Rosemount 3051-druktransmitter met FOUNDATION -Fieldbus Rosemount 3051CF-serie flowmetertransmitter met FOUNDATION -Fieldbus



Vergelijkbare documenten
Rosemount 3051 druktransmitter en Rosemount 3051CF DP flowmeters

Snelstartgids , Rev. BA Februari Rosemount 0085-buisklemsensorconstructie

Rosemount golfgeleide radar

Rosemount 752 externe indicator met FOUNDATION veldbusprotocol

Snelstartgids , v. BB Juni Sensorconstructie Rosemount 0065/0185

Snelstartgids , Rev BA November Rosemount 4088B MultiVariable -transmitter met BSAP/MVS-protocollen

Productnietlangerleverbaar'

Rosemount 415 Fire Pump

Druktransmitter uit de Rosemount 3051S-serie met HART -oplossingen voor draadloze toepassingen

Rosemount 2051CF Series flowmetertransmitter met PROFIBUS PA

Rosemount 3490-serie 4 20 ma + HART-compatibele controller

Mobrey MCU900-serie 4 20 ma + HART-compatibele controller

Rosemount 2051-druktransmitter en Rosemount 2051CF-flowmeters

Rosemount 3051S Series druktransmitter en Rosemount 3051SF Series flowmeter

Rosemount 3144Ptemperatuurtransmitter. FOUNDATION -fieldbusprotocol. Snelstartgids , Rev CA Januari 2014

Rosemount 5400 Series

Snelstartgids , Rev AB Juni Rosemount Volume 1-sensorconstructie

BELANGRIJKE KENNISGEVING

Rosemount 2088, 2090P en 2090F druktransmitters

Productnietlangerleverbaar'

EU-verklaring van overeenstemming

Rosemount 3490-serie 4 20 ma + HART-compatibele regelaar

Rosemount 848L. Discrete Logic Transmitter met FOUNDATION veldbus. Productnietlangerleverbaar' Rosemount 848L

SmartPower -oplossingen. Snelstartgids , Rev DB Grasmaand 2019

Rosemount 3308-serie draadloze golfgeleide radar, 3308A

Rosemount 702 draadloze discrete transmitter

Rosemount 644H-temperatuurtransmitters met FOUNDATION -veldbus

Rosemount 753R externe indicator internetbewaking

Rosemount 751 veldsignaalindicator

Snelstartgids , v. BB Januari Rosemount 708 draadloze akoestische transmitter

Rosemount 3308-serie draadloze golfgeleide radar, 3308A

Rosemount 3144Ptemperatuurtransmitter. HART -protocol. Snelstartgids , versie JA Januari 2014

Rosemount 1195 Primair element integrale meetschijf

Rosemount 5400 niveautransmitter

ATEX installatieinstructies. Micro Motion CMF400- sensoren met hulpversterker

Rosemount Veiligheidsinstructies ATEX en IECEx drukvast. Aanvulling op handleiding , Rev AA Mei 2009 Rosemount 2130

Rosemount 3095FT massaflow-transmitter

Golfgeleide radar met Rosemount 9901-kamers

Rosemount 752 externe indicator met FOUNDATION veldbusprotocol

ATEX installatieinstructies. Micro Motion T-serie-sensoren

Rosemount 644H Profibus PA temperatuurtransmitters

SmartPower -oplossingen. Snelstartgids , Rev BA December 2014

Rosemount 5600 Series radarniveautransmitter met HART en Foundation Fieldbus-protocol

Rosemount 485 Annubar Pak-Lok-constructie

Rosemount conditioneringsmeetschijf. Snelstartgids , Rev DC Juli 2014

ATEX installatie-instructies voor Micro Motion ELITE -sensors

Micro Motion model 775

Rosemount 3051SF-serie Flowmeter MultiVariable transmitter

Rosemount 3051-druktransmitter en Rosemount-flowmeters uit de 3051CF-serie

Rosemount 3051S-serie druktransmitter en Rosemount 3051SF-serie flowmeter met FOUNDATION -fieldbusprotocol

Rosemount 3051S Series druktransmitter en Rosemount 3051SF Series flowmeter

Rosemount 2051 druktransmitter

Installatie-instructies P/N MMI , Rev. A februari ATEX installatie-instructies voor Micro Motion Model LFT Low Flow-transmitters

Rosemount 2051-druktransmitter Rosemount 2051CF-serie flowmetertransmitter met Foundation -fieldbusprotocol

Smart Wireless THUM -adapter

Model 3700 transmitter (9-draads) of Model 3350 randapparatuur

Temperatuurtransmitter Rosemount 644H

WAARSCHUWING MEDEDELING. Inhoud. Juni Snelstartgids

Rosemount 3051 druktransmitters en Rosemount 3051CF Series flowmeters

Installatie Instructies P/N MMI , Rev. AA Juli ATEX installatieinstructies. Micro Motion transmitters model 9701/9703

Productnietlangerleverbaar'

Rosemount 3051-druktransmitter en Rosemount-flowmeters uit de 3051CF-serie

Rosemount 2051-druktransmitter Rosemount 2051CF-serie flowmetertransmitter met FOUNDATION -fieldbusprotocol

Rosemount 3051-druktransmitter

Installatie-instructies P/N MMI , Rev. A September ATEX installatie-instructies voor Micro Motion - transmitters, model 2200

Rosemount 3308-serie draadloze golfgeleide radar, 3308A

Rosemount 848T draadloze temperatuurtransmitter. Snelstartgids , Rev DA December 2014

Productnietlangerleverbaar'

Installatie-instructies P/N MMI , Rev. A September ATEX installatie-instructies voor Micro Motion MVD Direct Connect -meters

Rosemount 3051-druktransmitter Rosemount 3051CF-serie flowmetertransmitter met FOUNDATION -fieldbusprotocol

ATEX installatieinstructies. Micro Motion F-seriesensoren DMT 01 ATEX E 158 X

Snelstartgids , Rev. EA juni Rosemount 4600-druktransmitter voor olie- en gaspanelen

Rosemount 248 draadloze temperatuurtransmitter

Rosemount 3051-druktransmitter en Rosemount 3051CF-serie flowmeters

Snelstartgids , Rev FA Grasmaand Sensorconstructie Rosemount 0065/0185

Installatie Instructies P/N , Rev. C Juni Voor transmitterinstallaties met ATEX-goedkeuring

Rosemount 3051S-serie druktransmitter en Rosemount 3051SF-serie flowmeter

Capacitieve sensor BC10-S30-Y1X/S90

Rosemount 648 draadloze temperatuurtransmitter. Start

AVID standaanwijzers. Het assortiment. CR standaanwijzer Corrosiebestendige IP68 standaanwijzer voor afsluiters.

