Handboek CE onderzoek Schiphol Amsterdam Airport Schiphol Versie : Opgesteld door : Gecontroleerd door: Afdeling : Policies Concept M.A. de Rooy, Vakspecialist TEC/E&P G. van der Weide, A. de Regt, T. Faase, H. Beijer en A. van Egmond Asset Management/ Technical Expert Centre/Expertise & Datum : 11-01-2016
Inhoud Hoofdstuk 1: Inleiding... 4 1.1: Aanleiding... 4 1.2: Doel... 4 1.3: Doelgroep en reikwijdte... 4 1.4 Versiebeheer... 5 1.5: Leeswijzer... 5 1.6: Tot Slot... 5 Hoofdstuk 2: Wet en regelgeving... 6 Hoofdstuk 3: Vergunningenbeheer... 7 Hoofdstuk 4: Proces Advisering bodemkwaliteit in relatie tot CE onderzoek... 8 Toelichting op de procedure Advisering bodemkwaliteit in relatie tot CE onderzoek... 9 4.1: Opstarten (bouw) project... 9 4.2: Advisering door A/ASM/TEC/E&P... 9 4.3: Werkinstructie: Advisering CE... 11 Hoofdstuk 5: Proces Aanbesteding en uitvoering CE onderzoek regulier... 13 Toelichting op de procedure Aanbesteding en uitvoering CE onderzoek regulier... 14 5.1: Opstellen Projectplan/melding CE onderzoek door WSCS-OCE gecertificeerd bedrijf... 14 5.2: Uitvoering CE onderzoek door WSCS-OCE gecertificeerd bedrijf... 15 5.3: Oplevering resultaten onderzoek... 16 5.4: Werkinstructie: Aanbesteding en uitvoering CE onderzoek regulier... 16 Hoofdstuk 6: Proces Gemeente Haarlemmermeer als opdrachtgever voor CE onderzoek.... 18 Toelichting op de procedure Gemeente Haarlemmermeer als opdrachtgever voor CE onderzoek.... 19 6.1: Convenant met de gemeente Haarlemmermeer... 19 6.2: Werkinstructie: Gemeente Haarlemmermeer als opdrachtgever voor CE onderzoek... 19 Meer-/minderwerk.... 20 Gemaakte kosten door de gemeente Haarlemmermeer... 20 Hoofdstuk 7: Rollen en verantwoordelijkheden in relatie met CE onderzoek... 21 7.1 Rol projectleider/initiator... 21 7.2 Rol vakspecialist CE... 21 7.3 Rol vakspecialist bodem... 21 7.5 Rol Technisch Operator A/ASM/M&O... 21 7.6 Rol Maincontractor... 22 7.7 Rol Gemeente Haarlemmermeer... 22 7.8 Rol Adviesbureau... 22 Hoofdstuk 8: Procedure Identificeren, veiligstellen gebied en ruiming van een, tijdens graafwerkzaamheden, aangetroffen CE... 23 3.1.2.1 PR: Ruimen van tijdens graafwerkzaamheden aangetroffen conventioneel explosief (CE)... 23 Bijlage 1: Definities en Begrippen... 25 Bijlage 2: Voorbeeld F1 formulier... 27 Bijlage 3: Samenwerkingsovereenkomst NGE Schiphol 2015... 29 3
Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1: Aanleiding Als gevolg van de oorlogshandelingen in de Tweede Wereldoorlog zijn er in ons land, en ook in de gemeente Haarlemmermeer, niet tot ontploffing gekomen conventionele explosieven (verder CE genoemd) achtergebleven. Vanwege veiligheidsredenen is de noodzaak ontstaan om deze CE op te sporen en te ruimen. Over het risico van CE tijdens grondroerende werkzaamheden is niet altijd wat te zeggen. Er is altijd een kans op het aantreffen van een CE. Het risico kan worden weggenomen door altijd voordat er grondroerende werkzaamheden plaatsvinden - preventief naar CE te zoeken. Het nadeel hiervan is dat dit hoge kosten met zich meebrengt. Daarnaast zullen de projecten ernstige vertraging oplopen. Dit betekent dat het kan voorkomen dat de kosten voor het preventief opsporen van CE s hoger uitvallen dan de overige projectkosten. In dit soort gevallen is het de vraag of de kosten opwegen tegen de eventuele risico s van CE. Daarom hebben we er niet voor gekozen om altijd preventief naar CE te zoeken maar de kans van het aantreffen van CE zoveel mogelijk te verkleinen door vooraf archief onderzoek te laten doen naar de mogelijke aanwezigheid van CE en de daaruit voorvloeiende te treffen voorzorgsmaatregelen. Om te kunnen voldoen aan de regeling WSCS-OCE alsmede uit het oogpunt van verantwoord ondernemen is door AAS en met medewerking van de Maincontractors, de procedure CE s opgesteld. Hierin is de voor Schiphol relevante nationale en provinciale wetgeving op het gebied van niet gesprongen explosieven beschreven. Dit beleid is vervolgens vertaald naar duidelijke interne richtlijnen: de voor u liggende procedures voor CE onderzoek. 1.2: Doel Na het lezen van dit handboek zou het een ieder duidelijk moeten zijn welke acties er uitgevoerd moeten worden om aan de wettelijke verplichtingen op CE gebied te voldoen. Door het voldoen aan de in dit procedure beschreven procedures en instructies worden gezondheidsrisico s, ongevallen met letsel voorkomen en schade beperkt. 1.3: Doelgroep en reikwijdte Deze procedure is bedoeld voor iedereen binnen AAS die werkzaamheden in, op of met de bodem uit laat voeren of zelf uitvoert. Het betreft hier alleen die werkzaamheden die opgedragen worden door Schiphol, waar Schiphol als belanghebbende een mogelijk risico loopt of waar Schiphol gehouden is om de informatie te delen met derden die werkzaamheden gaan verrichten in b.v. in erfpacht uitgegeven percelen. 4
1.4 Versiebeheer Deze procedure zal voortdurend, zo zorgvuldig mogelijk, worden bijgesteld naar de laatste stand van wetgeving, techniek en intern beleid. Daarom is gekozen voor publicatie op Intranet. Voor degenen die hier geen toegang tot hebben zal een losbladige versie worden uitgegeven. 1.5: Leeswijzer Deze procedure is opgebouwd uit 8 onderdelen: Hoofdstuk 2: gaat in op de relevante wet- en regelgeving. Hoofdstuk 3: gaat in op het vergunningenbeheer bij Schiphol ter verkrijging van de nodige vergunningen en ontheffingen Hoofdstuk 4: Procedure Advisering bodemkwaliteit in relatie tot CE onderzoek en de OGV Hoofdstuk 5: Procedure Aanbesteding, uitvoering en rapportage CE onderzoek Hoofdstuk 6: gaat in op de stroomschema s en werkinstructies Advisering bodemkwaliteit in relatie tot CE onderzoek en Aanbesteding, uitvoering en rapportage CE onderzoek Hoofdstuk 7: gaat in op welke rollen en verantwoordelijkheden er zijn binnen de procedures Hoofdstuk 8: Procedure Identificeren, veiligstellen gebied en ruiming van een, tijdens graafwerkzaamheden, aangetroffen CE bijlagen 1 geeft achtergrondinformatie in de vorm van afkortingen, definities en verwijzingen naar literatuur; bijlage 2 bevat de interne formulieren, die de projectleider/initiator/maincontractor dient te gebruiken voor het aanleveren van gegevens aan Bodemzaken 1.6: Tot Slot Heeft u aanvullingen op deze procedure of blijkt in de praktijk dat bepaalde procedures niet goed uitvoerbaar zijn? Laat het ons weten en waar mogelijk zal de procedure worden aangepast. U kunt contact opnemen met M.A. de Rooy, rooy_t@schiphol.nl of toestelnummer: 0613116585. 5
