Huisregels risico-inventarisatie Gastouderbureau Kidsplace
Inhoudsopgave Inventarisatie A: Algemene veiligheid gastouderopvang Inventarisatie B: Entree gastouderopvang/kelder/opkamer Inventarisatie C: Slaapkamer gastouderopvang Inventarisatie D: Woonkamer gastouderopvang Inventarisatie E: Buitenruimte gastouderopvang Inventarisatie F: Sanitair gastouderopvang Inventarisatie G: Keuken gastouderopvang Inventarisatie H: Hygiene gastouderopvang Inventarisatie I: Calamiteiten gastouderopvang Inventarisatie J: Vervoer kinderen gastouderopvang Inventarisatie K: Overig gastouderopvang Blz.3 Blz.4 Blz.5 Blz.6 Blz.8 Blz.10 Blz.11 Blz.12 Blz.14 Blz.14 Blz.15
Inventarisatie A: Algemene veiligheid gastouderopvang A1 Kind krijgt vingers tussen de deur. -De deuren voorzien van veiligheidsstrips tot minimaal 1.20m hoogte. -Een deurbuffer plaatsen -Voor deuren die open mogen blijven staan, kan een deurklem of wig onder de deur worden geplaatst. -Bij deuren die op een kier mogen blijven staan, kan een deurblok worden gebruikt. -Met de oudere kinderen (vanaf 8 jaar) zijn (gedrags)afspraken gemaakt over het spelen bij deuren. Het spelen met deuren wordt nooit toegestaan, de gastouder let op de gemaakte afspraken. -De deuren zijn voor jonge kinderen alleen onder direct toezicht van de gastouder toegankelijk. A2 Kind valt door ruit, raam of glas in deur. Indien er ruiten op kindhoogte aanwezig zijn in de opvangwoning: -De ruiten, ramen, of het glas in deuren op kindhoogte voorzien van veiligheidsglas, dubbel glas of beschermende folie. -Met de oudere kinderen (vanaf 8 jaar) zijn (gedrags)afspraken gemaakt over het spelen bij ruiten, ramen of glas in deuren. Het spelen met ruiten, ramen of glas in deuren wordt nooit toegestaan, de gastouder let op de gemaakte afspraken. -De ruiten, ramen of glas in de deur zijn voor jonge kinderen alleen onder direct toezicht van de gastouder toegankelijk. -Ruiten, ramen of glas in de deuren op kindhoogte markeren, bijvoorbeeld met stickers. -Ruiten, ramen of glas in de deuren voorzien van veiligheidsfolie. -Ruiten, ramen of glas in de deuren afschermen met een balk/plank of kunsstof plaat. -Geen opstapje bij ramen plaatsen. A3 Kind verbrandt zich aan hete radiator, buizen of kachel. Indien er kachels, buizen en/of radiatoren aanwezig zijn in de opvangwoning die warm kunnen worden en niet afgeschermd zijn: -Met de oudere kinderen (vanaf 8 jaar) zijn (gedrags)afspraken gemaakt over het spelen bij de warme kachel, buizen en/of radiatoren. de gastouder let hierop. -Een jong kind heeft zonder direct toezicht van de gastouder geen toegang tot de warme kachel, buizen en/of radiatoren. -Radiatoren afschermen met omkasting van gaatjesboard. -Radiator afschermen door achterkant van een bank ertegen te plaatsen. -Geen bedden naast de verwarming plaatsen. -Buizen afschermen met isolatiebuizen. -Voldoende loopruimte creeren bij radiatoren. A4 Kind komt in contact met elektriciteit. Indien er elektriciteitssnoeren en/of stopcontacten binnen het bereik van een kind aanwezig zijn: -Kindveilige wandcontactdozen plaatsen. -Controleren of op alle groepen een aardlekschakelaar gemonteerd is. -Lage stopcontacten voorzien van stopcontactbeveiligers. -Stopcontacten boven 1.50m hoogte plaatsen. -Geen losse snoeren, hiervoor een kabelgoot aanbrengen. -Elektrische apparaten zo opstellen dat ze niet bereikbaar zijn voor kinderen. -Met de oudere kinderen zijn (gedrags)afspraken gemaakt over het spelen bij/met stopcontacten.
