KWALIFICATIEPROFIEL VOOR OFFICIER VAN DIENST



Vergelijkbare documenten
Schietincident in De Ridderhof Alphen aan den Rijn. Inspectie Openbare Orde en Veiligheid november 2011

Leidraad zorgvuldig adviseren over vermogensopbouw. De klant centraal bij financieel dienstverleners

Handboek bij agressie en ander ongewenst gedrag. Gemeente Delft

CODE GOED BESTUUR INOS

Beter besturen bij rampen

Landelijke Kwalificaties MBO. Pedagogisch Werk

Professionalisering van besturen in het primair onderwijs

Bevolkingszorg op orde 2.0. Eigentijdse bevolkingszorg, volgens afspraak

Goed bestuur in MKB familiebedrijven

kwaliteitskader voorkomen seksueel misbruik in de jeugdzorg

brandveilig leven Een nieuw bedrijfsmodel van verbeteren naar fundamentele vernieuwing RBOH

Advies van de Commissie Code Goed Bestuur voor

Hoe kan governance in het onderwijs verder vorm krijgen

Handen en voeten aan beoordelen. handreiking invoering beoordelingssysteem in het hbo

ALS MAATSCHAPPELIJKE ONRUST DREIGT

Gegevensuitwisseling in de bemoeizorg

Naar excellente basisscholen. #IB er. Amsterdamse beroepsstandaarden voor het primair onderwijs

Samenwerkend Toezicht Jeugd Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport. Toegang tot jeugdhulp vanuit de wijkteams

Visie landelijk toezicht op de jeugdhulp

methodiek bij de aanpak van complexe scheidingen

NBA-handreiking 1121 Horizontaal Toezichtconvenant voor Accountant optredend als Fiscaal Dienstverlener Januari 2015

Acht is meer dan duizend

Handreiking voor een effectief en efficiënt zorgteam of ZAT

HOE VERHOOG JE DE MELDINGSBEREIDHEID?

Ouderen over ondersteuning en zorg

BoKS Body of Knowledge and Skills

Taken. ntwoo rdelijk heden. en vera

landelijke handreiking voor een integrale aanpak van schoolziekteverzuim bij kinderen en jongeren

Transcriptie:

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR OFFICIER VAN DIENST werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 30 september 2005 te Arnhem vastgesteld het Project Kwaliteit Brandweerpersoneel.

Inleiding In dit document staan de kerntaken van de Officier van Dienst (OVD) centraal. Voorafgaand aan de beschrijving van deze kerntaken wordt in deze inleiding aandacht besteed aan: de positie van de OVD het kwalificatieprofiel de kerncompetenties voor de OVD de kerntaken van de OVD (op hoofdlijnen) Positionering officier van dienst De OVD functie bevindt zich tussen de bevelvoerder en de HOVD. De OVD vervult drie rollen. Deze rollen komen in elke OVD functie voor. Elke rol brengt wel verschillende verantwoordelijkheden met zich mee en vereist andere competenties. De drie rollen van de OVD luiden als volgt: 1. a. Bij basis monodisciplinair repressief optreden is de OVD eindverantwoordelijk voor de bestrijding van het incident. b. Bij grootschalig monodisciplinair repressief optreden is de OVD pelotonscommandant, en staat hij 1 onder bevel van de compagniescommandant. Hij draagt eindverantwoordelijkheid voor de bestrijding van het incident in zijn pelotonsvak. 2. Bij basis multidisciplinair repressief optreden coördineert de OVD het multidisciplinaire overleg in het motorkapoverleg (GRIP 0) indien noodzakelijk start de OvD het CoPI op en geeft hier leiding aan in afwachting van de HOVD. Hij heeft de operationele leiding en is als coördinator eindverantwoordelijk voor de multi/disciplinaire inzet in de GRIP 0 situatie. 3. Bij grootschalig multidisciplinair repressief optreden vervult de OVD de rol van staffunctionaris in het CoPI, staffunctionaris in het actiecentrum brandweer of staffunctionaris in de sectie brandweer binnen het Regionaal Operationeel Team (afhankelijk van regionale afspraken). Hij adviseert, informeert en ondersteunt de HOVD. Kwalificatieprofiel Aan de hand van bovenstaande positionering en met medewerking van experts op het gebied van repressief optreden, is dit kwalificatieprofiel ontwikkeld. Het kwalificatieprofiel dient als uitgangspunt voor het ontwikkelen van de proeve(n) van bekwaamheid en het onderwijs. Binnen het kwalificatieprofiel zijn er voor de OVD drie kerntaken gedefinieerd. Deze kerntaken gelden voor iedere OVD, ongeacht het incidenttype (algemeen). Echter de context en de competenties (vakinhoudelijke kennis) verschillen afhankelijk van het type incident (specifiek). In de proeve(n) en het onderwijs zal ruimte gecreëerd worden om deze verschillen tot uitdrukking te laten komen. Kerncompetenties Kerncompetenties zijn competenties die van essentieel belang zijn om de professionalisering, die de organisatie wenst door te maken, te ondersteunen. Voor de doelgroep van brandweerfunctionarissen op HBO/WO-niveau zijn twee kerncompetenties vastgesteld. Voor iedere functionaris binnen deze doelgroep zijn deze competenties van belang om succesvol te functioneren binnen de brandweer en rampenbestrijding. Het betreft de competenties: 1 Overal waar de OVD in dit document met hij wordt aangeduid, kan ook zij worden gelezen 1

