IN NAAM VAN DE KONING

Vergelijkbare documenten
LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

2 De feiten 2.1. City Hotel drijft sinds 1980 onder de naam City Hotel een hotel, bar en restaurantbedrijf te Oss.

ECLI:NL:RBROT:2017:886

Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer / rolnummer: / KG ZA van

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418

Zoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: Uitspraak

ECLI:NL:RBLIM:2017:1672

Pensioenfonds Metaal & Techniek Financieel Collectief

ECLI:NL:RBAMS:2016:199

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758

In naam van de Koning. zaaknummer / rolnummer: C/05/ / KG ZA

ECLI:NL:RBLIM:2014:6224

"In naam des Konings!" vonnis. Team kanton en handelsrecht. Zittingsplaats Arnhem. zaaknummer I rolnummer: CI I KG ZA 15-67

ECLI:NL:RBAMS:2017:1537

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

ECLI:NL:RBOVE:2014:2411

Vonnis in kort geding van 2 februari 2007, bij vervroeging,

ECLI:NL:RBMNE:2017:1813

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

King Cuisine [gedaagde] DomJur

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid CITY HOTEL B.V., gevestigd te Oss, eiseres, advocaat mr. P.L.M.F. Roosendaal te Oss,

EJEA ECLI:NL:RBMNE:2016:3152 Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer414169/KG ZA

ECLI:NL:RBOVE:2014:3241

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

ECLI:NL:RBARN:2007:BB1598

ECLI:NL:RBROT:2016:665

ECLI:NL:RBDOR:2012:BY4587

ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799

Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.

Uitspraak vonnis RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD. Sector civiel recht. Vonnis in kort geding van 16 juli 2010

vonnis In naam des Konings RECHTBANK AMSTERDAM Vonnis van 6 augustus De procedure Sector civiel recht

[eiser] - gedaagde DomJur Rechtbank Haarlem, sector civiel Zaak-/rolnummer: / KG ZA Datum: 19 december 2005

vonnis RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: / KG ZA Vonnis in kort geding van 16 april 2012

ECLI:NL:RBHAA:2006:AX8776

FlexExpert B.V. EquiPlus Mennagement B.V. DomJur

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

30. OKT : 56 NR P. 2/ 8. in naam van de Koning vonnis P De feiten. Datum/tijd on tv / :47

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678

ECLI:NL:RBGEL:2017:2637

ECLI:NL:GHARL:2015:350

ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133

1.3. Op 16 januari is mondeling vonnis gewezen. Het onderstaande vormt hiervan de schriftelijke uitwerking en is op 30 januari 2015 opgemaakt.

llllls IN NAAM VAN DE KONING 1. De procedure RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Vonnis in kort geding van 18 mei 2016

ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235

ECLI:NL:RBROT:2012:BV6392

ECLI:NL:RBLIM:2017:4741

Bij memorie van grieven, met producties, heeft Burger een grief tegen het bestreden vonnis gericht.

ECLI:NL:RBUTR:2007:AZ6321

ECLI:NL:RBMID:2008:BE0039

ECLI:NL:RBOVE:2016:5109

ECLI:NL:RBAMS:2017:1297

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

ECLI:NL:RBGEL:2017:2434

NMLK Didio DomJur Rechtbank Amsterdam Zaak-/rolnummer: C/13/540039/KG ZA SP/PV Datum:21 mei In de zaak van

ECLI:NL:RBROT:2017:5084

ECLI:NL:RBZWB:2013:11405

ECLI:NL:RBROT:2015:7740

ECLI:NL:RBLEE:2009:BH2079

zaaknummer / rolnummer: C/09/ / KG ZA

vonnis RECHTBANK Overijssel Team kanton en handelsrecht, zittingsplaats Almelo Zaaknummer: \CV EXPL Vonnis van 17 april 2018

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

ECLI:NL:GHARL:2015:9831


ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522

ECLI:NL:RBZLY:2007:BC5305

[Eiser] Kenco DomJur


ECLI:NL:RBAMS:2017:5985

Partijen zullen hierna [eiseres/naam] en Microbel worden genoemd.