A5 Kind verblijft in een te warme of te koude ruimte. Indien het kind tijdens de opvang verblijft in een te warme of te koude ruimte: -Het kind verblijft tijdens de opvang niet in een te warme (minder dan 21 C) of te koude ruimte (meer dan 18 C), de gastouder let hierop. Voorkeur boven slapen (15-18 C) en beneden spelen en verschonen (18-21 C) A6 Kind verblijft in een niet goed geventileerde ruimte. Indien het kind tijdens de opvang verblijft in een ruimte die niet goed te ventileren is: -De ruimte ventileren door af een toe de raam/ruit op een kier te zetten. A7 Kind botst tegen gevaarlijke scherpe- en/of uitstekende delen. Indien er gevaarlijke scherpe en of uitstekende delen zijn aangestroffen in de opvangwoning: -Scherpe randen en punten afronden of afschermen. -Tafelhoekjes plaatsen op scherpe hoekpunten -Hoeken van meubels laten afronden. A8 Kind stopt kleine voorwerpen in de mond. Indien er kleine voorwerpen binnen het bereik van het kind aanwezig zijn: -Kleine voorwerpen verwijderen, denk ook aan munten, paperclips, harde snoepjes en speelgoed van oudere kinderen zoals knikkers en kralen. -Controleer speelgoed en verwijder speelgoed dat stuk is. -Speelgoed met onderdelen kleiner dan 3,5cm zijn niet toegestaan als het kind jonger is dan 3 jaar. -Advies: regelmatig controleren op kleine voorwerpen. A9 Kind sluit zich op in een ruimte. Indien een ruimte door een kind afgesloten kan worden en zichzelf kan opsluiten: -Sleutels niet in de deur laten. -Slot op de toilet/badkamer plaatsen die ook van buitenaf te openen is. A10 Ander risico. Inventarisatie B: Entree gastouderopvang/kelder/opkamer B1 Kind valt van de trap af. Indien er een trap aanwezig is in de opvangwoning: -Met de oudere kinderen zijn (gedrags)afspraken gemaakt met betrekking tot het betreden van en lopen op de trap, de gastouder let hierop. -Wanneer de gastouder jonge kinderen opvangt moeten er traphekjes worden geplaatst. (bovenaan de trap) -Gebruik geen loopstoeltje. -Aanbrengen van een extra kinderleuning op 60 cm hoogte aan de muurkant. -Antisliprand langs trapneuzen aanbrengen. -Antislip coating op stenen treden aanbrengen. Advies: kinderen mogen niet alleen op de trap. B2 Kind raakt bekneld tussen de spijlen van de balustrade. Indien er een balustrade met spijlen aanwezig is: -De spijlen moeten stevig zijn en hebben maximaal een afstand van 10 cm. -Met de oudere kinderen zijn (gedrags)afspraken gemaakt over het spelen bij de ballustrade, de gastouder ziet hierop toe. -Balustrade met spijlafstand groter dan 10 cm afschermen met een plaat. -Balustrade met spijlafstand groter dan 10 cm vervangen.
B3 Kind rent ongezien naar buiten. Indien de voordeur zelfstandig en ongezien door een kind geopend kan worden: -De deur voorzien van een deurklink of draaiknop boven de 1.50 m. -De deur op slot doen.(de deur is in noodgevallen snel te openen) -Dranger op de deur bevestigen zodat de deur niet open blijft staan. -Met een ouder kind zijn afspraken gemaakt over het naar buiten gaan, de gastouder let hierop. B4 Kind valt in kelderruimte. Indien er een kelder aanwezig is en de kelderdeur zelfstandig en ongezien door een kind geopend kan worden: -De deur voorzien van een deurklink of draaiknop boven de 1.50 m. -De kelderdeur op slot doen. -Dranger op de deur bevestigen zodat de deur niet open blijft staan. B5 Ander risico. Inventarisatie C: Slaapkamer gastouderopvang C1 Kind struikelt door onvoldoende licht. Indien er na verduistering geen, onvoldoende (orientatie)verlichting is: -Lamp vervangen door een sterkere lamp (meer Watt) C2 Kind klimt uit bed en valt, of beschadigt zich aan het bed. Indien het bed ondeugdelijk is en/of niet goed gebruikt wordt: -Kinderen die wakker zijn uit bed halen. -De gastouder kijkt tijdens het slapen regelmatig. -Gebruik niet te dikke matrassen, echter minimaal 8 cm dik. -Zachte ondergrond naast bed plaatsen. -Babybed laag plaatsen als het kind kan zitten. -Geen speelgoed en knuffels in bed laten liggen die als opstapje gebruikt kunnen worden. -Kinderen tot 1,5 jaar in een bed met een openstaande rand van minimaal 60 cm laten slapen. -Kinderen tussen 1,5 jaar en 2,5 jaar in een bed laten slapen met een openstaande rand van minimaal 70 cm. -Oudere kinderen boven 2,5 jaar op stretchers laten slapen. -Kinderen tussen 2,5 en 6 jaar nooit in het bovenst stapelbed leggen. -Indien het bed spijlen heeft, heeft het een spijlafstand tussen de 4,5 en 6,5 cm. -Minder dan 2 cm vrije ruimte tussen de zijkanten van het bedje en het matras. -Controleer een houten bed op splinters en verwijder deze door schuren. -Controleer metalen bed op roestvorming en schuur en verf zonodig het bed. -Controleer het bed op scherpe randen en hoeken, rond deze zonodig af of zet er een beschermrand of -hoekje op. C3 Kind raakt verstrikt in de koordjes van de raamverduistering en/of (raam) decoratie. Indien er koordjes van de raamverduistering en/of raam decoratie aanwezig zijn: -Bed niet naast loshangende koordjes zetten. -Koordjes hoog wegbinden.
