Onderwerp : Verordening onroerende zaakbelastingen 2018

Vergelijkbare documenten
GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Houten. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

Onderwerp : Verordening onroerende zaakbelastingen 2017

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;

Wetstechnische informatie

Nijverdal, 12 december gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2017;

Verordening onroerendezaakbelastingen

gelezen het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders van 4 en 24 september en van 13 november 2012;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van ; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet;

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van onroerende zaakbelastingen 2013.

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen 2014

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 november 2018 b e s l u i t :

Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen 2018

Raadsbesluit. Onderwerp: Verordening onroerende-zaakbelasting Vergadering: 24 november 2015 Agendapunt: 12E Registratienummer:

*ZEA74E5ECFB* Raadsvergadering d.d. 20 december 2016

Onroerende zaakbelastingen

Normal 0 false false false MicrosoftInternetExplorer4 /* Style Definitions */ table.msonormaltable

Raadsmededeling - Openbaar

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2017;

VERORDENING ONROERENDE-ZAAKBELASTINGEN GOOISE MEREN 2016

Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 7 november 2016 (Gemeenteblad 2016, nr. XXX);

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 oktober 2015 nummer 55;

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende. zaakbelastingen 2012 Citeertitel Verordening onroerende-zaakbelastingen 2012

Gezien het voorstel inzake onroerende-zaakbelastingen Stein 2006 (Gem. blad Afd. A 2005, no. 152 );

Raadsvergadering : 3 december 2013 Agendapunt : Commissie : - Onderwerp : Verordening onroerende-zaakbelastingen

Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen 2014.

Verordening op de heffing en invordering van onroerendezaakbelastingen

I. in te trekken de verordening d.d. 13 december 2007, nr. 60a; II. vast te stellen de: Artikel 1

BESLUIT. VERORDENING op de heffing en invordering van onroerende- zaakbelastingen 2017

Verordening op de heffing en invordering van onroerendezaakbelastingen

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 november 2010 tot het aanpassen tarieven belastingen en heffingen 2011, nr.

Onderwerp : Verordening belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2018

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2015; VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN ONROERENDE- ZAAKBELASTINGEN 2016.

Onderwerp : Verordening onroerende zaakbelastingen 2016

De raad van de gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet;

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende zaakbelastingen 2016

Verordening op de heffing en de invordering van onroerendezaakbelastingen 2018 (Verordening onroerendezaakbelastingen Delft 2018).

Verordening BI-zone Groote Lindt Zwijndrecht 2016

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

RAADSVOORSTEL. Vaststellen Herziene verordening onroerende zaakbelasting Opsterland 2015 Portefeuillehouder : Rob Jonkman

NIEUWE Verordening onroerende-zaakbelastingen 2014

De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 20 december 2005;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 november 2015, nr ; VAN ONROERENDE-ZAAKBELASTINGEN

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen. emeente Druten. emeenteraad lastinnen: onroerende-zaakbelastinçien

Samenvatting: Voorgesteld wordt de Verordening Onroerende Zaakbelasting 2019 vast te stellen.

De RAAD van de gemeente Dordrecht; gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 6 januari 2009, Nr.

Verordening op de heffing en de invordering van Onroerendezaakbelastingen. Citeertitel Verordening Onroerende zaakbelastingen 2015

VERORDENING op de heffing en de invordering van onroerendezaakbelastingen

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2015, met kenmerk AP020, raadsstuk 15bb8495;

*ZEA18E71503* Raadsvergadering d.d. 17 december 2015

DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE BESLUIT. Verordening onroerende-zaakbelastingen Deurne 2018

Verordening BI-zone winkelcentrum Willem de Zwijger

gelet op de tekst van de tussen de gemeente Zoeterwoude en BIZ-vereniging Grote Polder te sluiten Uitvoeringsovereenkomst;

Raadsmededeling - Openbaar

In de commissie RF van 4 juni 2015 zijn met betrekking tot de OZB de volgende uitgangspunten vastgesteld :

gelet op het voorstel van het college van november 2015, nr. 15/

RAADSVOORSTEL MET VERORDENING

Onderwerp Verordening onroerende zaakbelastingen Commissie Bestuur. Commissie Ruimte. Commissie Sociaal. Informerende Commissie.

