Derde openbare verslag ex artikel 73a Faillissementswet in de faillissementen van:



Vergelijkbare documenten
Vierde openbare verslag ex artikel 73a Faillissementswet in de faillissementen van:

VELDHUIJZEN &- NUITEN

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 6 Datum: 26 februari 2014

Nummer: 3 Datum: 19 augustus 2015

Nummer: 1 Datum: 24 februari 2015

FAILLISSEMENTSVERSLAG 1. Datum: 16 januari 2013

FAILLISSEMENTSVERSLAG (ex art. 73a Fw.) TEVENS EINDVERSLAG

: financiële holding, beheer- en beleggingsmaatschappij

Veldhuijzen & Nuiten Advocaten Postbus BB Dordrecht tel: fax:

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 1 Datum: 27 december 2013

FUTUREVISION GROUP B.V

FAILLISSEMENTSVERSLAG (ex art. 73a Fw.) Nummer: 2 Datum: 9 december 2013

Zevende openbare verslag Fortucon Beheer B.V.

Veldhuijzen & Nuiten Advocaten Postbus BB Dordrecht tel: fax:

: financiële holding, beheer- en beleggingsmaatschappij : 2012: ,--

Activiteiten onderneming : Financiële holding/beheermaatschappij Omzetgegevens : Nog niet bekend Personeel gemiddeld aantal : 0

OPENBAAR VERSLAG RECHTSPERSOON ALS BEDOELD IN ARTIKEL 73A FW

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG (ex artikel 73a Faillissementswet)

VIERDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET. Datum uitspraak : 26 september 2008 : mr. E. Doornhein

FAILLISSEMENTSVERSLAG (ex art. 73a Fw) Nummer: 2 Datum: 5 november 2012

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 1 Datum: 7 maart 2011

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 4 Datum: 13 mei 2015

EERSTE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73 a FAILLISSEMENTSWET

TWEEDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET. Datum uitspraak : 26 september 2008 : mr E. Doornhein

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 2 Datum: 19 december 2013

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 6 Datum: 3 september 2015

Veldhuijzen & Nuiten Advocaten Postbus BB Dordrecht tel: fax:

en waterbouw B.V. Voor zover de tekst in dit verslag afwijkt van hetgeen in het vorige verslag is gemeld, is die tekst vetgedrukt weergegeven.

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 11 Datum: 11 december 2015

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 5 Datum: 14 september 2015

Veldhuijzen & Nuiten Advocaten Postbus BB Dordrecht tel: fax:

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG (ex artikel 73a Faillissementswet), TEVENS EINDVERSLAG

FAILLISSEMENTSVERSLAG 1. Datum 21 november 2014

TWEEDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET

De vennootschap PARODONTOLIEPRAKTIJK ZEELAND B.V. Insolventienummer: F.02/15/487 F

Verslagdatum: 1 augustus 2012 Nummer: 10. Algemene gegevens Gegevens gefailleerde : de besloten vennootschappen Drents Groningse

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

V A N B E N T H E M A D V O C A T E N & N O T A R I A A T

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 4 Datum: 23 december 2014

De inhoud van de aan de rechtbank toegezonden papieren versie van dit verslag is identiek aan de digitale versie van het verslag.

Datum: 20 mei 2016 Nummer: 1

4.1. Per datum faillissement behoudens de vorderingen op groepsmaatschappijen: nihil Opbrengst: nihil

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 1 Datum: 11 oktober 2012

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

De vennootschap PARODONTOLIEPRAKTIJK ZEELAND B.V. Insolventienummer: F.02/15/487 F

Activiteiten onderneming : Financiële holding/beheermaatschappij Omzetgegevens : Nog niet bekend Personeel gemiddeld aantal : 0

VIERDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW INZAKE HET FAILLISSEMENT VAN KRAMER KASVERWARMING B.V.

TWEEDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73 a FAILLISSEMENTSWET

EERSTE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73 a FAILLISSEMENTSWET

EERSTE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 1 Datum: 4 maart 2010

Openbaar verslag ex artikel 73a Faillissementswet

Openbaar verslag ex artikel 73a Faillissementswet

FAILLISSEMENTSVERSLAG 1. Datum 24 oktober 2013

Saldo einde verslagperiode : 2,26. Als bijlage 1 is een tussentijds financieel verslag : gehecht. : 7.564,76

Certa Legal Advocaten, Wisselweg 33, 1314 CB Almere, (tel.: , fax: ) Postadres: Keizersgracht 620, 1017 ER Amsterdam

Veldhuijzen & Nuiten Advocaten Postbus BB Dordrecht tel: fax:

DERDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73 a FAILLISSEMENTSWET

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 7 Datum: 24 juni 2014

Datum: 16 oktober 2013 Nummer: 2

FAILLISSEMENTSVERSLAG

Gegevens gefailleerde : de besloten vennootschap ESMÉ INTERIEURBOUW B.V. (hierna: de vennootschap )

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer : VI

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 8 Datum: 14 februari 2014

Openbaar verslag ex artikel 73a Faillissementswet

Nummer: 3 Datum: 20 november Hawkeye Media House B.V. Datum uitspraak: 11 juni 2013 Mr. J.M. Molkenboer.