C4 Kind draait zich van aankleedtafel af en valt. Indien de aankleedtafel ondeugdelijk en/of niet veilig is: -De gastouder houdt altijd lichamelijk contact met het kind bij het verschonen en/of aankleden. -Aankleedkussen gebruiken. -Kind op de grond verschonen. -Openstaande randen aan de zijkant van de aankeedtafel plaatsen. C5 Baby overlijdt aan wiegendood, het kind wordt verkeerd ingebakerd. Volg de adviezen op ter preventie van wiegendood: -Leg een baby altijd op de rug te slapen. -Voorkom dat een baby te warm ligt. -Gebruik geen dekbedje. -Ventileer de slaapkamer regelmatig. -Gebruik geen kussen, hoofd- en zijwandbeschermers, zeiltjes, tuigjes, koorden of voorwerpen van zacht plastic in bed. -Maak het bed kort op, zodat de voetjes tegen het voeteinde liggen of gebruik een slaapzakje. -Niet roken waar de kinderen aanwezig zijn. -Rust en regelmaat bieden. -Voldoende toezicht houden. C6 Kind valt uit raam. Indien het raam door het kind open gemaakt kan worden: -Bed niet naast een te openen raam zetten. -Raam voorzien van raambeveiliger. -Ramen vervangen door ramen met raamsluitingen. -Geen opstapjes bij het raam zetten. C7 Het kind valt van balkon/dakterras. Indien het balkon/dakterras toegankelijk is voor het kind en niet voldoende afgeschermd is: -Kindveilige sluiting aanbrengen op de deur naar het balkon/dakterras. -Het balkon/dakterras goed afschermen, het kind kan niet over de afscherming klimmen. -Het kind is nooit zonder toezicht aanwezig op het balkon/dakterras. C8 Het kind wordt ziek door onhygienisch bed(den)goed. Indien het bedje niet goed schoon te maken is en/of het beddengoed niet (regelmatig) verwisseld wordt: -Het beddengoed wordt regelmatig gewisseld en in ieder geval bij wisseling van kinderen. C9 Ander risico.
Inventarisatie D: Woonkamer gastouderopvang D1 Kind valt en struikelt, botst of glijdt uit. Indien er onvoldoende vrije loopruimte aanwezig is, indien er oneffenheden zijn aangetroffen en indien de vloer erg glad is: -Losse vloerbedekking en vloermatten vastzetten of vervangen. -Op- en afstapjes markeren door bijvoorbeeld stickers, verf of antislipstrip. -Geen losse snoeren, gebruik hiervoor kabelgoot. -Geen losse voorwerpen op de grond laten slingeren. -Vloerkleed vastleggen bij een gladde vloer. -Speelgoed na gebruik opruimen. -Voldoende bergruimte voor speelgoed creeren. -Loopruimte en speelruimte van elkaar scheiden. -Voldoende loopruimte om meubilair creeren. -Scherpe randen en punten afronden of afschermen. -Tafelhoekjes plaatsen op scherpe hoekpunten. -Ruimte anders indelen. -Meer vrije ruimte per kind creeren, bijvoorbeeld door meubels weg te halen. -Advies: niet rennen binnen. D2 Kind krijgt giftige stoffen binnen zoals; sigaretten, medicijnen of schoonmaakmiddelen. Indien er giftige stoffen aanwezig zijn binnen het bereik van een kind: -Sigaretten opbergen in een afgesloten kast en niet laten rondslingeren. -Medicijnen opbergen in een afgesloten of hoog opbergen en niet laten rondslingeren. -Schoonmaakmiddelen opbergen in een afgesloten kast. -Schoonmaakmiddelen opbergen in een kast met een hoge klink (minimaal 1.50 m) -Schoonmaakmiddelen hoog opbergen. -Gifwijzen of gifkaart ophangen. -Schoonmaken op een ander tijdstip. -Met de oudere kinderen zijn (gedrags)afspraken gemaakt over het gevaar van eten van giftige stoffen, de gastouder let hierop. Advies: kastdeur altijd afsluiten. D3 Kind heeft toegang tot lucifers of aanstekers. Indien er lucifers en/of aanstekers aanwezig zijn binnen het bereik van een kind: -Lucifers en aanstekers opbergen in een kast of lade met slot. -Kinderveilige aanstekers gebruiken. -Met de oudere kinderen zijn (gedrags)afspraken gemaakt over het gevaar van spelen met lucifers en/of aanstekers, de gastouder let hierop. Advies: altijd opbergen na gebruik. D4 Warme dranken (koffie, thee) vallen over kind heen. Indien er warme vloeistoffen binnen het bereik van een kind kan komen: -Warme dranken bewaren in thermoskan. -Geen warme dranken als kinderen op schoot zitten. -Kopjes ver op tafel/aanrecht zetten. -Geen tafelkleden gebruiken, maar placemats. -Met oudere kinderen zijn (gedrags)afspraken gemaakt over het omgaan met warme dranken, de gastouder let hierop.