Leren en reflecteren De OVD kijkt terug het eigen functioneren en past het gedrag daaraan aan of onderneemt ontwikkelacties om tot verbetering van eigen functioneren te komen. Durft zich kwetsbaar op te stellen en fouten te maken. Werkt actief aan zelfontwikkeling. 2

Kerntaken De OVD vervult drie kerntaken. In principe heeft de OVD altijd met deze kerntaken te maken, al zullen bepaalde kerntaken belangrijker worden naarmate de OVD een andere rol vervult. Onderstaand schema laat zien hoe kerntaken en rollen met elkaar samenhangen. Basis Grootschalig Monodisciplinair Rol: eindverantwoordelijke Kerntaken: 1a Rol: pelotonscommandant Kerntaken: 1b Multidisciplinair Rol: coördinator Kerntaken: 2 Rol: staffunctionaris Kerntaak: 3 De persoon die aan het kwalificatieprofiel voldoet is direct inzetbaar als OVD. Dit betekent dat hij/zij leiding geeft aan incidenten tot en met het niveau van 4 eenheden met ondersteunende voertuigen. De incidenten liggen op het gebied van brandbestrijding, hulpverlening, gevaarlijke stoffen en waterongevallen. De OVD kan ook leiding geven aan specialistische eenheden, zoals bijvoorbeeld een ontsmettingstrein. Hij/zij hoeft daartoe niet over de specifieke specialistische kennis voor die taak te beschikken. Bij de beschrijving van de kerntaken wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de beschrijving van de Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) zoals op voorstel van de NVBR door de Raad van Regionaal Commandanten is overgenomen. Het doel is om dit model uiterlijk in mei 2007 landelijk ingevoerd te hebben. De rol van de OVD is in deze beschrijving niet expliciet gemeld. In de beschrijving van de kerntaken wordt uitgegaan van de inzet van de OVD tot en met het niveau GRIP 0. Omdat in de toekomst alleen sprake zal zijn van het CoPI wordt de term CTPI/CoPI/CoRT niet meer gebruikt. Kerntaak 1: Leidinggeven aan brandweereenheden bij de bestrijding van het incident De OVD stuurt brandweerprocessen aan bij basis en grootschalig monodisciplinair repressief optreden. Hij is eindverantwoordelijk voor de bestrijding van het incident bij basis monodisciplianir repressief optreden. Bij grootschalige incidenten is hij als pelotonscommandant verantwoordelijk voor de bestrijding van het incident in zijn pelotonsvak. Kerntaak 2: Coördineren van multidisciplinaire samenwerking De OVD coördineert de multidisciplinaire samenwerking in het motorkapoverleg en start indien nodig het CoPI op. Hij is verantwoordelijk voor het gecoördineerd optreden van alle disciplines ter plaatse van het incident bij routinematige incidenten, vanaf GRIP 1 neemt de OvD deleiding van het CoPI op zich totdat de HOVD ter plaatse is.. Kerntaak 3: Informeren, ondersteunen en adviseren van de HOVD De OVD informeert en adviseert (gevraagd en ongevraagd) het bevoegd gezag, betrokken diensten, pers en publiek over de bestrijding van het incident. 3

