VOORSTEL COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS

Vergelijkbare documenten
VOORSTEL (C) CDC-567

ADVIES (A) CDC-607

(A) juli Artikel 23, 2, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. Niet-vertrouwelijk

EINDBESLISSING (B) CDC-1251

ADVIES (A) CDC-1584

EINDBESLISSING (B) CDC-1231

PRIJZEN/TARIEVEN. 1. Aanbeveling sociaal tarief

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE

VOORSTEL (C) CDC-197

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE [C 2013/11421]

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité");

(A) november 2017

EINDBESLISSING (B) CDC-1272

EINDBESLISSING (B) CDC-1273

(B) juni Artikel 21bis, 4, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. Niet-vertrouwelijk

BESLISSING (B) CDC-490

BESLISSING (B) CDC-637G/16

VOORSTEL (C) CDC-196

(A) december 2018

EINDBESLISSING (B) CDC-1478

Inhoudstafel Tekst Begin

BESLISSING (B) CDC-628E/26

Advies van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 7 oktober 2003

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE

BESLISSING COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

BESLISSING (B) CDC-384

ADVIES COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS

BESLISSING (B) CDC-1136

BESLISSING COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS

BESLISSING (B) CDC-626E/17

ADVIES (A) CDC-1316

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

EINDBESLISSING (B) CDC-1464

BESLISSING (B) CDC-657G/12

BESLISSING (B) CDC-1224 E/1

(B) oktober Artikel 19bis, 4, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. Niet-vertrouwelijk

Metrologische Reglementering

BESLISSING (B) CDC-1219E/7

ADVIES (A) CDC-86

FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID

VOORSTEL (C) CDC-249

MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN

(A) april 2019

Koninklijk besluit van 30 mei 1997 houdende de versterking van de doeltreffendheid van de instrumenten voor financiële steun aan de export

BESLISSING (B) CDC-658E/37

BESLISSING (B) CDC-1220 E/1

BESLISSING (B) CDC-495

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen. Artikel 1

J U S T E L - Geconsolideerde wetgeving Einde Eerste woord Laatste woord Aanhef Verslag aan de Koning. Inhoudstafel

WET VAN 29 MAART betreffende de gezinsbijslag voor zelfstandigen. (B.S. 6 mei 1976)

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU

BESLISSING (B) CDC-1269G/1

(B) juni Niet-vertrouwelijk

BESLISSING COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007

Uittreksel uit Belgisch staatsblad dd Verlaging BTW nieuwbouw voor facturen van tot

PROGRAMMATORISCHE FEDERALE OVERHEIDSDIENST MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE, ARMOEDEBESTRIJDING EN SOCIALE ECONOMIE

BESLISSING COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels

BESLISSING (B) CDC-1227 E/1

(B)1224G/10 26 januari 2017

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

VOORSTEL (C) CDC-1179

BESLISSING (B) CDC-1323E/7

BESLISSING (B) CDC-964

EINDBESLISSING (B) CDC-1282

BESLISSING (B) CDC-1235

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID

BESLISSING (B) CDC-1409E/7

BESLISSING (B) CDC-1224G/8

VERSLAG AAN DE KONING

BESLISSING (B) CDC-656G/25

(B)1225G/17 26 januari 2017

ADVIES COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS

BESLISSING (B) CDC-1227E/5

HOOFDSTUK I - ALGEMENE BEPALINGEN HOOFDSTUK II - DE HOGE RAAD VOOR DE OPLEIDING VOOR DE OPENBARE BRANDWEERDIENSTEN

Beslissing over het voorstel van Elia System Operator nv betreffende een wijziging van de regels die de energieoverdracht organiseren

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE

KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007

Publicatie KB omtrent zorgkundige

HOOFDSTUK 1. - DEFINITIES. Voor de toepassing van dit besluit wordt met de term "gemeente" ook een brandweerintercommunale bedoeld.