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 1 Datum: 16 augustus 2011

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 4 Datum: 28 augustus 2015

TWEEDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73 a FAILLISSEMENTSWET

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer : 3

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 2 Datum: 11 november 2015

HET DIGITAAL GEDEPONEERDE VERSLAG IS IDENTIEK AAN HET AAN DE RECHTER-COMMISSARIS VERZONDEN VERSLAG

OPENBAAR VERSLAG NR. 3 EX ARTIKEL 73A FAILLISSEMENTSWET

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

FAILLISSEMENTSVERSLAG (ex art. 73a Fw.) Nummer: 2 Datum: 9 juli 2013

FAILLISSEMENTSVERSLAG

VIERDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET. Datum uitspraak : 26 september 2009 : mr. E. Doornhein

DERDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73 a FAILLISSEMENTSWET

VIJFDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73 a FAILLISSEMENTSWET

OPENBAAR GECONSOLIDEERD VERSLAG 1 EX ART. 73 a FAILLISSEMENTSWET

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG

FAILLISSEMENTSVERSLAG (ex art. 73a Fw.) Nummer: 1 Datum: 29 oktober 2013

Certa Legal Advocaten, Wisselweg 33, 1314 CB Almere, (tel.: , fax: ) Postadres: Keizersgracht 620, 1017 ER Amsterdam

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73 A Fw. Gegevens onderneming : Column Invest B.V., statutair gevestigd te Rhenen

Activiteiten onderneming : Commissionairs en makelaars in effecten, beleggingsadviseurs (blijkens het uittreksel van de Kamer van Koophandel).

FAILLISSEMENTSVERSLAG

ZEVENDE (GECONSOLIDEERD) OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73 a FAILLISSEMENTSWET

TWEEDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73 a FAILLISSEMENTSWET

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW

Certa Legal Advocaten, Wisselweg 33, 1314 CB Almere, (tel.: , fax: ) Postadres: Keizersgracht 620, 1017 ER Amsterdam

VIERDE (GECONSOLIDEERD) OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73 a FAILLISSEMENTSWET

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 1 Datum: 5 december 2013

1.5 Verzekeringen: Lopende verzekeringen, waarbij curanda verzekeringnemer is, worden, voor zo ver nodig beëindigd.

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 6 Datum: 3 september 2015

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 5. Datum: 17 december 2013

FAILLISSEMENTSVERSLAG nummer: 1 datum: 18 mei 2009

Bestede uren Totaal : D.I.E. van Dijke LLB : 8 uur en 6 minuten : mr. F.T. Hiemstra : 18 uur en 42 minuten : mr. J.B. de Meester : 6 minuten

Transcriptie:

Derde openbare verslag ex artikel 73a Faillissementswet in de faillissementen van: 1. de besloten vennootschap Holding Cinjee Advies B.V.; 2. de besloten vennootschap Cinjee Advies Personeel B.V.; 3. de besloten vennootschap Cinjee Online B.V.; 4. de besloten vennootschap Cinjee Volmachtbedrijf B.V.; 5. de besloten vennootschap Cinjee Schadeverzekeringen B.V.; 6. de besloten vennootschap Cinjee Advies Kosten B.V.; 7. de besloten vennootschap Cinjee Levensverzekeringen B.V.; 8. de besloten vennootschap Cinjee Administraties B.V., welke vennootschappen allen gevestigd zijn te (3362 DL) Sliedrecht aan de Kubus 152; het digitale verslag is gelijk aan het schriftelijke verslag behoudens dat de bijlagen niet digitaal worden gedeponeerd. faillissementsnummers : 1. Holding Cinjee Advies B.V : F 11/ 134 2. Cinjee Advies Personeel B.V.: F11/ 136 3. Cinjee Online B.V.: F11/ 137 4. Cinjee Volmachtbedrijf B.V.: F11/ 138 5. Cinjee Schadeverzekeringen B.V.: F11/ 139 6. Cinjee Advies Kosten B.V.: F11/ 140 7. Cinjee Levensverzekeringen B.V.: F11/ 141 8. Cinjee Administraties B.V.: F11/ 142 datum faillissement : 1. Holding Cinjee Advies B.V : 19 juli 2011 2. Cinjee Advies Personeel B.V.: 26 juli 2011 3. Cinjee Online B.V.: 26 juli 2011 4. Cinjee Volmachtbedrijf B.V.: 26 juli 2011 5. Cinjee Schadeverzekeringen B.V.: 26 juli 2011

6. Cinjee Advies Kosten B.V.: 26 juli 2011 7. Cinjee Levensverzekeringen B.V.: 26 juli 2011 8. Cinjee Administraties B.V.: 26 juli 2011 curator : Mr. E.R. Butin Bik Veldhuijzen & Nuiten Advocaten Postbus 1080 3300 BB DORDRECHT tel.: 078 613 39 66; fax: 078 631 09 38 rechter-commissaris : Mr. I. Bouter eigen aangifte/op verzoek : Holding Cinjee Advies B.V. werd op verzoek van werknemers failliet verklaard. De andere vennootschappen zijn vervolgens op eigen aangifte (door de curator van Holding Cinjee Advies) failliet verklaard. Activiteiten onderneming : assurantiebemiddelingsbedrijf Omzet : geconsolideerd EUR 6.133.386,00 Personeel (gem. aantal) : 269 (per ultimo 2009) Verslagperiode : 1 april 2012 tot en met 30 september 2012 Datum verslag : 5 november 2012 Uren verslagperiode : 595,90 uur (bijlage 1) Uren totaal : 1.728,00 uur Bijlagen : 3-2 -

