MEMORIE VAN TOELICHTING. Algemeen. 1. Inleiding

Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Na overleg met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Parameters huurtoeslag, inkomensgrenzen staatssteun, verkoopregels en inkomensafhankelijke huurverhoging en liberalisatiegrens 2014

De opbouw van de notitie is als volgt. Sectie 2 beschrijft de varianten. Sectie 3 beschrijft de effecten op de werkgelegenheid.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

1. Inleiding. Voor het vaststellen van de hoogte van de huurtoeslag is een groot aantal parameters van belang.

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Huurtoeslag parameters van t/m

2. Onder vernummering van het achtste tot en met twaalfde lid tot negende tot en met dertiende lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van. 2014;

Parameters huurtoeslag, inkomensgrenzen staatssteun, verkoopregels en inkomensafhankelijke huurverhoging en liberalisatiegrens 2015

Parameters huurtoeslag, liberalisatiegrens en inkomensgrens staatssteun Wet op de huurtoeslag/awir/trdaebtiv

1 Inleiding. Directoraat-Generaal Bestuur, Ruimte en Wonen Woningmarkt

1 Inleiding. Directoraat-Generaal Bestuur en Wonen Woningmarkt

34120 Beleidsdoorlichting Wonen en Rijksdienst

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 14 oktober 2015 Jaarverslag Wet op de huurtoeslag

Rijnstraat 8 Postbus GX Den Haag de colleges van burgemeester en wethouders Interne postcode 213

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

NOTA VAN TOELICHTING. I. Algemeen. 1. Inleiding

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van. 2012, Z-.;

NOTA VAN TOELICHTING. I. Algemeen. 1. Inleiding

27926 Huurbeleid. Lijst van vragen en antwoorden Vastgesteld 11 oktober 2016

NOTA VAN TOELICHTING. I. Algemeen. 1. Inleiding

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van, kenmerk;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

1 Inleiding. Directoraat-Generaal Bestuur en Wonen Woningmarkt

Huurgerelateerde parameters huurtoeslag t/m

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vastgesteld 27 mei 2018

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Wet op de huurtoeslag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bijlage veelgestelde vragen Passend Toewijzen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Inkomensgerelateerde parameters huurtoeslag over het tijdvak 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010

1. Inleiding. Vervolgens is de liberalisatiegrens (paragraaf 4.4) voor 2016 opgenomen. Directoraat-Generaal Wonen en Bouwen Woningmarkt

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

CONCEPT T.B.V. INTERNETCONSULTATIE MEMORIE VAN TOELICHTING I. ALGEMEEN DEEL. 1. Aanleiding

houdende aanpassing van het bedrag, genoemd in artikel 16 van de Wet op de huurtoeslag, en wijziging van het Besluit op de huurtoeslag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 28 augustus 2014 Jaarverslag Wet op de huurtoeslag

Gelet op de artikelen 1.6, zevende lid, 1.8, eerste lid en 1.9, eerste lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 1 ;

HUURTOESLAG. drs. M.T.E. (Mark) Robben. Docent /promovendus bij FEI BV Zelfstandig fiscalist E: T:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Op de voordracht van van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 6 juli 2015, nr , gedaan mede namens de Staatssecretaris van Financiën;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

HUURDERS BELANGEN ORGANISATIE DE PEEL

Gelet op de artikelen 1.8, eerste lid, en 1.9, eerste lid, van de Wet kinderopvang;

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van (datum invullen), (nummer invullen);

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

VEELGESTELDE VRAGEN ALLES RONDOM PASSEND TOEWIJZEN

Wet van 24 april 1997, houdende nieuwe regels over het verstrekken van huursubsidies (Huursubsidiewet)

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: a. Onderdeel A wordt als volgt gewijzigd: b. Onderdeel N, onder 2, komt te luiden:

WETTEKST PARTICIPATIEWET PER 1 JANUARI 2015

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 wordt als volgt gewijzigd:

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Onderbouwing huur-inkomenstabellen per

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Berekening huurtoeslag 2012

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van..., nr..., Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Veel gestelde vragen over Passend Toewijzen