Sociaal tarief voor elektriciteit en/of aardgas. Werking automatische toepassing

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE

Brussel, De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

(B) november 2018

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

(B)1222G/18 20 april 2017

VERSLAG AAN DE KONING

(A) augustus Artikel 11 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. Niet-vertrouwelijk

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

ADVIES DR

Transcriptie:

Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel. 02/289.76.11 Fax 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS VOORSTEL (C)080515-CDC-767 van koninklijk besluit met betrekking tot de forfaitaire verminderingen voor de leveringen van aardgas en elektriciteit gedaan met toepassing van artikel 11, tweede lid, van het ontwerp van programmawet dat op 20 maart 2008 door de federale regering in de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers werd ingediend en door deze laatste werd aangenomen op 8 mei 2008 15 mei 2008

VOORSTEL De COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS (CREG) heeft een voorstel van koninklijk besluit opgesteld met betrekking tot de forfaitaire verminderingen voor de leveringen van aardgas en elektriciteit, met toepassing van artikel 11, tweede lid, van het ontwerp van programmawet dat op 20 maart 2008 door de federale regering in de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers werd ingediend (Doc 52 1011/001) (hierna: het ontwerp van programmawet) en door deze laatste werd aangenomen op 8 mei 2008. Artikel 9 van het ontwerp van programmawet bepaalt dat forfaitaire verminderingen van respectievelijk vijfenzeventig EUR voor de aardgaslevering voor verwarming en vijftig EUR voor de elektriciteitslevering voor verwarming toegekend worden aan de eindafnemers zoals gedefinieerd in artikel 10 van het ontwerp van programmawet. Artikel 11, tweede lid, van het ontwerp van programmawet voorziet dat de Koning, op voorstel van de CREG, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, het volgende bepaalt: 1 de modaliteiten voor het aanvragen van de forfaitaire vermindering, met name de vorm waaronder de aanvragen moeten worden ingediend, de procedure volgens dewelke de eigenaars de forfaitaire vermindering doorstorten zoals bedoeld in artikel 10, 3, alsmede de verantwoordingsstukken die bij de aanvragen dienen te worden gevoegd; 2 de modaliteiten voor de vergoeding van de forfaitaire verminderingen aan de aardgas- en elektriciteitsleverancier; 3 de modaliteiten van het bewijs dat door de aardgas- en elektriciteitsleveranciers dient geleverd te worden aan de Commissie om aan te tonen dat zij voldoen aan de voorwaarden om te genieten van de vergoeding. Op 16 april 2008 ontving de CREG een schrijven van de Minister van Klimaat en Energie, gedateerd op 14 april 2008, met het verzoek om dit dossier tijdig voor te bereiden in afwachting van een definitieve goedkeuring en publicatie van de programmawet en gelet op de toekenning van de kortingen vanaf 1 juli 2008. De Minister wees er tevens op dat de leveranciers en de distributienetbeheerders de wens uitgedrukt hadden om betrokken te worden bij de uitwerking van deze uitvoeringsbepalingen door de CREG. 2/10

Bij schrijven, gedateerd op 28 april 2008, heeft de CREG de leveranciers en de distributienetbeheerders verzocht een advies uit te brengen over het voorstel van koninklijk besluit met betrekking tot de forfaitaire verminderingen voor de leveringen van aardgas en elektriciteit dat door de CREG werd opgesteld, en dit tegen 14 mei 2008. Op zijn vergadering van 15 mei 2008 werd het voorliggend voorstel goedgekeurd door het Directiecomité van de CREG. Dit voorstel bevat twee delen. In het eerste deel worden een aantal opmerkingen gemaakt bij de artikelen van het voorstel van koninklijk besluit. Het tweede deel bevat de tekst van het voorstel van koninklijk besluit. Als bijlage bij dit voorstel worden de opmerkingen van de leveranciers en de distributienetbeheerders gevoegd. 3/10

ARTIKELSGEWIJZE BESPREKING Artikel 1 1. Naast de definities vermeld in de artikelen 2 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en artikel 1 van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere, definieert artikel 1 van het voorstel van koninklijk besluit een aantal bijkomende begrippen. Zo slaat de term appartementsgebouw op een appartementsgebouw waarvan de verwarming met aardgas plaats vindt door middel van een collectieve installatie. Artikel 2 2. Artikel 2 bepaalt, in uitvoering van artikel 11, tweede lid, 1, van het ontwerp van programmawet, de modaliteiten voor het aanvragen van de forfaitaire vermindering, met name de vorm waaronder de aanvragen moeten worden ingediend en de verantwoordingsstukken die bij de aanvragen dienen te worden gevoegd. De aanvraag tot het bekomen van een forfaitaire vermindering dient schriftelijk gericht te worden aan de leverancier. Onder de documenten die de aanvrager bij zijn aanvraag dient te voegen bevindt zich ook een bewijsstuk van het ziekenfonds waarin het attesteert dat het huishouden van de aanvrager voldoet aan de voorwaarden bedoeld in artikel 10, 1, van het ontwerp van programmawet. De categorie van klanten die van de voornoemde verminderingen kunnen genieten zijn de personen bedoeld in artikel 37undecies van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, die een verzekeringstegemoetkoming in de kosten voor de verstrekkingen genieten en wier jaarlijks belastbaar netto inkomen van hun huishouden het bedrag van 20.600,00 EUR niet overschrijdt. Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast aan een gecorrigeerd indexcijfer voorzien in artikel 37quaterdecies van de voornoemde wet. 4/10