Rosemount 3051S-serie druktransmitter en Rosemount 3051SF-serie flowmeter

Snelstartgids , Rev. FF december Compact primair element Rosemount 405

Handleiding Explosieveilig timerrelais Type AR-023. II 3 D Ex tc IIIC T80ºC Dc

EERSTE INSTALLATIE NLD

Rosemount 2140-trilvorkniveaudetector

Inductieve sensor BI2-EM12-Y1X-H1141

E69F Elektro-pneumatische signaalomvormer en E69P Elektro-pneumatische klepstandsteller. Veiligheidsinformatie

Rosemount 3244MVF MultiVariable temperatuurtransmitter

ATEX installatieinstructies. Micro Motion H-seriesensoren

Rosemount 8714D (kalibratiestandaard) magnetische meetbuissimulator. Snelstartgids , Rev DA Maart 2014

Rosemount 705 draadloze transmitter met totaaltelling

Rosemount 3051CF Series flowmetertransmitter met Profibus-PA

Rosemount 585 Main Steam Annubar met ondersteuning aan tegenoverliggende kant

Snelstartgids , v. DB Maart Rosemount 708 draadloze akoestische transmitter

Rosemount 148 temperatuurtransmitter. Snelstartgids , Rev EA februari 2014

RADAR-NIVEAUMETER SPECIALE VEILIGHEIDSINSTRUCTIE

Rosemount 848T FOUNDATION Fieldbus temperatuurtransmitter met acht ingangen

Rosemount 3095FC multivariabele massaflowtransmitter

Rosemount 3051-druktransmitter en Rosemount 3051CF-serie flowmeters

Explosieveilige Insteekbundel Type D-8530

Transcriptie:

Rosemount 3051-druktransmitter met FOUNDATION -Fieldbus Rosemount 3051CF-serie flowmetertransmitter met FOUNDATION -Fieldbus Snelstartgids 00825-0111-4774, versie EA

Snelstartgids MEDEDELING Deze installatiegids bevat elementaire richtlijnen voor Rosemount 3051-transmitters. De gids bevat geen instructies voor configuratie, diagnostiek, onderhoud en probleemoplossing, of voor explosieveilige, drukvaste of intrinsiek veilige (I.S.) installaties. Raadpleeg de handleiding van de 3051 (publicatienummer 00809-0100-4774) voor nadere instructies. Deze handleiding is op www.emersonprocess.com/rosemount. ook in digitale vorm beschikbaar. WAARSCHUWING Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken: Bij installatie van deze transmitter in een explosiegevaarlijke omgeving moeten de geldende plaatselijke, landelijke en internationale normen, voorschriften en procedures worden gevolgd. Raadpleeg het gedeelte over goedkeuringen in de naslaghandleiding van de 3051 voor bepalingen in verband met veilige installatie. Verwijder bij een explosiebestendige/drukvaste installatie de transmitterdeksels niet terwijl er stroom staat op het apparaat. Lekkage van het procesmedium kan leiden tot lichamelijk en zelfs dodelijk letsel. Om proceslekken te voorkomen, mag u alleen die O-ringen gebruiken die speciaal ontworpen zijn om af te dichten in combinatie met de bijbehorende flens-adapter. Elektrische schokken kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Voorkom aanraken van de draden en aansluitingen. De draden kunnen onder hoge spanning staan, die elektrische schokken kan veroorzaken. Inhoud Stap 1: Monteer de transmitter................................................... pagina 3 Stap 2: Labeling................................................................ pagina 7 Stap 3: Overweeg of de behuizing gedraaid moet worden........................... pagina 8 Stap 4: Sluit de bedrading aan en schakel het apparaat in............................ pagina 8 Stap 5: Controleer de configuratie...............................................pagina 10 Stap 6: Trim de transmitter.....................................................pagina 13 Productcertificeringen.........................................................pagina 13 2

Snelstartgids Stap 1: Monteer de transmitter Toepassingen voor vloeistofstroom 1. Installeer de taps in de zijkant van de leiding. 2. Monteer naast of onder de tappunten. 3. Monteer de transmitter met de aftap-/ontluchtingskleppen omhoog. Gasstroomtoepassingen 1. Breng tappunten aan in de boven- of zijkant van de leiding. 2. Monteer naast of boven de tappunten. stroomrichting stroomric Flow stroomric Stoomstroomtoepassingen 1. Installeer de taps in de zijkant van de leiding. 2. Monteer naast of onder de tappunten. 3. Vul de impulsleidingen met water. stroomrichtin g 3

Snelstartgids Paneelmontage 1 Buismontage Coplanar-aansluiting Traditionele flens Rosemount 3051T Rosemount 3051H 1.Dit product wordt zonder paneelbouten geleverd. 4

