderhand minder geschuurd te worden. Bovendien worden fijne haarscheurtjes in de ondergrond overbrugd. De plamuurmassa zoals beschreven over het gehele oppervlak op de ondergrond aanbrengen en met de Getande Spaan 3768, tanding 4 x 6 x 4 mm gelijkmatig "doorkammen". Het Glasvezel-Plamuurvlies 1560 zonder plooien in de nog natte plamuurlaag leggen en met de hand licht aandrukken. De volgende banen ten minste 5 cm overlappend aanbrengen en met dubbel gesneden naden verwerken. Het gehele oppervlak vervolgens met daarvoor geschikt gereedschap, bijv. een vlakspaan, gelijkmatig egaliseren, zodat de structuur van de getande spaan volledig verdwijnt. Na droging een tweede laag plamuurmassa op het oppervlak aanbrengen, zodat alle poriën gesloten zijn. Direct overstrijken zonder tussentijdse droging wordt afgeraden, omdat het vlies daarbij gemakkelijk kan verschuiven en het oppervlak minder glad wordt. Sprenkeleffect De spuitstructuur kan door verandering van de hoeveelheid op te brengen materiaal, de grootte van de spuittip, de hoeveelheid lucht en de luchtdruk worden gevarieerd van fijn tot grof. Bij gebruik van airless-apparaten is er bovendien een spuitstructuurset (art.nr.: 3293.0012.000) en een krachtige compressor (500 1.000 l luchtcapaciteit) nodig. Het spuitpistool wordt in gelijkmatige cirkelende bewegingen over het oppervlak bewogen. Spetters op aangrenzende oppervlakken kunnen met een stalen plamuurmes worden afgestoken of gladgestreken of worden afgewassen. Op plafonds is een eindafwerking niet noodzakelijk, maar deze kunnen na behandeling met een geschikt voorstrijkmiddel eventueel worden afgewerkt met binnendispersieverf. Voor te bespuiten oppervlakken die niet verder worden afgewerkt, adviseren wij materiaal van één productienummer te verwerken. Verbruik Ca. 1,0 l/m² per mm laagdikte (gemiddelde waarde voor glad bekiste betonoppervlakken met een normale poriegrootte). Voor het inbedden van pleistervlies: ca. 2,0 l/m² met een getande spaann 4 x 6 x 4 mm en daarnaast ca. 0,5 l/m² voor het porievrij maken van het vliesoppervlak. Bij sprenkeleffect: ca. 0,90 1,3 l/m². De exacte verbruikshoeveelheden kunnen worden bepaald door behandeling van een proefvlak op het object. Verwerkingstemperatuur Niet onder +5 C lucht- en objecttemperatuur verwerken. Reinigen gereedschap Na gebruik onmiddellijk reinigen met water. Droging (+20 C, 65 % rel. luchtvochtigheid) De droogtijd is afhankelijk van de laagdikte, maar bedraagt ca. 3 uur per mm. Dunne lagen zijn gewoonlijk na één nacht drogen schuur- en overschilderbaar. Bij een dikkere laag, een lage temperatuur en/of hoge luchtvochtigheid rekening houden met een langere droogtijd. Opslag Koel en vorstvrij bewaren. Niet mee gooien, niet blootstellen aan te hoge druk, uit de buurt houden van puntige en scherpe voorwerpen. Bladzijde 2 van 5