Argumentatie In de programmabegroting 2016 hebben wij u al meegedeeld dat de tarieven met 2% verhoogd moeten worden.

Verordening bedrijveninvesteringszone Centrum Bergambacht 2016

Verordening BI-zone De Vergulde Hand Vlaardingen Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2015, R.nr. 46.

het van het college van burgemeester in wethouders vin 1 oktober 2013;

Verordening bedrijveninvesteringszone Bedrijventerrein Vianen

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 december 2016;

Verordening Bedrijveninvesteringszone Nieuweweg. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 september 2017;

Verordening bedrijveninvesteringszone De Krogten 2017 gemeente Breda

gelet op de tussen de gemeente Breda en Ondernemersvereniging BiZ Steenakker gesloten Uitvoeringsovereenkomst van 18 oktober 2016; B E S L U I T:

raadsvergadering: 12 november 2014 onderwerp: Verordening Onroerende-zaakbelastingen 2015

GRIFFIE LEIDEN INGEKOMEN

GEMEENTEBLAD. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2016; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet;

Verordening op de heffing en invordering Bedrijveninvesteringszone Smakterheide Venray 2017

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van?? september 2016;

Onderwerp Intrekken verordening Onroerende-zaakbelastingen 2011 en vaststellen verordening Onroerende-zaakbelastingen 2012.

De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 18 december 2012;

Onderwerp Intrekken verordening onroerende-zaakbelastingen 2013 en vaststellen verordening onroerendezaakbelastingen

Verordening op de heffing en de invordering van. en op de subsidie voor de BI-zone Centrum Oosterhout 2012

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag. nr : Datum :

Verordening op de heffing en de invordering van een bedrijveninvesteringszone bedrijventerrein De Trompet Heemskerk

Verordening BI-zone Steenakker Breda 2012

Verordening bedrijveninvesteringszone eigenaren en gebruikers Centrum Papendrecht

Verordening Bedrijveninvesteringszone bedrijventerrein Dalfsen 2018

Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone Centrum Losser

RAADSVOORSTEL. Rv. nr.: B en W-besluit d.d.: 16 december 2014 B en W-besluit nr.:

Verordening bedrijveninvesteringszone winkelgebied Naaldwijk gemeente Westland 2016

Verordening BedrijvenInvesteringsZone gebruikers Binnenstad Hengelo

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : 6 Datum :

GEMEENTE HOOGEVEEN Raadsvoorstel

Verordening bedrijveninvesteringszone De Aam

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen 2016 (Verordening onroerende-zaakbelastingen 2016)

Gemeenteraad: 14 december 2017

Verordening BI-zone Twentekanaal 2010.

Verordening Bedrijveninvesteringszone Centrum Groesbeek 2017

Verordening bedrijveninvesteringszone Haarbrug-Noord gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van (datum en nummer);

Verordening Bedrijven Investering Zone Binnenstad

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

Verordening op de heffing en de invordering bedrijveninvesteringszone kernwinkelgebied Joure

Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen 2019

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude VERORDENING BELASTINGEN OP ROERENDE WOON EN BEDRIJFSRUIMTEN 2015

Transcriptie:

Raadsvoorstel *Z042FB3860C* Aan de raad Documentnummer : INT-17-38910 Afdeling : Bedrijfsvoering Onderwerp : Verordening onroerende zaakbelastingen 2018 Inleiding Jaarlijks worden de gemeentelijke belastingverordeningen geactualiseerd. Tijdens de financiële raadsvergaderingen in oktober 2017 is het leeuwendeel van de belastingverordeningen 2018 reeds behandeld. Met onderhavig voorstel wordt voorgesteld om de verordening onroerende zaakbelastingen 2018 vast te stellen. Relatie met collegeprogramma In de financiële spelregels van het collegeprogramma 2014 2018 is opgenomen dat het gewenst is dat de lastendruk voor bewoners en bedrijven in Beverwijk op of onder het landelijk gemiddelde blijft. En worden lokale heffingen in principe verhoogd met niet meer dan de index. Relatie met gemeentebegroting / budgetregels Bij de voorstellen voor de belastingverordeningen 2018 is rekening gehouden met de begrotingsrichtlijnen die door uw raad bij de financiële Kadernota 2017-2020 zijn aangenomen. De opbrengst van de OZB is verhoogd met de prijsindex van 1,8%. De tarieven zijn een afgeleide van de totale WOZ-waarden en de totale opbrengst. Relatie met regionale samenwerking / MRA De gemeente Beverwijk is onderdeel van de gemeenschappelijke regeling Cocensus, samen met de gemeenten Alkmaar, Bergen, Den Helder, Haarlem, Haarlemmermeer, Heerhugowaard, Hillegom, Langedijk, Oostzaan en Wormer. In deze GR zijn de uitvoeringswerkzaamheden in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) en de heffing en invordering van de diverse gemeentelijke belastingen ondergebracht. Eerdere besluiten / bestaand beleid / nieuw beleid INT-17-36594 raadsbesluit belastingverordeningen 2018 INT-16-31195 - verordening onroerende zaakbelastingen 2017 Motivering voorgesteld besluit De grondslag voor de OZB wordt gevormd door de waarde van een onroerend goed. Jaarlijks worden onroerende zaken (woning, bedrijfspand of grond) opnieuw gewaardeerd. Deze werkzaamheden worden uitgevoerd door Cocensus. De waarde die uit deze taxatie komt, is de WOZ-waarde. Voor belastingjaar 2018 wordt gekeken naar de waarde van de onroerende zaak op de waardepeildatum 1 januari 2017. Van Cocensus hebben wij de waarde-prognoses en gegevens over leegstand, correcties door bezwaar etc. voor 2018 ontvangen. De consequenties voor de tarieven worden hieronder nader toegelicht.

1. Ontwikkeling woningen en niet-woningen De waardeontwikkeling laat in de gemeente Beverwijk in de periode tussen 1 januari 2016 en 1 januari 2017 een gemiddelde waardestijging zien van 6% bij woningen en een gemiddelde waardedaling van 1,2% bij niet-woningen. Dit is een gemiddelde waarbij zich per individueel object afwijkingen naar boven of beneden kunnen voordoen. De WOZ-waardebepaling is een continu proces. Waarden kunnen muteren als gevolg van bijvoorbeeld bezwaar, beroep, aanbouw, nieuwbouw en wijzigingen van bestemming. Ten tijde van het schrijven van onderhavig voorstel (en berekening tarieven) is een gedeelte van de geprognosticeerde waarde gebaseerd op marktontwikkelingen per segment en marktgebied en nog niet op de daadwerkelijk getaxeerde waarde. Dit kan uiteindelijk nog een opleveren met de totale WOZ-waarde na afronding van de waarderingscyclus. 2. Tarieven De OZB-tarieven zijn een resultante van twee variabelen, te weten de gewenste OZB-opbrengst ( 8.601.302) en de totale WOZ-waarden. De tarieven zijn een afgeleide hiervan. De tarieven zeggen niets over de lastendruk. Het is derhalve ook niet te stellen dat wanneer de totale opbrengst met 1,8% geïndexeerd wordt, ook de aanslagen van de burgers in Beverwijk met een zelfde percentage stijgen. Een en ander is afhankelijk van meerdere factoren. Bron: VNG-publicatie: Wondere wereld van gemeentefinanciën. Op basis van de waarde-prognoses en gegevens over accres, leegstand, correcties door bezwaar en dergelijke zijn de tarieven berekend. Het spreiden van de lastendruk tussen eigenaren en gebruikers van niet-woningen, waarbij een zelfde procentuele stijging voor beide categorieën wordt gehanteerd, leidt tot een aanpassing van de begrote opbrengsten van deze twee categorieën. De opbrengst OZB gebruiker niet-woning wordt verlaagd met 5.100 en de opbrengst OZB eigenaar niet-woning wordt verhoogd met hetzelfde bedrag. Deze neutrale wijziging zal in de begroting worden gemuteerd. In onderstaande tabel is de opbrengstverschuiving reeds doorgevoerd en wordt de spreiding van de lastendruk tussen eigenaren en gebruikers van niet-woningen weergegeven. INT-17-38910 pagina 2