Hoofdstuk 2: Wet en regelgeving De wet- en regelgeving over de opsporing en ruiming van CE is verspreid over diverse regelingen: Wet Wapens en Munitie: CE uit de Tweede Wereldoorlog vallen onder deze wet (Wet van 5 juli 1997, houdende regels inzake het vervaardigen, verhandelen, vervoeren, voorhanden hebben, dragen enz. van wapens en munitie). Wet op de Veiligheidsregio s (Wet houdende regels op het gebied van de rampenbestrijding en de voorbereiding daarop). Bijdragebesluit kosten opsporing en ruiming conventionele explosieven Tweede Wereldoorlog 2006. (Staatsblad 2006, 711). Dit besluit regelde o.a. de financiële bijdrage van de Rijksoverheid. Het bijdragebesluit is per 1 oktober 2009 ingetrokken en vervangen door een financiering via het gemeentefonds. Arbeidsomstandighedenregeling (wijziging opsporen conventionele explosieven, Staatscourant 10 april 2007). Hierin is bepaald dat bedrijven die werkzaamheden samenhangende met het opsporen van explosieven verrichten, in het bezit dienen te zijn van een procescertificaat opsporen conventionele explosieven. Werkveld specifiek certificatieschema voor het Systeemcertificaat Opsporen Conventionele Explosieven (WSCS-OCE) is per 1 juli 2012 van kracht. De BRL-OCE is daarmee komen te vervallen. Het WSCS-OCE bevat de proceseisen voor vooronderzoek en opsporing CE. Daarnaast is er een Werkveld specifiek document voor aanwijzing en toezicht op certificatie-instellingen belast met: systeemcertificatie op gebied van Opsporen Conventionele Explosieven. Dit zogenoemde WDA&T-OCE bevat de eisen die gelden voor de certificatie-instelling. Gemeentewet, onder andere artikel 160, 172, 175 en 176. Op basis van de Gemeentewet (artikelen 172, 175, 176) is de burgemeester verantwoordelijk voor het handhaven van de openbare orde en veiligheid en is deze bevoegd hier handelend op te treden. Conform de bepalingen uit WSCS-OCE, art. 6.6.2.2 wordt de gemeente op wiens grondgebied de werkzaamheden uitgevoerd worden, schriftelijk geïnformeerd door het WSCS-OCE gecertificeerde opsporingsbedrijf. Een van te voren opgesteld projectplan betreffende het onderzoek naar CE s moet aantoonbaar goedgekeurd zijn door de opdrachtgever en voor gezien door de betreffende gemeente. Wanneer het plan de benadering en verwijdering van een CE beschrijft moet de gemeente voor goedkeuring tekenen. Ondertekening van het plan door de gemeente dient plaats te vinden door of namens de verantwoordelijke voor openbare orde en publieke veiligheid. 6
Hoofdstuk 3: Vergunningenbeheer AAS maakt gebruik van verschillende interne en externe vergunningen voor de luchthaven, zoals b.v. de Wet milieubeheervergunning, lozingsvergunningen op basis van de Waterwet, grondwateronttrekkingsvergunningen, vergunningen (beschikkingen) voor bodemsanering maar ook de Ontheffing Graaf Verbod, Bodem Kundige Verklaring enz. enz. Veranderingen op de luchthaven kunnen ertoe leiden dat nieuwe vergunningen moeten worden aangevraagd of bestaande vergunningen moeten worden aangepast. Nieuwbouw en onderhoudsprojecten moeten aangemeld worden bij het Centraal Meldpunt Vergunningen (= CMV). Contacten met de vergunningverlenende instanties lopen via de leden van het Coördinatie Overleg Vergunningen (=COV). De leden van het COV hebben tot taak om informatie over vergunningen en/of ondersteuning te bieden bij het aanvragen van vergunningen of het verlenen van ontheffingen. Na aanmelding van een project bij het CMV draagt de coördinator vergunningen zorg voor de inschakeling van de verschillende leden die informatie over vergunningen kunnen verstrekken en/of vergunningen kunnen aanvragen en belegt, indien nodig, een overleg waarin de projectleider/initiator zijn/haar project komt toelichten. Ter plaatse wordt bepaald welke vergunning en/of ontheffing moet worden aangevraagd. Bij kleinere projecten kan dit ook middels de mail plaatsvinden. De leden van het COV verzorgen, indien van toepassing, de aanvraag bij de betreffende overheidsinstanties. De gegevens van het CMV zijn; Centraal meldpunt vergunningen Airport Authority Office (A/SSE/AAO), Bart van Zanten (coördinator vergunningen), zanten_b@schiphol.nl, toestelnummer:020-6014851 Algemene informatie over vergunningen kan worden verkregen bij de coördinator vergunningen. Specifieke informatie over bepaalde vergunningen kan worden verkregen bij de contactpersonen van de betreffende vergunningen of ontheffingen. Binnen de afdeling Airport Authority Office vindt tevens het beheer van diverse handboeken. Dit houdt in dat alle wijzigingen worden doorgevoerd door de Airport Authority Office. 7
Hoofdstuk 4: Proces Advisering bodemkwaliteit in relatie tot CE onderzoek 8
Toelichting op de procedure Advisering bodemkwaliteit in relatie tot CE onderzoek 4.1: Opstarten (bouw) project Bij het graven in de bodem op het terrein van de Luchthaven Schiphol dient te worden onderzocht of er ARBO en/of milieurisico s aanwezig zijn. Het bouwterrein kan mogelijk verdacht zijn op de aanwezigheid van CE uit de Tweede Wereldoorlog, de aanwezigheid van bodemverontreinigingen en de aanwezigheid van kabels en leidingen (b.v. gas, water, elektra enz.). Daartoe dient de projectleider/initiator van het ( bouw)project zijn activiteiten aan te melden bij het CMV, zie hoofdstuk 3. De projectleider/initiator dient ten behoeve van het meldpunt nauwkeurig aan te geven waar de bouwactiviteiten gepland zijn (opgave coördinaten Schipholkaart) en welke werkzaamheden hij gaat/laat uitvoeren. 4.2: Advisering door A/ASM/TEC/E&P De werkzaamheden dienen bij de vakspecialist Bodem aangemeld te worden middels het formulier F1 (bijlage 2 van dit document) op te vragen bij de afdeling A/ASM/TEC/E&P of via de link http://intranet/web/schiphol-intranet/procedures/handboeken/handboeken-enwerkinstructies-nieuws/handboek-bodem.htm op het Schiphol Intranet. U dient dit voorafgaand aan de start van de uitvoering te doen. Hoe ver van tevoren iets aangemeld moet worden, kunt u bepalen met behulp van de procedures uit het handboek bodem. Houdt u er rekening mee dat indien vergunningen nodig zijn, een bodemsanering moet worden uitgevoerd of als er een mogelijk explosief wordt gedetecteerd, men gehouden is aan wettelijke termijnen die kunnen oplopen van enkele maanden tot een half jaar. Op basis van de aanmelding zal een en ander beoordeeld worden op bodemkwaliteit en op de aanwezigheid van CE. De hieronder beschreven procedure heeft slechts betrekking op de beoordeling op CE. De procedure voor bodemzaken staat beschreven in het handboek bodem. Aan de hand van de