16 september 2018 10.00 AA Kramer orgel/piano: Jannes Munneke schriftlezing: Hester Muurling Orde van dienst: Vóór de dienst: LB 819 Welkom Votum en zegengroet GK 66:5, 7 Wet Romeinen 12: 1-2 GK 40: 3, 4 Gebed Kinderen: Offer of collecte? GK 167 Machtig God, sterke rots. Lezen: Genesis 4: 1-16 Tekst: Hebreeën 11: 4 Preek LB 912 Viering HA uitleg zingen: GK 184 Heer, wij komen vol verlangen nodiging viering, ondertussen zingen: GK 195 Ik ben het levensbrood GK 182 Alles in allen zult gij voor ons zijn LB 413 (LvK 444) Grote God wij loven U Dankgebed Collecte Zingen: Er is een dag Opwekking 585 zegen
16 september 2018 10.00 AA Kramer orgel/piano: Jannes Munneke schriftlezing: Hester Muurling Orde van dienst: Vóór de dienst: LB 819 1 Vrede voor dit huis met lichtdoorschenen muren, beschutting voor de wingerd, de zwaluw bouwt haar nest. 2 Vrede voor dit huis, gegrond op goed vertrouwen. De poort omrankt met wijsheid die in de morgen geurt. 3 Vrede voor dit huis, een rustplaats langs de wegen voor wie met open handen om onderkomen vraagt. 4 Vrede voor dit huis voor wie er wonen liefde, dat zij de zegen proeven van vruchten, brood en wijn. 5 Vrede voor dit huis, wanneer de nacht zal komen dat wij de warmte delen en God het licht behoedt. Welkom Votum en zegengroet GK 66:5, 7 5 Ik kom met gaven in mijn handen. Zie, tot uw tempel treedt uw knecht en brengt U, Heer, de offeranden, U in benauwdheid toegezegd. Brandoffers wil ik U bereiden en zoete geuren op doen gaan. Ik wil U heel mijn leven wijden: aanvaard het, neem mijn offer aan.
7 De naam des Heren zij geprezen! Hij, die getrouw is en nabij, heeft mijn gebed niet afgewezen. De Heer is goed geweest voor mij. Wet Romeinen 12: 1-2 1 Broeders en zusters, met een beroep op Gods barmhartigheid vraag ik u om uzelf als een levend, heilig en God welgevallig offer in zijn dienst te stellen, want dat is de ware eredienst voor u. 2 U moet uzelf niet aanpassen aan deze wereld, maar veranderen door uw gezindheid te vernieuwen, om zo te ontdekken wat God van u wil en wat goed, volmaakt en hem welgevallig is. GK 40: 3, 4 3 Het is geen offervuur wat u behaagt, Gij wilt, Heer, dat ik naar U hoor, en zelf ontsluit Gij mij het oor: Gij hebt alleen gehoorzaamheid gevraagd. Mijn God, ik draag uw wetten, om op uw wil te letten, gedurig bij mij om. Het boek schrijft over mij. Gij hoorde hoe ik zei: O Here, zie, ik kom! 4 Ik breng de blijde boodschap van uw recht aan al wie U zijn toegedaan, dat zij uw wonderen verstaan in t woord dat Gij mij op de lippen legt. Ik spreek dat woord met klaarheid, opdat uw trouw en waarheid door elk begrepen wordt. Heer, ik weerhoud mij niet, maar loof U in mijn lied met een blijmoedig hart. Gebed Kinderen: Offer of collecte? GK 167 Machtig God, sterke rots. Machtig God, sterke rots, u alleen bent waardig. Aarde en hemel prijzen U, glorie voor uw naam. Lam van God, hoogste Heer, heilig en rechtvaardig, stralend licht, morgenster, niemand is als U.
