Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Gascombiregelaar vervangen voor Vitodens 100-W en Vitodens 111-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften! Gevaar Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel. Opgelet Dit teken waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu. Werkzaamheden in het kader van de montage, de eerste inbedrijfstelling, inspectie, het onderhoud en herstellingen moeten door bevoegde installateurs worden uitgevoerd. Bij werkzaamheden aan het toestel of de verwarmingsinstallatie moet de stroomvoorziening worden uitgeschakeld en worden beveiligd tegen onverwachts weer inschakelen. Bij gas als brandstof de gasafsluitkraan sluiten en beveiligen tegen ongewild openen. De reparatie van componenten met een veiligheidstechnische functie brengt de veilige werking van de installatie in gevaar. Bij vervanging uitsluitend originele onderdelen van Viessmann of door Viessmann goedgekeurde onderdelen gebruiken. Vitodens openen Montage- en servicehandleiding 11/2015 Na montage deze handleiding recyclen!
Vitodens 100-W Gascombiregelaar vervangen B E A C FD 1. Elektrische kabel van de gascombiregelaar A lostrekken. 2. Wartelmoer B eraf schroeven. 3. Twee bouten C losmaken en gascombiregelaar A verwijderen. 4. Op de nieuwe gascombiregelaar A nieuwe pakking D en afhankelijk van het gastype gasdiafragma F Werking met aardgas EG-E (G20): Pakking D zonder gasdiafragma F. Werking met aardgas EG-L (G25): Pakking D zonder gasdiafragma Werking met vloeibaar gas (G31): Pakking D met gasdiafragma F. Werking met vloeibaar gas (G27): Pakking D met gasdiafragma F. Werking met aardgas EG-Ls (G2.350): 2
Vitodens 100-W (vervolg) Pakking D zonder gasdiafragma Werking met speciaal gas (G230): Pakking D zonder gasdiafragma Werking met aardgas EG-S (G25.1): Pakking D met gasdiafragma F.! Opgelet De juiste positie van het gasdiafragma in acht nemen. 5. Gascombiregelaar A met nieuwe pakkingen E aanbrengen. Aanhaalmoment voor bevestigingsbouten C: 6 Nm Aanhaalmoment voor wartelmomer B: 30 Nm 6. Verwarmingsketel in bedrijf stellen en dichtheid controleren.! Gevaar Ontsnappend gas leidt tot explosiegevaar. Gasvoerende onderdelen op gaslekkage controleren. Opgelet Het gebruik van lekzoekspray kan leiden tot storingen. Lekzoekspray mag niet met elektrische contacten in aanraking komen of de membraanopening aan de gasklep afsluiten. Vitodens 111-W Brander demonteren Montage- en servicehandleiding 3
Vitodens 111-W (vervolg) Gascombiregelaar vervangen 3. Twee bouten B losmaken en gascombiregelaar A verwijderen. C B A D E 1. Elektrische kabel van de gascombiregelaar A lostrekken. 2. Wartelmoer eraf schroeven. 4. Op de nieuwe gascombiregelaar A nieuwe pakking C en afhankelijk van het gastype gasdiafragma E Werking met aardgas EG-E (G20): Pakking C zonder gasdiafragma Werking met aardgas EG-L (G25): Pakking C zonder gasdiafragma Werking met vloeibaar gas (G31): Pakking C met gasdiafragma E. Werking met aardgas EG-Lw (G27): Pakking C met gasdiafragma E. Werking met aardgas EG-Ls (G2.350): Pakking C zonder gasdiafragma Werking met speciaal gas (G230): Pakking C zonder gasdiafragma Werking met aardgas EG-S (G25.1): Pakking C met gasdiafragma E.! Opgelet De juiste positie van het gasdiafragma in acht nemen. 4
