Normenbrief 1 juli 2018

Vergelijkbare documenten
Normenbrief 1 juli 2019

Inleiding 1. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ

Inleiding 1. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ

Overzicht van de bedragen genoemd in de Participatiewet en het Bbz 2004 per 1 juli 2016.

Normenbrief 1 januari 2019

Inleiding 1. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ

Normenbrief normen per 1 januari 2018

Inleiding 1. Aanpassing kostendelersnormsystematiek 2. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ 3. Aanpassing vrijlating medisch-uren beperkten IOAW en IOAZ

Wijziging bedragen. WWB, IOAW en IOAZ. Inleiding

Inleiding 1. Aanpassing kostendelersnormsystematiek 2. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ

Wijziging bedragen. WWB, IOAW, IOAZ en Bbz 2004 per 1 januari Inleiding

Wijziging bedragen Participatiewet

Wijziging bedragen. per 1 juli WWB, IOAW en IOAZ. Inleiding

Voorlopige wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 juli 2012

Wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 januari 2013

Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ, Bbz en WWIK per 1 januari 2011

Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ, Bbz en WWIK per 1 januari 2011

Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2011

Voorlopige wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 januari 2012

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2007

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2008

Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2010

Vooraankondiging wijziging bedragen WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ en WIK per 1 januari 2004

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2006

Normen Participatiewet (PW)

STAATSCOURANT. Nr

STAATSCOURANT. Nr

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 januari 2007

NORMEN VANAF 1 JULI 2017

NORMEN VANAF 1 JANUARI 2018

NORMEN VANAF 1 JANUARI 2018

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 januari 2009

NIEUWSBRIEF IGSD. september In dit nummer. Steenwijkerland

NIEUWSBRIEF IGSD. September In dit nummer. Westerveld

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

4. Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WIK per 1 juli 2004

Overzicht uitkeringsbedragen per 1 juli 2018

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Vrijlating inkomsten uit arbeid en vrijlating kostenvergoeding vrijwilligerswerk Participatiewet, IOAW en IOAZ

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2019

Infokaart juli 2015 (versie 1.0)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Participatiewet De bijstandsuitkeringen stijgen per 1 januari De netto normbedragen voor mensen vanaf 21 jaar tot aan pensioen zijn:

Bijstandsuitkeringen, IOAW, IOAZ, WWIK, per 1 januari 2008

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2018

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2017

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2015

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2018

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2016

Let op! Er zijn meer inkomsten die meetellen. Wilt u precies weten hoe het zit? Neem dan contact met ons op.

Artikel 31. Toelichting. De Participatiewet wordt als volgt gewijzigd: Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:

Overzicht uitkeringsbedragen en maatregelen Sociale Zaken en Werkgelegenheid per 1 juli 2017

Artikel 31 Let op: Artikel 31 wijzigt ook door de Wet maatregelen WWB!!! Laatste bewerking op 10 maart

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2015

Artikel 31. Toelichting. Artikel 31, tweede lid, onderdeel u, van de Wet werk en bijstand komt te luiden:

Verordening tot eerste wijziging van de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Bergen 2012

Uitkeringsbedragen per 1 juli Nieuwsbericht

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2019

Bijstandsnormen per

Heernugowaarď Stad van kansen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Inhoud. Wet werk en bijstand... 2 IOAW en IOAZ... 4 AOW... 5 Anw... 7 Wajong... 8 Maximumdagloon (WW, WIA en WAO)... 9 Toeslagenwet...

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2016

Beleidsregels kostendelersnorm en verlaging bijstandsnorm 2015

De uitkeringsbedragen per 1 januari 2014

Verordening Individuele inkomenstoeslag gemeente Ameland 2018

Tijdelijke regels aanscherping Wet Werk en Bijstand

De regeltechnische aanpassingen zijn opgenomen in de onderdelen A tot en met F.

Vaststelling AOW/AWW-bedragen per 1 maart 1996 SZW

Beleidsregels inkomstenvrijlating Participatiewet, Ioaw en Ioaz Het college van burgemeester en wethouders,

B In artikel 5, onderdeel d, wordt langdurigheidstoeslag vervangen door: individuele inkomenstoeslag.