Snelstartgids Overwegingen m.b.t. boutbevestiging Volg met het oog op de optimale prestatiekenmerken van de transmitters deze montagerichtlijnen om een goede afdichting te waarborgen als voor de installatie van de transmitter de montage van procesflenzen, kranenblok of flensadapters is vereist. Gebruik uitsluitend de met de transmitter meegeleverde bouten of bouten die door Emerson als reserveonderdeel worden verkocht. In Afbeelding 1 staan veelgebruikte transmitterconstructies afgebeeld met de vereiste boutlengte voor een correcte montage van de transmitter. Afbeelding 1. Veelgebruikte transmitterinstallaties A. Transmitter met Coplanar-flens C. Transmitter met traditionele flens en optionele flensadapters D. Transmitter met Coplanar-flens en optionele kranenblok- en flensadapters 4 x 57 mm (2,25 inch) 4 x 44 mm (1,75 inch) B. Transmitter met Coplanar-flens en optionele flensadapters 4 x 44 mm (1,75 inch) 4 x 38 mm (1,50 inch) 4 x 73 mm (2,88 inch) 4 x 44 mm (1,75 inch) Gewoonlijk worden bouten van koolstofstaal of roestvast staal gebruikt. Controleer het materiaal door naar de markeringen op de boutkop te kijken en deze te vergelijken met Afbeelding 2. Als het boutmateriaal niet is aangegeven in Afbeelding 2, kunt u zich voor nadere inlichtingen wenden tot de plaatselijke vertegenwoordiger van Emerson Process Management. Gebruik de volgende procedure voor het installeren van de bouten: 1. Bouten van koolstofstaal hebben geen smering nodig en op bouten van roestvast staal is een laagje smeermiddel aangebracht om de installatie te vergemakkelijken. Voor geen van beide bouttypen mag voor het aanbrengen extra smeermiddel worden aangebracht. 2. Draai de bouten handvast aan. 3. Haal de bouten kruislings aan tot de initiële momentwaarde. Zie Afbeelding 2 voor de initiële momentwaarde. 4. Haal de bouten volgens hetzelfde kruispatroon aan tot de definitieve momentwaarde. Zie Afbeelding 2 voor de definitieve momentwaarde. 5. Controleer of de flensbouten uit de isolatorplaat steken voordat u er druk op zet. 5

Snelstartgids Afbeelding 2. Momentwaarden voor de flensbouten en flensadapterbouten Boutmateriaal Markeringen kop Initiële momentwaarde Definitieve momentwaarde Koolstofstaal (CS) B7M 34 Nm (300 inch-lb.) 73,5 Nm (650 inch-lb.) Roestvast staal (SST) 316 316 R B8M STM 316 316 SW 316 17 Nm (150 inch-lb.) 34 Nm (300 inch-lb.) O-ringen bij flensadapters WAARSCHUWING Als er verkeerde O-ringen op de flensadapters worden aangebracht, kan lekkage van procesmedium ontstaan, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel als gevolg. De twee flensadapters zijn herkenbaar aan de unieke O-ringgroeven. Gebruik uitsluitend de O-ring die bestemd is voor d e specifieke flensadapter, hieronder afgebeeld. Rosemount 3051S / 3051 / 2051 / 3001 / 3095 Flensadapter O-ring Elastomeer op PTFE-basis Rosemount 1151 Flensadapter O-ring PTFE-elastomeer 6

Snelstartgids Telkens als de flenzen of adapters worden verwijderd, moeten de O-ringen op het oog worden geïnspecteerd. Vervang de O-ringen als er tekenen van schade zijn, bijvoorbeeld inkepingen of kerven. Bij vervanging van de O-ringen moeten de flensbouten en uitlijningsschroeven na het aanbrengen opnieuw tot het juiste moment worden aangehaald, ter compensatie van verschuivingen doordat de O-ring van PTFE nog geheel in de groef moet vallen. Montagerichting inline-verschildruktransmitter De drukpoort aan de lage kant (ref. atmosferische druk) op de inline-overdruktransmitter bevindt zich in de kraag van de transmitter, achter de behuizing. Het ontluchtingstraject ligt 360 rond de transmitter tussen de behuizing en de sensor. (Zie Afbeelding 3.) Houd het ontluchtingstraject vrij van alle obstructies, zoals verf, stof en smeermiddel, door de transmitter zo te monteren dat vervuiling niet kan ophopen. Afbeelding 3. Drukpoort aan lage kant inline-verschildruktransmitter Drukpoort aan lage kant (ref. atmosferische druk) Stap 2: Labeling Inbedrijfstellingslabel (papier) Gebruik het verwijderbare label dat met de transmitter wordt meegeleverd om bij te houden welk apparaat zich op een bepaalde locatie bevindt. Zorg dat het label voor het fysieke apparaat (het veld PD-label) op beide plaatsen goed is ingevuld op het verwijderbare inbedrijfstellingslabel en scheur bij elke transmitter het onderste gedeelte eraf. Opmerking De apparaatbeschrijving die in het hostsysteem is geladen, moet dezelfde versie (revisie) zijn als dit apparaat. U kunt de apparaatbeschrijving downloaden van www.rosemount.com. COMMISSIONING TAG Device ID: 0011513051010001440-121698091725 PD Tag: Tear Here COMMISSIONING TAG Device ID: 0011513051010001440-121698091725 PD Tag: 7

Snelstartgids Stap 3: Overweeg of de behuizing gedraaid moet worden Om de toegang tot de bedrading te verbeteren of het optionele LCD-display beter te kunnen aflezen: 1. Draai de stelschroef voor het draaien van de behuizing los. 2. Draai de behuizing eerst rechtsom naar de gewenste stand. Als de schroefdraad niet genoeg ruimte biedt om de gewenste stand te bereiken, draait u de behuizing linksom naar de gewenste stand (tot maximaal 360 vanaf de grens van de schroefdraad). 3. Draai de stelschroef voor de rotatie van de behuizing weer aan. Stelschroef voor draaien behuizing (5/64-inch) Stap 4: Sluit de bedrading aan en schakel het apparaat in Gebruik gewone koperdraad met een doorsnee die groot genoeg is om ervoor te zorgen dat de spanning over de voedingsaansluitingen van de transmitter niet onder 9 V-gelijkspanning zakt. Sluit voor voeding van de transmitter de voedingsdraden aan op de aansluitklemmen die op het etiket op het aansluitklemmenblok staan aangegeven. De voedingsaansluitklemmen zijn polariteitsongevoelig, dat wil zeggen dat bij het aansluiten op de voedingsaansluitklemmen de elektrische polariteit van de voedingsdraden er niet toe doet. Bij het aansluiten van draden op de schroefaansluitingen is het gebruik van gekrimpte kabelschoenen aanbevolen. Draai de bouten van de aansluitklemmen aan om te zorgen dat er goed contact is. Verder is er geen voeding nodig. B Voedingsaansluitingen NC is een No Connect -aansluitklem (niet gebruiken) Aardklem A 8