gegevens uit het formulier F1 geeft de vakspecialist CE binnen 10 werkdagen een advies of de locatie waar de werkzaamheden plaats vinden als verdacht of niet verdacht aangemerkt dienen te worden en of er in het verleden reeds onderzoek is verricht en tot welke diepte. Ingeval de locatie niet CE verdacht wordt aangemerkt dan zal de vakspecialist CE hierover advies uitbrengen aan de projectleider/initiator. Tevens wijst de vakspecialist CE de projectleider/initiator op het feit dat daarnaast ook de voorwaarde(n) die in de bodemkundige Verklaring en de Ontheffing Graaf Verbod (OGV), die verstrekt wordt door technisch operator van de afdeling A/ASM/M&O, staan opgevolgd dienen te worden. Een kopie van het advies zal tevens naar de vakspecialist bodem verzonden worden. Ingeval de locatie wel CE verdacht wordt aangemerkt dan zal de vakspecialist CE hierover advies uitbrengen aan de projectleider/initiator. In dit advies staat vermeld in welk(e) gebied(sdelen) welk(e) onderzoeksmethode toegepast moet worden en tot welke diepte het onderzoek moet plaatsvinden. Er zijn globaal vier mogelijke onderzoeksmethode te weten: 1. Oppervlaktescan, te onderscheiden in passief ( werkbaar tot maximaal 5 meter - maaiveld, afhankelijk van de bodemgesteldheid, verhardingen en/of wapeningen) en actief onderzoek ( werkbaar tot maximaal 3 meter -maaiveld, afhankelijk van de bodemgesteldheid, verhardingen en/of wapeningen); 2. Begeleid bodemonderzoek (specifiek voor milieu hygiënisch, archeologisch- en of sonderingsonderzoek); 9
Archeologisch onderzoek CE verdachte bodem: Indien het niet mogelijk is CE verdachte grond vrij te geven voor graafwerkzaamheden, wordt het advies gegeven om een OCE deskundige, via hand scannen en visueel, toezicht te houden bij het ontgraven van de CE verdachte bodem. Hand scannen en visueel toezicht houden betekend dat er onder toezicht en/of na hand scannen van een OCE deskundige, de archeologische werkzaamheden uitgevoerd kunnen worden. Mocht er tijdens de archeologische werkzaamheden een CE worden aangetroffen, dan zal de OCE deskundige direct ingrijpen en de werkzaamheden stilleggen. Hij identificeert het CE en neemt ter plaatse maatregelen en informeert de senior OCE deskundige. Tevens dienen de graafwerkzaamheden te worden uitgevoerd volgens de WSCS-OCE (Werkveldspecifiek certificatieschema voor het systeemcertificaat Opsporen Conventionele Explosieven), Bijlage 6. Artikel: 6.7 Zetten van sonderingen/boringen in het kader van milieu hygiënisch onderzoek in CE verdachte bodem: Op locaties waar het voornemen bestaat een boring te plaatsen wordt vooraf of tijdens het zetten van de boring gedetecteerd, ten einde vast te stellen dat er zich op en nabij deze locatie geen verstoringen bevinden die duiden op de mogelijke aanwezigheid van CE. Toezicht houden betekend dat, er onder toezicht van een OCE deskundige, het zetten van grondboringen uitgevoerd kan worden. Indien er bij het zetten van de boring weerstand wordt ondervonden, zal er door de OCE deskundig gekeken/gemeten worden waaruit de weerstand bestaat. Blijkt dat de weerstand wordt veroorzaakt door puin e.d., dat kan de boring verder uitgevoerd worden. Is de ondervonden weerstand niet verklaarbaar of metallurgisch van aard, dan moet de boring worden verzet en de boorwerkzaamheden opnieuw uitgevoerd worden. De werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd volgens de WSCS-OCE (Werkveldspecifiek certificatieschema voor het systeemcertificaat Opsporen Conventionele Explosieven), Bijlage 6. Artikel: 6.7 3. Diepteonderzoek (tot ± -8,5/-12 meter maaiveld tot op de Pleistocene laag); 4. Beveiligd ontgraven (conform WSCS-OCE). Beveiligd Ontgraven van op Conventionele Explosieven (verder, CE) verdachte bodem in het kader van b.v. een bodemsanering: Indien het niet mogelijk is CE verdachte grond vrij te geven voor graafwerkzaamheden, is het advies om een OCE deskundige, via hand scannen en visueel, toezicht te houden bij het ontgraven van de CE verdachte bodem. Hand scannen en visueel toezicht houden betekend dat er onder toezicht en/of na hand scannen van een OCE deskundige, de CE verdachte bodem laagsgewijs wordt ontgraven. Mocht er tijdens het laagsgewijs een CE worden aangetroffen, dan zal OCE deskundige direct ingrijpen en de werkzaamheden stilleggen. Hij identificeert het CE en neemt ter plaatse maatregelen en informeert de senior OCE deskundige. De graafwerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd volgens de WSCS-OCE (Werkveld specifiek certificatieschema voor het systeemcertificaat Opsporen Conventionele Explosieven), Bijlage 6. Artikel: 6.6.5 10
Let op!!! In alle gevallen geldt voor de te onderzoeken locatie het volgende: Terrein is vrij beschikbaar voor het WSCS-OCE personeel; Kabels en leidingen evenals bovengrondse infrastructuur (bijvoorbeeld hekwerk, verhardingen en puinverharding) veroorzaken verstoringen op onze meetapparatuur waardoor oppervlakten niet door middel van oppervlaktedetectie vrijgegeven kunnen worden. Deze gebieden blijven als verdacht aangemerkt en zal er aanvullend onderzoek uitgevoerd moeten worden. Het is dus zaak dit van te voren te onderzoeken en mogelijk te verwijderen. Het te onderzoeken terrein is vrij van begroeiing, obstakels en/of depots. Gewassen dienen gemaaid, geklepeld te zijn voor aanvang van het detectieonderzoek. Vergunningen en coördinatie van de werkzaamheden wordt door de opdrachtgever verzorgd. Indien uit vergunningvoorschriften kostenverhogende aspecten naar voren komen worden deze aanvullend aangeboden. Coördinaten van het werkterrein wordt door opdrachtgever verzorgd; Tevens wijst de vakspecialist CE de projectleider/initiator op het feit dat daarnaast ook de voorwaarde(n) die in de bodemkundige Verklaring en de OGV staan opgevolgd dienen te worden. Een kopie van het advies zal tevens naar de vakspecialist bodem worden verstuurd. De projectleider/initiator kan a.d.h.v. het advies een offerte aanvragen bij een WSCS-OCE gecertificeerd bedrijf. Schiphol heeft hiertoe Prefered Suppliers te weten de firma s Heijmans en Volker, in overleg met Schiphol hebben deze twee bedrijven een overall projectjaarplan ingediend bij de Gemeente Haarlemmermeer. Dit betekent dat CE onderzoek, met uitzondering van het werkelijk ruimen van CE, met een melding aan het bevoegde gezag afgedaan kan worden. Andere WSCS-OCE bedrijven mogen ook CE opsporings en/of benaderingswerkzaamheden uitvoeren maar moeten dan een apart projectplan opstellen en deze ter ondertekening aanbieden aan het bevoegde gezag met de daaruit voortvloeiende termijn. Op verzoek kan de vakspecialist CE de aangevraagde offerte en/of het projectplan beoordelen. 