Bijlage 3: ecologisch onderzoek

Vergelijkbare documenten
In Hilversum te beschermen flora en fauna

Lijst van beschermde planten en dieren in Overijssel

Overijssel + Gelderland + Utrecht Flevoland Noord-Holland + Zuid Holland. bebouwing en stedelijk gebied. bebouwing en stedelijk gebied

Bekende verspreiding van soorten ten opzichte van het plangebied levering uit de NDFF.

Tijdelijke natuur in het Havengebied van Rotterdam! 1 september Jan Putters Asset Manager Havenbedrijf Rotterdam N.V.

Flevoland Noord-Holland + Zuid Holland. zandgebieden en veenkoloniën. bebouwing en stedelijk gebied. bebouwing en stedelijk gebied

Bijlage C: Bekende verspreiding van soorten ten opzichte van het plangebied levering uit de NDFF, december 2016

Datum 16 september Auteur : M. Kuiper. IIP ' "imi

Rapport. Lelystad, maart 2015 J. Reinhold. Beschermde flora en fauna binnen het bestemmingsplangebied De Gilden Het Palet

Bescherming. Soortgroep Nederlandse naam Wetenschappelijke naam. Komt voor op GRD

Tabel 1: Algemene soorten Zoogdieren. Apodemus sylvaticus. Erinaceus europeus gewone bosspitsmuis Sorex araneus Lepus europeus

Tabel 1: Algemene soorten R = soort van Rode lijst Zoogdieren. Apodemus sylvaticus

Gulden sleutelbloem soort die in Venray voor kan komen. Zoogdieren. Apodemus sylvaticus. Erinaceus europeus. Lepus europeus

Onderzoek beschermde natuurwaarden Basisschool De Kameleon Tamboerstraat 4 te Goirle

Versie: Definitief Datum: 10 juni 2014 project: Implementatie gedragscode Provinciale Infrastructuur (224105)

Veldonderzoek naar de Rugstreeppad ten behoeve van Project 61/62 (Caleido) te Berkel en Rodenrijs

UPDATE NATUURONDERZOEK KAATSTRAAT/NORREMEERSTRAAT WARMOND

Quick scan beschermde natuurwaarden in het plangebied Noorderlicht en omgeving te Tilburg

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Natuurtoets in verband met de bouw van een woning en een schuur bij aan de Fluitersweg zonder nummer te Apeldoorn. Rapport Bureau Veldkamp

Notitie inspectie bomen Molenbeek Sittard 2011

Vleermuizen en de ruimte binnen de Flora- en faunawet

Onderzoek Flora- en faunawet bouwlocatie VUmc

Actualisatie van het natuurwaardenonderzoek. op het Leerpark te Dordrecht. en de Flora- en faunawet

Quickscan flora en fauna op een perceel aan de Vinkenpolderweg te Alblasserdam

Werkatlas verspreiding zoogdieren in Zuid-Holland

FLORA- EN FAUNASCAN Middenmeer Noord te Amsterdam

G e d r a g s c o d e P r o v i n c i a l e I n f r a s t r u c t u u r

Flora- en faunaonderzoek ter plaatse van de locatie Bontekoe te Boskoop en de Flora- en faunawet

Natuur-Wetenschappelijk Centrum, Noorderelsweg 4A, 3329 KH Dordrecht

Vleermuisonderzoek op een terrein aan de Wilhelminalaan te Schagen. - Notitie -

Rapport Bureau Veldkamp

Tabel 1: Algemene soorten. Zoogdieren. Apodemus sylvaticus. Erinaceus europeus gewone bosspitsmuis Sorex araneus Lepus europeus

Quick scan flora en fauna IJweg te Hoofddorp

Quickscan Flora en Fauna ten behoeve van 5 woningen te Noorbeek, gemeente Margraten

FLORA- EN FAUNASCAN Noorddammerweg Uithoorn

WNb 3.1 Beschermingsregime soorten vogelrichtlijn A B C D E F Coccothraustes coccothraustes ssp. Coccothraustes Parnurus biarmicus ssp.