Inhoud. 1. Toeslagen in beweging 2. Samenwerking & AVG 3. Praktische tips

Wet op de huurtoeslag Geldend van t/m heden

Veelgestelde vragen over Passend Toewijzen

Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 tot het geleidelijk uitfaseren van de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld

Bijlage 2 - Verkenning van mogelijke vereenvoudigingen in de huurtoeslag

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum Betreft Kinderopvangtoeslag vanaf 2012

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 juni 2010 Betreft kinderopvangtoeslag vanaf 2011

Besluit van (datum) tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang

Toeslagen Belastingdienst. Berekening huurtoeslag 2014

Toeslagen Belastingdienst. Berekening huurtoeslag 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het kindgebonden budget in verband met bezuiniging op het kindgebonden budget

In de onderstaande uitwerking van de drie denkrichtingen voor de langere termijn worden de volgende aspecten technisch uitgewerkt:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2016

Ter invulling van deze toezeggingen is een verkenning uitgevoerd naar de mogelijke toekomstige wijzigingen in de liberalisatiegrens.

INKOMENSEFFECTEN VAN DE ZORGVERZEKERINGSWET EN DE WET OP DE ZORGTOESLAG

Doelgroepen TREND A variant

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Themabijeenkomst betaalbaarheid & beschikbaarheid

Transcriptie:

Wijziging van de Wet op de huurtoeslag in verband met het laten vervallen van de bepaling dat de eigen bijdrage in de huurtoeslag wordt geïndexeerd met het percentage van de netto-bijstandsontwikkeling indien dat percentage lager is dan het percentage van de huurprijsontwikkeling en van de maximale inkomensgrenzen vanaf welke geen huurtoeslag wordt toegekend (Wet aanpassing indexering eigen bijdrage huurtoeslag en het vervallen van de maximale inkomensgrenzen) MEMORIE VAN TOELICHTING Algemeen 1. Inleiding Het voorliggende wetsvoorstel beoogt een meer eenduidige indexering van de eigen bijdrage in de huurtoeslag en beperking van de armoedeval bij het overschrijden van de maximale inkomensgrenzen. Het betreft twee in het regeerakkoord 2017 Vertrouwen in de Toekomst aangekondigde wijzigingen in de huurtoeslag die met het voorliggende wetsvoorstel worden doorgevoerd. Ten eerste wordt de eigen bijdrage in de huurtoeslag geïndexeerd met de verwachte huurprijsontwikkeling, in plaats van met ofwel huurprijsontwikkeling ofwel netto-bijstandsontwikkeling (door het schrappen van de zogeheten KAN-bepaling). Ten tweede wordt de huurtoeslag over een langer inkomenstraject afgebouwd. 2. Inhoud van het wetsvoorstel 2.1 Schrappen KAN-bepaling De eigen bijdrage in de huurtoeslag bestaat uit een inkomensafhankelijk deel (normhuur) en een inkomensonafhankelijke opslag (van 16,94 per maand). In de Wet op de huurtoeslag (Wht) is bepaald dat het inkomensafhankelijke deel van de eigen bijdrage (de normhuur) jaarlijks wordt geïndexeerd. De opslag van 16,94 kent geen jaarlijkse indexering. Voor de indexering van het inkomensafhankelijke deel van de eigen bijdrage (de normhuur) is in de wet de zogeheten KAN-bepaling opgenomen. Met deze KAN-bepaling (artikel 27, vierde lid, van de wet) is bepaald dat de eigen bijdrage in de huurtoeslag wordt geïndexeerd met de laagste van de volgende twee mogelijkheden: het percentage van de huurprijsontwikkeling of het percentage van de netto-bijstandsontwikkeling. Dit betekent dat als de bijstandsontwikkeling achterblijft, dit nu gecompenseerd wordt via een minder sterke stijging van de eigen bijdrage in de huurtoeslag. Daarmee is sprake van een automatische compensatie via de huurtoeslag voor een achterblijvende bijstandsontwikkeling. Met het in dit wetsvoorstel opgenomen schrappen van de KAN-bepaling wordt de eigen bijdrage in de huurtoeslag in het vervolg altijd geïndexeerd met het percentage van de huurprijsontwikkeling. Dit draagt bij aan de transparantie van de huurtoeslag omdat er een eenduidige relatie met het huurbeleid ontstaat en de doorwerking van bijvoorbeeld maatregelen in de sociale zekerheid op de huurtoeslag uit de regeling wordt gehaald. 2.2 Vervallen maximale inkomensgrenzen De Wht bepaalt dat geen recht huurtoeslag bestaat als het inkomen van het huishouden meer bedraagt dan de in de wet opgenomen maximale inkomensgrenzen. Na deze maximale

