Orde van dienst in de Mentekerk te Schoonebeek, zondag 3 juni 2018, 10.00uur Voorganger: ds. H. Linde uit Hoogeveen Ouderling: Wim Beukema Diaken: Peter Brinks Organist: Henk Oving Lector: Ria Kolkman
Welkom in deze dienst, thuis en bij de kerktelefoon Groet Bemoediging Drempelgebed Zingen: Psalm 95: 1, 2 2. Groot God is Hij, Hij strijdt vooraan, de goden zijn Hem onderdaan; de hoge bergen houdt Hij staande. Het hart der aarde is in zijn hand. Hij riep de zee, Hij schiep het land. Hij is het, die de weg ons baande. Inleiding naar deze dienst Als inleiding naar de gebeden zingen: Lied 281: 1, 2
2. Wanneer het donker ons verrast, houd ons dan in uw goedheid vast: Kyrie eleison! Gebed om vergeving en ontferming Zingen: Lied 281: 4, 6, 7 4. Gij roept ons met een nieuwe naam uit dit genadeloos bestaan: Kyrie eleison! 6. De zon straalt van uw aangezicht en zet ons leven in uw licht. Amen. Halleluja! 7. Gij hebt uw woord gestand gedaan: wij zijn met Christus opgestaan! Amen. Halleluja! Leefregel Zingen: Lied 304
2.Zing van de Zoon, het licht voor onze ogen, bron van geluk voor wie Hem wil geloven: luister naar Hem het woord van alzo hoge: houd Hem in ere! 3. Zing van de Geest, de adem van het leven, duurzame kracht die mensen wordt gegeven. Waar wij ook gaan, wij hebben niets te vrezen: houd Hem in ere! Het schoollied van deze week Opwekking voor kids, nr 88 Goliath Boem, boem, boe-mer-de boe-mer-de boem. Boem, boem, boe-mer-de boe-mer-de boem. Wat was dat? Dat was Goliath. Hij had een grote mond, maar toen viel hij op de grond. Wat was dat? Dat was Goliath! Met zijn zwaard en speer tegen David en zijn Heer. O, o, Goliath, jammer pech gehad Tjongejonge wat een reus. Hij lijkt wel sterk maar niet heus. Wat was dat? Dat was Goliath. Zijn taaltje was gemeen, maar toen viel hij door een steen.
Wat was dat? Dat was Goliath! Z'n kracht was toch beperkt. Dat heeft iedereen gemerkt. O, o, Goliath, niet goed ingeschat. God en David uitgedaagd. Laatste actie niet geslaagd. Wat was dat? Dat was Goliath. Veel te stoer gepraat, maar nu is het veel te laat. Wat was dat? Dat was Goliath! Hij vroeg er zelf om. O, wat was hij trots en dom. Kinderen gaan naar de kinderneven dienst Gebed om het Licht van de Heilige Geest Lezing O.T.: Job 1 Jobs beproeving 11In het land Us woonde een man die Job heette. Hij was rechtschapen en onberispelijk, hij had ontzag voor God en meed het kwaad. 2Job had zeven zonen en drie dochters. 3Hij bezat zevenduizend schapen en geiten, drieduizend kamelen, vijfhonderd span runderen, vijfhonderd ezelinnen en een groot aantal slaven en slavinnen. Hij was de aanzienlijkste man van het Oosten. 4Zijn zonen hadden de gewoonte om de beurt een feest te geven, ieder in zijn eigen huis, en nodigden dan hun drie zusters uit om bij hen te komen eten en drinken. 5Nadat elk van zijn zonen zo n feest had gegeven, liet Job hen bij zich komen voor een reinigingsritueel. Hij stond dan s ochtends vroeg op om voor elk van hen een offer te brengen, want hij dacht bij zichzelf: Misschien hebben mijn kinderen wel gezondigd en God in hun hart vervloekt. Job deed dit telkens weer. 6Op een dag kwamen de hemelbewoners hun opwachting
maken bij de HEER, en ook Satan bevond zich onder hen. 7De HEER vroeg aan Satan: Waar kom je vandaan? Hij antwoordde: Ik heb rondgezworven en rondgedoold op aarde. 8De HEER vroeg aan Satan: Heb je ook op mijn dienaar Job gelet? Zoals hij is er niemand op aarde: hij is rechtschapen en onberispelijk, hij heeft ontzag voor God en mijdt het kwaad. 9Satan antwoordde de HEER: Zou Job werkelijk zonder reden zoveel ontzag voor God hebben? 10U beschermt hem immers, evenals zijn gezin en alles wat hem toebehoort. U hebt het werk dat hij doet gezegend, zodat zijn bezit zich steeds meer uitbreidt. 11Maar als u uw hand naar hem uitstrekt en aantast wat hem toebehoort, zal hij u ongetwijfeld in uw gezicht vervloeken. 12Toen zei de HEER tegen Satan: Goed, met alles wat van hem is mag je doen wat je wilt, maar raak Job zelf niet aan. Hierop vertrok Satan. 