Prijs de Vader, prijst de Zoon, prijs de Geest die in ons woont. Prijs de Koning der heerlijkheid, prijs Hem tot in eeuwigheid. Lezen: Genesis 4: 1-16 4 1 De mens, Adam, had gemeenschap met Eva, zijn vrouw, en zij werd zwanger en bracht Kaïn ter wereld. Met de hulp van de HEER, zei ze, heb ik het leven geschonken - aan een man! 2 Later bracht ze zijn broer ter wereld, Abel. Abel werd herder, Kaïn werd landbouwer. 3 Op een keer bracht Kaïn de HEER een offer van wat hij had geoogst. 4 Ook Abel bracht een offer; van de eerstgeboren dieren van zijn kudde koos hij de mooiste uit. De HEER merkte Abel en zijn offer op, 5 maar voor Kaïn en zijn offer had hij geen oog. Dat maakte Kaïn woedend, zijn blik werd donker. 6 De HEER vroeg hem: Waarom ben je zo kwaad, waarom kijk je zo donker? 7 Handel je goed, dan kun je toch iedereen recht in de ogen kijken? Handel je slecht, dan ligt de zonde op de loer, begerig om jou in haar greep te krijgen; maar jij moet sterker zijn dan zij. 8 Kaïn zei tegen zijn broer Abel: Laten we het veld in gaan. - Toen ze daar waren, viel hij zijn broer aan en sloeg hem dood. 9 Toen vroeg de HEER: Waar is Abel, je broer? Dat weet ik niet, antwoordde Kaïn. Moet ik soms waken over mijn broer? 10 Wat heb je gedaan? zei de HEER. Hoor toch hoe het bloed van je broer uit de aarde naar mij schreeuwt. 11 Daarom: vervloekt ben jij! Ga weg van deze plek, waar de aarde haar mond heeft opengesperd om het bloed van je broer te ontvangen, het bloed dat jij vergoten hebt. 12 Ook al bewerk je het land, het zal je niets meer opbrengen. Dolend en dwalend zul je over de aarde gaan. 13 Kaïn zei tegen de HEER: Die straf is te zwaar. 14 U verjaagt mij nu van deze plek en ik mag u niet meer onder ogen komen, en als ik dan dolend en dwalend over de aarde moet gaan, kan iedereen die mij tegenkomt mij doden. 15 Maar de HEER beloofde hem: Als iemand jou doodt, zal dat zevenmaal aan hem worden gewroken. En hij merkte Kaïn met een teken, opdat niemand die hem tegenkwam hem zou doodslaan. 16 Toen ging Kaïn bij de HEER vandaan en hij vestigde zich in Nod, - een land ten oosten van Eden. Tekst: Hebreeën 11: 4 4 Door zijn geloof had het offer dat Abel aan God bracht meer waarde dan dat van Kaïn. Over Abel wordt dan ook lovend gesproken als over een rechtvaardige God zelf liet zich prijzend uit over zijn gaven, en door zijn geloof klinkt zijn stem nog steeds, ook al is hij gestorven. Preek LB 912 1 allen Neem mijn leven, laat het, Heer, toegewijd zijn aan uw eer. Maak mijn uren en mijn tijd tot uw lof en dienst bereid. 2 mannen Neem mijn handen, maak ze sterk, trouw en vaardig tot uw werk. Maak dat ik mijn voeten zet op de wegen van uw wet. 3 vrouwen
Neem mijn stem, opdat mijn lied U, mijn koning, hulde biedt. Maak, o Heer, mijn lippen rein, dat zij uw getuigen zijn. 4 mannen Neem mijn zilver en mijn goud, dat ik niets aan U onthoud. Maak mijn kracht en mijn verstand tot een werktuig in uw hand. 5 vrouwen Neem mijn wil en maak hem vrij, dat hij U geheiligd zij. Maak mijn hart tot uwe troon, dat uw heilige Geest er woon. 6 allen Neem ook mijne liefde, Heer, k leg voor U haar schatten neer. Neem mijzelf en voor altijd ben ik aan U toegewijd. Viering HA uitleg zingen: GK 184 Heer, wij komen vol verlangen 1 Heer, wij komen vol verlangen, op uw roepstem naar uw dis, want door schuld met schrik bevangen zoekt ons hart vergiffenis: slechts in U bestaat ons leven, die uw bloed voor ons woudt geven; laat ons dan in brood en wijn met Uzelf gespijzigd zijn. 2 Sterk ons wankelend vertrouwen, geef ons zelf wat Gij gebood: dat wij met oprecht berouwen enkel rusten in uw dood; ja, vervul ons met uw krachten, opdat wij uw wet betrachten, zegen zo uw sacrament, dat ons hart U steeds meer kent. 3 Leer ons, Heer, vrijmoedig spreken over uw verlossend werk; geef dat niet die woorden breken op de daden van uw kerk, maar dat wij geheiligd leven op de plaats door U gegeven, en U volgen onder t kruis op de smalle weg naar huis.