inkomensgrenzen vervalt het recht op huurtoeslag volledig. Tot deze grenzen wordt de huurtoeslag geleidelijk afgebouwd. Het bestaan van deze maximale inkomensgrenzen zorgt er voor dat een beperkte stijging van het inkomen kan leiden tot verlies van de volledige huurtoeslag. In het voorliggende wetsvoorstel vervallen deze maximale inkomensgrenzen. Met het vervallen van de maximale inkomensgrenzen wordt de huurtoeslag over een langer inkomenstraject afgebouwd. Hierdoor verdwijnt de situatie waarbij bij een beperkte stijging van het inkomen ineens de volledige huurtoeslag vervalt en wordt een armoedeval voorkomen en wordt de marginale druk over een langer traject uitgesmeerd. De huidige maximale inkomensgrenzen in de Wht worden ook gebruikt voor de afbakening van de doelgroep waarvoor corporaties passend moeten toewijzen (een woning toewijzen met een huur onder de toepasselijke aftoppingsgrens). Het kabinet ziet geen aanleiding om wijzigingen aan te brengen in de omvang van de doelgroep voor het passend toewijzen. In dit wetsvoorstel worden de inkomensgrenzen voor de toepassing van de passendheidstoets daarom behouden. Door het behoud van de maximale inkomensgrenzen voor dit doel is er geen materiële wijziging in de regels rond passend toewijzen. Door het vervallen van de maximale inkomensgrenzen loopt de huurtoeslag door tot bij een hoger inkomen. Het is mogelijk dat er huishoudens recht op huurtoeslag krijgen die een eigen bijdrage hoger dan de voor hen geldende aftoppingsgrens hebben. Met de huidige maximale inkomensgrenzen in de Wht komt deze situatie niet voor, omdat de inkomens behorend bij een eigen bijdrage hoger dan de aftoppingsgrens boven de maximale inkomensgrenzen liggen en er dan geen recht op huurtoeslag meer is. De Wht wordt hierop aangepast, zodat ook voor huishoudens met een eigen bijdrage boven de aftoppingsgrens de huurtoeslag daalt met een stijging van de eigen bijdrage door een stijging van het inkomen. Het feitelijke bereik van de huurtoeslag in relatie tot het inkomen wordt door het vervallen van de inkomensgrenzen bepaald door het moment dat de inkomensafhankelijke afbouw van de huurtoeslag leidt tot een nihiltoekenning. Aangezien de hoogte van de huurtoeslag ook afhankelijk is van de hoogte van de huur waarvoor huurtoeslag wordt verstrekt, hangt het inkomen waarbij de nihiltoekenning wordt bereikt ook af van de hoogte van de huur van het huishouden. In onderstaande figuren wordt de situatie gepresenteerd voor een huur op de in de huurtoeslagregeling opgenomen lage aftoppingsgrens ( 597,30 per maand in 2018). De eerste grafiek laat het verloop zien voor huishoudens onder de pensioengerechtigde leeftijd, de tweede figuur voor huishoudens boven de pensioengerechtigde leeftijd. Daarbij wordt het verloop getoond voor zowel meerpersoonshuishoudens (MP) als alleenstaanden (AS). In de figuren wordt zowel de situatie 2018 getoond, als de situatie die gaat gelden na vervallen van de maximale inkomensgrenzen.