13Toen Jobs zonen en dochters op een dag weer in het huis van hun oudste broer zaten te eten en te drinken, 14kwam er een boodschapper bij Job en zei: De runderen trokken de ploeg en de ezelinnen liepen vlakbij in de wei te grazen, 15maar plotseling werden we overvallen door de Sabeeërs, die het vee roofden en de knechten met hun zwaarden doodden. Ik ben als enige ontkomen om u te zeggen wat er gebeurd is. 16Nog voordat de boodschapper uitgesproken was, kwam er een volgende met het bericht: Een verwoestende bliksem uit de hemel trof de schapen en geiten en de knechten, en het vuur verbrandde en verteerde allen. Ik ben als enige ontkomen om u te zeggen wat er gebeurd is. 17En ook hij was nog niet uitgesproken, of er kwam een volgende met het bericht: De Chaldeeën overvielen ons van drie kanten en roofden de kamelen, en ze doodden de knechten met hun zwaarden. Ik ben als enige ontkomen om u te zeggen wat er gebeurd is. 18Ook deze boodschapper was nog niet uitgesproken, of er kwam een volgende met het bericht: Uw zonen en uw dochters zaten in het huis van hun oudste broer te eten en wijn te drinken. 19Maar plotseling werd het huis getroffen door een hevige storm uit de woestijn, zodat de vier muren instortten, en uw kinderen onder het puin bedolven werden en de dood
vonden. Ik ben als enige ontkomen om u te zeggen wat er gebeurd is. 20Toen stond Job op, hij scheurde zijn kleren, schoor zijn hoofd kaal en wierp zich neer in het stof. 21En hij zei: Naakt ben ik uit de schoot van mijn moeder gekomen en naakt zal ik in haar schoot terugkeren. De HEER heeft gegeven, de HEER heeft genomen, de naam van de HEER zij geprezen. 22Ondanks alles zondigde Job niet en maakte hij God geen enkel verwijt. Zingen: Lied 139: 10, 11 10. O God, hoe diep verwonderd ga ik uw volmaakte wijsheid na. Hoe schoon is alles wat Gij doet. Hoe kostelijk in overvloed zijn uw onpeilbare gedachten, ik overdenk die al mijn nachten. 11. Gedachten ongeëvenaard hebt Gij, o God, geopenbaard in al de werken van uw hand gedachten talloos als het zand. Als ik ontwaak, Gij blijft mij leiden, ik vind U altijd aan mijn zijde. Lezing N.T.: Marcus 3: 1 6 1Weer ging hij naar de synagoge. Daar was iemand met een verschrompelde hand. 2Ze letten op hem om te zien of hij die op sabbat zou genezen, zodat ze hem zouden kunnen aanklagen. 3Hij zei tegen de man met de verschrompelde hand: Kom in het midden staan. 4Aan de anderen vroeg hij: Wat mag men op sabbat doen: goed of kwaad? Een leven redden of het vernietigen? Maar ze zwegen. 5Hij keek hen boos aan, maar ook diepbedroefd vanwege hun hardleersheid, en toen zei hij tegen de man die in het midden stond: Steek uw hand uit. Hij stak zijn hand uit en er kwam weer leven in. 6De farizeeën verlieten de synagoge en gingen meteen met de herodianen overleggen hoe ze hem uit de weg zouden kunnen ruimen.
Zingen: Lied 657: 2 Verkondiging n.a.v. Job 1 Zingen: Lied 283
2. En van overal gekomen, drinkend uit de ene bron, bidden wij om nieuwe dromen, richten wij ons naar de zon. 3. Want wij mensen op de aarde raken van het duister moe. Als uw hart ons niet bewaarde sliepen wij ten dode toe. 4. Laat uw dauw van vrede dalen in de voren van de tijd. Vat ons samen in de stralen van uw goedertierenheid. 5. Die ons naam voor naam wilt noemen, al uw liefde ons besteedt, zingend zullen wij U roemen en dit huis zingt met ons mee! Kinderen komen terug van de kindernevendienst Vóór de gebeden zingen: Lied 364:1, 6
6. O, antwoord Gij, als wij tezamen bidden, daal neder uit uw hoogte in ons midden! In uw vergeving wonen wij. Dankgebed en voorbeden, Onze Vader Bloemengroet Inzameling van de gaven bestemd voor de kerk. Tijdens de collecte kunnen ouders hun kinderen ophalen van de kinderoppas. Slotlied: Lied 416 1. Ga met God en Hij zal met je zijn, jou nabij op al je wegen met zijn raad en troost en zegen. Ga met God en Hij zal met je zijn. 2. Ga met God en Hij zal met je zijn: bij gevaar, in bange tijden, over jou zijn vleugels spreiden. Ga met God en Hij zal met je zijn.
3. Ga met God en Hij zal met je zijn: in zijn liefde je bewaren, in de dood je leven sparen. Ga met God en Hij zal met je zijn. 4. Ga met God en Hij zal met je zijn tot wij weer elkaar ontmoeten, in zijn naam elkaar begroeten. Ga met God en Hij zal met je zijn. Zegen beantwoord met 3x amen Deur collecte bestemd voor de diaconie