4.3: Werkinstructie: Advisering CE 1. De projectleider/initiator meldt zijn (deel)project aan in het CMV, vanuit dit gremium wordt hem verzocht om het formulier F1 van Bodemzaken in te vullen en tezamen met een duidelijke plattegrond en werktekening in te leveren bij Bodemzaken. Het formulier F1 dient als basis waarop de vakspecialists CE en vakspecialist Bodem hun advies zullen baseren. Contactpersonen A/ASM/TEC/E&P; S. Verloop, verloop_s@schiphol.nl, 020-6013987. Contactpersoon CE, M.A. de Rooy, rooy_t@schiphol.nl, 06-13116585; 2. De vakspecialist CE kijkt of de werklocatie in verdacht gebied ligt of niet, ongeacht de conclusie meldt hij dit aan de vakspecialist bodem zodat deze rekening kan houden met CE-begeleiding bij mogelijk bodemonderzoek/saneringen. Omgekeerd krijgt de vakspecialist CE van de vakspecialist bodem door of de locatie verdacht is op de aanwezigheid van verontreinigingen zodat hij hiermee rekening kan houden bij mogelijk CE onderzoek. Wanneer de locatie verdacht is op de aanwezigheid van CE wordt tezamen met de projectleider/initiator a.d.h.v. de uit te voeren werkzaamheden, de CE onderzoeksmethode bepaald. De vakspecialist CE stelt een advies op voor het CE onderzoek en stuurt zijn bevindingen aan de projectleider/initiator en een kopie naar de vakspecialist bodem; 11
3. De vakspecialist Bodem beoordeelt a.d.h.v. het F1 formulier of de locatie verdacht is op de aanwezigheid van bodemverontreinigingen, of er aanvullend onderzoek gedaan moet worden enz. De bevindingen worden vastgelegd in een advies, de Bodem Kundige Verklaring (BKV) en vervolgens stuurt de vakspecialist Bodem deze verklaring naar de projectleider/initiator met een kopie naar de vakspecialist CE. De adviestermijn voor zowel het CE- als het bodemdeel is 10 werkdagen; 4. Bodem- en CE onderzoek kan pas plaatsvinden nadat een technisch operator van de afdeling A/ASM/M&O goedkeuring heeft gegeven voor de werkzaamheden in de bodem. Hij controleert of de projectleider/initiator een advies heeft ontvangen van de vakspecialists CE en Bodem, voordat de OGV afgeven wordt. Door het aanvinken van de bevestigingsregel over het ontvangen advies over CE en de bodemkwaliteit en het onderteken van de OGV geeft de projectleider/initiator aan op de hoogte te zijn van alle bodemrisico s. Het graven in de bodem zonder eerder genoemde adviezen of ontheffingen is een overtreding van de Schipholregels en zal bij constatering worden overgedragen aan de afdeling Handhaving en sanctionering van Schiphol. 12
Hoofdstuk 5: Proces Aanbesteding en uitvoering CE onderzoek regulier 13
Toelichting op de procedure Aanbesteding en uitvoering CE onderzoek regulier 5.1: Opstellen Projectplan/melding CE onderzoek door WSCS-OCE gecertificeerd bedrijf Na goedkeuring van de offerte en het opdragen van het werk zal het WSCS-OCE bedrijf een Projectplan/melding opstellen, dat is wettelijk vereist; Het projectplan/melding dient aantoonbaar te zijn goedgekeurd door de uitvoerende partij en voor gezien/akkoord (*zie noot) door de gemeente(n) waarbinnen het opsporingsgebied is gelegen. Ondertekening door de gemeente dient plaats te vinden door of namens de verantwoordelijke voor openbare orde en publieke veiligheid. Indien de uitvoering van het project ook van invloed kan zijn op de openbare orde en publieke veiligheid in (een) omliggende gemeente(e), wordt ook aan deze gemeente(n) om goedkeuring van het projectplan gevraagd; De goedkeuring van het projectplan door gemeente(n) en opdrachtgever wordt opgenomen in het projectdossier, evenals de ontvangstbevestiging van de melding aan de CKI; *Goedkeuring van het projectplan door de gemeente is niet vereist ingeval het project uitsluitend een detectieonderzoek bestaande uit computerondersteunde detectie betreft. In dat geval kan worden volstaan met een melding van de uitvoering van het project aan de gemeente. Bij aanpassing van de navolgende onderdelen van het projectplan dient aan de gemeente en de opdrachtgever opnieuw om goedkeuring te worden gevraagd: projectgebonden risicoevaluatie, de beschrijving van de te treffen veiligheidsmaatregelen en het VGM-plan; In het projectplan ten behoeve van de opsporing moeten minimaal de volgende aspecten zijn beschreven: 1. Een omschrijving en doelstelling van de opdracht; 2. Een beschrijving van de projectorganisatie met taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden; 3. Een beschrijving van de wijze van interne en externe communicatie; 4. De planning van de werkzaamheden en inzet van personeel; 5. Een werktekening met daarop ten minste de ligging van het werk-/opsporingsgebied, geprojecteerd op een ondergrond van de omgeving ( gebaseerd op de Grootschalige basiskaart Nederland; GBKB) met daarop aangegeven de ligging ten opzichte van het Rijksdriehoeknet ( door middel van RD coördinaten); 6. Een omschrijving van de wijze van detectie en daarbij te gebruiken detectiemethoden en apparatuur; 7. Een beschrijving van de wijze van lokaliseren, laagsgewijs ontgraven en identificatie en daarbij te gebruiken materieel en hulpmiddelen; 8. Een beschrijving van de wijze van tijdelijk veiligstellen van CE; 9. De communicatie met de EODD en informatie betreffende de eventuele vernietigingslocatie conform bijlage.; 10. Een projectgebonden risico-evaluatie (b.v. bodemkwaliteit, kabels en leidingen enz.) en een beschrijving van de te treffen veiligheidsmaatregelen in de onderscheiden procesfasen; 11. Een VGM- plan; 12. Een protocol voor de inschakeling van hulpverleningsdiensten; 13. Een beschrijving van aansprakelijkheden en verzekeringen; 14. Een beschrijving van de projectcontroles ( wat, wie en hoe controleren op welk moment), inclusief de wijze van registratie en de terugkoppeling daarvan. Een projectplan voor uitsluitend een detectieonderzoek omvat in ieder geval de onderdelen genoemd onder punt 1 t/m 6. 14