Het ziekenfonds lijkt het best geplaatst om te attesteren dat de aanvrager tot de voormelde categorie klanten behoort. Op deze manier worden de administratieve lasten voor de leveranciers bij het behandelen van de aanvragen ook enigszins beperkt. Het ontwerp van programmawet bepaalt in zijn artikel 9, eerste lid, dat verminderingen worden toegekend voor de aardgaslevering voor verwarming en voor de elektriciteitslevering voor verwarming. In de Memorie van Toelichting bij het ontwerp van programmawet 1 wordt verduidelijkt dat het de beoogde doelstelling is dat deze kortingen enkel zouden toegestaan worden aan cliënten die gebruik maken van aardgas en elektriciteit om hun woning te verwarmen. In zijn advies over het voorontwerp van programmawet 2 stelde de Raad van State in dit verband dat de vraag rijst hoe zal worden bepaald of de levering van aardgas of elektriciteit bestemd is voor verwarming. Het is inderdaad niet evident om een sluitend bewijs te leveren dat de aardgas of elektriciteit bestemd is voor verwarming. Om deze reden en teneinde de administratieve lasten voor de leveranciers te beperken, acht de CREG het aangewezen om een verklaring op eer te vragen die bevestigt dat de aanvrager het aardgas of de elektriciteit gebruikt voor verwarmingsdoeleinden. Artikel 3 3. Artikel 3, 1, van het voorstel van koninklijk besluit bepaalt dat de leverancier de forfaitaire vermindering toekent volgens de modaliteiten bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de programmawet. Dit betekent dat de leveranciers de forfaitaire verminderingen van respectievelijk 75 EUR voor aardgaslevering en 50 EUR voor elektriciteitslevering bij wijze van prijsvermindering dienen aan te rekenen op de eindafrekeningen opgesteld vanaf 1 juli 2008. Artikel 3, 2, van het voorstel van koninklijk besluit geeft eveneens uitvoering aan artikel 11, tweede lid, 1, van het ontwerp van programmawet en bepaalt de procedure volgens dewelke de eigenaars de forfaitaire vermindering doorstorten in het geval de aanvrager een 1 Memorie van Toelichting bij het ontwerp van programmawet, Parl. St. Kamer, 2007-2008, Doc 52 1011/001, 9. 2 Advies van de Raad van State over het ontwerp van programmawet, Parl. St. Kamer, 2007-2008, Doc 52 1011/001, nr. 44.249/1/2/3/4 van 11 en 13 maart 2008, 98. 5/10

woongelegenheid betrekt in een appartementsgebouw waarvan de verwarming met aardgas plaats vindt door middel van een collectieve installatie. In dit geval dient de aardgasleverancier op de eindafrekening de coördinaten van de perso(o)n(en) voor wiens rekening de forfaitaire vermindering werd toegekend te vermelden. Vervolgens brengt de eigenaar of de beheerder van het appartementsgebouw het bedrag van de forfaitaire vermindering in mindering van de jaarlijkse afrekeningfactuur gericht aan de begunstigde van deze vermindering. Bij gebrek hieraan, betaalt hij hem het bedrag van de vermindering terug. Artikel 4 4. Naar analogie met het koninklijk besluit van 21 januari 2004 tot vaststelling van de nadere regels voor de compensatie van de reële nettokost die voortvloeit uit de toepassing van de sociale maximumprijzen in de elektriciteitsmarkt en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan (hierna: het koninklijk besluit van 21 januari 2004), voorziet artikel 4 van het voorstel van koninklijk besluit dat de leveranciers recht hebben op de terugbetaling van de extra administratieve kosten die door de toepassing van de verminderingen werden veroorzaakt. Om de bewijslast en de daaraan verbonden administratieve lasten voor de leveranciers te beperken, wordt ervoor geopteerd om deze administratieve kosten vast te leggen op een forfaitair bedrag van 2 procent van het volledige bedrag van de forfaitaire verminderingen die door de betrokken leverancier werden toegekend. Artikel 5 5. Artikel 5 van het voorstel van koninklijk besluit geeft uitvoering aan artikel 11, tweede lid, 2 en 3, van het ontwerp van programmawet en bepaalt de modaliteiten voor de vergoeding van de forfaitaire verminderingen aan de aardgas- en elektriciteitsleveranciers en de modaliteiten van het bewijs dat door laatstgenoemden aan de CREG dient geleverd te worden om aan te tonen dat zij voldoen aan de voorwaarden om te genieten van de vergoeding. De leverancier die (een) forfaitaire vermindering(en) heeft toegekend, maakt de maand volgend op elk kwartaal een verklaring van schuldvordering over aan de CREG. Artikel 5 van het voorstel van koninklijk besluit somt de elementen op die deze verklaring van schuldvordering dient te omvatten en preciseert tevens dat ze ondertekend dient te worden door een of meerdere personen met handtekeningbevoegdheid voor de leverancier. 6/10