Figuur 1: Verloop huurtoeslag voor huishoudens onder de pensioengerechtigde leeftijd (cijfers 2018) 350 300 Toeslag per maand (in ) 250 200 150 100 50 0 15000,0 16000,0 17000,0 18000,0 19000,0 20000,0 21000,0 22000,0 23000,0 24000,0 25000,0 26000,0 27000,0 28000,0 29000,0 30000,0 31000,0 32000,0 33000,0 34000,0 35000,0 36000,0 37000,0 38000,0 39000,0 Belastbaar huishoudinkomen (in ) AS (zonder inkomensgrens) AS (met inkomensgrens) MP (zonder inkomensgrens) MP (met inkomensgrens) * In deze grafiek is bij de berekeningen uitgegaan van een meerpersoonshuishouden met 3 of meer huishoudleden (bijvoorbeeld twee ouders en een kind). Figuur 2: Verloop huurtoeslag voor huishoudens boven de pensioengerechtigde leeftijd (cijfers 2018) 350,00 300,00 Toeslag per maand (in ) 250,00 200,00 150,00 100,00 50,00 0,00 15000,0 16000,0 17000,0 18000,0 19000,0 20000,0 21000,0 22000,0 23000,0 24000,0 25000,0 26000,0 27000,0 28000,0 29000,0 30000,0 31000,0 32000,0 33000,0 34000,0 35000,0 36000,0 37000,0 38000,0 39000,0 Belastbaar huishoudinkomen (in ) AS (zonder inkomensgrens) AS (met inkomensgrens) MP (zonder inkomensgrens) MP (met inkomensgrens)

3. Gevolgen 3.1 Gevolgen voor de burger 3.1.1. Inkomenseffecten Het schrappen van de KAN-bepaling heeft gevolgen voor huidige huurtoeslagontvangers. Door het schrappen van de KAN-bepaling stijgt de eigen bijdrage in de toekomst harder dan zonder deze wijziging. De wijziging leidt niet tot een daling van het bedrag aan huurtoeslag dat huishoudens ontvangen, maar wel zal de huurtoeslag in de toekomst iets minder hard stijgen dan zonder deze wijziging. De uiteindelijke effecten van het schrappen van de KAN-bepaling hangen af van het toekomstige verschil tussen de netto-bijstandsontwikkeling en huurontwikkeling. Op basis van de huidige inzichten gaat het in het jaar na invoering ten opzichte van ongewijzigd beleid om een beperking van de stijging van de huurtoeslag met gemiddeld circa 2 per maand: met het schrappen van de KAN-bepaling stijgt de huurtoeslag in 2019 nog met gemiddeld circa 5 per maand, zonder het schrappen van de KAN-bepaling met gemiddeld circa 7 per maand. Het vervallen van de maximale inkomensgrenzen heeft voor huidige huurtoeslagontvangers bij een gelijkblijvend inkomen geen effect. Wel wordt voorkomen dat deze groep bij een beperkte stijging van het inkomen direct de hele toeslag kan verliezen. Dit leidt vaak ook tot terugvorderingen van al uitgekeerde voorlopige toeslagen. Momenteel moeten circa 77.000 huurtoeslagontvangers achteraf hun volledige huurtoeslag terugbetalen omdat ze op grond van hun inkomen alsnog geen recht op huurtoeslag blijken te hebben. Daarnaast heeft het vervallen van de maximale inkomensgrenzen een effect voor huishoudens in een huurwoning met een inkomen iets boven de huidige maximale inkomensgrenzen. Deze huishoudens krijgen door de wijziging de mogelijkheid huurtoeslag aan te vragen. Het gaat om circa 115.000 extra huishoudens die recht op huurtoeslag krijgen. Deze groep heeft recht op een gemiddeld bedrag aan huurtoeslag van circa 50 per maand. De hier beschreven effecten van de wijzigingen in de huurtoeslag kunnen niet op zichzelf worden bezien. Bij het regeerakkoord is een integrale afweging van het totaal aan inkomenseffecten gemaakt. Zo zijn de effecten van de wijzigingen in de huurtoeslag, samen met alle andere in het regeerakkoord opgenomen maatregelen, meegenomen in het algemene koopkrachtbeeld van het regeerakkoord. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft hierover een brief aan de Tweede Kamer gestuurd (Kamerstukken II 2016/17, 34 700, nr. 47). Uit dit koopkrachtbeeld blijkt dat huishoudens er, rekening houdend met de maatregelen uit het regeerakkoord, de komende jaren gemiddeld op vooruit zullen gaan. 3.1.2. Administratieve lasten Het schrappen van de KAN-bepaling leidt niet tot extra administratieve lasten voor de burger; in het aanvraagproces voor de huurtoeslag verandert er niets. Door het vervallen van de maximale inkomensgrenzen nemen de administratieve lasten met naar schatting 19.167 uur toe, omdat huishoudens die recht krijgen op huurtoeslag een aanvraag in moeten dienen om in aanmerking te kunnen komen voor huurtoeslag. 3.2 Gevolgen voor de overheid (Belastingdienst) Het schrappen van de KAN-bepaling heeft geen gevolgen voor de uitvoering, omdat de nieuwe parameters mee kunnen lopen met het jaarlijks aanpassen van de parameters huurtoeslag. De nieuwe instroom van huurtoeslagontvangers als gevolg van het vervallen van de maximale inkomensgrenzen leidt tot extra lasten. PM Aanvullen aan de hand van uitvoeringstoets Belastingdienst.