ALGEMEEN De gefailleerde vennootschappen vormen samen een groep, die een onderneming exploiteert, waarvan de hoofdactiviteit het assurantiebemiddelingsbedrijf is. De onderneming is een familiebedrijf dat op 1 januari 1997 begonnen is als vennootschap onder firma (V.O.F.) en waarvan de toenmalige vennoten waren M. Cinjee sr., M. Cinjee jr, P.J. Cinjee, M. Dekker- Cinjee en N. Teeuw-Cinjee. De onderneming is in 2009 ingebracht in een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (te weten: Holding Cinjee Advies B.V.), van waaruit een aantal activiteiten zijn doorgezakt naar de verschillende andere vennootschappen, waarvan de belangrijkste waren Cinjee Volmacht Bedrijf B.V. en Cinjee Schadeverzekeringen B.V. Deze laatste vennootschap is de vennootschap die, in navolging van de oorspronkelijke V.O.F., assurantieportefeuilles aankocht en daarmee de activiteiten van de groep sterk deed uitbreidden. Mede op basis van verkregen informatie van de directie, is tussen Holding Cinjee Advies B.V. en haar dochters grote financiële en organisatorische samenhang te onderkennen. De diverse activiteiten van de voormalige V.O.F. waren bedoeld te worden- verspreid over de verschillende vennootschappen, maar in haar presentatie naar buiten toe was de groep feitelijk nog steeds één onderneming, te weten een assurantie(bemiddelings)bedrijf in de breedste zin des woords. De financiële stromen liepen, vooral in de periode vlak voor faillissementsdatum, ook in steeds hogere mate wederom- via de Holding, in plaats van via de afzonderlijke dochters. De faillissementen van de groep worden, met toestemming van de Rechter-Commissaris, geconsolideerd afgewikkeld. Evenwel zijn in dit eerste geconsolideerde verslag ten aanzien van alle vennootschappen de vennootschappelijke gegevens opgenomen. Waar mogelijk en zinvol, zullen specifieke gegevens over de afzonderlijke vennootschappen worden vermeld. - 3 -

1. INVENTARISATIE (per vennootschap) HOLDING CINJEE ADVIES B.V. ( F 11/ 134) Zie vorige verslagen. CINJEE ADVIES PERSONEEL B.V. (F11/ 136) 1. INVENTARISATIE Zie vorige verslagen. CINJEE ADVIES ONLINE B.V. (F11/ 137) 1. INVENTARISATIE Zie vorige verslagen. CINJEE SCHADEVERZEKERINGEN B.V. (F11/ 139) 1. INVENTARISATIE Zie vorige verslagen. CINJEE ADVIES KOSTEN B.V. (F11/ 140) 1. INVENTARISATIE Zie vorige verslagen. - 4 -

CINJEE LEVENSVERZEKERINGEN B.V. (F11/ 141) 1. INVENTARISATIE Zie vorige verslagen. CINJEE ADMINISTRATIES B.V. (F11/ 142) 1. INVENTARISATIE Zie vorige verslagen. INVENTARISATIE (groep) 1.4 Lopende procedures. Er zijn geen procedures bekend waarin de groep of één van haar vennootschappen als eiseres optreedt. 1.5 Verzekeringen. De bedrijfsrisicoverzekeringen die ten behoeve van de dagelijkse bedrijfsvoering van de groep waren afgesloten, zijn geïnventariseerd en waar mogelijk beëindigd. De beroepsaansprakelijkheidsverzekering is in stand gelaten. Ten overvloede: verzekeringsovereenkomsten, die, al dan niet na bemiddeling van gefailleerde of thans onder beheer van gefailleerde, waren gesloten tussen klanten van gefailleerde en verzekeringsmaatschappijen en aldus deel uitmaken van de assurantieportefeuille van gefailleerde, blijven ondanks het faillissement onverkort in stand (zie hierna onder 3.12). - 5 -

1.6 Huur. De groep had vestigingen aan Kubus 152 te Sliedrecht en Trapezium 304 en 322 te Sliedrecht. Deze locaties werden respectievelijk gehuurd van David Hart Properties VII en van Accres Real Estate I. Verslag 2: De huurovereenkomsten zijn opgezegd en de ontruiming en oplevering van de kantoorlocaties heeft in de afgelopen verslagperiode plaatsgevonden. In verband met de ontruiming van de kantoorlocaties zijn diverse maatregelen getroffen om de bedrijfsadministratie te conserveren. Van de digitale administratie zijn back ups gemaakt en de fysieke administratie is elders opgeslagen. 1.7 Oorzaken faillissement. Naar de oorzaken van het faillissement wordt onderzoek gedaan. Naast mogelijk andere oorzaken, staat tot dusver vast dat onbehoorlijk bestuur een belangrijke oorzaak van het faillissement is geweest. Werkzaamheden: 20,30 uur. 2. PERSONEEL 2.1 Aantal personeelsleden ten tijde van faillissementsdatum. Zie vorige verslagen. 2.2 Aantal personeelsleden in het jaar voor faillissementsdatum. Zie vorige verslagen. 2.3 Ontslagaanzegging(en). Zie vorige verslagen. 2.4 Afwikkeling loonaanspraken. De loonaanspraken zijn afgewikkeld door het UWV. Het UWV heeft reeds haar vordering ingediend bij de curator, doch deze moet te zijner tijd nog op juistheid - 6 -

worden gecontroleerd. Tot dusver werd een boedelvordering van ruim 1,1 miljoen euro ingediend. Werkzaamheden: 4,30 uur. 3. ACTIVA Onroerende zaken. 3.1 Voor zover bekend zijn er geen registergoederen ten name van de vennootschap gesteld. 3.2 Opbrengst. 3.3 Hypotheek. 3.4 Boedelbijdrage. Bedrijfsmiddelen. 3.5 Beschrijving. De bedrijfsmiddelen, voor zover het roerende zaken betreft, zijn in opdracht van de curator geïnventariseerd en getaxeerd door Puper Makelaars B.V. Verslag 2: Vrijwel alle roerende zaken zijn middels een internetveiling verkocht. De laatste roerende zaken zijn middels een vervolgveiling verkocht. 3.6 Verkoopopbrengst. De verkochte roerende zaken hebben na aftrek van verkoopkosten EUR 25.474,56 opgeleverd. De vervolgveiling heeft na afrek van verkoopkosten en ontruimingskosten (m.n. bezemschone oplevering van de vijf kantoorverdiepingen), EUR 841,35 opgeleverd. - 7 -