Declaratie Gevarenklasse WGK 1, volgens VwVwS. Productcode BSW20. De actuele gegevens in het veiligheidsblad in acht nemen. Laagopbouw Ondergrondvoorbehandeling De ondergrond moet vlak, vast, droog, schoon en draagkrachtig zijn en vrij zijn van uitbloeiingen, kalklagen, oplosmiddelen, corrosiebevorderende bestanddelen en andere tussenlagen die de hechting tegengaan. Aanwezige afwerklagen controleren op deugdelijkheid, draag- en hechtkracht. Niet-intacte en ongeschikte afwerklagen grondig verwijderen en volgens voorschrift afvoeren. Praktijkmerkblad 1881 Lijmverf grondig afwassen. Intacte olieverf- en laklagen logen, grondig schuren en schoonmaken. Wandbekleding incl. lijmen papierresten volledig verwijderen. Reparatieplekken vakkundig fluateren. Grotere gaten en voegen opvullen met Voegen Wandplamuur 1875. De ondergrond naar behoefte gronden en/of van een tussenlaag voorzien. Zie ook VOB deel C, DIN 18363, paragraaf 3. Ondergrond Grondlaag Plamuurlaag Grondlaag Eindlaag ondergronden binnen, bijv. vlak metselwerk, normaal pleisterwerk, beton, gipskarton, matte dispersieafwerkingen gladde, niet-zuigende en glanzende ondergronden binnen, bijv. intactie glanzende dispersieafwerkingen, olieverf- en laklagen Hechtgrond ELF 3720 Briplast Spuitpleister ELF 1881 in 1 2 lagen, afhankelijk van de ondergrond en de eisen Lacryl Voorstrijkmiddel ELF 595 naar keuze met dispersieverf, kunststofmassa, CreaGlas weefsel of andere wandbekleding Opmerkingen Uitvoering van de spuitwerkzaamheden Het aanbrengen van spuitplamuur moet zo mogelijk gebeuren vóór het aanbrengen van de dekvloer. Egaliseren en dichtmaken door plamuren Bij plamuren is het anders dan bij het klassieke pleisteren niet mogelijk ondergrondtoleranties van een paar millimeter weg te werken. Door plamuren kunnen poriën en verdiepingen in de ondergrond worden dichtgemaakt en geëgaliseerd. Volkomen vlakke oppervlakken kunnen hierdoor niet tot stand worden gebracht. Plamuren van vlak metselwerk Te plamuren vlak metselwerk moet zijn uitgevoerd volgens het voorschrift van de fabrikant. Bij het plamuren van vlakke blokelementen kunnen er door het krimpen van de vlakke blokelementen als gevolg van het drogen in de voegen haarscheurtjes ontstaan. Deze kunnen bij een zuiver verftechnische oppervlaktebehandeling met bijv. dispersieverf duidelijk zichtbaar zijn. Bladzijde 3 van 5

Vorming van luchtbellen voorkomen Op dichte, zwak zuigende ondergronden kunnen zich na het egaliseren kleine luchtbelletjes in de plamuurlaag vormen. Deze kunnen gewoonlijk worden weggewerkt door nogmaals egaliseren na afloop van de benodigde uitdamptijd. Hoe lang de plamuur moet uitdampen, is afhankelijk van de laagdikte, de temperatuur en de luchtvochtigheid. Wanneer er opnieuw luchtbelletjes ontstaan, de oppervlakken nogmaals egaliseren. Door het vooraf opspuiten van een dunne laag in een fijne structuur die de ondergrond voldoende dekt, kan de vorming van luchtbellen meestal worden voorkomen. De spuitplamuur vóór het aanbrengen van een volgende laag lang genoeg laten drogen. In plaats hiervan kunnen de oppervlakken ook worden voorbehandeld door voorstrijken met Hechtgrond ELF 3720. Welke methode het meest geschikt is, dient van geval tot geval te worden bepaald door het maken van proefvlakken op het object. Beschermingsuitrusting tijdens het schuren Tijdens schuurwerkzaamheden raden we aan om persoonlijke beschermingsuitrusting te dragen (een geschikte veiligheidsbril en een stofmasker). Overige informatie De gegevens in de praktijkmerkbladen van de toegepaste producten in acht nemen. Bladzijde 4 van 5

CE-teken Trekvastheid Brandgedrag Brillux GmbH & Co. KG Weseler Straße 401 D-48163 Münster 17 DoP Nr.:1881-15824-01 EN 15824:2009 Pleister met organische bindmiddelen voor muren, plafonds, pilaren en scheidingswanden binnenshuis 0,3 MPa A2-s1, d0 Aanwijzingen Dit praktijkmerkblad werd met in acht neming van de Duitse wetgeving, normen, voorschriften en richtlijnen opgesteld. Alle gegevens werden op basis van de actuele Duitse versie vertaald. De inhoud leidt niet tot aansprakelijkheid. De klant/gebruiker wordt niet daarvan ontbonden, onze producten op hun geschiktheid voor het gestelde doel te testen. Overigens gelden onze algemene handelsvoorwaarden. Bij het verschijnen van een nieuwe uitgave van dit praktijkmerkblad verliezen de voorgaande gegevens hun geldigheid. De actuele versie vindt u op internet. Version I Brillux Benelux b.v. Schuttevaerweg 15 3044 BA Rotterdam NEDERLAND Tel. +31 10 29234-89 Fax +31 10 29234-70 info@brillux.nl www.brillux.nl Bladzijde 5 van 5