Aanvullend onderzoek naar strikt beschermde soorten aan de Leeuwenhoekweg te Bergschenhoek. - concept -

Memo quickscan flora en fauna te kappen bomen Nijverheidsweg 15 Utrecht, fase 2

Onderzoek naar aquatische fauna op het voormalige AZC-terrein in de Oostpolder te Papendrecht. - notitie -

FLORA- EN FAUNASCAN. Westfriesedijk 3a Aartswoud. 27 juli Opdrachtgever: VastgoedAdviseur.nl Industrieterrein Oosterzij NV Heiloo

L E I D R A A D F L O R A - E N F A U N A W E T

Natuurwaardenonderzoek ten behoeve van RiF010 in de Steigersgracht te Rotterdam

Geschiktheidsonderzoek Italiaanse Populieren voor vogels met een vaste verblijfplaats en vleermuizen in Land van Matena

Uitleg. Flora- en faunawet. Inhoud

Rapport. Lelystad, oktober 2013 J. Reinhold. Onderzoek naar zwaar beschermde soorten in de Spoorzone, Dronten

Bijlage 1 Onderzoek ecologie

D. J. Greidanus Eesterweg TC Doezum Steenwijk, 4 april 2011, 15 januari 2014

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit de kom Bleiswijk met bebouwing, tuinen, groenstroken, laanbeplanting en watergangen.

soorten(bescherming) kunt u vinden op: (op werkdagen van 8.30 tot uur). Meer informatie over

Bijlage 1 Ecologisch onderzoek

Quick scan beschermde natuurwaarden plangebied De Leermeester te Etten-Leur

Quickscan flora en fauna Sportlaan, Heerjansdam

Quickscan flora en fauna Deimospad 21 te Dordrecht

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, gazon, weiland, opgaande beplanting en oppervlaktewater.

Flora- en faunaonderzoek op drie locaties in het centrum van Berkel en Rodenrijs in het kader van de Flora- en faunawet

Bureauonderzoek Flora en fauna

Bekende verspreiding van soorten ten opzichte van het plangebied - levering uit de NDFF.

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, opgaande beplanting en watergangen.

Beschermde soorten die in Zuid-Holland voorkomen (exclusief vogels)

Beschermde soorten die in Zuid-Holland voorkomen (exclusief vogels)

Ecologisch sporenonderzoek

TOETS FLORA- EN FAUNAWET

Natuurtoets in verband met de afbraak van een gebouw aan de Prinses Margrietlaan 18/18a en de nieuwbouw van maximaal zes (starters)woningen aldaar

Regeling aanwijzing dier- en plantensoorten

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Quickscan flora en fauna in het kader van de realisatie van een parkeergarage aan de Stationssingel in Berkel en Rodenrijs en de Flora- en faunawet

Quick-scan flora en fauna ten aanzien van de bouw van het hoofdkantoor van Fokker op het Slobbengors te Papendrecht en de natuurwetgeving

Uittreksel Kadastrale Kaart Uw referentie: 14236

Presentatie verschillen beleid Wnb bevoegde gezagen

Landzoogdieren. Zeezoogdieren. Vleermuizen. Lijst beschermde soorten in Noord-Holland vanaf 1 januari Art WNB. Bijlage IV Habitatrichtlijn

Aanpassing van de aansluiting A15-N3 te Papendrecht en de Flora- en faunawet

BIJLAGEN. Artikelen Flora- en faunawet. Jaarrond beschermde soorten. Borging deskundigheid

Onderzoek flora en fauna

Quick-scan flora en fauna ten aanzien van de bouw van het hoofdkantoor van Fokker op het Slobbengors te Papendrecht en de natuurwetgeving

Flora- en faunaonderzoek op het terrein van het gemeentehuis te Middelharnis in het kader van de Flora- en faunawet - concept -

Quickscan flora en fauna Van der Wees terrein in Dordrecht

Buiten aan het werk? Houd tijdig rekening met beschermde dieren en planten!