Het projectplan en de beschrijving van de werkmethoden dienen te borgen dat alle geïdentificeerde risico s op adequate wijzen worden vermeden of beheerst. In het projectplan dient te worden beschreven welke personen hebben meegewerkt aan de werkvoorbereiding. De Senior OCE-deskundige en een bevoegd lid van het management van de organisatie dienen aantoonbaar te hebben ingestemd met de inhoud van het projectplan door deze te ondertekenen. 5.2: Uitvoering CE onderzoek door WSCS-OCE gecertificeerd bedrijf Bij goedkeuring kan het werkelijke onderzoek worden uitgevoerd, echter wanneer het onderzoek erin voorziet dat men de bodem in moet (diepteonderzoek, beveiligd ontgraven), is er een OGV nodig, de OGV wordt alleen afgegeven als er een advies is afgegeven door de afdeling Bodemzaken (geldt niet voor calamiteiten). Deze kan aangevraagd worden bij de afdeling A/ASM/M&O, vdnuts@schiphol.nl of via telefoonnummer: 0206013779 of in geval van een calamiteit of spoed 0206012546. Van het CE onderzoek dient een Procesverbaal van Oplevering (verder genoemd PvO) opgesteld te worden. Dit PvO dient toegestuurd te worden aan de projectleider/initiator en het bevoegd gezag. Er is geen goedkeuring van het bevoegd gezag nodig op dit PvO. Tevens dient het PvO toegestuurd te worden aan de vakspecialist CE. In het Procesverbaal van Oplevering staat beschreven wat de conclusies zijn en welk gebied er wel of niet vrijgegeven is en in het geval van vrijgave tot welke diepte. In het geval van totale vrijgave betekent dit dat er gestart kan worden met de werkzaamheden. In het andere geval betekent dit dat de grond niet wordt vrijgegeven en er mogelijk aanvullend onderzoek gedaan moet worden of dat men het verdachte element gaat benaderen; Voor de aanvullende onderzoeken dienen wederom een Projectplan te worden gemaakt en ter kennisgeving worden aangeboden aan het bevoegde gezag. Pas na ondertekening van het projectplan door het bevoegde gezag mag gestart worden met de werkzaamheden, ook hier geld weer dat goedkeuring van het projectplan door de gemeente niet vereist is ingeval het project uitsluitend een detectieonderzoek bestaande uit computerondersteunde detectie betreft. In dat geval kan worden volstaan met een kennisgeving van de uitvoering van het project aan de gemeente; Pas na vrijgave van het werkgebied mogen er verdere werkzaamheden in de bodem plaatsvinden, voor deze werkzaamheden moet wederom een OGV worden aangevraagd bij de afdeling A/ASM/M&O, vdnuts@schiphol.nl of via telefoonnummer: 0206013779 of in geval van een calamiteit of spoed 0206012546. Ook van deze werkzaamheden en de conclusies moet een Proces verbaal van Oplevering worden gemaakt. Ook deze moet worden toegezonden aan het bevoegde gezag, de projectleider/initiator en de vakspecialist CE. Wederom is er geen goedkeuring nodig van bevoegde gezag; Bovenstaand proces herhaalt zich tot het moment dat een gevonden CE geruimd is door de EODD of er vastgesteld is dat er geen CE aanwezig is en het werkgebied vrijgegeven wordt. 15
5.3: Oplevering resultaten onderzoek Nadat het onderzoek heeft plaatsgevonden moeten de resultaten gerapporteerd worden door middel van een PvO. In dit PvO is vastgelegd wat, wanneer en waar onderzocht is. In het PvO wordt gemeld of er iets is aangetroffen en zo ja wat, of de locatie is vrijgegeven en zo ja tot welke diepte, of er vervolgonderzoek nodig is enz. Het PvO bevat, indien van toepassin, ten minste; 1. Naam onderzoeksgebied (gelijk met projectnaam Schiphol); 2. Datum Rapport; 3. Rapportnummer; 4. Verwijzing naar het projectplan/melding met nummer en datum; 5. Datum onderzoek; 6. Inleiding: historie; 7. Onderzocht gebied in de vorm van een overzichtskaart en detailkaart; 8. Probleemstelling; 9. Doelstelling; 10. Onderzoekmethode; 11. Opsporing proces met verwijzing naar WSCS-OCE; 12. Werkelijk uitgevoerde werkzaamheden; 13. Meetresultaten oppervlakte/dieptedetectie met visualisering; 14. Mogelijke verdacht Elementen ( in het geval van een benadering aangeven wat het verdachte element werkelijk was); 15. Conclusie; 16. Kaart met vrijgegeven gebied/verdachte elementen met diepte en traject in Rijks Driehoek coördinaten op alle hoekpunten van een onderzochte locatie; 17. Advies, vervolgonderzoek noodzakelijk; 18. Ondertekening Senior OCE deskundige; 19. Ondertekening Projectleider/initiator WSCS-OCE gecertificeerd bedrijf. (In alle gevallen wordt er gerapporteerd op maximaal gemeten diepte en niet op gewenste werkdiepte, verdachte elementen worden horizontaal en verticaal ingemeten en met RDcoördinaten vermeld in de PvO) 5.4: Werkinstructie: Aanbesteding en uitvoering CE onderzoek regulier 1. De projectleider/initiator gaat met het advies van de vakspecialists CE- en Bodem om bij de afdeling A/ASM/M&O een Ontheffing Graaf Verbod (OGV) aan te vragen; 2. De VDérs zullen a.d.h.v. de verstrekte gegevens bezien of er veilig gegraven kan worden i.h.k.v. kabels en leidingen. Door het verlenen van een Ontheffing Graaf Verbod (OGV) zijn alle bodemrisico s in kaart gebracht en is het toegestaan te gaan graven; De OGV is aan te vragen bij de afdeling A/ASM/M&O, vdnuts@schiphol.nl of via telefoonnummer: 020-6013779 of in geval van een calamiteit of spoed 020-6012546 3. Met de adviezen en de OGV kan de projectleider/initiator een offerte voor het CE onderzoek aanvragen bij een WSCS-OCE gecertificeerd bedrijf. 4. In geval dat de CE opsporingswerkzaamheden onder de subsidieregeling van de gemeente Haarlemmermeer vallen wordt de offerte door het WSCS-OCE gecertificeerde bedrijf aan de gemeente Haarlemmermeer gestuurd en in kopie aan de Vakspecialist CE en de projectleider 1. 5. Na goedkeuring van de offerte door de gemeente of door Schiphol en aanbesteding van het CE onderzoek, door de gemeente of door Schiphol, maakt het WSCS-OCE 1 Zie Bijlage 3 Convenant gemeente Haarlemmermeer subsidie CE onderzoek voor details 16
gecertificeerde bedrijf een projectplan/melding waarin beschreven wordt wat voor onderzoek men waar gaat uitvoeren en welke veiligheidsmaatregelen men treft; 6. Dit plan/melding wordt naar de Gemeente Haarlemmermeer gezonden om voor gezien of voor akkoord getekend te worden door de Burgemeester die vanuit zijn ambt verantwoordelijk is voor de externe veiligheid binnen zijn gemeente. De wijze van ondertekenen is afhankelijk van het feit of het hier gaat om een computerondersteunde oppervlakte detectie of een onderzoek waarbij er gegraven gaat worden naar verdachte elementen. In het geval van een oppervlaktedetectie kan volstaan worden met een melding in plaats van een projectplan echter bij beveiligd graafwerk zoals benadering van een verdacht element moet de Burgemeester tekenen voor akkoord; 7. Op dit moment kan het CE onderzoek uitgevoerd worden, er mogen echter nog geen graafwerkzaamheden plaatsvinden buiten de graafwerkzaamheden voor het CE onderzoek. Voor de overige graafwerkzaamheden moet, na het vrijgeven van het gebied, een nieuwe OGV worden aangevraagd; 8. Na het CE onderzoek wordt er van de bevindingen een