Heerlen in de top 10 met de minste bijstandsgroei in 2016

Inkomenseffecten Participatiewet en kostendelersnorm WWB. Nibud, 2013

Verordening tot wijziging van de Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

en tot intrekking van: 1. de Verordening Wet investeren in Jongeren 2. Re-integratieverordening Wet werk en inkomen kunstenaars

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wijziging van de Wet werk en bijstand en enkele andere sociale zekerheidswetten (Wet maatregelen Wet werk en bijstand en enkele andere wetten)

Voorstel van Wet. De Wet werk en bijstand wordt als volgt gewijzigd:

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Verordeningen en reglementen

Wijzigingen ten opzichte van de vorige druk

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG HELMOND 2015

Beleidsregels alleenstaande-ouderkop 2016 IGSD Steenwijkerland/Westerveld.

Geldproblemen lossen we samen op

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Verordening. Verordening individuele inkomenstoeslag 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

B In artikel 5, onderdeel d, wordt langdurigheidstoeslag vervangen door: individuele inkomenstoeslag.

BURGEMEESTER E WETHOUDERS VA ROERMO D, Overwegende dat;

Beleidsregels inkomstenvrijlating Participatiewet, Ioaw en Ioaz Orionis Walcheren

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 2

5. De algemene inkomstenvrijlating wordt niet met terugwerkende kracht toegekend.

Verordening minimabeleid en activering Participatiewet, IOAW, IOAZ ISD Bollenstreek 2017 De raad van de gemeente

BELEIDSREGELS INKOMENSVOORZIENINGEN GEMEENTE AALSMEER. HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1. Begripsbepalingen.

Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer 9 22 december 2014

aanvraag; besluit; betaling; definitieve vaststelling; aflossing en maatregelen bij niet nakomen verplichtingen; terugvordering en inning.

Beleidsregels Deeltijd ondernemen in de bijstand Orionis Walcheren 2015

Uitvoeringsregels Individuele Bijzondere bijstand ISD BOL 2018

Transcriptie:

Normenbrief 1 juli 2018 Inleiding Het bruto wettelijk minimumloon is per 1 juli 2018 vastgesteld op 1.594,20 per maand (was: 1578,00). In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37 van de Participatiewet per genoemde datum eveneens wijzigen. Uiteraard heeft dit gevolgen voor de aan het netto minimumloon gerelateerde bijstandsnormen en grondslagen IOAW en IOAZ. De wijziging van de bijstandsnormen vindt van rechtswege plaats. Van de definitieve nieuwe bedragen wordt mededeling gedaan in de Staatscourant. Ook de definitieve besluiten tot wijziging van de overige bedragen zullen binnenkort in de Staatscourant worden gepubliceerd. In bijlage I zijn de bijstandsnormen opgenomen zoals deze per 1 juli 2018 zullen gelden. De in de IOAW en de IOAZ genoemde netto bedragen, die uitgangspunt vormen voor de grondslagen staan in bijlage II en de grondslagen ingevolge de IOAW en de IOAZ in bijlage III. Het Toetsingsinkomen IOAW volgt de ontwikkeling van het bruto minimumloon (1,03%). Kostendelersnorm IOAW en IOAZ Per 1 juli 2015 wordt de kostendelersnorm bij de IOAW en IOAZ stapsgewijs ingevoerd. Per 1 januari 2018 ontvangt de kostendelende alleenstaande (ouder) 55% van de gehuwdennorm. Per 1 januari 2019 bedraagt dit percentage 50%.