Snelstartgids Aarding van signaalbedrading Laat de signaalbedrading niet samen met elektrische bedrading door een doorvoerbuis of open kabelgoot of in de buurt van zware elektrische apparatuur lopen. De buitenkant van de elektronicabehuizing en de binnenzijde van het compartiment voor aansluitingen zijn voorzien van aardklemmen. Deze aarding wordt gebruikt als er klemmenblokken voor overspanningsbeveiliging zijn geïnstalleerd, of om aan de plaatselijke voorschriften te voldoen. Zie stap 2 hieronder voor meer informatie over de vereiste aarding van de kabelafscherming. 1. Verwijder het behuizingsdeksel met de aanduiding Field Terminals. 2. Sluit het bedradingspaar aan en aard het zoals aangegeven in Afbeelding 4. De kabelafscherming moet: a. kort worden afgesneden en geïsoleerd zodat deze niet tegen de transmitterbehuizing aankomt; b. constant zijn aangesloten op het aansluitpunt; c. op een goed aardpunt op het voedingsuiteinde zijn aangesloten. Afbeelding 4. Bedrading Afstand zo klein mogelijk houden A Afscherming afknippen en isoleren B Aarden voor overspanningsbeveiliging C DP Afscherming D E Afstand A zo klein isoleren mogelijk houden Afscherming weer verbinden met aardpunt voeding 3. Het behuizingsdeksel terugplaatsen. Aanbevolen wordt om de bouten van het deksel zo ver aan te draaien dat er geen ruimte meer is tussen het deksel en de behuizing. 4. Sluit alle ongebruikte doorvoerbuisaansluitingen en dicht ze af. 9

Snelstartgids Voeding Voor een goede werking en een volledige functionaliteit heeft de transmitter een spanning tussen 9 en 32 V d.c. (9 en 15 V d.c. voor FISCO) nodig. Spanningsstabilisator Voor een Fieldbussegment is een netspanningbewaker nodig om het voedingsfilter te isoleren en het segment los te koppelen van andere segmenten die op dezelfde voeding zijn aangesloten. Aarding De signaalbedrading van het Fieldbussegment kan niet worden geaard. Als een van de signaaldraden wordt geaard, wordt het volledige Fieldbussegment uitgeschakeld. Aarding draadmantel Ter bescherming van het Fieldbussegment tegen ruis wordt gewoonlijk een aardingstechniek gebruikt waarbij de afgeschermde draad op één punt geaard wordt, om te voorkomen dat een aardlus gecreëerd wordt. Gewoonlijk wordt voor het aardpunt een punt in de buurt van de voeding gekozen. Afsluiting signaal Bij elk Fieldbussegment moet zowel aan het begin als aan het einde van het segment een afsluitweerstand worden aangebracht. Stap 5: Controleer de configuratie Bij elk host- of configuratieapparaat voor Foundation-Fieldbussen werkt het weergeven en uitvoeren van configuraties anders. Sommige maken gebruik van Device Descriptions (DD) of DD-methoden voor configuratie en om gegevens op verschillende platforms consequent weer te geven. Het is niet vereist dat een host- of configuratieapparaat deze functies ondersteunt. Volg de volgende blokvoorbeelden voor het uitvoeren van een basisconfiguratie van de transmitter. Raadpleeg voor geavanceerder configuraties de naslaghandleiding van de 3051 (publicatienummer 00809-0100-4774). Opmerking DeltaV-gebruikers dienen DeltaV Explorer te gebruiken voor het hulpmiddel- en het transducerblok, en Control Studio voor de functieblokken. 10

Snelstartgids Configureren van het AI-blok Configuratieparameters AI-blok Gebruik de voorbeelden voor druk, DP-flow en DP-niveau als richtlijn. Parameters Kanaal L_Type XD_Scale Voer gegevens in 1 = druk of 2 = sensortemp. Direct, indirect of vierkantswortel Schaal en meeteenheden Opmerking: Uitsluitend meeteenheden selecteren die worden ondersteund door het apparaat. Pa bar inh2o @ 68 F psi inhg @ 0 C kpa mbar mmh2o @ 68 F g/cm2 mmhg @ 0 C mpa atm fth2o @ 68 F kg/cm2 mmh2o @ 4 C torr inh2o @ 4 C Out_Scale Schaal en meeteenheden Voorbeeld druk Parameters Voer gegevens in Kanaal 1 L_Type XD_Scale Direct Zie lijst met ondersteunde meeteenheden. Opmerking: Uitsluitend meeteenheden selecteren die worden ondersteund door het apparaat. Out_Scale Stel waarden in buiten het bedrijfsbereik. Voorbeeld DP-flow Parameters Voer gegevens in Kanaal 1 L_Type vierkantswortel XD_Scale 0 100 inh 2 O bij 68 F Opmerking: Uitsluitend meeteenheden selecteren die worden ondersteund door het apparaat. Out_Scale 0 20 GPM 11

Snelstartgids Voorbeeld DP-niveau Om de druk weer te geven op de LCD-meter: Parameter Parameters Voer gegevens in Kanaal 1 L_Type Indirect XD_Scale 0 300 inh 2 O bij 68 F Opmerking: Uitsluitend meeteenheden selecteren die worden ondersteund door het apparaat. Out_Scale 0 25 ft. Display Parameter 1 Block Type #1 Block Tag Param Index Units Type Voer gegevens in Sensortransducerblok TRANSDUCER Primaire variabele auto 12