Rechtspraak.nl - Print uitspraak

ECLI:NL:RBHAA:2010:BN9920

ECLI:NL:RBOVE:2014:1265

de vennootschap onder firma ACCENT-REIZEN, gevestigd te Amsterdam, eiseres, procureur mr. S.I. van der Staal, advocaat mr. N.P. Klein te Amsterdam,

Rechtbank Rotterdam 27 april 2011; pitbull bijt vierjarig kind in het gezicht. Smartengeld 7.000,00

ECLI:NL:RBAMS:2012:BY5052

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/ KG ZA arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

ECLI:NL:RBNHO:2013:9371

ECLI:NL:RBSGR:2010:BN5173

ECLI:NL:RBARN:2011:BU7634

ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841

ECLI:NL:RBMID:2007:BB8676

ECLI:NL:RBMNE:2016:6222

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845

ECLI:NL:RBLIM:2015:1277

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414

ECLI:NL:RBLIM:2017:7471

ECLI:NL:RBMNE:2016:348

ECLI:NL:RBROT:2015:4468

ECLI:NL:GHAMS:2017:526 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834

Partijen zullen hierna ook [X] en Slamdam genoemd worden.

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid COSMICNAVIGATION B.V., gevestigd te Amsterdam, eiseres, advocaat: mr. D.E. Stols te Amsterdam,

ECLI:NL:RBAMS:2017:2065

Transcriptie:

IN NAAM VAN DE KONING nn1s CHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Civiel recht handelskamer locatie Lelystad zaaknummer / rolnummer: C/16/457883 / KL ZA 18-109 Vonnis in kort geding van in de zaak van de stichting STICHTING NTR, gevestigd te Hilversum, eiseres, advocaat mr. M.C. Coops te Amsterdam, tegen JA, gedaagde, advocaat mr. W. Kok te Ede. Partijen zullen hierna NTR en J 1. genoemd worden. De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - de dagvaarding met producties - de fax van 26 april 2018 van de zijde van NTR met daarbij één productie - de conclusie van antwoord met producties - de mondelinge behandeling - de pleitnota van NTR. 1.2. Ten slotte is vonnis bepaald. 2. De feiten 2.1. Producent en regisseur R heeft in opdracht van NTR een documentaire (hierna: de documentaire). gemaakt met als titel 'Dossier Loverboy, aflevering 2: M NTR heeft van R uitsluitend een gemonteerde eindproductie ontvangen en heeft van die productie de exploitatierechten.