Kerntaak 1: Leidinggeven aan brandweereenheden bij de bestrijding van het incident Werkzaamheden De OVD stuurt brandweerprocessen aan bij basis en grootschalig monodisciplinair repressief optreden. Hij is eindverantwoordelijk voor de bestrijding van het incident bij basis monodisciplianir repressief optreden. Dit brengt de volgende werkzaamheden met zich mee: maakt inschatting van de aard, omvang en dynamiek van het incident schaalt indien nodig op, zowel monodisciplinair (incl. specialismen) als multidisciplinair neemt leiding ter plaatse over van bevelvoerder en is eindverantwoordelijk maakt inzetplan, vertaalt dit naar inzetdoelen en/of vakken van brandweereenheden en voert het bevel controleert het effect van de werkzaamheden, anticipeert op ontwikkelingen en stelt zonodig bij draagt zorg voor de registratie van belangrijke gegevens (bijv. blootstelling gevaarlijke stoffen) draagt zorg voor logistiek schaalt af Beoordelingscriteria Bij grootschalige incidenten is de OVD als pelotonscommandant verantwoordelijk voor de bestrijding van het incident in zijn pelotonsvak. Kernactiviteiten zijn in dit verband: maakt inschatting van de aard, omvang en dynamiek van het inzetvak vraagt indien nodig om bijstand aan compagniescommandant maakt inzetplan voor het eigen inzetvak, vertaalt dit naar inzetdoelen en/of vakken van brandweereenheden en voert het bevel controleert het effect van de werkzaamheden, anticipeert op ontwikkelingen en stelt zonodig bij levert sitraps (schriftelijk) aan de compagniescommandant controleert en stemt af met de pelotonscommandant van het naastgelegen pelotonsvak zorgt dat de veiligheid van eigen personeel, andere hulpverleningsdiensten en derden voortdurend is gewaarborgd. zorgt voor een adequate beeldvorming en analyse van het geheel: 4

Keuzes en dilemma s - beschikt over een basisplaatje, incl. oplossingen op basis van de op dat moment bekende informatie. - heeft een correct totaalbeeld van de situatie na toetsende verkenning - stelt het beeld zonodig bij waardoor dit altijd actueel is kan tijdig een juist inzetplan overhandigen, maar anticipeert op mogelijke veranderingen middels een plan plus. Handelt situationeel en durft van prioriteit te wisselen; kan deze keuzes goed onderbouwen (adequate oordeels- en besluitvorming). geeft duidelijke en uitvoerbare bevelen aan bevelvoerders straalt rust en gezag uit heeft een Sitrap beschikbaar (schriftelijk in de rol van pelotonscommandant) heeft een rapportage van het incident beschikbaar de OVD krijgt te maken met situaties waarin hij moet kiezen tussen de veiligheid van eigen personeel versus het redden van slachtoffers. Hierbij spelen factoren mee als inzetsnelheid en beschermingsniveau tijdens de verkenning, redding of inzet (bijv. inzet gaspak of chemiepak: dit kost tijd en hoeft niet altijd nodig te zijn). Ook de afweging tussen veiligheid en economische belangen kan een rol spelen. de OVD moet in een dynamische omgeving onder hoge tijdsdruk beslissingen nemen met verstrekkende gevolgen, op basis van onvolledige informatie (NB: indien informatie is aangeleverd door anderen moet de OVD de betrouwbaarheid en volledigheid daarvan goed kunnen inschatten). De OVD moet het risico van verkeerde keuzes voor zichzelf kunnen accepteren en gemaakte keuzes aan anderen kunnen verantwoorden. het is belangrijk dat de OVD vertrouwen en zekerheid uitstraalt naar bevelvoerders en manschappen, terwijl hij innerlijk onzeker kan zijn over zijn besluiten en aanpak. de OVD moet de bevelvoerder in zijn waarde laten tegenover manschappen maar ook durven ingrijpen en hem/haar aanspreken wanneer nodig. Bij het overnemen van het bevel van de bevelvoerder kan zich de situatie voordoen dat de OVD het niet eens is met de gekozen aanpak omdat die niet effectief is, of niet veilig. De OVD moet dan de kracht hebben om in te grijpen richting de bevelvoerder. 5