D5 Kind wordt door huisdier gebeten. Indien er een huisdier aanwezig is: -De gastouder houdt altijd direct toezicht wanneer een kind bij het huisdier kan. -Met de gastouder is afgesproken dat het huisdier niet binnen het bereik van een kind komt. D6 Kind komt via (uitwerpselen van) ongedierte en/of huisdieren in contact met ziektekiemen. Indien er ongedierte en/of huisdieren aanwezig zijn: -Alert zijn op het risico dat het kind blootgesteld kan worden aan uitwerpselen van het ongedierte of huisdier. Hygienisch handelen is hier vereist. D7 Kind verblijft in een ruimte met planten of huisdieren die een allergie op kunnen roepen. Indien er mogelijke allergieen zijn van kinderen, zijn deze bij het bemiddeling/koppelingsgesprek besproken en afspraken daarover zijn vastgelegd. D8 Kind klimt of valt uit kinderstoel. Indien er een kinderstoel aanwezig is en wellicht ondeugdelijk zijn: -Met de gastouder is afgesproken dat jonge kinderen noit zonder direct toezicht in een kinderstoel zitten. -Stoelen kopen die stabieler zijn. -Kinderen onder begeleiding de stoel in en uit laten klimmen. -Kinderen klimles geven. -Doe (beweeglijke) kinderen een tuigje aan. -Gebruik een stoelverkleiner bij kleine kinderen. -Stoel met hoge rugleuning aanschaffen. -Advies: de beweeglijke kinderen naast de gastouder laten zitten. D9 Kind klimt of valt uit de box. Indien er een box aanwezig is: -Kinderen die wakker zijn uit bed halen. -De gastouder kijkt tijdens het slapen regelmatig. -Gebruik niet te dikke matrassen, echter minimaal 8 cm dik. -Zachte ondergrond naast box plaatsen. -Babybed laag plaatsen als het kind kan zitten. -Geen speelgoed en knuffels in bed laten liggen die als opstapje gebruikt kunnen worden. -Kinderen tot 1,5 jaar in een box met een openstaande rand van minimaal 60 cm laten slapen. -De spijlafstand van de box is tussen de 4,5 cm en 6,5 cm. D10 Ander risico. Inventarisatie E: Buitenruimte gastouderopvang E1 Kind valt van speeltoestel. Indien het speeltoestel niet voldoet aan veiligheidsnormen en/of het is ondeugdelijk: -Bij glij-, schommel- en zwaaionderdelen een zachte ondergrond laten doorlopen tot 2 m in de bewegingsrichting. -Rul zand, boomschors of rubberen tegels aanbrengen, minimaal 1,5 rondom het toestel. -Uitgesleten bodemmateriaal aanvullen. -Ingeklonken zand losharken en eventueel aanvullen. -Als zich een obstakel in de valbaan bevindt: obstakel verwijderen of toestel verplaatsen.