3.7 Boedelbijdrage. 3.8 Bodemvoorrecht fiscus. De fiscus heeft (herhaald) bodembeslag gelegd. Voorraden/onderhanden werk. 3.9 Beschrijving. De groep bezat geen voorraden van betekenis, anders dan enig grijpvoorraad kantoorartikelen. Het onderhandenwerk van de groep bestond uit lopende offerteaanvragen voor verzekeringsovereenkomsten. Gedurende een korte periode waarin de werkzaamheden zijn voortgezet, zijn deze offertes voor zoveel mogelijk afgerond. 3.10 Verkoopopbrengst. 3.11 Boedelbijdrage. Andere activa. 3.12 Beschrijving. Het belangrijkste actief van de groep is de assurantieportefeuille. Deze omvat ruim 200.000 verzekeringsovereenkomsten. De onderneming is in de laatste jaren sterk gegroeid; naast autonome groei, is de groei vooral gerealiseerd door grote aantallen assurantieportefeuilles te kopen. Dit zijn er meer dan 200 geweest in de afgelopen jaren. Gezien de bedrijfsorganisatie en het groeimodel, is aannemelijk dat een belangrijk deel daarvan is toe te rekenen aan het vermogen van Cinjee Schadeverzekeringen B.V., alsook aan Holding Cinjee Advies B.V. en in mindere mate aan Cinjee Levensverzekeringen B.V. en Cinjee Volmachtbedrijf B.V. - 8 -

Kenmerkend voor het overnamemodel is dat de overnamesom vrijwel nooit direct in geld werd betaald, maar op afbetaling. De afbetaling werd overeengekomen in lijfrentetermijnen, vaste betalingstermijnen of (variabele) winstrechten. Vaak waren fiscale motieven zijdens de verkopende tussenpersoon bepalend voor de keuze van afrekenen. Tot meerdere zekerheid van de afbetalingsverplichtingen, werden diverse soorten zekerheden bedongen; veelal werd overeengekomen om ten gunste van de verkopende tussenpersoon pandrechten te vestigen. Als extra bijzonderheid moet hierbij nog vermeld worden dat er ook een aantal portefeuilles gekocht zijn door overname van de besloten vennootschap die de portefeuille in bezit had. Deze vennootschappen, 18 in totaal, zijn thans volle dochters van Cinjee Schadeverzekeringen B.V. Volgens de directie zijn de portefeuilles, die in deze vennootschappen hingen, overgebracht naar de werkmaatschappijen van de Cinjee-groep. Dit wordt thans nog onderzocht. Deze vraag kan bovendien moeilijk worden beantwoord zonder het rechtskarakter van een assurantieportefeuille te kwalificeren: goederenrechtelijk, danwel verbintenisrechtelijk (zie ook hierna 5.3). Verslag 2: Dit aspect heeft in de afgelopen verslagperiode een steeds geringer rol van betekenis gespeeld. Ook in de afgelopen verslagperiode is de portefeuille verder geïnventariseerd. Nog steeds blijken er meer verzekeringsovereenkomsten tot de boedel te behoren, die niet per faillissementsdatum kenbaar waren. Ook is de afgelopen verslagperiode een bescheiden kredietportefeuille in kaart gebracht en verkoopgereed gemaakt. - 9 -

3.13 Verkoopopbrengst. De kredietportefeuille is separaat verkocht. De overnamesom dient na voltooiing van alle contractsovernames, nader te worden vastgesteld; voor de voldoening van de overnamesom is zekerheid gesteld. Werkzaamheden: 133,00 uur. 4. DEBITEUREN 4.1 Omvang debiteuren. Naar de omvang van de vorderingen van de groep op debiteuren wordt onderzoek gedaan. Het merendeel bestaat uit provisievorderingen jegens verzekeringsmaatschappijen. Er wordt onderzoek gedaan naar mogelijke verpandingen. Verslag 2: De boedel stelt zich op het standpunt dat provisievorderingen daterend van ná faillissementsdatum in beginsel niet kunnen zijn verpand. Provisievorderingen daterend van vóór faillissementsdatum zullen slechts verpand kunnen zijn in zoverre de Cinjeegroep daartoe zelf bevoegd was èn aan de daarvoor geldende vestigingseisen is voldaan. In de afgelopen verslagperiode heeft het onderzoek naar verpanding van provisievorderingen er niet toe geleid dat er pandrechten op provisievorderingen zijn aangetoond, die op alle punten voldoen aan de vereisten voor verpanding van vorderingen op naam. Het onderzoek en het overleg met betrokkenen wordt voortgezet. 4.2 Opbrengst. 4.3 Boedelbijdrage. Werkzaamheden: 19,30 uur. - 10 -