Procesverbaal van Oplevering (PvO) gemaakt door het WSCS-OCE gecertificeerde bedrijf. In dit PvO wordt beschreven welk onderzoek is uitgevoerd en of de locatie geheel, ten dele of niet wordt vrijgegeven op de aanwezigheid van CE. Een kopie van dit PvO wordt gestuurd naar de projectleider/initiator, de vakspecialist CE en het bevoegde gezag; 9. In dit PvO staat, bij het niet of ten dele vrijgeven van de werklocatie, dat er aanvullende onderzoek uitgevoerd moet worden en welke onderzoeksmethode hiervoor geschikt is; 10. De projectleider/initiator moet hiervoor opnieuw een offerte aanvragen, wederom zal het WSCS-OCE gecertificeerde bedrijf een projectplan/melding maken en deze bij het bevoegde gezag moeten aanbieden voor ondertekening voor gezien of akkoord. Dit moet herhaald worden totdat de locatie is vrijgegeven op de aanwezigheid van CE; 11. De vakspecialist CE registreert in een GIS systeem waar er onderzoek heeft plaatsgevonden en wat de resultaten van het onderzoek zijn, hierdoor is het mogelijk om CE onderzoek uit te sluiten wanneer er nogmaals werkzaamheden moeten worden uitgevoerd op dezelfde locatie, op de dezelfde diepte; 12. Bij afwijkingen op het onderzoek in relatie met het advies van de vakspecialist CE zal de vakspecialist CE periodiek overleg plegen met het WSCS-OCE gecertificeerde bedrijf om afwijkingen duidelijk te maken en het proces, indien noodzakelijk, aan te passen. 17
Hoofdstuk 6: Proces Gemeente Haarlemmermeer als opdrachtgever voor CE onderzoek. 18
Toelichting op de procedure Gemeente Haarlemmermeer als opdrachtgever voor CE onderzoek. 6.1: Convenant met de gemeente Haarlemmermeer Op 1 juni 2015 heeft Schiphol een convenant gesloten met de gemeente Haarlemmermeer waardoor het mogelijk is een deel van de kosten voor CE onderzoek terug te kunnen krijgen. Voorwaarde hiervoor is wel dat de gemeente opdrachtgever wordt van het uit te voeren CE onderzoek. Afgesproken met de gemeente is, dat Schiphol het volledige dossier voorbereid en voorzien van een advies aanbied aan de gemeente. Zij zullen daarna opdracht verstrekken aan het WSCS-OCE gecertificeerde bedrijf van onze keuze om het opsporingswerk uit te voeren. Omdat de gemeente geen financieel risico wil lopen worden de geraamde kosten van de offerte direct in rekening gebracht bij het project wat het CE onderzoek nodig heeft om veilig te kunnen werken. De gemeente betaald na het voltooien van het CE onderzoek de factuur aan het WSCS-OCE gecertificeerde bedrijf. Na het verstrijken van het kalenderjaar zal de gemeente alle facturen verzamelen en deze indienen bij het Gemeentefonds die uiteindelijk een suppletie toekend aan de gemeente. Na aftrek, van de door de gemeente gemaakte kosten, zal het overige deel teruggestort worden op de rekening van Schiphol en uiteindelijk aan het project. 6.2: Werkinstructie: Gemeente Haarlemmermeer als opdrachtgever voor CE onderzoek Voordat de gemeente Haarlemmermeer een rol gaat spelen in het totale CE opsporingsproces is er al het één en ander gebeurd bij Schiphol, voor details zie voorgaande hoofdstukken en bijbehorende procedures. 1. Het WSCS-OCE gecertificeerde bedrijf stuurt een offerte aan de gemeente Haarlemmermeer en in kopie aan de projectleider/initiator en de Vakspecialist CE. De adresgegevens voor het versturen van de offerte aan de gemeente zijn; Gemeente Haarlemmermeer Ingenieursbureau T.a.v. De heer P.G.W. Dirks Postbus 250 2130 AG Hoofddorp 2. Schiphol, in de persoon van de Vakspecialist CE, stelt een dossier samen, gericht aan de gemeente, met daarin: a) Project, locatie en inkoopnummer van het project voor de factuur van de gemeente b) Toelichting op de wijze van uitvraag c) Een korte beschrijving en tijdsplanning. In bepaalde gevallen kan het zijn dat de opdrachtverstrekking spoed heeft doordat de operatie van de luchthaven in het geding is. In dat geval zal er direct contact opgenomen worden om tot een juiste oplossing te komen. d) De raming van een project. De raming is waar mogelijk al onderbouwd met deeloffertes. e) Offertes ter onderbouwing van de ramingen zijn op naam gesteld van de Gemeente. Offertes en bijstellingen van offertes worden zo spoedig mogelijk aan de gemeente beschikbaar gesteld, zie punt 1 f) De contactgegevens van de betrokken uitvoerder(s). g) De contactgegevens van de betrokken toezichthouder/projectleider en project controller bij Schiphol h) Een advies over het (deel) project. 19
i) Documenten worden zowel digitaal als per post aangeleverd. De digitale documenten dienen om het beoordelings- en communicatieproces te versnellen. De fysieke documenten zijn voor de dossiervorming. j) De gemeente stuurt een factuur ter grote van het offertebedrag aan het project, deze factuur moet tenminste binnen 30 dagen na dagtekening voldaan zijn aan de gemeente. k) De gemeente beoordeelt het dossier en gaat over tot het verstrekken van de opdracht. In de opdracht zijn ook de facturatiegegevens opgenomen. De uitvoerder en Schiphol worden hier van op de hoogte gesteld. Gelijktijdig vraagt de Vakspecialist CE aan de Projectleider/Servicemanager een Bestel Aanvraag (BA) aan te maken zodat de afdeling Inkoop een inkoop opdracht kan versturen aan de gemeente Haarlemmermeer. Zodra het projectdossier inclusief de inkoop opdracht bij de gemeente Haarlemmermeer binnen zijn zullen zij het dossier beoordelen en bij goedkeuren de opdracht voor het CE onderzoek verstrekken aan het WSCS-OCE gecertificeerde bedrijf. Het reguliere proces gaat weer verder voor wat betreft de afhandeling van de opdracht, zie hiervoor voorgaande hoofdstukken en procedures. Nadat het onderzoek heeft plaatsgevonden en het PvO is uitgeleverd zal het WSCS-OCE gecertificeerde bedrijf een factuur sturen aan de gemeente, de gemeente zal op zijn beurt een factuur aan Schiphol sturen ter grootte van factuurbedrag van het WSCS-OCE gecertificeerde bedrijf, inclusief BTW, de gemeente Haarlemmermeer richt deze factuur aan het Accounting house van Schiphol onder vermelding van het inkoop nummer. Het Accounting house vraagt de Projectleider/Servicemanager goederen ontvangst (GO) te doen zodat de factuur betaalbaar gesteld kan worden. Het Accounting house zal toezien dat de factuur binnen 30 dagen na factuurdatum betaald wordt aan de gemeente Haarlemmermeer. Meer-/minderwerk. In het geval van meer/minderwerk wordt dit onverwijld gemeld aan de projectleider van de gemeente en de vakspecialist CE van Schiphol. De juiste onderbouwende/aanvullende documentatie wordt zo spoedig mogelijk beschikbaar gesteld. De