E2 Kind komt op straat omdat de omheining niet voldoet. Indien de omheining ondeugdelijk is: -Ontbrekende omheining aanbrengen. -Zelfsluitende hek plaatsen. -Ruimte tussen de onderkant van de omheining en de bodem verkleinen. E3 Kind snijdt of bekneld zich. Indien er scherpe objecten en/of objecten met beknellingsgevaar aanwezig zijn: -Met de oudere kinderen zijn (gedrags)afspraken gemaakt bij het buitenspelen, de gasouder let op de naleving ervan. -Bij het buitenspelen van jonge kinderen houdt de gastouder altijd direct toezicht. E4 Kind struikelt of glijdt uit over oneffenheid (zoals opstapjes of losliggende tegels). Indien er oneffenheden aanwezig zijn en/of de ondergrond erg glad is: Indien er scherpe objecten en/of objecten met beknellingsgevaar aanwezig zijn: -Met de oudere kinderen zijn (gedrags)afspraken gemaakt bij het buitenspelen, de gasouder let op de naleving ervan. -Bij het buitenspelen van jonge kinderen houdt de gastouder altijd direct toezicht. -Verzakte tegels recht leggen. -Kapotte tegels vervangen. -Herbestraten van ondergrond. -Kuilen egaliseren. -Bemoste gedeelte schoonmaken, bijvoorbeeld met hogedrukreiniger. -Slechte afwatering opheffen. -Ondergrond schuin laten aflopen. -Afwatering aanleggen. -Afwatering ontstoppen. -Bij sneeuw/ijs stoep vegen of pekel strooien. E5 Kind eet van giftige plant of struik. Indien er giftige planten of struiken binnen bereik van het kind aanwezig is: -Giftige planten en struiken verwijderen. -De blaadjes van een klimop snoeiten tot 1,50 hoogte. E6 Kind raakt te water. Indien kind te water kan raken: -Met de oudere kinderen zijn (gedrags)afspraken gemaakt over het spelen bij/met water, de gastouder let hierop. -Bij het buitenspelen van jonge kinderen houdt de gastouder altijd direct toezicht. -Indien een tijdelijk gevuld (opblaasbaar) zwembadje buiten aanwezig is, houdt de gastouder altijd direct toezicht. -Water afschermen met hek. -Vijver in de tuin dempen en zandbak van maken. -Waterkant veiliger maken door een duidelijke overgang water/land. -Waterdiepte zo ondiep mogelijk. -Hoogte verschil wateroppervlak/land zo klein mogelijk. -Talud niet te steil. -Gemeente aanspreken over veiligheid open water.
E7 Kind raakt gewond door gevaarlijk (tuin)gereedschap of bestrijdingsmiddelen. Indien gevaarlijk (tuin)gereedschap of bestrijdingsmiddelen bereikbaar zijn voor het kind: -Met de oudere kinderen zijn (gedrags)afspraken gemaakt bij het buitenspelen, de gasouder let op de naleving ervan. -Bij het buitenspelen van jonge kinderen houdt de gastouder altijd direct toezicht. -Tuingereedschap in een afgesloten schuurtje opbergen. -Advies: tuingereedschap direct na gebruik opbergen. -Advies: geen gevaarlijk tuingereedschap gebruiken als er kleine kinderen in de buurt zijn. E8 Kind komt via (in zandbak) aanwezigen uitwerpselen (hond/kat) in contact met ziektekiemen. Indien er een zandbak is en niet afsluitbaar is en er geen controle is op aanwezigheid van uitwerpselen. -De gastouder controleert de buitenruimte regelmatig. E9 Kind droogt uit of verbrandt door zon. Indien de gastouder geen kennis heeft van de preventieve maatregelen met betrekking tot uitdroging en/of verbranding door zon, of neemt deze niet in acht: -zonnebrandcreme smeren voor het naar buiten gaan. -genoeg drinken tijdens het buitenspelen. E10 Kind raakt onderkoeld. Indien de gastouder geen kennis heeft van de preventieve maatregelen met betrekking tot onderkoeling, of neemt deze niet in acht. -gekleed naar kou/warmte, in de kou, boven de normale kleren een jas, sjaal, muts. E11 Ander risico. Inventarisatie F: Sanitair gastouderopvang F1 Kind verdrinkt in bad. Indien er een bad aanwezig is: -Een jong kind gaat uitsluitend onder direct toezicht van de gastouder in bad. -Bij oudere kinderen die in bad zitten gaat de gastouder regelmatig kijken. -Laat een klein kind nooit met een ouder kind alleen. -Gebruik geen badzitje. -Laat een klein kind niet alleen in de badkamer. F2 Kind glijdt uit op een natte vloer. Indien die vloer nat en/of glad is: -Stroevere vloer aanleggen. -Schoonmaakregime aanpakken, bijvoorbeeld ander schoonmaakmiddel of andere tijden. F3 Kind verbrandt zich aan heet water. Indien een kind toegang heeft tot heet water: -Met de oudere kinderen zijn (gedrags)afspraken gemaakt over het omgaan met heet water, de gastouder let hierop. -Jonge kinderen hebben geen toegang tot heet water. -Plaats thermosstatische mengkranen of mengkranen met temperatuurbegrenzer. -Kranen afschermen waar kinderen komen of worden gewassen. -Geen opstapjes in de buurt plaatsen van kranen waar kinderen niet hoeven te komen of worden gewassen.