5. BANK/ZEKERHEDEN 5.1 Financiering van de onderneming. Met de Rabobank Kromme Rijnstreek U.A. bestond een financieringsarrangement, uit hoofde waarvan de schuld op datum faillissement 1.421.192,48 bedroeg. Alle dochtervennootschappen hebben zich hoofdelijk verbonden, terwijl verder sprake lijkt te zijn van bezitloze verpanding van de inventaris, stille verpanding van de vorderingen op debiteuren en verpanding van verzekeringsportefeuilles. Verdere zekerheden had de bank in de vorm van medeschuldenaarschap van (bijna) alle aandeelhouders en borgstellingen van de deelnemende Cinjee familieleden. De geldigheid van deze zekerheden wordt onderzocht. De groep werd voorts gefinancierd door het leverancierskrediet van de tussenpersonen, die hun portefeuille hadden verkocht op afbetaling (zie 3.12). Tot slot heeft de Cinjee-groep een schare van particuliere investeerders benaderd en hen ertoe bewogen om geld te lenen aan de groep; in verband met de regels van toezicht, betroffen dit veelal bedragen groter dan EUR 50.000,00. Tot zekerheid van deze participaties zijn (wederom) pandrechten verstrekt op assurantieportefeuilles, althans delen daarvan. Zo dergelijke pandrechten al geldig konden worden gevestigd, zullen dit waarschijnlijk pandrechten in lagere rang betreffen. Om redenen van inzichtelijkheid ten aanzien van de te verwachten onderlinge posities van crediteuren, is deze categorie voorlopig gevoegd onder die van concurrente crediteuren. Dit laat onverlet dat, ingeval opbrengsten van portefeuilles voldoende mochten zijn, hun aanspraken alsnog zullen worden beoordeeld met inachtneming van eventuele bijzondere preferenties, zoals deze voor pandhouders zouden kunnen gelden. Op dit moment is er echter geen concreet vooruitzicht dat opbrengsten voldoende zullen zijn om de huidige categorie van bijzondere preferenten (zie 3.12) te voldoen. Deze categorie vertegenwoordigt immers reeds een schuldpositie van ruim 40 miljoen euro (zie hierna 8). - 11 -

5.2 Leasecontracten. Er zijn drie leasecontracten zijn aangetroffen, te weten met BNP Paribas Leasing Solutions N.V. (ter zake van een telefooncentrale en hard- en software), Defam N.V. (ter zake van een vijftal auto s) en van Neopost B.V. ter zake van een couverteermachine. Opgemerkt moet worden dat, alhoewel de overeenkomsten ten name gesteld zijn van Holding Cinjee Advies B.V., de betreffende goederen op de balans stonden van Cinjee Advies Kosten B.V. Voorzover tevens sprake was van bodemzaken, zijn deze veelal door het bodembesalg van de fiscus getroffen. Van de vijf autolease-overeenkomsten, vertoonde slechts één daarvan een bescheiden overwaarde. Deze lease-overeenkomst is overgenomen tegenover vergoeding aan de boedel van de getaxeerde overwaarde. 5.3 Omschrijving zekerheden. Zie voor een globale beschrijving reeds onder 3.12 en 5.1. van dit verslag. Daaruit volgt dat zeer aannemelijk is dat, indien geldige verpanding van een assurantieportefeuille tot de mogelijkheden behoort, dit ook betekent dat er meerdere pandrechten rusten op portefeuilles, delen van portefeuilles en (re)combinaties daarvan. Op polisniveau bezien, zullen mogelijk 3 tot 6 opvolgende pandrechten te onderscheiden zijn, mogelijk ook van verzekeringsmaatschappijen. Indien dan ook nog zou moeten worden vastgesteld ten behoeve van welke groepsvennootschap de meervoudig verpande portefeuille, deelportefeuille of polis werd verkregen en verpand, zou dit een zeer sterke toename van de boedelkosten teweeg brengen en zou de daarmee gemoeide tijd tevens een voortvarende verkoop van de portefeuille in de weg kunnen staan. Bovendien is dit onderzoek niet uit te voeren zonder antwoord op het pandrechtvraagstuk, aangezien dit vraagstuk samenhangt met de vragen rond het rechtskarakter van de assurantieportefeuille, kort gezegd: of deze van goederenrechtelijke aard danwel van verbintenisrechtelijke aard is. - 12 -

Gezien de nadelige gevolgen die een explosieve toename van de boedelkosten zou hebben voor alle betrokkenen, is dit aspect één van de overwegingen geweest, die ten grondslag ligt aan het verzoek van de curator om dit faillissement geconsolideerd af te mogen wikkelen. De gevolgen van consolidatie voor de aanspraken van tussenpersonen wordt, voor geval hun pandrecht inderdaad ongeldig wordt geoordeeld, ondervangen door de voorlopig toegekende bijzondere preferentie. Voorafgaand aan de analyse van de opvolgende pandrechten, dient dus de vraag te worden beantwoord of verpanding van assurantieportefeuilles überhaupt rechtens mogelijk is. De curator meent dat zulks niet het geval is. Dit standpunt is kort samengevat- gebaseerd op de constatering dat een portefeuille niet meer is dan een verzameling van overeenkomsten tussen drie soorten partijen, t.w. verzekeraar(s), verzekeringnemers en tussenpersoon, waartussen respectievelijk vigeren verzekeringsovereenkomsten, samenwerkingsovereenkomsten en overeenkomsten van opdracht. De mogelijkheid om middels beheer van bestaande verzekeringen en middels afsluiten van nieuwe verzekeringen, een toekomstige omzet te realiseren is een verschijnsel dat veeleer als goodwill kwalificeert, dan als een zakelijk recht of goed. Er zijn geen doorslaggevende argumenten in wet of rechtspraak die tot een andere conclusie nopen. In een recent artikel in de literatuur ziet een aantal betrokkenen zich gesteund in de andere opvatting, doordat de schrijver betoogt dat verpanding wèl mogelijk is. Maar het artikel -een bewerkte afstudeerscriptie- overtuigt niet, te minder waar het artikel, gezien de voetnoten, onmiskenbaar voortbouwt op een eerder artikel van zijn scriptiebegeleider, welk artikel uitging van een ruimer verpandingbegrip dan in de wet omschreven en volgens welke opvatting ook verpanding van goodwill mogelijk zou zijn (F.M.J. Verstijlen, Goodwill in het zekerhedenrecht, uit: Onzekere zekerheid, Insolad Jaarboek 2001). Evident is dat dit geen heersende leer vertegenwoordigt, doch slechts de wens of een academische verkenning weergeeft, om met een uitbreiding van het zekerhedenbegrip, ook meer bedrijfsfinanciering beschikbaar te krijgen. - 13 -