Snelstartgids Stap 6: Trim de transmitter Opmerking Transmitters worden volledig gekalibreerd geleverd, volgens gewenste specificatie of volgens de standaardinstelling van een volledige schaal (meetbreedte = bovenste meetgrens). Nulpuntstrim Een nulpuntstrim is een afstelling op één punt om effecten met betrekking tot montagestand en leidingdruk te compenseren. Zorg bij het uitvoeren van een nulpuntstrim dat de egalisatiekraan open staat en alle natte poten tot het juiste niveau zijn gevuld. De transmitter laat uitsluitend het trimmen van een bovenste meetgrensnulfout van 3-5% toe. Voor een grotere nulfout moet de offset met behulp van XD_Scaling, Out_Scaling en Indirect L_Type, die deel uitmaken van het AI-blok, worden gecompenseerd. Gebruik van het hostsysteem Voer een nulpuntstrim uit indien het hostsysteem de methoden in het kader van het TRANSDUCER 1400-blok ondersteunt. Als het host-systeem deze methoden niet ondersteunt, raadpleegt u de naslaghandleiding van de 3051 (publicatienummer 00809-0100-4774). Productcertificeringen Goedgekeurde productielocaties Emerson Process Management Rosemount Inc. Chanhassen, Minnesota, VS Emerson Process Management GmbH & Co. OHG Wessling, Duitsland Emerson Process Management Asia Pacific Private Limited Singapore Beijing Rosemount Far East Instrument Col., Limited Peking, China Emerson Process Management Daman, India Informatie over Europese richtlijnen De EG-verklaring van overeenstemming staat op pagina 20. De recentste versie is beschikbaar op www.emersonprocess.com. Certificering voor gewone locaties voor Factory Mutual De transmitter is volgens de standaardprocedure door FM onderzocht en getest, waarbij is vastgesteld dat het ontwerp voldoet aan de elementaire elektrische, mechanische en brandveiligheidsvereisten. FM is een in de VS nationaal erkend onderzoekslaboratorium (nationally recognized testing laboratory; NRTL) dat is geaccrediteerd door de Amerikaanse Occupational Safety and Health Administration (OSHA). 13

Snelstartgids Certificeringen explosiegevaarlijke locaties Certificeringen Noord-Amerika FM-goedkeuringen E5 Explosieveilig voor Klasse I, Divisie 1, Groep B, C en D. Stofontstekingsbestendig voor klasse II, divisie 1, groepen E, F en G. Stofontstekingsbestendig voor klasse III, divisie 1. T5 (Ta = 85 C), in fabriek afgedicht, behuizingstype 4X I5 Intrinsiek veilig voor gebruik in klasse I, divisie 1, groep A, B, C en D; klasse II, divisie 1, groep E, F en G; klasse III, divisie 1 indien aangesloten volgens Rosemount-tekening 03031-1019; niet-vonkend voor klasse I, divisie 2, groep A, B, C en D. Temperatuurcode: T4 (Tomg = 60 C) Behuizingstype 4X Zie voor de ingangsparameters controletekening 03031-1019. Canadian Standards Association (CSA) Alle door de CSA voor explosiegevaarlijke locaties goedgekeurde transmitters zijn gecertificeerd conform ANSI/ISA 12.27.02-2003. E6 Explosieveilig voor klasse I, divisie 1, groep B, C en D. Stofontbrandingsveilig voor klasse II en klasse III, divisie 1, groep E, F en G. Geschikt voor klasse I, divisie 2, groep A, B, C en D gevaarlijke locaties binnen en buiten. Behuizing type 4X, in de fabriek afgedicht. Enkele afdichting. C6 Goedkeuring explosieveiligheid en intrinsieke veiligheid. Intrinsiek veilig voor klasse I, divisie 1, groep A, B, C en D wanneer aangesloten conform Rosemount-tekeningen 03031-1024. Temperatuurcode T3C. Explosieveilig voor klasse I, divisie 1, groep B, C en D. Stofontbrandingsveilig voor klasse II en klasse III, divisie 1, groep E, F en G. Geschikt voor klasse I, divisie 2, groep A, B, C en D gevaarlijke locaties. Behuizingstype 4X, in de fabriek afgedicht Zie voor de ingangsparameters controletekening 03031-1024. Enkele afdichting. Europese certificeringen I1 ATEX intrinsieke veiligheid en stof Certificaat: BAS97ATEX1089X; Baseefa11ATEX0275 Toegepaste normen: EN60079-0:2012, EN60079-11:2009, EN60079-31:2009 Markeringen: II 1 G Exia IIC T4 ( 60 C Tomg +60 C); II 1 D Ex ta IIIC T50 C T 500 60 C Da 1180 Tabel 1. Ingangsparameters U i = 30 V I i = 300 ma P i = 1,3 W C i = 0 μf 14

Snelstartgids Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X): 1. De apparatuur kan de 500 V-isolatietest vereist volgens EN60079-11 niet doorstaan. Hiermee moet rekening worden gehouden bij het installeren van de apparatuur. 2. De behuizing is mogelijk vervaardigd van een aluminiumlegering en is afgewerkt met een beschermende polyurethaanverf; in zone 0 moet echter worden opgelet dat de behuizing niet wordt blootgesteld aan stoten of schuring. IA ATEX FISCO intrinsieke veiligheid Certificaat: BAS97ATEX1089X; Baseefa11ATEX0275 Toegepaste normen: EN60079-0:2012, EN60079-11:2009 Markeringen: II 1 G Exia IIC T4 ( 60 C Tomg +60 C) IP66 1180 Tabel 2. Ingangsparameters U i = 17,5 V I i = 380 ma P i = 5,32 W C i = 5 μf L i = 10 μh Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X): 1. De apparatuur kan de 500 V-isolatietest vereist volgens EN60079-11 niet doorstaan. Hiermee moet rekening worden gehouden bij het installeren van de apparatuur. 2. De behuizing is mogelijk vervaardigd van een aluminiumlegering en is afgewerkt met een beschermende polyurethaanverf; in zone 0 moet echter worden opgelet dat de behuizing niet wordt blootgesteld aan stoten of schuring. N1 ATEX type n en stof Certificaat: BAS00ATEX3105X; Baseefa11ATEX0275 Toegepaste normen: EN60079-0:2012, EN60079-15:2010, EN60079-31:2009 Markeringen: II 3 G ExnA IIC T5 Gc ( 40 C Tomg +70 C); II 1 D Exta IIIC T50 C T 500 60 C Da Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X): De apparatuur kan de 500 V-isolatietest vereist volgens bepaling 6.8.1 van EN60079-15 niet doorstaan. Hiermee dient rekening te worden gehouden bij het installeren van de apparatuur. 15