Vitodens 111-W (vervolg) 5. Gascombiregelaar A met nieuwe pakkingen D aanbrengen. Aanhaalmoment voor bevestigingsbouten B: 6 Nm Aanhaalmoment van de wartelmoer aan de gasaansluiting: 30 Nm 6. Verwarmingsketel in bedrijf stellen en dichtheid controleren.! Gevaar Ontsnappend gas leidt tot explosiegevaar. Gasvoerende onderdelen op gaslekkage controleren. Opgelet Het gebruik van lekzoekspray kan leiden tot storingen. Lekzoekspray mag niet met elektrische contacten in aanraking komen of de membraanopening aan de gasklep afsluiten. CO 2 -gehalte controleren 01. Rookgasanalysemeter in opening rookgas A van ketelaansluitstuk aansluiten. 02. Verwarmingsketel in bedrijf stellen en dichtheid controleren. A Gevaar Ontsnappend gas leidt tot explosiegevaar. Gasvoerende onderdelen op gaslekkage controleren. 5
CO 2 -gehalte controleren (vervolg) 03. Draaiknop tr naar de rechter aanslag draaien, tot in het display SERV verschijnt. Draaiknop binnen 2 s terug naar het rechter regelbereik draaien. Op het display verschijnt A. r 04. Hoogste vermogen instellen: Draaiknop tr naar de rechter aanslag draaien, tot op het display 5 balken voor het hoogste vermogen verschijnen. 05. CO 2 -gehalte voor hoogste vermogen meten. Het CO 2 -gehalte moet tussen de volgende waarden liggen: zie tabel. Gastype CO 2 -gehalte in % Ls (G2.350) 7,5 9,7 E of H (G20) 7,0 10,5 L of LL (G25) 7,0 10,5 Lw (G27) 7,8 10,6 P (G31) 10,0 12,0 M (G230) 10,0 12,0 6
CO 2 -gehalte controleren (vervolg) 06. Laagste vermogen instellen: Draaiknop tr naar de linker aanslag draaien, tot op het display 1 balk voor het laagste vermogen verschijnt. 07. CO 2 -gehalte voor laagste vermogen meten. Het CO 2 -gehalte moet circa 0,3 tot 0,9% onder de waarde voor het hoogste vermogen liggen. 08. Als het CO 2 -gehalte in het aangegeven bereik ligt, verder met punt 10. Als het CO 2 -gehalte niet in het aangegeven bereik ligt, dichtheid van het rookgas-luchttoevoersysteem controleren, eventuele lekkages verhelpen. 09. CO 2 -gehalte voor hoogste en laagste vermogen nogmaals meten. 10. Verwarmingsketel buiten werking stellen, rookgasanalysemeter verwijderen en opening rookgas A afsluiten. 11. Draaiknop rt weer in de oorspronkelijke stand draaien. 12. Voorplaat monteren en verwarmingsketel in bedrijf stellen. Enkel bij gastype S (G25.1): O 2 -gehalte controleren Norm-grensgas S (G25.1): CO 2 -gehalte 14 %. 7
Enkel bij gastype S (G25.1): O 2 -gehalte (vervolg) 1. Hoogste vermogen instellen: Draaiknop tr naar het rechter regelbereik draaien, tot op het display 5 balken voor hoogste vermogen verschijnen. 2. O 2 -gehalte voor hoogste vermogen meten. Het O 2 -gehalte moet tussen 6,4 3,4 % liggen. 3. Laagste vermogen instellen: Draaiknop tr naar het linker regelbereik draaien, tot op het display 1 balk voor het laagste vermogen verschijnt. 4. O 2 -gehalte voor laagste vermogen meten. Het O 2 -gehalte moet min. 0,7 % boven de waarde voor het hoogste vermogen liggen. 5. Als het O 2 -gehalte in het aangegeven bereik ligt, verder met pagina. Als het O 2 -gehalte niet in het aangegeven bereik ligt, dichtheid van het rookgas-luchttoevoersysteem controleren, eventuele lekkages verhelpen. Indien nodig, gascombiregelaar vervangen. 6. O 2 -gehalte voor hoogste en laagste vermogen nogmaals meten. 8
9
10
11
12 Viessmann Nederland B.V. Postbus 322 2900 AH Capelle a/d IJssel Tel. : 010-458 44 44 Fax : 010-458 70 72 e-mail : info-nl@viessmann.com www.viessmann.com Technische wijzigingen voorbehouden.