Tarieven 2018 begroting 2018 WOZ waarde 2018 (netto) tarieven 2018 tarieven 2017 % tarieven eigenaar woning 4.356.158 3.719.066.800 0,1171% 0,1240% -5,54% eigenaar niet-woning 2.467.362 971.832.040 0,2539% 0,2448% 3,71% gebruiker niet-woning 1.777.782 835.668.904 0,2127% 0,2051% 3,72% totaal 8.601.302 3. Lastendruk woningen Zoals u gewend bent geeft ons college u ieder jaar inzicht in de lastendrukverschuiving ten opzichte van het vorige belastingjaar. Deze wordt uitgedrukt in de omvang van de aanslagen onroerende zaakbelastingen, rioolrecht en afvalstoffenheffing voor een woningeigenaar met een meerpersoonshuishouden. Alvorens dat totaalbeeld te geven, ziet u in tabel 1 eerst schematisch het effect van alleen de onroerende zaakbelastingen. Tabel 2 vergelijkt de effecten voor een woning met de gemiddelde woningwaarde en een 3-tal willekeurig gekozen bestaande woningen in de gemeente Beverwijk in de meest gangbare woningsegmenten. Bij de laatste categorie (b, c en d) zijn de werkelijke waardelen gepresenteerd en niet de gemiddelde verhoging. Omwille van privacy redenen zijn adresgegevens achterwege gelaten. Tabel 1. Onroerende zaakbelastingen woningen 2017 2018 in in % a. gem. waarde 168.000 0,1240% 208,32 178.000 0,1171% 208,44 0,12 0,06% b. appartement 89.000 0,1240% 110,36 94.000 0,1171% 110,07 0,29- -0,26% c. rijtjeswoning 167.000 0,1240% 207,08 181.000 0,1171% 211,95 4,87 2,35% d. vrijstaand 578.000 0,1240% 716,72 585.000 0,1171% 685,04 31,69- -4,42% NB. De weergegeven waardeverhoudingen gelden specifiek voor de gekozen geanonimiseerde objecten. Het geeft geen indicatie voor soortgelijke woningen. Het OZB bedrag wordt berekend op basis van de waarde naar beneden afgerond op duizend euro. De waarden van 2017 zijn bijgesteld en gebaseerd op de volledige taxatie. Tabel 2. Totale woonlastendruk 2018 ten opzichte van 2017 OZB-bedrag 2018 t.o.v. 2017 2017 Riool afval totaal a. gem. waarde 168.000 0,1240% 208,32 207,24 285,60 701,16 b. appartement 89.000 0,1240% 110,36 207,24 285,60 603,20 c. rijtjeswoning 167.000 0,1240% 207,08 207,24 285,60 699,92 d. vrijstaand 578.000 0,1240% 716,72 207,24 285,60 1.209,56 2018 Riool afval totaal a. gem. waarde 178.000 0,1171% 208,44 197,24 289,20 694,88 b. appartement 94.000 0,1171% 110,07 197,24 289,20 596,51 c. rijtjeswoning 181.000 0,1171% 211,95 197,24 289,20 698,39 d. vrijstaand 585.000 0,1171% 685,04 197,24 289,20 1.171,48 INT-17-38910 pagina 3