C/16/457883 / KL ZA 18-109 2 2.2. Op 14 mei 2011 heeft NTR de documentaire uitgezonden, waarin onder meer de profielfoto die J voor zijn, toen nog bestaande, Hyves-account gebruikte een paar seconden deels afgeblokt is getoond. In de documentaire heeft M verteld dat zij slachtoffer is geworden van Ja die haar loverboy zou zijn geweest. M heeft J beschuldigd van ernstige strafbare feiten, zoals bedreiging met een mes en een pistool, aanzetten tot prostitutie, vrijheidsberoving en het dealen van drugs. 2.3. J heeft NTR vervolgens in kort geding betrokken en onder meer gevorderd om NTR op straffe van dwangsom te veroordelen de documentaire van internet te verwijderen en verwijderd te laten. Voorts heeft J gevorderd om NTR op straffe van een dwangsom te verbieden de documentaire voor wat betreft de herkenbaarheid van J op enig moment opnieuw openbaar te maken door het vertonen van beelden van J op enigerlei wijze. Op 24 november 201 l(zaaknummer / rolnummer: 501837 / KG ZA 11-1630) heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam vonnis gewezen, en onder meer het volgende beslist: '5 De beslissing De voorzieningenrechter 5.1. verbiedt NTR om vanaf uiterlijk vijf dagen na betekening van dit vonnis de documentaire Dossier Loverboy, aflevering 2: M verder openbaar te maken - ook via het internet - zolang de foto van J afkomstig van Hyves daarin wordt vertoond, 5.2. veroordeelt NTR om aan J een dwangsom te betalen van EUR 250,00 voor iedere dag dat zij niet aan de onder 5.1 vermelde veroordeling voldoet, voorzover de openbaarmaking het openbaar maken op internet betreft, en EUR 50.000,00 voor zover het enige andere openbaarmaking betreft, zoals het opnieuw uitzenden van de documentaire op televisie, een en ander tot een maximum van EUR 150.000,00 is bereikt, 5.3. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,(... )' 2.4. J heeft het vonnis van 24 november 2011 op 28 november 2011 aan NTR laten betekenen. 2. 5. Op 2 7 maart 2018 heeft J bij deurwaardersexploot een betalingsbevel gedaan aan NTR, waarbij J een bedrag van 80.000,00 opeist vanwege de in punt 5.1 van het vonnis van 24 november 2011 neergelegde veroordeling. 2.6. De documentaire is sinds 1 maart 2018 niet meer openbaar geweest of gemaakt. 3. Het geschil 3.1. NTR vordert uitvoerbaar bij voorraad voor zover de wet zulks toelaat: I. J te verbieden tot het treffen van executiemaatregelen van het kort geding vonnis van 24 november 2011 voor zover dit betreft dwangsommen waarvan de executie is aangezegd bij exploot van 27 maart 2018; zulks op straffe van een dwangsom van 5.000,00 per dag of dagdeel dat J in strijd met dit verbod handelt, met een maximum van 250.000,00, dan wel een door de voorzieningenrechter te bepalen dwangsom en maximum;

C/16/457883 / KL ZA 18-109 9mei2018 3 II. J te veroordelen in de reële buitengerechtelijke kosten van deze procedure, dan wel een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen vergoeding van buitengerechtelijke kosten; III. J te veroordelen in de reële kosten van deze procedure (zo nodig in goede justitie te schatten door de voorzieningenrechter), dan wel de kosten berekend conform het liquidatietarief, onder bepaling dat indien deze kosten niet tijdig betaald zouden zijn, hierover vanaf de achtste dag wettelijke rente verschuldigd is, alsmede de nakosten van 131,00 zonder betekening, en 199,00 na betekening van het vonnis. NTR legt het volgende aan haar vordering ten grondslag. Het vonnis van 24 3.2. november 2011 is niet aan NTR betekend, zodat zij op grond van artikel 61 la lid 3 Rvgeen dwangsommen verbeurd kan zijn geworden Voorts geldt dat NTR de documentaire daags na het vonnis van 24 november 2011 offline heeft gehaald en gehouden. NTR heeft daarmee voldaan aan het vonnis van 24 november 2011 en is derhalve geen dwangsommen verbeurd geworden. Bovendien is door J onvoldoende onderbouwd gedurende welke periode de documentaire openbaar zou zijn geweest. Tot slot is niet gebleken dat de dvd met daarop de documentaire zoals door R in zijn webshop is aangeboden een versie betrof met daarin de foto van J 3.3. J voert verweer en legt daaraan het volgende ten grondslag. De documentaire heeft, in strijd met de veroordeling uit het vonnis van 24 november 2011, vanaf 14 november 2017 tot aan 28 februari 2018 online gestaan op YouTube en Gvideo en daarnaast is een dvd met daarop de documentaire te koop aangeboden in de webshop van R NTR heeft daardoor dwangsommen verbeurd. NTR had, als eigenaar van de rechten van de documentaire, alles in het werk moeten stellen om nadere publicatie van de documentaire te voorkomen en op moeten treden tegen derden die inbreuk maakten op haar eigendomsrechten. Het is voor de tenuitvoerlegging van het vonnis van 24 november 2011 van ondergeschikt belang wie de beelden online heeft gezet. Voor J is niet te achterhalen wie de documentaire online heeft gezet en van hem kan dan ook niet verwacht worden dat hij dat aantoont. 4. De beoordeling 4.1. Het spoedeisend belang van partijen vloeit voort uit de aard van de vorderingen, en is ook overigens niet betwist. 4.2. Uitgangspunt in dit geschil is dat NTR uitvoering dient te geven aan de veroordeling als bepaald in rechtsoverweging 5.1 van het vonnis van 24 november 2011 en dat J bevoegd is - in geval NTR nalaat aan de veroordeling te voldoen - tot tenuitvoerlegging van het vonnis over te gaan, daaronder begrepen het innen van de opgelegde dwangsommen. 4.3. Een rechter heeft in een executiegeschil niet tot taak de rechtsverhouding zelfstandig opnieuw te beoordelen. Voor een nieuwe beoordeling van het aan de veroordeling ten grondslag liggende geschil is dan ook geen plaats. De rechter dient zich ertoe te beperken de ter uitvoering van het veroordelend vonnis verrichte handelingen te toetsen aan de inhoud van de veroordeling, zoals die door uitleg moet worden vastgesteld. Daarbij dient de rechter het doel en de strekking van de veroordeling tot richtsnoer te nemen, in die zin dat de veroordeling niet verder strekt dan tot het bereiken van het daarmee