3.3 Financiële gevolgen voor het Rijk De in dit wetsvoorstel opgenomen maatregelen hebben effect op de uitgaven huurtoeslag en daarmee op de begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het gaat om de in tabel 1 opgenomen bedragen. Vanwege het vervallen van de KAN-bepaling zullen de uitgaven huurtoeslag in de toekomst minder sterk stijgen dan zonder deze wijziging. Door het vervallen van de maximale inkomensgrenzen krijgen er meer huishoudens recht op huurtoeslag, waardoor vanaf 2020 de uitgaven huurtoeslag toenemen met 70 miljoen per jaar. De in tabel 1 opgenomen uitgaven zijn conform de raming zoals opgenomen in het regeerakkoord en zijn geraamd op basis van de huidige economische inzichten. De uiteindelijke budgettaire effecten van het schrappen van de KAN-bepaling hangen af van het toekomstige verschil tussen de netto-bijstandsontwikkeling en huurontwikkeling. Tabel 1: Budgettaire gevolgen wetsvoorstel (in miljoenen) 2019 2020 2021 2022 Schrappen KAN-bepaling -35-63 -99-138 Vervallen maximale inkomensgrenzen 70 70 70 Totaal -35 7-29 -68 4. Inwerkingtreding In het regeerakkoord is de inwerkingtreding van het schrappen van de KAN-bepaling per 1 januari 2019 voorzien en voor het vervallen van de maximale inkomensgrens inwerkingtreding per 1 januari 2020. Om de vereiste implementatie per 1 januari 2019 te realiseren, dient de Belastingdienst/Toeslagen uiterlijk op 15 oktober 2018 definitieve zekerheid te hebben over de toe te passen parameters huurtoeslag voor het jaar 2019. 5. Consultatie Ter voorbereiding van de wijziging is het wetsvoorstel voorgelegd aan Aedes, IVBN, Vastgoedbelang, Woonbond en VNG. Het wetsvoorstel is in deze periode ook via internet (https://www.internetconsultatie.nl/pm) ter consultatie aangeboden om iedere geïnteresseerde de mogelijkheid te geven te reageren. Hierna wordt op hoofdlijnen ingegaan op de reacties die zijn gegeven en de wijze waarop hier mee is omgegaan door de regering. PM Aanvullen aan de hand van (internet)consultatie. Artikelsgewijs Artikel I Onderdeel A Met het aantreden van het huidige kabinet, is de bevoegde Minister voor dit onderwerp Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De begripsbepaling wordt dienovereenkomstig gewijzigd. Onderdeel B Door het derde lid van artikel 14 te laten vervallen worden de maximale inkomensgrenzen waarboven geen huurtoeslag wordt toegekend geschrapt. Op grond van het tweede lid van artikelen 19 van de Wht (toepassing formule) zal de toegekende huurtoeslag geleidelijk aan afnemen naarmate het inkomen stijgt. Door het vervallen van het derde lid kunnen de daaropvolgende leden worden vernummerd.