Onderzoek naar beschermde soorten in het plangebied Sint Martinusstraat te Rucphen

Basis Natuurtoets. Titel: Schuur Kanaal Zuid 305. Datum: 26 augustus Uitgevoerd door: J. Mulder (ecoloog), Gemeente Apeldoorn

Toelichting bij Aanvraag

Quick scan beschermde natuurwaarden plangebied Raadhuisstraat 4-6 te Gilze

Buro Maerlant. s-hertogenbosch Rooskleurig. Toets Flora- en faunawet. In samenwerking met

Bouw van een brandweerkazerne aan de 2e Barendrechtseweg te Barendrecht en de natuurwetgeving

Buro Maerlant. Maarssen Schildershof. Toets Flora- en faunawet. In samenwerking met

Notitie flora en fauna

Quickscan flora en fauna in het kader van sloopwerkzaamheden en nieuwbouw aan de Geestdorp 30A te Woerden en de Flora- en faunawet

Quickscan flora en fauna bestemmingsplanherziening Stadspolders, Dordrecht

Quickscan flora en fauna in verband met de realisatie van een nieuwbouwwoning aan de Zeedijk 3 te Dordrecht

Aanvullend natuurwaardenonderzoek op het terrein van de Stadswerven te Dordrecht in het kader van de Flora- en faunawet

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw,

Buro Maerlant. Heesch Beemdstraat. Toets Flora- en faunawet. In samenwerking met

Quickscan flora en fauna in het kader van het project Zonnecentrale Crayestein in Dordrecht

Geschiktheidsonderzoek Italiaanse Populieren voor vogels met een vaste verblijfplaats en vleermuizen in het Land van Matena

Flora- en faunaonderzoek in verband met een herontwikkeling aan de Kruidentuin te Barendrecht

Buiten aan het werk? Houd tijdig rekening met beschermde dieren en planten!

Quickscan flora en fauna ten behoeve van de wijziging van het bestemmingsplan aan de Hekendorpse Buurt 65 te Hekendorp en de natuurwetgeving

Ecologisch onderzoek ten behoeve van het bestemmingsplan voor een terrein ten zuiden van Harmelen

Quickscan flora en fauna in verband met de bouw van een hooiberg op B53 te Ottoland

Flora- en faunaonderzoek in het kader van nieuwbouwproject Westpolder Bolwerk, deelplan 7, fase 2 in Berkel en Rodenrijs

Transcriptie:

Bijlage 3: ecologisch onderzoek

Flora- en faunaonderzoek op en rondom de uit te breiden manege in het Kralingse Bos te Rotterdam Juli 2009 W 384 Auteur: S. Boekhout Natuur-Wetenschappelijk Centrum Noorderelsweg 4a 3329 KH Dordrecht veen@nwcadvies.nl www.nwcadvies.nl

Flora- en faunaonderzoek op en rondom de uit te breiden manege in het Kralingse Bos te Rotterdam Opdrachtgever: KuiperCompagnons Contactpersoon: Mevrouw W. Verweij Uitvoering: Natuur-Wetenschappelijk Centrum Aanleiding : In het kader van de uitbreiding van de manege in het Kralingse Bos te Rotterdam zal een deel van het bestaande pand (een aan de noordzijde van het hoofdgebouw gebouwde aanbouw) gesloopt worden. Ten westen van het hoofdgebouw zal vervolgens een nieuw complex met stallen, een tribune en diverse inpandige ruimtes gerealiseerd worden. Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient inzichtelijk gemaakt te worden welke belangrijke natuurwaarden er in een gebied voorkomen en welke verplichtingen deze vanuit de Floraen faunawet met zich meebrengen. KuiperCompagnons heeft het Natuur-Wetenschappelijk Centrum (NWC) gevraagd, in het kader van het bestemmingsplan, de actuele natuurwaarden van het gebied in beeld te brengen door middel van een quick-scan. Locatiebeschrijving: De manege is gelegen in het Kralingse Bos in de gemeente Rotterdam. Het terrein is gelegen tussen het Ruiterlaantje en het Oxerlaantje aan de zuidrand van het Kralingse Bos. Methode: Er is een quick-scan uitgevoerd naar beschermde floraen faunasoorten waarvoor een ontheffing nodig is en /of waarvoor speciale maatregelen nodig zijn in geval van ruimtelijke ingrepen. Daarvoor is het plangebied gebiedsdekkend geïnventariseerd op het voorkomen van beschermde planten en dieren. Er is gekeken naar de geschiktheid van het gebied voor aanvullende beschermde