opschalen of niet? Hierbij gaat het om het maken van de juiste inschatting omtrent de noodzaak van opschalen. Hierbij spelen naast de omvang en (snelheid van) ontwikkeling van het incident ook persoonlijke motieven en emoties een rol (bereidheid om verantwoordelijkheid te delen, vinden dat je zelf het incident moet kunnen bestrijden etc.). de OVD kan geconfronteerd worden met incidenten waarbij de omgeving weigert mee te werken aan de bestrijding of zelfs agressief gedrag vertoont richting de brandweer. de OVD moet beslissen over wat wel en niet gecommuniceerd wordt, door wie laat je dat doen en hoe houd je er grip op als je zelf niet de boodschapper bent. 6

Kerntaak 2: Coördineren van multidisciplinaire samenwerking Werkzaamheden Beoordelingscriteria Keuzes en dilemma s De OVD coördineert de multidisciplinaire samenwerking in het motorkapoverleg Hij is verantwoordelijk voor het gecoördineerd optreden van alle disciplines ter plaatse van het incident in GRIP 0 situatie. Dit brengt de volgende werkzaamheden met zich mee: roept de hoogste leidinggevende ter plaatse van elke discipline bijeen en vormt een motorkapoverleg en maakt verdere afspraken over de communicatie (o.a. verbindingen, vergadertijdstippen) vormt met de deelnemers aan het motorkapoverleg een gemeenschappelijk beeld van het incident maakt met de deelnemers aan het motorkapoverleg een plan en verdeelt de werkzaamheden op basis van de processen in de rampenbestrijding maakt afspraken met andere niet operationele diensten stemt af over activiteiten voortkomend uit de processen en bewaakt de voortgang anticipeert op de ontwikkeling van het incident en coördineert de opschaling (GRIP) en start het CoPI op heft het motorkap[overleg op zorgt dat de veiligheid van eigen personeel, andere hulpverleningsdiensten en derden optimaal is gewaarborgd. zorgt voor een gezamenlijk plan van aanpak waarin ieders deskundigheid en belang is meegenomen op basis van prioriteiten zorgt voor het uitvoeren van het genomen besluit conform de afspraak overhandigt tijdig een juist inzetplan, maar anticipeert op mogelijke veranderingen middels een plan plus. Handelt situationeel en durft van prioriteit te wisselen; kan deze keuzes goed onderbouwen. straalt rust en gezag uit zorgt voor een goed werkend coördinatie-overleg: efficiënt (start en stopt op tijd, iedereen is ter plaatse) en effectief (leidt tot besluiten, prioriteiten, afspraken). de OVD moet balanceren tussen taak (bestrijden incident) en relatie met andere diensten: met het oog op de gezamenlijke veiligheid moet de OVD kunnen vertrouwen op de medewerking van deelnemers aan het motorkapoverleg bij het uitvoeren van maatregelen, terwijl hij geen formele zeggenschap over hen heeft. Dit betekent 7