F4 Kind drinkt of eet van giftige (vloei)stoffen zoals: schoonmaakmiddelen, shampoo of medicijnen. Indien giftige (vloei)stoffen binnen bereik van een jong kind zijn en/of er geen gedragsafspraken zijn gemaakt met oudere kinderen. -Met de oudere kinderen zijn (gedrags)afspraken gemaakt over het gevaar van het eten of drinken van giftige (vloei)stoffen, de gastouder let hierop. -Schoonmaakmiddelen en shampoo opbergen in een afgesloten kast. -Schoonmaakmiddelen en shampoo opbergen in een kast met een hoge klink (minimaal 1,50 m) -Schoonmaakmiddelen en shampoo hoog opbergen. -Gifwijzer of gifkaart ophangen. -Schoonmaken op een ander tijdstip. -Advies: kastdeur altijd afsluiten. F5 Kind kan bij afval/vuile luiers. Indien een kind toegang heeft tot afval/vuile luiers: -Met de oudere kinderen zijn (gedrags)afspraken gemaakt met betrekking tot het omgaan met afval/vuile luiers, de gastouder let hierop. -De jonge kinderen hebben enkel onder direct toezicht van de gastouder toegang tot de afval/vuile luiers. -Toilet afsluiten voor kinderen door klink op 1,50 hoogte aan te brengen. -Deur van toilet afsluiten met sleutel. -Afvalbakje hoog plaatsen. F6 Ander risico. Inventarisatie G: Keuken gastouderopvang G1 Kind brandt zich aan kookplaat of oven(ruit). Indien de in gebruik zijnde kookplaat en/of de ovenruit bereikbaar zijn voor een kind: -Een kind verblijft nooit zonder toezicht in de keuken. -Kookplaat en/of oven wordt tijdens de opvang nooit gebruikt. -Keuken afsluiten voor jonge kinderen door klink op 1,50 m hoogte aan te brengen. -Keuken afsluiten voor jonge kinderen door hekje te plaatsen voor keukendeur. -Fornuisrekje plaatsen. -Ovenruit beschermer plaatsen. -Als kinderen de oven mogen gebruiken, dan moet de oven niet te hoog staan. G2 Kind trekt een pan of de waterkoker over zich heen. Indien er hete pannen en/of waterkoker binnen bereik van het kind staan: -Met de oudere kinderen zijn (gedrag)afspraken gemaakt over het omgaan met hete pannen en de waterkoker, de gastouder let op de naleving ervan. -Jonge kinderen verblijven alleen onder direct toezicht van de gastouder in de keuken. Waterkoker: -Snoer niet los laten hangen, bijvoorbeeld kabelgoor plaatsen of in het apparaat oprollen. -Waterkoker zo plaatsen dan een kind er niet bij kan, bijvoorbeeld hoog of ver naar achter. Pannen: -Keuken afsluiten voor jonge kinderen door klink op 1,50 m hoogte aan te brengen. -Keuken afsluiten voor jonge kinderen door hekje te plaatsen voor keukendeur. -Fornuisrekje plaatsen. -Stelen naar achteren laten wijzen tijdens het koken. -Zoveel mogelijk de achterste pitten gebruiken tijdens het koken.