Snelstartgids E8 ATEX drukvast en stof Certificaat: KEMA00ATEX2013X; Baseefa11ATEX0275 Toegepaste normen: EN60079-0:2012, EN60079-1:2007, EN60079-26:2007, EN60079-31:2009 Markeringen: II 1/2 G Exd IIC T6/T5 Ga/Gb, T6 ( 50 C Tomg +65 C), T5 ( 50 C Tomg +85 C); II 1 D Exta IIIC T50 C T 500 60 C Da 1180 Vmax = 55 V dc Temperatuurklasse Omgevingstemperatuur Process Temperature (procestemperatuur) T6 50 C tot +65 C 50 C tot +65 C T5 50 C tot +80 C 50 C tot +80 C Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X): 1. Dit apparaat bevat een membraan met dunne wand. Bij installatie, onderhoud en gebruik moet rekening worden gehouden met de omgevingsomstandigheden waaraan het membraan zal worden blootgesteld. De aanwijzingen van de fabrikant voor installatie en onderhoud dienen nauwgezet gevolgd te worden voor veiligheid tijdens de te verwachten levensduur. 2. Raadpleeg de fabrikant voor informatie over de afmetingen van de drukvaste naden. 3. De elektrische capaciteit van het wikkellabel bedraagt 1,6 nf en is hoger dan de limiet in tabel 9 van EN60079-0. De gebruiker moet de geschiktheid voor de specifieke toepassing vaststellen. Japanse certificeringen E4 TIIS drukvast Ex d IIC T6 Certificaat C15852 C15853 C15858 C15859 C15860 C15861 Beschrijving 3051C/D/1 FOUNDATION-Fieldbus zonder meter 3051C/D/1 FOUNDATION-Fieldbus met meter 3051T/G/1 FOUNDATION-Fieldbus, SST, siliconen zonder meter 3051T/G/1 FOUNDATION-Fieldbus, legering C-276, siliconen zonder meter 3051T/G/1 FOUNDATION-Fieldbus, SST, siliconen met meter 3051T/G/1 FOUNDATION-Fieldbus, legering C-276, siliconen met meter 16

Snelstartgids Certificeringen Australië I7 IECEx intrinsieke veiligheid Certificaat: IECExBAS 09.0076X Toegepaste normen: IEC60079-0:2011, IEC60079-11:2011 Markeringen: Ex ia IIC T4 ( 60 C Tomg +60 C) Tabel 3. Ingangsparameters U i = 30 V I i = 300 ma P i = 1,3 W C i = 0 μf L i = 0 μh Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X): 1. Als het apparaat is uitgerust met een optionele overspanningsbeveiliging van 90 V, kan het de volgens IEC60079-11 vereiste 500V-isolatietest niet doorstaan. Hiermee moet rekening worden gehouden bij het installeren van het apparaat. 2. De behuizing is mogelijk vervaardigd van een aluminiumlegering en is afgewerkt met een beschermende polyurethaanverf; in zone 0 moet er echter op worden gelet dat de behuizing niet wordt blootgesteld aan stoten of schuring. E7 IECEx drukvast en stof Certificaat: IECEx KEM 09.0034X; IECEx BAS 10.0034 Toegepaste normen: IEC60079-0:2011, IEC60079-1:2007-04, IEC60079-26:2006, IEC60079-31:2008 Markeringen: Ex d IIC T6/T5 Ga/Gb, T6 ( 50 C Tomg +65 C), T5 ( 50 C Tomg +80 C); Ex ta IIIC T50 C T 500 60 C Da Temperatuurklasse Omgevingstemperatuur Process Temperature (procestemperatuur) T6 50 C tot +65 C 50 C tot +65 C T5 50 C tot +80 C 50 C tot +80 C Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X): 1. Dit apparaat bevat een membraan met dunne wand. Bij installatie, onderhoud en gebruik moet rekening worden gehouden met de omgevingsomstandigheden waaraan het membraan zal worden blootgesteld. De aanwijzingen van de fabrikant voor installatie en onderhoud dienen nauwgezet gevolgd te worden voor veiligheid tijdens de te verwachten levensduur. 17