soorten en er heeft een bat-detectorinventarisatie plaatsgevonden rond de uitvliegtijd van vleermuizen. Resultaten: Rond zonsondergang zijn geen uitvliegende vleermuizen vastgesteld. Er zijn twee individuen van de Gewone dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus op een later tijdstip in het onderzoeksgebied waargenomen. Dit betrof twee jagende dieren. De Huismus Passer domesticus is in het plangebied waargenomen. Deze soort staat op de lijst van vogels waarvan het nest jaarrond beschermd is, categorie 2. Er zijn echter geen verblijfplaatsen waargenomen in de te slopen aanbouw. Verder zijn er algemene broedvogels vastgesteld (zoals: Heggenmus Prunella modularis, Houtduif Columba palumbus, Merel Turdus merula, Zanglijster Turdus philomelos, Winterkoning Troglodytes troglodytes). Conclusie: Het grootste deel van de aanwezige soorten zijn algemene beschermde soorten die onder de vrijstellingsregeling in het kader van de Flora- en faunawet vallen (zie bijlage 1 Tabellen soorten Flora- en faunawet). Er hoeven geen extra maatregelen genomen te worden voor de Huismus in het kader van de Flora- en faunawet. Wel kunnen er in/aan de nieuwe aanbouw voorzieningen getroffen worden om de Huismus in de toekomst broedgelegenheden te bieden. Dit is echter geen wettelijke verplichting. Voor de Gewone dwergvleermuis geldt dat deze een strengere beschermingsstatus geniet. Er werden ten tijde van het onderzoek geen verblijfplaatsen in de te slopen aanbouw aangetroffen. De aanbouw lijkt niet erg geschikt te zijn als kraamkolonieplaats. In de aanbouw ontbreken spouwmuren en ook de omstandigheden in het gebouw zijn voor dwergvleermuizen niet optimaal. Daar komt bij dat de dieren die in de omgeving aangetroffen werden pas meer dan anderhalf uur na zonsondergang aanwezig waren, wat aangeeft dat ze ten tijde van het onderzoek geen verblijfplaats hadden in de aanbouw. Ook het feit dat het slechts om enkele dieren ging, is een indicatie dat er geen kraamkolonie in de aanbouw aanwezig was.

Er zal geen belangrijk jachtgebied verdwijnen. De bestaande bomenrij zal gehandhaafd blijven en ook in de directe omgeving zal er meer dan voldoende jachtgebied behouden blijven. Het is mogelijk dat de aanbouw in het najaar gebruikt wordt als paarplaats. Voor onderzoek naar paarplaatsen was het te vroeg in het seizoen. In de directe omgeving van de aanbouw zullen er bij sloop van de aanbouw echter ruim voldoende geschikte alternatieve paarplaatsen beschikbaar blijven, zodat er geen sprake zal zijn van een significant nadelig effect op de populatie. Aanbevelingen: Ten aanzien van de sloop handhaaft het ministerie van LNV de regel dat maximaal twee weken voor de sloop de gebouwen en bomen nogmaals gecontroleerd dienen te worden op de aanwezigheid van vleermuizen en vogels, dit hoort te worden gedaan door een deskundige (zie bijlage 2: Toelichting op de advisering m.b.t. vleermuizen). Daarnaast dient er rekening gehouden te worden met het broedseizoen van vogels. Binnen deze periode (globaal van 15 maart - 15 juli, soortspecifiek), maar ook daarbuiten, mogen door werkzaamheden geen broedende vogels, hun nesten of jongen verstoord worden. Aanbevolen wordt geen activiteiten zoals rooien, kappen en grondverzet, in de broedtijd van vogels uit te voeren, tenzij onderzoek door een deskundige heeft uitgewezen dat van broedgevallen op het moment van slopen of rooien geen sprake is.