In tabel 3 en grafiek 1 ziet u de lokale lastendruk over de jaren 2014 tot en met 2018 Uit deze gegevens zien we dat een eigenaar van een woning met een gemiddelde woningwaarde (meerpersoonshuishouden) in 2018 een combinatieaanslag zal krijgen die ongeveer 0,71% lager is dan de aanslag in 2017. Deze daling is hoofdzakelijk te danken aan een lagere rioolheffing. Tabel 3. Lokale lastendruk 2014-2018 voor een woning met gemiddelde waarde. 2014 2015 2016 2017 2018 OZB eigenaren 206 209 208 207 208 Rioolheffing 207 207 207 207 197 Afvalstoffenheffing 262 279 283 286 289 Totaal 675 696 698 700 695 Index tov voorgaand jaar 1,21% 3,05% 0,35% 0,25% -0,71% NB. In verband met afronding op hele euro s kunnen er afrondingslen ontstaan. Grafiek 1. Lokale lastendruk 2014-2018 voor een woning met gemiddelde waarde 4. Lastendruk niet-woningen In onderstaande tabellen ziet u de effecten voor een niet-woning met de gemiddelde waarde en voor een 3-tal willekeurig gekozen objecten in de gemeente Beverwijk met elkaar vergeleken. Bij de laatste categorie (b, c en d) zijn de werkelijke waardelen gepresenteerd en niet de gemiddelde verlaging. Omwille van privacy redenen zijn adresgegevens achterwege gelaten. Tabel 4a. onroerende zaakbelastingen voor eigendom niet-woningen 2017 2018 2018 tov 2017 EIGENAAR in in % a. gem. waarde 474.000 0,2457% 1.164,62 468.000 0,2539% 1.188,25 23,63 2,03% b. winkelpand 324.000 0,2457% 796,07 310.000 0,2539% 787,09 8,98- -1,13% c. loods/opslag 201.000 0,2457% 493,86 213.000 0,2539% 540,81 46,95 9,51% d. toonzaal 2.143.000 0,2457% 5.265,35 2.025.000 0,2539% 5.141,48 123,88- -2,35% INT-17-38910 pagina 4

Tabel 4b. onroerende zaakbelastingen voor gebruik niet-woningen 2017 2018 2018 tov 2017 GEBRUIK in in % a. gem. waarde 474.000 0,2041% 967,43 468.000 0,2127% 995,44 28,00 2,89% b. winkelpand 324.000 0,2041% 661,28 310.000 0,2127% 659,37 1,91- -0,29% c. loods/opslag 201.000 0,2041% 410,24 213.000 0,2127% 453,05 42,81 10,44% d. toonzaal 2.143.000 0,2041% 4.373,86 2.025.000 0,2127% 4.307,18 66,69- -1,52% NB. De weergegeven waardeverhoudingen gelden specifiek voor de gekozen geanonimiseerde objecten. Het geeft geen indicatie voor soortgelijke woningen. Het OZB bedrag wordt berekend op basis van de waarde naar beneden afgerond op duizend euro. De waarden van 2017 zijn bijgesteld en gebaseerd op de volledige taxatie. 5. Wijzigen tarief De OZB-tarieven voor het belastingjaar 2018 moeten in 2017 zijn vastgesteld. Hierop geldt één uitzondering. Indien het in het belang van de belastingplichtige is, is het wettelijk toegestaan om in de loop van het belastingjaar (2018) tarieven lager vast te stellen. Voorwaarde daarvoor is dat de belastingaanslagen nog niet zijn opgelegd. Aangezien de OZB-aanslagen in februari 2018 worden opgelegd zou in de raadsvergadering van januari 2018 nog tot lagere tarieven besloten kunnen worden. Dit geven wij u mee, omdat de WOZ-waardebepaling een continu proces is. In het belang van de belastingplichtigen houden wij deze optie graag open. Wij informeren u in dien nodig, in januari 2018 over de waardeontwikkeling Consequenties voorgesteld besluit Op basis van besluitvorming door uw raad kan tot tijdige heffing en invordering van onroerende zaakbelastingen worden overgegaan. Verdere procedure Na vaststelling van de verordening onroerende zaakbelastingen 2018 wordt deze op de gebruikelijke wijze bekend gemaakt en treedt zij in werking. Voorgesteld besluit en commissieadvies Wij stellen u voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerpbesluit. Het advies van de commissie treft u aan in de beknopte besluitenlijst van de Raadscommissie. Beverwijk, 14 november 2017 burgemeester en wethouders van Beverwijk, de gemeentesecretaris, de burgemeester, mw. mr. A.L. Schölvinck dhr. drs. M.E. Smit INT-17-38910 pagina 5