Bijlage I Overzicht van de bedragen genoemd in de Participatiewet en het Bbz 2004 in 2018. Jongerennormen (art. 20, eerste lid), zonder kinderen - alleenstaande, indien hij 18, 19 of 20 jaar is 244,91 246,01 - gehuwden waarvan beide echtgenoten 18,19 of 20 jaar zijn 489,82 492,02 - gehuwden waarvan een echtgenoot 18, 19 of 20 jaar is en de andere echtgenoot 21 jaar of ouder, zonder kostendelende medebewoners 953,57 957,84 Jongerennorm, met kinderen (art. 20, tweede lid) - alleenstaande ouder, indien hij 18, 19 of 20 jaar is 244,91 246,01 - gehuwden waarvan beide echtgenoten 18, 19 of 20 jaar zijn 773,28 776,75 - gehuwden waarvan een echtgenoot 18, 19 of 20 jaar is en de andere echtgenoot 21 jaar of ouder, zonder kostendelende medebewoners 1.237,03 1.242,57 Normen 21 jaar tot pensioengerechtigde leeftijd (art. 21) - een alleenstaande of een alleenstaande ouder zonder kostendelende medebewoner 992,12 996,56 - gehuwden waarvan beide echtgenoten jonger zijn dan de pensioengerechtigde leeftijd, zonder kostendelende medebewoner 1.417,32 1.423,66 Normen pensioengerechtigden (art. 22) - een alleenstaande of een alleenstaande ouder zonder kostendelende medebewoners 1.115,48 1.121,43 - gehuwden die niet met een andere meerderjarige persoon dan de echtgenoot in dezelfde woning hun hoofdverblijf hebben, en waarvan één of meer de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, zonder kostendelende medebewoners 1.525,44 1.533,18 Normen kostendelersnorm (art. 22a) - norm voor jongere partner, indien geen ten laste komende kinderen 244,91 246,01 - norm voor jongere partner, indien een of meer ten laste komende kinderen 528,37 530,74 Verblijf in een inrichting (art. 23, eerste lid) - alleenstaande of alleenstaande ouder 314,13 315,54 - gehuwden 488,61 490,81 Verhoging genoemd in artikel 23, tweede lid, (premie Zorgverzekeringswet) - alleenstaande 34,00 34,00 - gehuwden 81,00 81,00 NB. De hierboven genoemde bedragen zijn inclusief vakantietoeslag. Deze bedraagt van de betreffende bijstandsnorm c.q. toeslag (art. 19, derde lid) 5,00% 5,00% Totale waarde lijfrente(n) (art. 15, tweede lid, onderdeel b) 253.350,00 253.350,00

Bijlage 1 vervolg Niet tot de middelen te rekenen bedragen (art. 31, tweede lid) Een één- of tweemalig premie (onderdeel j) 2.416,00 2.429,00 Onkostenvergoeding voor het verrichten van vrijwilligerswerk (onderdeel k) - bedrag per maand ten hoogste 150,00 150,00 - maximum bedrag per jaar 1.500,00 1.500,00 Maximaal vrij te laten inkomsten uit arbeid (onderdeel n) 202,00 203,00 Vrij te laten inkomsten uit arbeid voor een alleenstaande ouder (r) 126,32 127,00 Maximaal vrij te laten inkomsten uit arbeid van persoon die medisch uren-beperkt is (y) 128,12 128,81 Buiten beschouwing te laten particuliere oudedagsvoorziening (art. 33, vijfde lid) - alleenstaande (ouder) 19,95 19,95 - gehuwden 39,90 39,90 Buiten beschouwing te laten vermogen (art. 34, tweede en derde lid) In de woning gebonden vermogen voor zover dit minder bedraagt dan 50.800 50.800 Vermogensgrenzen - alleenstaande 6.020 6.020 - alleenstaande ouder 12.040 12.040 - gehuwden 12.040 12.040 Drempelbedrag bijzondere bijstand (art. 35, tweede lid) 132,00 132,00 II. Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 bedrag genoemd in artikel 3, eerste lid, onderdelen a en b 188.997 188.997 bedrag genoemd in artikel 3, eerste lid, onderdeel b 44.973 44.973 bedrag genoemd in artikel 3, tweede lid 132.299 132.299 percentage genoemd in artikel 6, tweede lid 20,00% 20,00% Percentage genoemd in artikel 15, onderdeel a 8,00% 8,00% maximale geldlening (art. 20, eerste lid) 196.381 196.381 Bedrijfskapitaal om niet aan gevestigde zelfstandige (art. 22) 9.819 9.819 Bedrijfskapitaal aan beginnende zelfstandige (art. 24) 36.155 36.155 Inkomenseis oudere zelfstandige (art. 25) 7.799 7.799 Bijstand voor bedrijfskapitaal oudere zelfstandigen (art. 26) 9.819 9.819