C/16/457883 / KL ZA 18-109 4 beoogde doel (vgl. HR 15 november 2002, ECLI:NL:HR:2002:AE9400). Bovendien zal in aanmerking worden genomen dat een in het dictum uitgesproken veroordeling steeds moet worden gelezen in verband met de daaraan voorafgaande rechtsoverwegingen waarop zij steunt. 4.4. NTR heeft ter zitting haar primaire stelling dat het vonnis van 24 november 2011 niet aan haar zou zijn betekend expliciet verlaten. De primaire grondslag van de vordering behoeft daarom geen bespreking meer. 4.5. De stelling van NTR dat zij de documentaire daags na het vonnis van 24 november 2011 offline heeft gehaald, is door J niet betwist. Desondanks meent hij dat NTR niet aan het vonnis van 24 november 2011 heeft voldaan doordat de documentaire enige tijd te zien is geweest op internet en daarnaast te koop aan is geboden op dvd. J heeft in dat kader aangevoerd dat elke nadere publicatie van de documentaire die plaatsvindt ertoe leidt dat NTR in strijd handelt met het verbod uit het vonnis van 24 november 2011, ongeacht de vraag ofntr of een derde de documentaire openbaar heeft gemaakt. De voorzieningenrechter volgt J niet in deze uitleg. Bij genoemd vonnis is het NTR immers (slechts) verboden om de documentaire openbaar te maken zolang de foto van J afkomstig van Hyves daarin wordt vertoond. Er wordt noch in het dictum, noch elders in het vonnis gerept over een eventuele plicht voor NTR om te voorkomen dat de documentaire door derden openbaar wordt gemaakt. 4.6. Naar het voorshands oordeel van de voorzieningenrechter heeft J geen omstandigheden aangevoerd waaruit volgt dat NTR de door J op internet aangetroffen documentaire openbaar heeft gemaakt of op dvd te koop heeft aangeboden en dit is ook overigens niet gebleken. Nog daargelaten of op de documentaire die enige tijd online heeft gestaan (hoe lang staat tussen partijen ter discussie) en in de documentaire die op dvd te koop aan is geboden de foto van J al of niet afgeblokt in beeld is geweest (ook dit is tussen partijen in geschil), geldt dat NTR heeft betwist dat zij achter de openbaarmaking van de documentaire zit. Met deze betwisting strookt dat de documentaire is geüpload op sociale media-kanalen door gebruikers met de namen R en StopLoverboys nu en op de webshop van R te koop aan is geboden. Bovendien is de versie die online staat niet dezelfde versie als de versie die NTR als eindproductie van R heeft gekocht en vervolgens op televisie heeft uitgezonden. Welke versie op dvd is uitgebracht is niet toegelicht. 4.7. Het voorgaande leidt tot de volgende slotsom. Nu NTR de documentaire daags na het vonnis van 24 november 2011 van het internet heeft verwijderd en verwijderd heeft heeft gehouden kan het enkele feit dat (een versie van) de documentaire online is verschenen en op dvd te koop aan is geboden niet tot het voorshands oordeel leiden dat NTR geen uitvoering heeft gegeven aan de veroordeling uit dat vonnis, hoe vervelend publicatie ook is voor J NTR is de dwangsommen, zoals door J op 27 maart 2018 bij exploot zijn opgeëist, niet verbeurd geraakt. 4.8. De voorzieningenrechter zal het door NTR gevorderde executieverbod dan ook op na te melden wijze toewijzen. De gevorderde dwangsom wordt gematigd en aan een maximum gebonden.