Artikel 6 6. Artikel 6 van het voorstel van koninklijk besluit bepaalt dat de leverancier zijn schuldvordering, na goedkeuring door de CREG, indient bij de FOD Economie, DG Energie, met het verzoek tot terugbetaling. In bijlage bij deze schuldvordering, wordt de goedkeuring van de CREG gevoegd. Artikel 7 7. Naar analogie met het koninklijk besluit van 21 januari 2004, wordt in artikel 7 van het voorstel van koninklijk besluit voorzien dat de CREG controles ter plaatse kan uitvoeren bij om het even welke leverancier die een schuldvordering met het verzoek tot de terugbetaling van de forfaitaire vermindering heeft ingediend of die de terugbetaling hiervan heeft ontvangen. De leverancier dient al zijn verantwoordingsstukken ter beschikking van de CREG te houden en dient deze over te maken op eenvoudige vraag van de CREG. Wanneer er onregelmatigheden geconstateerd worden, dan zullen deze aanleiding geven tot een terugstorting door de betrokken aardgas- of elektriciteitsleverancier aan de FOD Economie, DG Energie. Artikel 8 8. Artikel 8 bepaalt dat het koninklijk besluit uitwerking heeft met ingang van 1 juli 2008. Aangezien het ontwerp van programmawet op het ogenlik van de redactie van het onderhavige voorstel nog steeds hangende was in de Kamer, wenst de CREG nog aan te stippen dat het koninklijk besluit uiteraard pas in werking kan treden op 1 juli 2008 indien de programmawet zelf reeds in werking getreden is op dat tijdstip. 7/10

VOORSTEL VAN KONINKLIJK BESLUIT KONINKRIJK BELGIË FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE Voorstel van koninklijk besluit met betrekking tot de forfaitaire verminderingen voor de levering van aardgas en elektriciteit ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de programmawet van, inzonderheid op artikel 11, tweede lid; Gelet op het voorstel van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas, gegeven op ; Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op ; Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op ; Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op met toepassing van artikel van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van Onze Minister van Energie en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers; Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. De definities vervat in artikel 2 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en in artikel 1 van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, zijn van toepassing op dit besluit. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1 programmawet : de programmawet van ; 2 forfaitaire vermindering : de forfaitaire vermindering bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de programmawet; 3 appartementsgebouw : het appartementsgebouw bedoeld in artikel 10, 3, van de programmawet. Art. 2. 1. De aanvrager richt een schriftelijke vraag tot het bekomen van een forfaitaire vermindering aan zijn aardgas- en/of elektriciteitsleverancier. De aanvrager voegt de volgende documenten bij zijn aanvraag: 1 een kopie van zijn identiteitskaart en, in voorkomend geval, van deze van de persoon die in zijn naam de aanvraag indient; 8/10