Bijlage II Overzicht netto bedragen genoemd in de IOAW en de IOAZ in 2018 (voor grondslagen zie bijlage III) IOAW Netto bedragen genoemd in artikel 5 van de IOAW voor: - De werkloze werknemer en de echtgenoot, beiden 21 jaar of ouder (derde lid, 708,66 711,83 onderdeel a) - De alleenstaande werkloze werknemer, die met één of meer meerderjarige personen 779,53 783,01 zijn hoofdverblijf heeft, in afwijking van artikel 5, derde lid, onderdeel b (artikel 63e, eerste lid) - De alleenstaande werkloze werknemer van 23 jaar of ouder (vierde lid) 992,12 996,56 IOAZ Netto bedragen genoemd in artikel 5, vierde lid van de IOAZ voor: - De gewezen zelfstandige en de echtgenoot (onderdeel a) 708,66 711,83 - De alleenstaande gewezen zelfstandige (onderdeel b) 992,12 996,56 - De alleenstaande gewezen zelfstandige, die met één of meer meerderjarige personen zijn hoofdverblijf heeft, in afwijking van artikel 5, derde lid, onderdeel b (artikel 63b, eerste lid) 779,53 783,01

Grondslagen als bedoeld in artikel 5 van de IOAW en de IOAZ in 2018 Bijlage III IOAW - Regeling vaststelling grondslagen IOAW A. De werkloze werknemer en de echtgenoot, beiden 21 jaar of ouder 1.636,62 1.646,58 B. De alleenstaande werkloze werknemer van 23 jaar of ouder 1.265,19 1.271,48 C. De alleenstaande werkloze werknemer, die met één of meer meerderjarige 930,03 935,33 personen zijn hoofdverblijf heeft, in afwijking van artikel 5, derde lid, onderdeel b van de IOAW (artikel 63e, eerste lid) IOAZ - Regeling vaststelling grondslagen IOAZ A. De gewezen zelfstandige en de echtgenoot 1.636,62 1.646,58 B. De alleenstaande gewezen zelfstandige 1.265,19 1.271,48 C. De alleenstaande gewezen zelfstandige, die met één of meer meerderjarige 930,03 935,33 personen zijn hoofdverblijf heeft, in afwijking van artikel 5, vierde lid, onderdeel c (artikel 63b, eerste lid) Vrijlatingen Inkomensbesluit - maximale vrijlating 315,88 320,16 - premie in het kader van voorziening gericht op arbeidsinschakeling 2.416,00 2.429,00 - kostenvergoeding voor het verrichten van vrijwilligerswerk per maand 150,00 150,00 per jaar 1.500,00 1.500,00 IOAW Vrij te laten bedrag conform art.8, vijfde lid IOAW 199,14 199,84 Vrij te laten bedrag conform art.8, zevende lid IOAW 200,99 203,40 IOAZ bedrag genoemd in artikel 5, tweede lid, 2º 24.540 24.540 bedrag genoemd in art. 5, tweede lid, 3º 25.851 26.101 buiten beschouwing te laten vermogen (art. 8, tweede lid) 132.299 132.299 Berekening inkomen uit vermogen dat meer is dan het in art. 8, tweede lid genoemde 3,00% 3,00% grensbedrag. bedrag genoemd in artikel 5, eerste lid van de Regeling vermogenswaardering IOAZ 122.717 123.379 (art. 5, eerste lid) Maximale vrijlating (art. 8, derde lid) 315,88 320,16 Vrij te laten bedrag conform art. 8, negende lid 199,14 199,84 Vrij te laten bedrag conform art. 8, elfde lid 200,99 203,40

De overige bijlagen (IV, V, VI en VII) zoals gepubliceerd in de normenbrief van 1 januari 2018 wijzigen niet.