Onderdeel C Zoals toegelicht in het algemeen deel wordt het, als gevolg van het laten vervallen van de maximale inkomensgrenzen, mogelijk dat huishoudens recht op huurtoeslag krijgen die een eigen bijdrage hoger dan de voor hen geldende aftoppingsgrens hebben. De aftoppingsgrens is opgenomen in artikel 20, tweede lid. In dat geval wordt het deel van de rekenhuur boven de eigen bijdrage (basishuur) gesubsidieerd voor hetzelfde percentage dat wordt vastgesteld voor artikel 21, eerste lid, onderdeel c. Op dit moment bedraagt dat percentage 40%. Het subsidiëren van het deel van de rekenhuur boven die eigen bijdrage vindt uitsluitend plaats als de huurder, diens partner of één van de medebewoners de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, als het een eenpersoonshuishouden betreft, of als de huurder een woning bewoont of betrekt waarin aanpassingen zijn aangebracht in en rond de woning, die noodzakelijk zijn in verband met een handicap van de huurder, diens partner of een medebewoner. Dit zijn dezelfde doelgroepen als bepaald in artikel 21, eerste lid, onderdeel c. Onderdeel D Door het vierde lid van artikel 27 te laten vervallen wordt bewerkstelligd dat de eigen bijdrage in de huurtoeslag voortaan wordt geïndexeerd met het percentage van de huurprijsontwikkeling. Dit vierde lid staat bekend als de KAN-bepaling. Meer specifiek betreft het de bedragen, genoemd in de artikelen 17, tweede lid (bij minimum-inkomensijkpunt behorende normhuur), en 18, derde lid (bij referentieinkomensijkpunt behorende normhuur). Tot nu toe werden deze bedragen elk jaar gewijzigd met het percentage waarmee het bedrag, bedoeld in artikel 21, onderdeel b, van de Participatiewet, naar redelijke verwachting wordt gewijzigd, indien dat percentage lager is dan het percentage van de huurprijsontwikkeling. Door het vervallen van het vierde lid, worden de overige leden vernummerd. Daarnaast wordt als gevolg van het laten vervallen van artikel 14, derde lid, en het vernummeren in artikel 27 een aantal verwijzingen in het nieuwe zesde en zevende lid aangepast. Uit het oogpunt van leesbaarheid wordt het nieuwe zesde lid opnieuw vastgesteld. Het betreft hier geen inhoudelijke wijziging. Artikel II Om ervoor te zorgen dat de inkomensgrenzen van toepassing blijven voor het passend toewijzen van woningen door corporaties wordt artikel 46 van de Woningwet aangepast. Thans vloeit uit artikel 46 van de Woningwet voort dat passend toewijzen van toepassing is bij huishoudens die in aanmerking komen voor huurtoeslag. Echter, door het vervallen van de maximale inkomensgrenzen in de Wht zou die doelgroep plotseling groter worden. Om ervoor te zorgen dat de doelgroep voor passend toewijzen gelijk blijft, wordt thans opgenomen dat het gaat om huishoudens die in aanmerking komen voor huurtoeslag en een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen huishoudinkomen hebben. Die algemene maatregel van bestuur betreft het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 (BTIV 2015). In het BTIV 2015 zal een verwijzing worden opgenomen naar de inkomensgrenzen van artikel 14 van de Wht. Artikel III Het wetsvoorstel zal in werking treden bij koninklijk besluit. Voor Artikel I, onderdelen A en D is inwerkingtreding voorzien op 1 januari 2019. De inwerkingtreding van Artikel I, onderdeel B, C en Artikel II is voorzien op 1 januari 2020.