G3 Kind brandt zich aan heet kraanwater. Indien een kind toegang heeft tot heet water: -Met de oudere kinderen zijn (gedrags)afspraken gemaakt over het omgaan met heet water, de gastouder let hierop. -Jonge kinderen hebben geen toegang tot heet water. -Plaats thermosstatische mengkranen of mengkranen met temperatuurbegrenzer. -Kranen afschermen waar kinderen komen of worden gewassen. -Geen opstapjes in de buurt plaatsen van kranen waar kinderen niet hoeven te komen of worden gewassen. G4 Kind drinkt of eet giftige (vloei)stoffen. Indien giftige (vloei)stoffen binnen bereik van een jong kind zijn en/of er geen gedragsafspraken zijn gemaakt met oudere kinderen. -Met de oudere kinderen zijn (gedrags)afspraken gemaakt over het gevaar van het eten of drinken van giftige (vloei)stoffen, de gastouder let hierop. -Gifwijzer of gifkaart ophangen. -Advies: kastdeur altijd afsluiten. G5 Kind bezeert zich aan gevaarlijk bestek of keukenapparatuur. Indien gevaarlijk bestek of keukenapparatuur binnen bereik van een kind staan: -Gevaarlijk bestek en/of de keukenapparatuur buiten het bereik van het kind plaatsen. -Met de oudere kinderen zijn (gedrags)afspraken gemaakt over het omgaan met het bestek en de keukenapparatuur, de gastouder let hierop. -Jonge kinderen verblijven alleen onder direct toezicht van de gastouder in de keuken. G6 Kind trekt plastic zak over het hoofd. Indien vuilniszakken onzorgvuldig binnen het bereik van het kind wordt bewaard: -Met de oudere kinderen worden (gedrags)afspraken gemaakt met betrekking tot het omgaan met plastic zakken, de gastouder let op naleving daar van. -Keuken afsluiten voor jonge kinderen door klink op 1.50 m hoogte aan te brengen. -Keuken afsluiten voor jonge kinderen door hekje te plaatsen voor keukendeur. -Plastic zakken opbergen in een kastje met slot. G7 Kind kan bij vuilnis Indien een jong kind bij de vuilnis kan en er geen afspraken zijn gemaakt met oudere kinderen: -Het afval/vuilnis in een afsluitbare vuilnisemmer bewaren. -Met de oudere kinderen worden (gedrags)afspraken gemaakt met betrekking tot het omgaan met afval/vuilnis, de gastouder let hierop. -Keuken afsluiten voor jonge kinderen door klink op 1.50 m hoogte aan te brengen. -Keuken afsluiten voor jonge kinderen door hekje te plaatsen voor keukendeur. G8 Ander risico.
Inventarisatie H: Hygiene gastouderopvang H1 Kind komt in contact met ziektekiemen of ontlasting door on(zorgvuldig) gewassen handen. Indien een kind in contact komt met ziektekiemen of ontlasting door on(zorgvuldig) gewassen handen: -Zeep en een schone handdoek/washand plaatsen binnen het bereik van het kind. -Met de oudere kinderen zijn (gedrags)afspraken gemaakt over het regelmatig wassen van de handen (toiletgebruik), de gastouder let hierop en geeft hierin zelf het goede voorbeeld. -De handen van de jonge kinderen worden regelmatig door de gastouder gewassen. H2 Kind komt in contact met ziektekiemen door aanhoesten of niezen. Indien de gastouder niet op de hoogte is van goede nies-hoestdiscipline: -Er worden afspraken gemaakt over hoe te hoesten en te niezen (hand voor mond of neus) -De gastouder geeft zelf het goede voorbeeld en is hier consistent in. H3 Kind komt door gezamenlijk gebruik van zakdoek, handdoek, washand of slab in contact met ziektekiemen. Indien er gebruik wordt gemaakt van een gezamenlijk gebruik van zakdoek, handdoek, washand of slab: -Ieder kind zijn eigen zakdoek, handdoek, washand of slab laten gebruiken en deze regelmatig verchonen/wassen. H4 Kind komt via vuil speelgoed in contact met ziektekiemen. Indien het kind via vuil speelgoed in contact kan komen met ziektekiemen: -De gastouder maakt het speelgoed regelmatig en bij zichtbare vervuiling schoon. H5 Kind krijgt door het eten/drinken van onhygienisch bereid of bewaard voedsel ziektekiemen binnen. Indien het kind via eten/drinken van onhygienisch bereid of bewaard voedsel ziektekiemen binne kan krijgen: -De gastouder handelt naar de hygienerichtlijnen bij voedselbereiding. -Met de oudere kinderen zijn (gedrags)afspraken gemaakt over het bereiden van voeding, de gastouder let hierop. H6 Kind komt via koortsthermometer of zalf/creme in contact met ziektekiemen. Indien het kind via koortsthermometer of zelf/creme in conact kan komen met ziektekiemen: -De gastouder onstmet de koortsthermometer na ieder gebruik en bewaart deze zorgvuldig of maakt gebruik van een oorthermometer. -Besmetting van de zaf of creme wordt voorkomen door de inachtneming van voorzorgsmaatregelen (handen wassen voor en na gebruik, gebruik handschoenen of spateltje) H7 Kind komt via (vuile) toiletpot, verschoonkussen of luier, in contact met ontlasting of urine. Indien de gastouder de hygienerichtlijnen niet in acht neemt: -De gastouder is op de hoogte van de hygienerichtlijnen en neemt deze in acht. -Met de oudere kinderen zijn gedrags(afspraken) gemaakt over toiletgedrag, de gastouder let hierop. H8 Kind komt in contact met ziektekiemen via beddengoed, knuffels of verkleedkleren. Indien het kind in contact kan komen met ziektekiemen via beddengoed, knuffels of verkleedkleren: -De gastouder wast het beddengoed, de knuffels en/of de verkleedkleren regelmatig. -Indien meerdere kinderen van hetzelfde bedje gebruik maken beschikt een kind over eigen beddengoed of wordt het bedje tussentijds verschoont.