onder andere dat hij bij het opstellen van een plan van aanpak rekening dient te houden met de verschillende (soms strijdige) belangen van alle deelnemers aan het motorkapoverleg. de OVD moet omgaan met schaarste en beperkingen: de OVD kan behoefte hebben aan een bepaalde vorm van ondersteuning die dat moment niet geboden kan worden (bijvoorbeeld inzet ME peloton bij ontruiming). de OVD heeft vertrouwen op eigen kennis (die soms ontoereikend is) versus vertrouwen op de kennis van deskundigen de OVD moet beslissen over wat wel en niet gecommuniceerd wordt, door wie laat je dat doen en hoe houd je er grip op als je zelf niet de boodschapper bent. de OVD moet omgaan met tijdige beschikbaarheid versus volledigheid van informatie: het gaat hierbij om het dilemma dat je anderen bij voorkeur informeert wanneer de situatie duidelijk en stabiel is, terwijl je toch gedwongen kunt zijn om op basis van onvolledige informatie iets te communiceren (bijvoorbeeld omdat publiek ingelicht moet worden over maatregelen). 8

Kerntaak 3: Informeren, ondersteunen en adviseren van de HOVD Werkzaamheden De OVD informeert en adviseert (gevraagd en ongevraagd) het bevoegd gezag, betrokken diensten, pers en publiek over de bestrijding van het incident. Dit brengt de volgende werkzaamheden met zich mee: informeert en adviseert gevraagd en ongevraagd het bevoegd gezag informeert overige betrokken diensten (waterschap, milieudienst etc.) draagt zorg voor het informeren van pers en publiek levert een sitrap aan: - meldkamer - hogere leidinggevende van de brandweer (HOVD/CVD) draagt zorg voor het waarschuwen van de bevolking in de directe nabijheid van het incident maakt als staffunctionaris deel uit van het CoPI, actiecentrum brandweer of sectie brandweer in het ROT draagt zorg voor de nazorg van personeel en materieel evalueert het optreden en maakt rapport incident op Beoordelingscriteria Keuzes en dilemma s heeft een sitrap beschikbaar (mondeling) zorgt dat de veiligheid van eigen personeel, andere hulpverleningsdiensten en derden optimaal is gewaarborgd. verstrekt informatie gestructureerd, eenduidig en kernachtig de OVD moet tijd vrijmaken om informatie te geven, maar daarbij wel de continuïteit waarborgen van zijn rol als OVD (en daar passende maatregelen voor treffen). de OVD moet omgaan met tijdige beschikbaarheid versus volledigheid van informatie: het gaat hierbij om het dilemma dat je anderen bij voorkeur informeert wanneer de situatie duidelijk en stabiel is, terwijl je toch gedwongen kunt zijn om op basis van onvolledige informatie iets te communiceren (bijvoorbeeld omdat publiek ingelicht moet worden over maatregelen). de OVD zal de HOVD moeten adviseren over het al dan niet waarschuwen van de bevolking. Een dergelijk alarm heeft een grote impact en consequenties die je nauwelijks kunt overzien. Niet waarschuwen kan daarentegen onnodig gevaar opleveren. de OVD dient ook achteraf over de juiste informatie ten 9

behoeve van de nazorg, met name ten aanzien van personeel, te beschikken. 10

Bijlage I Aan de totstandkoming van dit kwalificatieprofiel is bijgedragen door: Ontwikkelgroep Dhr. J. Smits Hoofd Kwaliteitszorg Hulpverleningsdienst Brandweer Brabant-Noord Dhr. W. Van der Peijl Hoofd opleidingen Brandweer Zeeland Dhr. H. van Oosterhout Dhr. B. van Otterdijk Hoofd ondersteuning en meldkamer Commandant/hoofd afdeling brandweer Noord- en Midden Limburg Gemeente Someren Dhr. L. Houben Projectleider Repressie Brandweer Sittard-Geleen Dhr. R. Barreveld Operationeel Bureau oefenen Regionale Brandweer Westelijk Noord-Brabant Mevr. M. Rondeel Adviseur Kessels&Smit The Learning Company Nbbe Dhr. M.J. Leune Beleidsmedewerker Nifv Dhr. J. Molenaar Vakgroepdecaan 11