Bijlage 1: Tabellen soorten Flora- en faunawet Tabel 1: Algemene soorten Voor deze soorten geldt een vrijstelling. Er hoeft geen ontheffing van de Flora- en faunawet aangevraagd te worden, maar wel moet de zorgplicht worden nagekomen. Zoogdieren Aardmuis Bosmuis Bunzing Dwergmuis Dwergspitsmuis Egel Gewone bosspitsmuis Haas Hermelijn Huisspitsmuis Konijn Mol Ondergrondse woelmuis Ree Rosse woelmuis Tweekleurige bosspitsmuis Veldmuis Vos Wezel Woelrat Microtus agrestis Apodemus sylvaticus Mustela putorius Micromys minutus Sorex minutus Erinaceus europaeus Sorex araneus Lepus europaeus Mustela erminea Crocidura russula Oryctolagus cuniculus Talpa europaea Microtus subterraneus Capreolus capreolus Clethrionomys glareolus Sorex coronatus Microtus arvalis Vulpes vulpes Mustela nivalis Arvicola terrestris Reptielen en amfibieën Bruine kikker Gewone pad Kleine watersalamander Middelste groene kikker Meerkikker Rana temporaria Bufo bufo Lissotriton vulgaris Pelophylax klepton esculentus Pelophylax ridibundus Mieren Behaarde rode bosmier Kale rode bosmier Stronkmier Zwartrugbosmier Formica rufa Formica polyctena Formica truncorum Formica pratensis

Vervolg tabel 1: Algemene soorten Slakken Wijngaardslak Helix pomatia Vaatplanten Aardaker Akkerklokje Brede wespenorchis Breed klokje Dotterbloem* Gewone vogelmelk Grasklokje Grote kaardenbol Kleine maagdenpalm Knikkende vogelmelk Koningsvaren Slanke sleutelbloem Zwanenbloem Lathyrus tuberosus Campanula rapunculoides Epipactis helleborine Campanula latifolia Caltha palustris Ornithogalum umbellatum Campanula rotundifolia Dipsacus fullonum Vinca minor Ornithogalum nutans Osmunda regalis Primula elatior Butomus umbellatus * Uitgezonderd de ondersoort Spindotterbloem (Caltha palustris araneosa), deze staat in tabel 2 van de Flora- en faunawet.