2 een bewijsstuk van het ziekenfonds waarin het attesteert dat het huishouden van de aanvrager voldoet aan de voorwaarden bedoeld in artikel 10, 1, van de programmawet; 3 een verklaring op eer die bevestigt dat het aardgas of de elektriciteit gebruikt wordt voor verwarmingsdoeleinden; 4 de EAN-code; 5 indien de aanvrager een woongelegenheid betrekt in een appartementsgebouw, het nummer van het appartement dat hij betrekt. 2. Op basis van de documenten bedoeld in het voorgaande lid gaat de aardgas- en/of elektriciteitsleverancier na of de voorwaarden voor de toekenning van de forfaitaire vermindering vervuld zijn. Art. 3. 1. De aardgas- en/of elektriciteitsleverancier kent de forfaitaire vermindering toe volgens de modaliteiten bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de programmawet. 2. Wanneer de forfaitaire vermindering wordt toegekend aan een persoon die een woongelegenheid betrekt in een appartementsgebouw, vermeldt de aardgasleverancier op de eindafrekening de coördinaten van de perso(o)n(en) voor wiens rekening de forfaitaire vermindering werd toegekend. De eigenaar of de beheerder van het appartementsgebouw brengt het bedrag van de forfaitaire vermindering in mindering van de jaarlijkse afrekeningfactuur gericht aan de begunstigde van deze vermindering. Bij gebrek hieraan, betaalt hij hem het bedrag van de vermindering terug. Art. 4. De aardgas- en/of elektriciteitsleverancier die (een) forfaitaire vermindering(en) heeft toegekend aan (een) klant(en), heeft recht op terugbetaling van de extra administratieve kosten die hierdoor werden veroorzaakt. Deze administratieve kosten bestaan uit een forfaitair bedrag van 2 procent van het volledig bedrag van de forfaitaire verminderingen die door hem werden toegekend. Art. 5. 1. De aardgas- en/of elektriciteitsleverancier die (een) forfaitaire vermindering(en) heeft toegekend aan (een) klant(en), maakt de maand volgend op elk kwartaal een verklaring van schuldvordering over aan de Commissie. Deze verklaring van schuldvordering omvat: 1 de lijst van de klanten aan wie de forfaitaire vermindering werd toegekend. Deze lijst vermeldt: a) de naam van deze klanten; b) het adres van hun hoofdverblijfplaats; c) hun EAN-code; d) het referentienummer van het bewijsstuk van het ziekenfonds bedoeld in artikel 2, 1, tweede lid, 2 ; e) het bedrag van de forfaitaire vermindering dat aan elke klant werd toegekend; 2 het totaal aantal klanten aan wie de forfaitaire vermindering voor de aardgaslevering werd toegekend, het totaal aantal klanten aan wie de forfaitaire vermindering voor de elektriciteitslevering werd toegekend en het totaal bedrag van de forfaitaire verminderingen die werden toegekend; 3 het bedrag van de administratieve kosten. 2. De verklaring van schuldvordering wordt ondertekend door een of meerdere personen met handtekeningbevoegdheid voor de leverancier. Art. 6. Na de goedkeuring van de schuldvordering door de Commissie, dient de aardgasen/of elektriciteitsleverancier zijn schuldvordering in bij de FOD Economie, DG Energie, met 9/10

het verzoek tot terugbetaling. In bijlage bij deze schuldvordering, wordt de goedkeuring van de Commissie gevoegd. Art. 7. De Commissie kan op elk moment controles ter plaatse uitvoeren bij om het even welke aardgas- en/of elektriciteitsleverancier die een schuldvordering met het verzoek tot de terugbetaling van de forfaitaire vermindering heeft ingediend of die de terugbetaling hiervan heeft ontvangen. De aardgas- en/of elektriciteitsleverancier dient al zijn verantwoordingsstukken ter beschikking van de Commissie te houden en dient deze over te maken op eenvoudige vraag van de Commissie. Eventuele geconstateerde onregelmatigheden geven aanleiding tot een terugstorting door de betrokken aardgas- of elektriciteitsleverancier aan de FOD Economie, DG Energie. Art. 8. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2008. Art. 9. Onze Minister van Klimaat en Energie is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, op ALBERT VAN KONINGSWEGE De Minister van Klimaat en Energie, Paul MAGNETTE Voor de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas : Bernard LACROSSE Directeur François POSSEMIERS Voorzitter van het Directiecomité Bijlagen: 1. Schrijven van 7 mei 2008 van EBEM 2. Schrijven van 13 mei 2008 van INFRAX 3. Schrijven van 13 mei 2008 van EANDIS 4. E-mailbericht van 14 mei 2008 van WASEWIND 5. E-mailbericht van 14 mei 2008 van FEBEG, met in bijlage voorstellen van amendementen 6. Schrijven van 15 mei 2008 van ALG 10/10