Gemeente vraagt advies aan het contactpersoon bij Schiphol over de inhoud en waarde van het factuur. Het advies van Schiphol gaat vergezeld van het inkoopnummer voor meerwerk kosten aan de gemeente. In geval van meerwerk zal de vakspecialist CE de projectleider vragen de inkooporder te laten verhogen ter grootte van het meerwerk. Indien nodig stuurt de gemeente Haarlemmermeer een factuur voor het meerwerk onder vermelding van het inkoop ordernummer aan het Accountinghouse van Schiphol waarna deze ervoor zorgdragen dat binnen 30 dagen na factuurdatum betaald wordt aan de gemeente Haarlemmermeer. Gemaakte kosten door de gemeente Haarlemmermeer Conform de samenwerkingsovereenkomst, zal de Gemeente Haarlemmermeer kosten verbonden aan het opdrachtgeverschap doorberekenen aan Schiphol. Deze kosten zullen samen met de facturen van uitvoering door derden per kwartaal door de gemeente Haarlemmermeer inzichtelijk gemaakt worden. De gemeente verzameld alle facturen en zal, na sluiting van het kalenderjaar, middels een raadsbesluit bij het Gemeente Fonds een suppletie aanvragen ter grootte van maximaal 70% van de gemaakte opsporingskosten. De kosten van het opdrachtgeverschap worden van deze suppletie afgetrokken en 20
het bedrag wat over is zal teruggestort worden op de rekening van Schiphol. De controllers van de verschillende werkmaatschappijen zullen daarna de verdeling tussen de werkmaatschappijen regelen. In het kort betekend dit dat in het 18 maanden kan duren voordat een project geld teruggestort krijgt vanuit de suppletie. Hoofdstuk 7: Rollen en verantwoordelijkheden in relatie met CE onderzoek 7.1 Rol projectleider/initiator De projectleider/initiator is verantwoordelijk voor: het beschikbaar stellen van budget voor o.a. CE onderzoek en het mogelijk laten verwijderen van CE; het verlenen van de opdrachten tot CE onderzoek; de opvolging van de wettelijke eisen; de instructie aan maincontractors; het bij aanvang van het werk beschikken over de juiste vergunningen en ontheffingen, een actueel bodemkundig advies, het CE advies en een OGV; het na afloop van een werk melden en/of verstrekken van alle benodigde informatie aan Bodemzaken, zodat de door Bodemzaken verplicht op te stellen of ter beschikking te stellen rapportages aan het bevoegd gezag, aanwezig en compleet zijn. 7.2 Rol vakspecialist CE De vakspecialist CE is verantwoordelijk voor: het uitbrengen van een advies over of een projectlocatie wel, niet of ten dele verdacht is op de mogelijke aanwezigheid van CE; indien de locatie verdacht is, in het advies aangeven welke methode(s) van onderzoek er uitgevoerd moet(en) worden; het bijhouden van een kaart met de verdachte en reeds onderzochte gebieden, zowel horizontaal als verticaal; het voeren van overleg met de projectleider/initiator/maincontractor over de manier van onderzoek, diepte van onderzoek, uitkomsten van het onderzoek, vervolgonderzoek (indien noodzakelijk); contactpersoon voor de overheid, maincontractors, interne en externe projectleider/initiators het voeren van een administratie van projectplannen, meldingen en PvO s; het controleren of er gewerkt wordt conform het afgegeven advies en het daaruit voortvloeiende projectplan c.q. de melding; Contactgegevens: M.A. de Rooy, rooy_t@schiphol.nl, 020-6012018. 7.3 Rol vakspecialist bodem De vakspecialist bodem is verantwoordelijk voor: het uitbrengen van een advies over of een projectlocatie wel, niet of ten dele verdacht is op de aanwezigheid van verontreinigingen; het adviseren over en het uitzetten van bodemonderzoek wanneer dat noodzakelijk is; Contactgegevens: S. Verloop, verloop_s@schiphol.nl, 06-12368006. 7.5 Rol Technisch Operator A/ASM/M&O De Technisch Operator van de afdeling A/ASM/M&O is verantwoordelijk voor: 21
het controleren of er kabels en leidingen aanwezig zijn op de locatie waar werkzaamheden op of in de bodem zullen gaan plaatsvinden; het verstrekken van informatie over mogelijke risico s met kabels en leidingen wanneer er werkzaamheden op of in de bodem moeten plaatsvinden; het verstrekken van een OGV zodat er, onder duidelijke voorwaarden, gewerkt mag worden op of in de bodem; het controleren of er gewerkt wordt volgens de afgegeven OGV; Contactgegevens: A/ASM/M&O, vdnuts@schiphol.nl of via telefoonnummer: 020-6013779 of in geval van een calamiteit of spoed 020-6012546. 7.6 Rol Maincontractor De maincontractor is verantwoordelijk voor: het maken van een raming c.q. offerte voor het CE onderzoek conform het advies van de vakspecialist CE; het maken van een projectplan c.q. een melding a.d.h.v. het projectplan, en het aanbieden van dit plan of melding aan het bevoegde gezag ter ondertekening (indien vereist); het verstrekken van het ondertekende projectplan of melding aan de vakspecialist CE en de projectleider/initiator; het uitvoeren van het CE onderzoek met inachtneming van alle voorwaarden waaronder er bij Schiphol gewerkt mag worden in de bodem (advies vakspecialist bodem, advies vakspecialist CE, OGV); het opmaken van een PvO na elk onderzoek en het aanbieden van dit PvO aan de vakspecialist CE, de projectleider/initiator en het bevoegde gezag. 7.7 Rol Gemeente Haarlemmermeer De Gemeente Haarlemmermeer, in de persoon van de Burgemeester, is verantwoordelijk voor: openbare orde en veiligheid; het onderteken voor gezien of akkoord van het projectplan voor onderzoek naar en benadering van CE. Indien van toepassing; Het optreden als opdrachtgever conform de samenwerkingsovereenkomst NGE Schiphol 2015-2018 Het aanvragen van een suppletie bij het Gemeentefonds voor CE opsporing en vanuit deze suppletie Schiphol deels schadeloos stellen voor de gemaakte opsporingskosten. 7.8 Rol Adviesbureau Het adviesbureau is verantwoordelijk voor: het uitbrengen van een offerte voor bodemonderzoek; het uitvoeren van bodemonderzoek na opdracht onder de voorwaarden waaronder er bij Schiphol gewerkt mag worden in de bodem (advies vakspecialist Bodem, advies vakspecialist CE, OGV); het rapporteren van de resultaten van het onderzoek. 22