C/16/457883 / KL ZA 18-109 5 4.9. NTR heeft gesteld buitengerechtelijke kosten te hebben gemaakt en heeft vergoeding daarvan gevorderd tot een bedrag van 972,40. De voorzieningenrechter overweegt dat een vergoeding van buitengerechtelijke kosten slechts toewijsbaar is, indien deze kosten in redelijkheid zijn gemaakt en de omvang daarvan eveneens redelijk is. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft NTR voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht, maar niet tot het gevorderde bedrag. Blijkens het Rapport BGK-Integraal van 1 november 2013 wordt in geval van een hoofdsom van onbepaalde waarde immers in het algemeen een vergoeding van 925,00 redelijk geacht (in aansluiting bij de gemiddelde waarde van de hoogte van tariefgroep II van het liquidatietarief[ 15.000,00] en het Rapport Voor-Werk II). De vordering zal derhalve worden toegewezen tot het forfaitaire tarief van 925,00. 4.10. J zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van NTR. NTR heeft om een volledige proceskostenvergoeding verzocht. Een vordering tot volledige vergoeding van de proceskosten is alleen toewijsbaar in geval evident sprake is van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen. Bij het aannemen van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen door het aanspannen van een procedure past terughoudendheid, gelet op het recht op toegang tot de rechter dat mede gewaarborgd wordt door artikel 6 EVRM (HR 6 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV7828, r.o. 5.1). 4.11. De hoge drempel voor het toewijzen van een volledige proceskostenvergoeding wordt in dit geval niet gehaald. NTR heeft, mede gelet op de terughoudende maatstaf, haar standpunt dat J geen belang heeft bij de door hem verrichte executiehandelingen en/of misbruik heeft gemaakt van zijn executoriale titel onvoldoende onderbouwd. De enkele omstandigheid dat J in dit kort geding in het ongelijk is gesteld en dat aan hem een executieverbod wordt opgelegd is onvoldoende grond om J te veroordelen tot een volledige proceskostenvergoeding. J zal daarom worden veroordeeld in de proceskosten volgens het forfaitaire tarief. De kosten aan de zijde van NTR worden begroot op: - dagvaarding - griffierecht - salaris advocaat Totaal 98,01 626,00 980 00 1.704,01 De wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld. 4.12. De nakosten zullen worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld. 5. De beslissing De voorzieningenrechter 5.1. verbiedt J tot het treffen van executiemaatregelen van het kort geding vonnis van 24 november 2011 voor zover dit betreft dwangsommen waarvan de executie is aangezegd bij exploot van 27 maart 2018,

C/16/457883 / KL ZA 18-109 6 5.2. om aan NTR een dwangsom te betalen van 100,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat hij niet aan de in 5.1 uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van 10.000,00 is bereikt, 5.3. kosten; tot betaling aan NTR van 925,00 aan buitengerechtelijke 5.4. 'in de proceskosten, aan de zijde van NTR tot op heden begroot op 1.704,01, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling, 5.5. in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat J niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, 5.6. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad, 5. 7. wijst het meer of anders gevorderde af. Dit vonnis is gewezen door mr. M.M.J. Schoenaker en in het openbaar uitgesproken op. Voorgrosse -g MEI 2018 D~~a~