Snelstartgids 2. Raadpleeg de fabrikant voor informatie over de afmetingen van de drukvaste naden. 3. De elektrische capaciteit van het wikkellabel bedraagt 1,6 nf en is hoger dan de limiet in tabel 9 van EN60079-0. De gebruiker moet de geschiktheid voor de specifieke toepassing vaststellen. N7 IECEx type n Certificaat: IECEx BAS 09.0077X Toegepaste normen: IEC60079-0:2011, IEC60079-15:2010 Markeringen: II 3 G, Ex na IIC T5 Gc ( 40 C Tomg 70 C) Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X): 1. De apparatuur kan de 500 V-isolatietest vereist volgens IEC60079-15 niet doorstaan. Hiermee moet rekening worden gehouden bij het installeren van de apparatuur. Certificeringen Inmetro E2 INMETRO drukvast Certificaat: CEPEL 97.0073X [verv. VS, Singapore]; CEPEL 07.1383X [Verv. Brazilië] Toegepaste normen: ABNT NBR IEC60079-0:2008, ABNT NBR IEC60079-1:2009, ABNT NBR IEC60079-26:2008, ABNT NBR IEC60529:2009 Markeringen: Ex d IIC T6/T5 Ga/Gb, T6 ( 50 C Tomg +65 C), T5 ( 50 C Tomg + 80 C) Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X): 1. Dit apparaat bevat een membraan met dunne wand. Bij installatie, onderhoud en gebruik moet rekening worden gehouden met de omgevingsomstandigheden waaraan het membraan zal worden blootgesteld. De aanwijzingen van de fabrikant voor installatie en onderhoud dienen nauwgezet gevolgd te worden voor veiligheid tijdens de te verwachten levensduur. 2. Bij een omgevingstemperatuur boven 60 C moet de isolatietemperatuur van de kabelbedrading ten minste 90 C bedragen voor overeenstemming met het gebruik van de apparatuur. I2 INMETRO intrinsieke veiligheid Certificaat: CEPEL 97.0072X [verv. VS, Singapore]; CEPEL 07.1412X [Verv. Brazilië] Toegepaste normen: ABNT NBR IEC60079-0:2008, ABNT NBR IEC60079-11:2009, ABNT NBR IEC60079-26:2008, ABNT NBR IEC60529:2009 Markeringen: Ex ia IIC T4 Ga ( 20 C Tomg +60 C) Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X): 1. Als het apparaat is uitgerust met een optionele overspanningsbeveiliging van 90 V, kan het de volgens IEC60079-11 vereiste 500V-isolatietest niet doorstaan. Hiermee moet rekening worden gehouden bij het installeren van het apparaat. 2. De behuizing is mogelijk vervaardigd van een aluminiumlegering en is afgewerkt met een beschermende polyurethaanverf; in zone 0 moet er echter op worden gelet dat de behuizing niet wordt blootgesteld aan stoten of schuring. 18

Snelstartgids 3. Alleen de capacitieve sensor kan in contact met zone 0 worden geïnstalleerd; de transmitter moet worden geïnstalleerd in zone 1 of 2. 4. De transmitter moet worden gevoed door bijbehorende apparatuur die zijn voorzien van een galvanische scheiding tussen in- en uitgang. Certificeringen China (NEPSI) E3 China drukvast Certificaat: GYJ09.1065X; GYJ10.1313X [flowmeters] Toegepaste normen: GB3836.1-2000, GB3836.2-2000, GB4208-1993, GB12476-2000 Markeringen: Ex d IIC T6/T5, T6 ( 50 C Tomg +65 C), T5 ( 50 C Tomg +80 C) I3 Certificaat: GYJ091067X; GYJ101312X [flowmeters] Toegepaste normen: GB3836.1-2000, GB3836.4-2000, GB4208-1993, GB12476-2000 Markeringen: Ex ia IIC T4 Tabel 4. Ingangsparameters FOUNDATION-Fieldbus U i = 30 V I i = 300 ma P i = 1,3 W L i = 0 C i = 0 FISCO U i = 17,5 V I i = 380 ma P i = 5,32 W L i 0 μh C i = 5 nf N3 China type n Certificaat: GYJ101111X Toegepaste normen: GB3836.1-2000, GB3836.8-2003 Markeringen: Ex na IIC T5 ( 40 C Tomg +70 C) Combinaties van certificeringen Er wordt een roestvaststalen certificeringsplaatje meegeleverd als optionele goedkeuring is voorgeschreven. Nadat een apparaat is geïnstalleerd waarop meerdere goedkeuringstypes staan vermeld, mag het niet opnieuw worden geïnstalleerd met gebruik van andere goedkeuringstypes. Breng een permanente markering aan op het goedkeuringslabel om de gebruikte goedkeuring te onderscheiden van de niet-gebruikte goedkeuringstypes. K2 combinatie van E2 en I2 K5 combinatie van E5 en I5 K6 combinatie van C6, E8 en I1 K7 combinatie van E7, I7 en N7 K8 combinatie van E8, I1 en N1 KB combinatie van E5, I5 en C6 KD combinatie van E8, I1, E5, I5 en C6 19

Snelstartgids 20

Snelstartgids 21

Snelstartgids 22

Snelstartgids 23

Snelstartgids EG-verklaring van overeenstemming Nr.: RMD 1017 Rev. S Wij, Rosemount Inc. 8200 Market Boulevard Chanhassen, MN 55317-9685 VS verklaren onder onze volledige verantwoordelijkheid dat het product Druktransmitters model 3051 vervaardigd door Rosemount Inc. 8200 Market Boulevard Chanhassen, MN 55317-9685 VS waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is met de bepalingen in de richtlijnen van de Europese Gemeenschap, met inbegrip van de recentste wijzigingen, welke staan vermeld in het bijgevoegde schema. De aanname van de overeenstemming is gebaseerd op de toepassing van de geharmoniseerde normen en, waar van toepassing of vereist, certificering door een aangemelde instantie in de Europese Gemeenschap, zoals vermeld in het bijgevoegde schema. Vice President of Global Quality (functie in blokletters) Kelly Klein (naam in blokletters) 22-juli-2013 (datum van uitgifte) Documentnaam: 3051_ CE-markering Pagina 1 van 4 3051_RMD1017_S_dut.doc 24