Hoofdstuk 8: Procedure Identificeren, veiligstellen gebied en ruiming van een, tijdens graafwerkzaamheden, aangetroffen CE Deel 3: Bedrijfsnoodplan A.A.S. procedures Hoofdstuk 3: Beleid, achtergrondinformatie en 3.1.2.1 PR: Ruimen van tijdens graafwerkzaamheden aangetroffen conventioneel explosief (CE) Doel: Het doel van deze procedure is: het ontruimen en veilig stellen van het riscicogebied al gevolg van een tijdens graafwerkzaamheden aangetroffen conventioneel explosief (CE) het ruimen van de CE Eigenaar De eigenaar van deze procedure is de Airport Manager Wettelijke uitgangspunten N.v.t. Verantwoordelijkheden De verantwoordelijkheden bij deze procedure zijn als volgt. Wie Contractor Senior WSCS-OCE deskundige van maincontractor Explosieven verkenner KMar KMar EOD Verantwoordelijkheid Waarschuwen RC en WSCS-OCE deskundige van maincontractor bij aantreffen CE tijdens graafwerkzaamheden Eerste diagnose stellen omtrent aard en gevaar CE Kwalificeren incident Onschadelijk maken CE 23
Activiteiten De activiteiten bij deze procedure zijn als volgt. Fase Beschrijving 1 Contractor die tijdens graafwerkzaamheden een mogelijke CE aantreft waarschuwt RC (via: (601)2222) en Werkveld Specifiek Certificatie Schema Opsporing Conventionele Explosieven (WSCS-OCE) deskundige van maincontractor RC alarmeert: KMar, AFO, AOT leden. 2 KMar en AFO gaan direct ter plaatse 3 WSCS-OCE deskundige (*) van maincontractor stelt eerste diagnose over aard en mogelijk gevaar CE. (*) Explosieven verkenner KMar stelt diagnose als WSCS-OCE deskundige niet beschikbaar is. 4 WSCS-OCE deskundige of KMar (zie fase 2) bepaalt risicogebied en laat dit ontruimen 5 KMar kwalificeert incident in overleg met AM en AFO 6 AM roept CVO bijeen KMar stelt STPI/COPI in 7 KMar roept EOD op 8 EOD: identificeert CE en past indien noodzakelijk risicogebied aan maakt CE ter plaatse of elders onschadelijk Referentie In onderstaand overzicht tabel staan de documenten die bij het uitvoeren van deze procedure worden gebruikt. Nummer Werkinstructie Eigenaar N.v.t. Handboek CE onderzoek Schiphol A/ASM/AMS 24
Bijlage 1: Definities en Begrippen AAS Amsterdam Airport Schiphol Bevoegd gezag De burgemeester van de gemeente Haarlemmermeer is verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid. Vanuit die hoedanigheid is melding van en, in het geval van benadering van een mogelijke CE, goedkeuring voor de werkzaamheden verplicht. CE Conventioneel Explosieven, hiermee wordt munitie bedoelt die in de Tweede Wereldoorlog is afgeworpen of verschoten. CKI Certificerende en Keurende Instanties. CMV Centraal Meldpunt Vergunning, voordat er (bouw)werkzaamheden verricht mogen worden op Schiphol moeten de benodigde vergunningen en ontheffingen aangevraagd zijn. Om te kunnen bepalen welke vergunningen en ontheffingen nodig zijn is het noodzakelijk dat u uw project vroegtijdig aanmeldt bij het CMV. In dit gremium zitten alle vakspecialists die een vergunning of ontheffing voor u kunnen aanvragen of daarover advies kunnen uitbrengen. Vergunning- en ontheffing aanvragen hebben vaak een wettelijk termijn waarbinnen de vergunning verstrekker moet reageren, dat kan van enkele dagen tot meerdere maanden zijn. Conventionele Explosieven (CE): Conventionele Explosieven zijn explosieven die niet als zelfgemaakt, nucleair, biologisch of chemisch kunnen worden aangemerkt. CE zijn gemaakt voor oorlogsdoeleinden. Voorbeelden hiervan zijn vliegtuigbommen, granaten, mijnen, raketten, klein kaliber munitie, vliegende bommen (V1 en V2) etc. Niet gesprongen explosieven kunnen op verschillende manieren worden aangetroffen: afgeworpen; verschoten/gegooid/gelegd/weggeslingerd; opgeslagen/gedumpt/begraven; als restanten uit springputten of explosie; als onderdeel van (vliegtuig)wrakken en/of gezonken vaartuigen. Wordt er tijdens graafwerkzaamheden een Conventioneel Explosief gevonden dan komt een ploeg van de Explosieven Opruimings Dienst van Defensie (EODD) om het explosief onschadelijk te maken. COV Centraal Overleg Vergunning, wanneer het onvoldoende duidelijk is wat er binnen het project aan werkzaamheden uitgevoerd gaan worden, kan de projectleider/initiator verzocht worden om dat toe te komen lichten in het Centraal Overleg Vergunningen. In dit overleg zitten tevens alle vakspecialists die vergunningen of ontheffingen aanvragen of advies hierover uitbrengen EODD Explosieven Opruimings Diensten Defensie. Deze afkorting is een verzamelnaam voor het geheel aan explosievenopruimingsdiensten (EOCKL Explosieven Handboek CE onderzoek Schiphol Versie 1.0 25
Opruimings Commando Koninklijke Landmacht, EODKLu Explosieven Opruimings Dienst Koninklijke Luchtmacht, DDGKM Duik- en DemonteerGroep Koninklijke Marine). Maincontractor Dit zijn de partijen die door Schiphol zijn geselecteerd om het CE onderzoek voor ons uit te voeren. De partijen zijn WSCS-OCE gecertificeerd en mogen zowel opsporings als benaderingswerkzaamheden uitvoeren. OGV Ontheffing Graaf Verbod, wordt als vergunning door de VDér afgeven. PvO Procesverbaal van Oplevering, in dit rapport worden de bevindingen van het CE onderzoek gerapporteerd. Onderdelen van dit rapport zijn o.a. of de locatie geheel, ten dele of niet vrijgegeven is. Bij gehele of gedeeltelijke vrijgave is tevens vermeld tot welke diepte dat geld, tevens is in een kaartje met coördinaten aangegeven waar de onderzochte locatie zich bevindt en het onderzochte gebied. Regiecentrum Het regiecentrum alarmeert en informeert organisaties en functionarissen volgens alarmeringslijsten. Het regiecentrum is te bereiken onder telefoonnummer: (020-601) 2555 Technisch Operator A/ASM/M&O Technisch Operator vanuit de afdeling A/ASM/M&O. Beoordeeld of er op de graaflocatie kabels en leidingen aanwezig zijn, en of er zonder operationele en veiligheidsrisico s gegraven kan worden. Verleend onder voorwaarden en overlegging van het advies CE en bodemkwaliteit, toestemming om op- of in de bodem te gaan werken door een Ontheffing Graaf Verbod (OGV) af te geven. VGM Veiligheid, Gezondheid en Milieu. Vooronderzoek Verzamelen en analyseren van historisch feitenmateriaal met betrekking tot WOII. Dit Historisch feitenmateriaal is de probleeminventarisatie als onderdeel van het vooronderzoek. Bestaat uit twee afzonderlijk uit te voeren activiteiten, de probleeminventarisatie en de probleemanalyse. Het doel van het vooronderzoek is onder andere het horizontaal en verticaal afperken van de gebieden waar het risico aanwezig is op het aantreffen van CE s. WSCS-OCE Werkveld Specifiek Certificatie Schema Opsporing Conventionele Explosieven, bedrijven die vooronderzoek of benaderwerkzaamheden in het veld uitvoeren moeten gecertificeerd zijn conform de richtlijn WSCS-OCE. Ook het uitvoerende personeel moet volgends deze richtlijn gecertificeerd zijn voordat zij CE onderzoek en benadering mogen uitvoeren... Handboek CE onderzoek Schiphol Versie 1.0 26
Bijlage 2: Voorbeeld F1 formulier Handboek CE onderzoek Schiphol Versie 1.0 27
Handboek CE onderzoek Schiphol Versie 1.0 28