Tabel 2: Overige soorten Als een goedgekeurde gedragscode van toepassing is op de activiteiten geldt een vrijstelling. Er hoeft geen ontheffing van de Flora- en faunawet aangevraagd te worden, maar de activiteiten moeten aantoonbaar worden uitgevoerd zoals in de gedragscode staat. Tevens geldt de zorgplicht. Als niet gewerkt kan worden volgens een goedgekeurde gedragscode, maar wel maatregelen genomen kunnen worden om de functionaliteit van de voortplantingsen/of vaste rust- en verblijfplaats te garanderen, hoeft geen ontheffing van de Flora- en faunawet aangevraagd te worden. Om zeker te weten of de mitigerende maatregelen voldoende zijn en er inderdaad geen ontheffing nodig is, kan een ontheffing aangevraagd worden om de maatregelen (goed) te laten keuren. Als niet gewerkt kan worden volgens een goedgekeurde gedragscode en geen maatregelen genomen kunnen worden om de functionaliteit van de voortplantingsen/of rust- en verblijfplaats te garanderen, dient een ontheffing aangevraagd te worden. De aanvraag wordt beoordeeld op de volgende punten: In welke mate wordt de functionaliteit van de vaste voortplantings-, rusten/of verblijfplaats aangetast door de activiteiten? Komt de gunstige staat van instandhouding niet in gevaar? Zoogdieren Damhert Edelhert Eekhoorn Grijze zeehond Grote bosmuis Steenmarter Wild zwijn Cervus dama Cervus elaphus Sciurus vulgaris Halichoerus grypus Apodemus flavicollis Martes foina Sus scrofa Reptielen en amfibieën Alpenwatersalamander Levendbarende hagedis Mesotriton alpestris Zootoca vivipara Dagvlinders Moerasparelmoervlinder Vals heideblauwtje Euphydryas aurinia Lycaeides idas Vissen Bermpje Kleine modderkruiper Barbatula barbatula Cobitis taenia

Vervolg tabel 2: Overige soorten Meerval Rivierdonderpad Silurus glanis Cottus perifretum Vaatplanten Aangebrande orchis Aapjesorchis Beenbreek Bergklokje Bergnachtorchis Bijenorchis Blaasvaren Blauwe zeedistel Bleek bosvogeltje Bokkenorchis Brede orchis Bruinrode wespenorchis Daslook Dennenorchis Duitse gentiaan Franjegentiaan Geelgroene wespenorchis Gele helmbloem Gevlekte orchis Groene nachtorchis Groensteel Grote keverorchis Grote muggenorchis Gulden sleutelbloem Harlekijn Herfstschroeforchis Hondskruid Honingorchis Jeneverbes Klein glaskruid Kleine keverorchis Kleine zonnedauw Klokjesgentiaan Kluwenklokje Koraalwortel Kruisbladgentiaan Lange ereprijs Lange zonnedauw Orchis ustulata Orchis simia Narthecium ossifragum Campanula rhomboidalis Platanthera chlorantha Ophrys apifera Cystopteris fragilis Eryngium maritimum Cephalantera damasonium Himantoglossum hircinum Dactylorhiza majalis majalis Epipactis atrorubens Allium ursinum Goodyera repens Gentianella germanica Gentinella ciliata Epipactis muelleri Pseudofumaria lutea Dactylorhiza maculata Coeloglossum viride Asplenium viride Listera ovata Gymnadenia conopsea Primula veris Orchis morio Spiranthes spiralis Anacamptis pyramidalis Herminium monorchis Juniperus communis Parietaria judaica Listera cordata Drosera intermedia Gentiana pneumonanthe Campanula glomerata Corallorhiza trifida Gentiana cruciata Veronica longifola Drosera anglica

Vervolg tabel 2: Overige soorten Mannetjesorchis Maretak Moeraswespenorchis Muurbloem Parnassia Pijlscheefkelk Poppenorchis Prachtklokje Purperorchis Rapunzelklokje Rechte driehoeksvaren Rietorchis Ronde zonnedauw Rood bosvogeltje Ruig klokje Schubvaren Slanke gentiaan Soldaatje Spaanse ruiter Spindotterbloem Steenanjer Steenbreekvaren Stengelloze sleutelbloem Stengelomvattend havikskruid Stijf hardgras Tongvaren Valkruid Veenmosorchis Veldgentiaan Veldsalie Vleeskleurige orchis Vliegenorchis Vogelnestje Voorjaarsadonis Wantsenorchis Waterdrieblad Weideklokje Welriekende nachtorchis Wilde gagel Wilde herfststijlloos Wilde kievitsbloem Wilde marjolein Orchis mascula Viscum album Epipactis palustris Erysimum cheiri Parnassia palustris Arabis hirsuta sagittata Aceras anthropophorum Campanula persicifolia Orchis purpurea Campanula rapunculus Gymnocarpium robertianum Dactylorhiza majalis praetermissa Drosera rotundifolia Cephalanthera rubra Campanula trachelium Ceterach officinarum Gentianella amarella Orchis militaris Cirsium dissectum Caltha palustris araneosa Dianthus deltoides Asplenium trichomanes Primula vulgaris Hieracium amplexicaule Catapodium rigidum Asplenium scolopendrium Arnica montana Hammarbya paludosa Gentianella campestris Salvia pratensis Dactylorhiza incarnata Ophrys insectifera Neottia nidus-avis Adonis vernalis Orchis coriophora Menyanthes trifoliata Campanula patula Platanthera bifolia Myrica gale Colchicum autumnale Fritillaria meleagris Origanum vulgare