Snelstartgids EMC-richtlijn (2004/108/EG) EG-verklaring van overeenstemming Nr.: RMD 1017 versie S Alle druktransmitters model 3051 EN 61326-1:2006 EN 61326-2-3:2006 Richtlijn Drukapparatuur (97/23/EG) Modellen 3051CA4; 3051CD2, 3, 4, 5; 3051HD2, 3, 4, 5 (tevens met optie P9) Druktransmitters Beoordelingsbesluit kwaliteitssysteem EG-certificaat nr. 59552-2009-CE-HOU-DNV Overeenstemmingsbeoordeling module H Overige toegepaste normen: ANSI/ISA61010-1:2004, EN60770-1:1999 Alle andere druktransmitters van model 3051 Goed vakmanschap (Sound Engineering Practice) Hulpstukken transmitter: Membraanafdichting procesflens verdeelstuk Goed vakmanschap (Sound Engineering Practice) Model 3051CFx-flowmetertransmitters (alle 3051CFx-modellen zijn SEP, tenzij anders vermeld in onderstaande tabel) Beoordelingscertificaat kwaliteitssysteem CE-41-PED-H1-RMT-001-04-USA Overeenstemmingsbeoordeling module H Evaluatienormen: ASME B31.3:2010 Categorie Richtlijn Model/bereik Drukapparatuur Vloeistof groep Vloeistof groep 2 1 3051CFA: 1500 lb.en 2500 lb.alle leidingen II SEP 3051CFA: Sensormaat 2 150 lb. leiding van 6 inch tot 24 inch I SEP 3051CFA: Sensormaat 2 300 lb.leiding van 6 inch tot 24 inch II I 3051CFA: Sensormaat 2 600 lb.leiding van 6 inch tot 16 inch II I 3051CFA: Sensormaat 2 600 lb. leiding van 18 inch tot 24 inch III II 3051CFA: Sensormaat 3 150 lb. leiding van 12 inch tot 44 inch II I 3051CFA: Sensormaat 3 150 lb. leiding van 46 inch tot 72 inch III II 3051CFA: Sensormaat 3 300 lb. leiding van 12 inch tot 72 inch III II 3051CFA: Sensormaat 3 600 lb. leiding van 12 inch tot 48 inch III II 3051CFA: Sensormaat 3 600 lb. leiding van 60 inch tot 72 inch IV III 3051CFP: 150#, 300#, 600# 1-1/2" I SEP 3051CFP: 300# & 600# 1-1/2" II I 3051CFP: draad- en lasverbinding van 1 1/2 inch II I Documentnaam: 3051_ CE-markering Pagina 2 van 4 3051_RMD1017_S_dut.doc 25

Snelstartgids EG-verklaring van overeenstemming Nr.: RMD 1017 versie S ATEX-richtlijn (94/9/EG) Druktransmitter model 3051 Certificaat intrinsieke veiligheid en stof BAS97ATEX1089X Apparatuurgroep II, categorie 1 GD Ex ia IIC T5/T4 Ga Ex ta IIIC T50 C T50060 C Da Toegepaste geharmoniseerde normen: EN60079-31:2009, EN60079-11:2012 Overige toegepaste normen: EN60079-0:2012 Certificaat type n en stof BAS00ATEX3105X Apparatuurgroep II, categorie 3 GD Ex na IIC T5 Gc Ex ta IIIC T50 C T50060 C Da Toegepaste geharmoniseerde normen: EN60079-15:2010, EN60079-31:2009 Overige toegepaste normen: EN60079-0:2012 Certificaat stof Baseefa11ATEX0275 Apparatuurgroep II categorie 1D Ex ta IIIC T50 C T50060 C Da Toegepaste geharmoniseerde normen: EN60079-31:2009 Overige toegepaste normen: EN60079-0:2012 Certificaat drukvastheid KEMA00ATEX2013X Apparatuurgroep II, categorie 1/2 G Ex d IIC T6 of T5 Ga/Gb Toegepaste geharmoniseerde normen: EN60079-1:2007, EN60079-26:2007 Overige toegepaste normen: EN60079-0:2012 Documentnaam: 3051_ CE-markering Pagina 3 van 4 3051_RMD1017_S_dut.doc 26

Snelstartgids EG-verklaring van overeenstemming Nr.: RMD 1017 versie S Aangemelde instantie Richtlijn Drukapparatuur Druktransmitters model 3051 Det Norske Veritas (DNV) [nummer aangemelde instantie: 0575] Veritasveien 1, N-1322 Hovik, Noorwegen 3051CFx-serie flowmetertransmitters Bureau Veritas UK Limited [nummer aangemelde instantie: 0041] Parklands 825A, Wilmslow Road, Didsbury Manchester M20 2RE Verenigd Koninkrijk ATEX aangemelde instanties voor onderzoekscertificaat, type EG DEKRA [nummer aangemelde instantie: 0344] Utrechtseweg 310, 6812 AR Arnhem Postbus 5185, 6802 ED Arnhem Nederland Postbank 6794687 Baseefa. [nummer aangemelde instantie: 1180] Rockhead Business Park Staden Lane Buxton, Derbyshire SK17 9RZ Verenigd Koninkrijk ATEX aangemelde instantie voor kwaliteitsborging Baseefa. [nummer aangemelde instantie: 1180] Rockhead Business Park Staden Lane Buxton, Derbyshire SK17 9RZ Verenigd Koninkrijk Documentnaam: 3051_ CE-markering Pagina 4 van 4 3051_RMD1017_S_dut.doc 27

Snelstartgids 00825-0111-4774, versie EA Rosemount Inc. 8200 Market Boulevard Chanhassen, MN 55317, VS T (VS) (800) 999-9307 T (andere landen) (952) 906-8888 F (952) 906-8889 Emerson Process Management Latijns Amerika 1300 Concord Terrace, Suite 400 Sunrise Florida 33323 VS T + 1 954 846 5030 Emerson Process Management bv Postbus 212 2280 AE Rijswijk Nederland T (31) 70 413 66 66 F (31) 70 390 68 15 E info.nl@emerson.com www.emersonprocess.nl Emerson Process Management nv/sa De Kleetlaan, 4 B-1831 Diegem België T (32) 2 716 7711 F (32) 2 725 83 00 www.emersonprocess.be Emerson Process Management Asia Pacific Private Limited 1 Pandan Crescent Singapore 128461 T (65) 6777 8211 F (65) 6777 0947/65 6777 0743 Emerson Process Management GmbH & Co. OHG Argelsrieder Feld 3 82234 Wessling, Duitsland T 49 (8153) 9390 F 49 (8153) 939172 Beijing Rosemount Far East Instrument Co., Limited No. 6 North Street, Hepingli Dong Cheng District Peking 100013, China T (86) (10) 6428 2233 F (86) (10) 6422 8586 2013 Rosemount, Inc. Alle rechten voorbehouden. Alle merken eigendom van de merkhouder. Het Emerson-logo is een handelsmerk en dienstmerk van Emerson Electric Co Rosemount en het Rosemount-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van Rosemount Inc.