Tijdens een recent seminar, waarin het verpandingvraagstuk eveneens centraal stond, alsook specifiek het faillissement van de Cinjee-groep, zijn ook geen meningen van sprekers gehoord, die de mogelijkheid van verpanding van assurantieportefeuilles zonder voorbehoud steunen. Verslag 2: Het standpunt van de curator wordt voorts gesteund door een recent artikel in het Tijdschrift voor Insolventierecht (editie december 2011). In een uitspraak van de Rechtbank Roermond (rechter-commissaris) inzake een rangregeling (Rabobank vs. Nedasco) wordt ter verdeling van een executieopbrengst de betreffende assurantieportefeuille door de Rechtbank als vermogensrecht aangemerkt, waarop als geheel- een pandrecht kan worden gevestigd. Desondanks wordt door de Rechtbank de executieopbrengst uitgesplitst naar hetgeen betrekking heeft op provisievorderingen (hetwelk wordt toegewezen aan Rabobank) en hetgeen betrekking heeft op goodwill (hetwelk wordt toegewezen aan Nedasco). Dit omdat een andere verdeling naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid in het betreffende geval onaanvaardbaar zou zijn. Gezien de motivering van de uitspraak en de correctie die de Rechtbank daar zelf op toepast middels een splitsing van de opbrengst, ziet de curator genoegzaam aanleiding het standpunt van de boedel terzake dit vraagstuk te handhaven: De splitsing van de opbrengst die de Rechtbank wegens redelijkheid toepast, zou immers exact verklaard hebben kunnen worden door het standpunt van de boedel te volgen, inhoudende dat een assurantieportefeuille als geheel geen vermogensrecht is, doch dat men slechts aantreft: a. provisievorderingen, die vorderingen op naam zijn en dus in principe voor verpanding vatbaar zijn, mits aan alle vestigingseisen is voldaan (zie hierboven 4.1). - 14 -

b. goodwill, die niet belichaamd is in een zaak, maar slechts voortvloeit uit contractuele betrekkingen (zoals i.c. de drie soorten contractuele verhoudingen, die een assurantieportefeuille behelzen -zie Verslag 1, onder punt 5.3- ) en die dus niet te verpanden is. De Rechtbank memoreert voorts terecht dat de Wft bedoeld is als economisch ordeningsrecht (r.o. 11), hetgeen -naar de curator meent- juist meebrengt dat uit de Wft geen goederenrechtelijke consequenties mogen worden getrokken, doch dat het overnemen van een assurantieportefeuille een gereguleerde (reeks van) contractsovername(s) is, in de zin van art. 6: 159 BW. Omdat het een rangregelingzaak betreft, is tegen de uitspraak geen hoger beroep mogelijk. De boedel voert inmiddels ook zelf een procedure over o.m. dit onderwerp. Zie hierna 9.1. 5.4 Separatistenpositie. Waar pandrechten en andere zekerheidsrechten niet geldig gevestigd konden worden op verzekeringsportefeuilles, ontbreekt het de pretendent ook aan de rechten van separatist. Los van het feit dat een afkoelingsperiode geldt, zal de curator dus rechtsmaatregelen nemen tegen eventueel eigenhandig optreden van dergelijke pretense pandhouders. Er zijn anderzijds tot dusver drie afzonderlijke procedures door belanghebbenden gestart tegen de curator, met het doel om de executie van de portefeuille zelf ter hand te kunnen nemen; alle drie zonder resultaat. In de afgelopen verslagperiode is tevens vergeefs geprobeerd beslag te leggen onder de boedel op de zich aldaar bevindende verzekeringsportefeuille. Als voorlopige werkafspraak heeft de curator het voorstel gedaan aan betrokkenen om, éénmaal na verkoop van de portefeuille, de opbrengst (na aftrek van een boedelbijdrage ad 10%) in depot te houden en de verdeling eerst vast te stellen, nadat een principeuitspraak over het pandrechtvraagstuk is verschenen. Vooruitlopend daarop zijn de - 15 -