Raadsbesluit Documentnummer : INT-17-38910 Afdeling : Bedrijfsvoering Onderwerp : Verordening onroerende zaakbelastingen 2018 De raad van de gemeente Beverwijk; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 november 2017, nummer INT-17-38910; gehoord de Raadscommissie; gelet op artikel 220 van de Gemeentewet ; b e s l u i t : Vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de heffing en invordering van onroerende zaakbelastingen 2018 (Verordening onroerende zaakbelastingen 2018) Artikel 1 Belastingplicht 1. Onder de naam onroerende zaakbelastingen worden voor binnen de gemeente gelegen onroerende zaken twee directe belastingen geheven: a. een gebruikersbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient, al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt, verder te noemen: gebruikersbelasting; b. een eigenarenbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar van een onroerende zaak het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, verder te noemen: eigenarenbelasting. 2. Bij de gebruikersbelasting wordt: a. gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven (verder: de gebruiker), aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven (verder: de gebruikgever); de gebruikgever, is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op de gebruiker; b. het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld. 3. Voor de eigenarenbelasting wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 2 Belastingobject 1. Als onroerende zaak wordt aangemerkt de onroerende zaak bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken. 2. Een onroerende zaak dient in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden. Artikel 3 Maatstaf van heffing 1. De heffingsmaatstaf is de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor de onroerende zaak vastgestelde waarde voor het kalenderjaar, bedoeld in artikel 1. 2. Als voor een onroerende zaak geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken. Artikel 4 Vrijstellingen 1. In afwijking in zoverre van artikel 3 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet al is gebeurd bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van: a. voor de land- of bosbouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond, daaronder mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken; b. glasopstanden, die bedrijfsmatig worden aangewend voor de kweek of teelt van gewassen, voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit de in onderdeel a bedoelde grond; c. onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning; d. één of meer onroerende zaken die deel uitmaken van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 8 van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928, met uitzondering van de daarop voorkomende gebouwde eigendommen; e. natuurterreinen, waaronder mede worden verstaan duinen, heidevelden, zandverstuivingen, moerassen en plassen, die door rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stellen, beheerd worden; f. openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken; g. waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning; h. werken die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning; i. werktuigen die van een onroerende zaak kunnen worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis aan die werktuigen wordt toegebracht en die niet op zichzelf als gebouwde eigendommen zijn aan te merken. INT-17-38910 / Z-17-45553 Pagina 7

j. onroerende zaken voor zover die bestemd zijn te worden gebruikt voor de publieke dienst van de gemeente, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die bestemd zijn te worden gebruikt voor het geven van onderwijs; k. straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst voor het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen; l. plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning; m. begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning. 2. De vrijstelling voor de in onderdeel j van het eerste lid bedoelde onroerende zaken voor de eigenarenbelasting geldt niet voor zover de gemeente van die zaken niet het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht. 3. In afwijking in zoverre van artikel 3 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf voor de gebruikersbelasting buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van de onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden. Artikel 5 Belastingtarieven 1. Het tarief van de belasting bedraagt een percentage van de heffingsmaatstaf. Het percentage bedraagt voor: a. de gebruikersbelasting: 0,2127%; b. de eigenarenbelasting 1. voor onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen: 0,1171% 2. voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen: 0,2539%. 2. Voor belastingbedragen tot 10,00 vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen onroerende-zaakbelastingen of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag. Artikel 6 Wijze van heffing De belastingen worden bij wege van aanslag geheven. Artikel 7 Termijnen van betaling 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet. 2. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat, het bedrag daarvan meer is dan 100,00 en minder is dan 5.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, moeten de aanslagen worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later. 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen. INT-17-38910 / Z-17-45553 Pagina 8

Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de onroerende-zaakbelastingen. Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De verordening onroerende zaakbelastingen 2017 van 8 november 2016 (INT- 16-31195), wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018. 3. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. 4. Deze verordening wordt aangehaald als Verordening onroerende zaakbelastingen 2018. Beverwijk, de raad voornoemd, de griffier, de voorzitter, INT-17-38910 / Z-17-45553 Pagina 9