nodiging viering, ondertussen zingen: GK 195 Ik ben het levensbrood 1 Ik ben het levensbrood, Ik red je van de hongersnood. Zo heeft de Heer gesproken; Hij heeft het brood gebroken. Zijn lichaam is het brood, zegt Hij, dat deelt Hij uit aan jou en mij. 2 Ik ben het echte brood, wie eet zal opstaan uit de dood. Wie Mij gelooft, zegt Jezus, is bij het feest aanwezig. Ik ben het brood waarvan je leeft, dat leven aan de wereld geeft. 3 Dit brood zal nooit vergaan, het blijft, het komt bij God vandaan. Heer Jezus, wij geloven in U, het brood van boven. Nu hebben wij geen honger meer en nooit meer dorst door onze Heer. GK 182 Alles in allen zult gij voor ons zijn 1 allen Alles in allen zult Gij voor ons zijn. Een voorsmaak mogen wij van U ontvangen. Allen die naar U uitzien met verlangen, zult Gij verzadigen met brood en wijn. 2 allen Niemand is waard uw gast te mogen zijn. Niemand van ons wordt rein voor U bevonden. Uw tien geboden hebben wij geschonden. Daal tot ons neer, maak door uw Geest ons rein. 3 vrouwen Gij, enig hemels brood dat tot ons kwam, leer ons gedenken hoe Gij werd gebroken, hoe Gij vervulde wat Gij had gesproken, hoe Gij voor ons de zonde op U nam.
4 mannen Geef ons uw Geest want ons geloof is klein. Geef ons door brood en wijn weer nieuwe krachten. Ons hart omhoog! vanwaar wij U verwachten: alles in allen wilt Gij voor ons zijn. 5 allen Allen die eten van het ene brood, allen die drinken uit dezelfde beker, allen die U geloven, weten zeker: allen in Christus! Alles door zijn dood! 6 allen Allen die Gij vernieuwt bij brood en wijn, allen die door de Geest zich laten leiden, zij allen zullen zich in U verblijden: alles in allen zult Gij voor ons zijn. 1 Grote God, wij loven U, Heer, o sterkste aller sterken! Heel de wereld buigt voor U en bewondert uwe werken. Die Gij waart te allen tijd, blijft Gij ook in eeuwigheid. 2 Alles wat U prijzen kan, U, de Eeuwige, ongeziene, looft uw liefde en zingt ervan. Alle engelen, die U dienen, roepen U nooit lovensmoe: Heilig, heilig, heilig toe! LB 413 (LvK 444) Grote God wij loven U 3 Heer, ontferm U over ons, open uwe Vaderarmen, stort uw zegen over ons, neem ons op in uw erbarmen. Eeuwig blijft uw trouw bestaan laat ons niet verloren gaan. Dankgebed Collecte Zingen: Er is een dag Opwekking 585 Er is een dag, waar al wat leeft al lang op wacht, een dag van blijdschap, als heel de schepping wordt bevrijd.
En op die dag, dan komt de Heer en haalt zijn bruid, die rein en stralend opgaat in zijn heerlijkheid. Er klinkt geschal, wanneer de graven opengaan en doden opstaan, voor eeuwig levend door zijn kracht. Hun aardse tent wordt nu bekleed met heerlijkheid, de dood verzwolgen, overwonnen voor altijd. refrein: Spoedig zullen wij Hem zien en voor altijd op Hem lijken en Jezus kennen zoals Hij is, amen! Nooit meer tranen, nooit meer pijn, want wij zullen met Hem leven in zijn nabijheid, voor altijd. Amen, amen! Dus kijk omhoog en zie wat nog verborgen is, maar wat beloofd is, dat blijft in alle eeuwigheid. En als je lijdt, weet dat het maar voor even is. Als Jezus terugkomt, deel je in zijn heerlijkheid. refrein: Spoedig zullen wij Hem zien en voor altijd op Hem lijken en Jezus kennen zoals Hij is, amen! Nooit meer tranen, nooit meer pijn, want wij zullen met Hem leven in zijn nabijheid, voor altijd. Amen, amen! refrein: Spoedig zullen wij Hem zien en voor altijd op Hem lijken en Jezus kennen zoals Hij is, amen! Nooit meer tranen, nooit meer pijn, want wij zullen met Hem leven in zijn nabijheid, voor altijd. Amen, amen! zegen