hiervoor in aanmerking komende betrokkenen in de crediteurenlijst opgenomen met een bijzondere preferentie ten aanzien van het nader te identificeren en toe te rekenen aandeel in de portefeuille. Aan de voorlopige toekenning van deze preferentie kunnen nog geen rechten worden ontleend, aangezien er naar verwachting een principiële uitspraak nodig zal zijn omtrent de geldigheid van pandrechten c.q. van eventuele bijzondere preferenties voor dergelijke pretendenten. Met de werkafspraak wordt wel bereikt dat: - pretense rechten zoveel mogelijk worden gereserveerd - de portefeuille sneller kan worden overgenomen en tegen een betere prijs - de portefeuille geen onnodige schade ondervindt. Tot dusver hebben ruim 50 tussenpersonen, alsook enkele investeerders, hiermee ingestemd. De vermarkting van dit deel van de portefeuille zal hierdoor in hoger tempo en met hogere prioriteit kunnen worden behandeld, dan de overige portefeuilledelen. Verslag 2: Ondanks het bestaan van deze werkafspraken, is het tot dusver niet gelukt om dit deel van de portefeuille te verkopen. Wel worden er doorlopend onderhandelingen gevoerd. Deze onderhandelingen worden voortgezet. In de afgelopen verslagperiode is de boedel erin geslaagd om een categorie van 78 portefeuilles verkoopgereed te maken. In samenhang daarmee wordt een collectieve regeling voorbereid ten behoeve van de betreffende voormalig tussenpersonen, die tevens zekerheidsrechten pretenderen. Indien en zodra blijkt dat de collectieve regeling realiseerbaar is, kan aansluitend worden overgegaan tot verkoop van deze 78 specifiek geselecteerde portefeuilles; de betreffende tussenpersonen ontvangen in dat geval vooraf bericht van de curator omtrent de mogelijkheden, waaronder ook de mogelijkheid om van de regeling geen gebruik te maken. - 16 -

5.5 Boedelbijdragen. 5.6 Eigendomsvoorbehouden. Er zijn geen zaken aangetroffen, waarop een geldig eigendomsvoorbehoud rust. 5.7 Reclamerechten. 5.8 Retentierechten. Werkzaamheden: 96,70 uur. 6. VOORTZETTING/DOORSTART Voortzetting 6.1 Exploitatie/zekerheden. De activiteiten van de groep zijn voor korte tijd voortgezet op de bedrijfslocatie. In de laatste dagen bleef dit beperkt tot het sorteren en inscannen van post en het doorzenden ervan naar het back-office kantoor. Daarmee hangt samen dat de groep reeds voor faillissementsdatum een samenwerkingsovereenkomst had gesloten met SAA B.V. te Rotterdam. De curator heeft, na overleg met de Autoriteit Financiële Markten (AFM) de samenwerkingsovereenkomst met SAA voortgezet en de door SAA te verrichten werkzaamheden verder uitgebreid, teneinde de belangen van consumenten (verzekeringsnemers) zoveel mogelijk te waarborgen. Duidelijk was immers dat de bedrijfsorganisatie van de groep na de faillietverklaring niet veel langer meer in staat zou zijn om dit vanuit haar eigen locatie en met eigen personeel te realiseren. Bijkomend effect van de samenwerking is dat de portefeuille ten maximale behoed wordt voor leegloop. - 17 -

Verslag 2: De samenwerking met SAA B.V. is in de afgelopen periode voortgezet. De samenwerking met SAA B.V. is in de afgelopen periode voortgezet. 6.2 Financiële verslaglegging. Doorstart 6.3 Beschrijving. De mogelijkheden van een doorstart worden onderzocht. Dit zal sterk afhangen van de vraag of van de waaier aan assurantieportefeuilles een substantieel gedeelte verkoopbaar kan worden gemaakt en of kandidaat-kopers de gehele portefeuille of delen daarvan willen overnemen. Verslag 2: Er zijn geen mogelijkheden gebleken om het bedrijf in geheel of gedeeltelijke c.q. afgeslankte vorm door te starten. De negatieve publiciteit rond het bedrijf van de gefailleerde groep, was daaraan mede debet, alsook het feit dat niet op korte termijn uitsluitsel kon worden gegeven omtrent de pandrechten. Ten aanzien van enkele individuele en specifieke gevallen, heeft de boedel overeenkomsten gesloten of zal deze spoedig sluiten, die tot resultaat hebben dat delen van portefeuilles zijn/zullen worden vrijgegeven aan de voormalige tussenpersonen, al dan niet tegen betaling aan de boedel van een vergoeding. Het gaat hier om uitzonderlijke situaties, waarvan niet te verwachten is dat deze voor grote groepen tussenpersonen gelden. Ingeval van twijfel of men nochtans tot deze bijzondere categorie zou kunnen behoren, kan een tussenpersoon met de curator contact opnemen. - 18 -

Verslag 2: In de afgelopen verslagperiodes zijn tot dusver met diverse voormalig tussenpersonen schikkingovereenkomsten gesloten. Dergelijke overeenkomsten kwamen er grosso modo op neer dat hun portefeuille werd vrijgegeven tegenover betaling van een boedelbijdrage. De boedel heeft tot dusver bijdrages tot een totaal van EUR 113.000,00 ontvangen van tussenpersonen. Mede gezien de positieve ervaringen met deze oplossing, heeft zich op dit moment een nieuwe reeks tussenpersonen gemeld die alsnog deze oplossing verkiezen boven de alternatieven van verkoop door de boedel en/of het starten van procedures tegen de boedel. Ook in de afgelopen verslagperiodes zijn met diverse voormalig tussenpersonen schikkingovereenkomsten gesloten. De ontvangen boedelbijdrages is opgelopen tot EUR 167.052,00. 6.4 Verantwoording. 6.5 Opbrengst. 6.6 Boedelbijdrage. Werkzaamheden: 26,70 uur. 7. RECHTMATIGHEID 7.1 Boekhoudplicht. Naar de volledigheid en kwaliteit van de administratie zal onderzoek worden gedaan. In verband met de ontruiming van de bedrijfslocaties, is de administratie elders opgeslagen. - 19 -