H9 Kind krijgt door gebruik van vuile of andermans fopspeen ziektekiemen binnen. Indien gebruik wordt gemaakt van een fopspeen: -Kinderen hebben ieder een eigen fopspeen, de gastouder ziet er op toe dat de kinderen niet elkaars fopspeen gebruiken. -De fopspenen worden regelmatig schoongemaakt en uitgekookt en gecontroleerd op stuk zijn. H10 Het kind komt in contact door ziektekiemen door niet schoonhouden van de vloer. Indien de vloer niet schoon wordt gehouden: -De gastouder maakt de vloer regelmatig schoon (dweilen, stofzuigen) H11 Ander risico. Inventarisatie I: Calamiteiten gastouderopvang I1 Kind loopt verwondingen op doordat een beginnende brand niet gesignaleerd of geblust kan worden. Indien het kind verwondingen oploopt doordat een beginnende brand niet gesignaleerd of geblust kan worden: -De gastouder treft maatregelen om een mogelijke brand te kunnen signaleren en te blussen. -De gastouder is op de hoogte van brandpreventie. I2 Kind loopt verwondingen op doordat er geen vluchtplan/-route is ingeval van een calamiteit. Indien er geen vluchtplan/-route is opgesteld: -De ruimten waar de kinderen tijdens de opvang verblijven zijn in geval van een calamiteit snel te verlaten. -De gastouder stelt een duidelijke vluchtplan op ingeval dat een calamiteit zich voordoet. I3 Kind wordt ondeskundig medisch behandeld of krijgt medicatie verkeerd toegediend. Indien de gastouder een kind medisch behandeld of medicatie toediend: -De gastouder volgt periodiek een EHBO-instructie of -opleiding en handelt hiernaar. Afspraken over eventuele medicatietoediening tijdens de opvang zijn schriftelijk vastgelegd. -De gastouder beschikt over een EHBO-trommel, de inhoud van de EHBO-trommel wordt regelmatig gecontroleerd en indien nodig vervangen/aangevuld. I4 Kind krijgt medicament van over de houdbaarheidsdatum toegediend. Indien de gastouder een kind medisch behandeld of medicatie toediend: -De gastouder controleert de medicatie altijd voor het toedienen op de houdbaarheidsdatum. -De verantwoordelijkheid met betrekking tot het toedienen van medicatie blijft bij de ouders liggen, dit is schriftelijk vastgelegd. -De ouders nemen de medicatie dagelijks mee en zij controleren zelf ook de houdbaarheidsdatum. I5 Kind komt door onhygienische wondverzorging in contact met andermans bloed of wondvocht Indien de gastouder een wond verzorgt van een kind: -De gastouder is op de hoogte van de voorschriften bij hygienische wondverzorging en handelt hiernaar. -De gastouder volgt periodiek een EHBO-instructie of -opleiding en handelt hiernaar. I6 Ander risico.
Inventarisatie J: Vervoer kinderen gastouderopvang J1 Kinderen lopen gevaar tijdens vervoer. Indien de kinderen tijdens de opvang worden vervoerd: -De gastouder heeft met de ouders afspraken gemaakt over een veilig vervoer van de kinderen. -Indien gebruik gemaakt wordt van transportmiddelen, dan voldoen deze en de inrichting daarvan aan de wettelijke eisen (fiets- autozitjes, gordels) Inventarisatie K: Overig gastouderopvang K1 Kind raakt bekneld in huishoudelijke apparatuur (bijvoorbeeld wasmachine/-droger). Indien de huishoudelijke apparatuur binnen bereik van het kind staan: -Deze huishoudelijke apparatuur buiten bereik van het kind plaatsen. -Met de ouderen kinderen zijn (gedrags)afspraken gemaakt met betrekking tot het spelen bij/in huishoudelijke apparatuur, de gastouder let op de naleving daarvan. -De jonge kinderen hebben enkel onder direct toezicht van de gastouder toegang bij deze huidhoudelijke apparatuur. K2 Kind wordt blootgesteld aan vluchtige stoffen (lijm, terpentine) of gassen. Indien er vluchtige stoffen aanwezig zijn in de opvangwoning: -Een kind wordt tijdens de opvang niet blootgesteld aan en heeft geen toegang tot vluchtige stoffen en/of gassen. K3 Kind wordt blootgesteld aan lawaai. Indien het kind blootgesteld kan worden aan lawaai: -Een kind wordt tijdens de opvang niet blootgesteld aan door de gastouder te beinvloeden lawaai op een voor kinderen schadelijk niveau.