7.2 Depot jaarrekeningen. De laatste gedeponeerde jaarrekening van de vennootschap betrof 2009. 7.3 Accountantsverklaring. Een goedkeurende verklaring over het jaar 2009 is aanwezig. 7.4 Stortingsverplichting aandelen. De aandelen zijn, zo lijkt het, volgestort door inbreng van de V.O.F. in de vennootschap. Hier wordt nog nader onderzoek naar gedaan. 7.5 Bestuurdersaansprakelijkheid. Naar bestuurdersaansprakelijkheid is onderzoek gedaan. Dit onderzoek is afgerond en op grond van de bevindingen is het bestuur aansprakelijk gesteld wegens onbehoorlijk bestuur. De bestuurders (m.u.v. E.H. Kooistra) hebben deze aansprakelijkheid inmiddels erkend. Dit is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst. Voor wat betreft hun verhaalspositie, is bekend dat de het bestuur zich in een zeer groot aantal gevallen in privé (hoofdelijk) heeft medeverbonden voor verplichtingen jegens zowel voormalige tussenpersonen, als jegens particuliere investeerders. Dit betekent dat de privé-schuldenlast van diverse bestuursleden reeds nu waarschijnlijk eveneens in de orde van miljoenen bedraagt. In dat verband is reeds langer bekend dat enkele crediteuren (tussenpersonen en investeerders) medio 2011 incassomaatregelen hebben getroffen jegens de familie Cinjee in privé, maar geen noemenswaardige verhaalsmogelijkheden hebben gevonden. Gezien de vergeefse maatregelen van andere crediteuren is niet waarschijnlijk dat de bestuursleden in staat zullen zijn om een faillissementsschade van deze omvang te vergoeden. Tegen de bestuursleden loopt voorts een faillissementsaanvraag, wegens de financiële problemen in hun maatschap OOA Consulting. In verband met vermeende oplichting door het bestuur, is in de afgelopen verslagperiode door de media aandacht gegeven aan dit faillissement (o.a. TROS - 20 -

Opgelicht). Uit het hierboven bedoelde aansprakelijkheidonderzoek zijn tot dusver echter geen aanwijzingen gebleken die duiden op oplichting. 7.6 Paulianeuze handelingen. Naar eventuele paulianeuze handelingen wordt onderzoek gedaan. Tot dusver zijn ruim 40 rechtshandelingen van groepsvennootschappen met wederpartijen vernietigd. Verslag 2: In een aantal gevallen daarvan zijn schikkingen getroffen met de betrokkenen, teneinde het nadeel voor de boedel te vergoeden. Dergelijke schikkingen hebben tot dusver EUR 248.552,00 opgeleverd. In een aantal gevallen daarvan zijn schikkingen getroffen met de betrokkenen, teneinde het nadeel voor de boedel te vergoeden. De ontvangsten uit dergelijke schikkingen zijn in de afgelopen verslagperiode gestegen tot EUR 454.500,00. Werkzaamheden: 23,40 uur. 8. PASSIVA (gewijzigd; zie bijlage bij financieel verslag) 8.1 Boedelvorderingen Boedelkrediet (postzegels) EUR 276,00 Taxatiekosten p.m. Salaris curator p.m. UWV (loon opzegperiode) EUR 1.136.049,11 8.2 Preferente vordering fiscus EUR 962.887,00 8.3 Preferente vordering UWV EUR 248.242,93-21 -

8.4 Preferente vorderingen werknemers EUR 34.952,18 8.5 Aan de hand van de crediteurenadministratie, de portefeuilleovernamedossiers en de investeringsdossiers zijn de crediteuren door de curator aangeschreven en is hen verzocht hun vorderingen ter verificatie in te dienen. Het inventariseren van de aanspraken van voormalig tussenpersonen, vergde daarbij veruit de meeste tijd. Tot dusver werden 149 dossiers bij de curator ingeleverd, bestudeerd en voorlopig beoordeeld, welke onder deze categorie zijn te brengen. De groep van investeerders vormde eveneens een bewerkelijk onderdeel, doch in mindere mate. Deze groep is voorlopig gevoegd onder de categorie concurrent crediteuren, aangezien hun aanspraken, ondanks de door hen bedongen pandrechten, sterk afhankelijk zijn van een eventueel surplus van de opbrengst van de portefeuilles en de voldoening van mogelijk hoger gerangschikte pandhouders. Indien en zodra de opbrengsten daartoe aanleiding geven, zal hun positie nader worden beoordeeld. De groep van investeerders (aantal: 46) heeft tot dusver EUR 5.010.065,26 aan vorderingen ingediend. Bijzonder preferenten (zie 5.3) EUR 40.274.685,81 Concurrente crediteuren (inclusief investeerders) EUR 6.573.688,11 8.6 Verwachte wijze van afwikkeling Op dit moment kan nog geen uitspraak worden gedaan of aan bijzonder preferente crediteuren een uitkering kan worden gedaan. Dit zal afhangen van de te realiseren opbrengst van het gedeelte van de portefeuille, waarop zij, eventueel bij achterafbepaling, recht kunnen doen gelden. Voorts hangt dit af van het antwoord op de vraag of het rechtens al of niet mogelijk was om een geldig pandrecht te vestigen, en zo dit niet het geval is, er desondanks een bijzondere preferentie voor de betrokkene resteert, aldus dat er een bijzonder voorrecht blijft bestaan ten aanzien van het gedeelte van de portefeuille waarop beoogd was een pandrecht te vestigen. De curator houdt er - 22 -