Vervolg tabel 2: Overige soorten Wit bosvogeltje Witte muggenorchis Zinkviooltje Zomerklokje Zwartsteel Cephalanthera longifolia Pseudorchis albida Viola lutea calaminaria Leucojum aestivum Asplenium adiantum-nigrum Kevers Vliegend hert Lucanus cervus Kreeftachtigen Rivierkreeft Astacus astacus

Soorten van Tabel 3: Soorten bijlage 1 AMvB/ bijlage IV HRL Als maatregelen genomen kunnen worden om de functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaats te garanderen, hoeft geen ontheffing van de Flora- en faunawet aangevraagd te worden. Om zeker te weten of de mitigerende maatregelen voldoende zijn en er inderdaad geen ontheffing nodig is, kan een ontheffing aangevraagd worden om de maatregelen (goed) te laten keuren. Als geen maatregelen genomen kunnen worden om de functionaliteit van de voortplantings- en/of rust- en verblijfplaats te garanderen, dient een ontheffing aangevraagd te worden op grond van een wettelijk belang uit artikel 2 van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten (soorten bijlage 1 AMvB) of uit de Habitatrichtlijn (soorten bijlage IV HRL). Deze belangen zijn: Bescherming van flora en fauna (b) Volksgezondheid of openbare veiligheid (d) Dwingende reden van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en voor het milieu wezenlijk gunstige effecten (e) En alléén voor soorten van bijlage 1 AMvB: Uitvoering werkzaamheden in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling (j) De aanvraag wordt beoordeeld op de volgende punten: In welke mate wordt de functionaliteit van de vaste voortplantings-, rusten/of verblijfplaats aangetast door de activiteiten? Is er een wettelijk belang (belang b, d, e of j)? Is er een bevredigende oplossing? Komt de gunstige staat van instandhouding niet in gevaar? Soorten bijlage 1 AMvB: Zoogdieren Boommarter Das Eikelmuis Gewone zeehond Veldspitsmuis Waterspitsmuis Martes martes Meles meles Eliomys quercinus Phoca vitulina Crocidura leucodon Neomys fodiens Reptielen en amfibieën Adder Vipera berus

Vervolg tabel 3: Soorten bijlage 1 AMvB/ bijlage IV HRL Vervolg soorten bijlage 1 AMvB: Hazelworm Ringslang Vinpootsalamander Vuursalamander Anguis fragilis Natrix natrix Lissotriton helveticus Salamandra salamandra Vissen Beekprik Bittervoorn Elrits Gestippelde alver Grote modderkruiper Rivierprik Lampetra planeri Rhodeus amarus Phoxinus phoxinus Alburnoides bipunctatus Misgurnus fossilis Lampetra fluviatilis Dagvlinders Bruin dikkopje Dwergblauwtje Dwergdikkopje Groot geaderd witje Grote ijsvogelvlinder Heideblauwtje Iepepage Kalkgraslanddikkopje Keizersmantel Klaverblauwtje Purperstreepparelmoervlinder Rode vuurvlinder Rouwmantel Tweekleurig hooibeestje Veenbesparelmoervlinder Veenhooibeestje Veldparelmoervlinder Woudparelmoervlinder Zilvervlek Erynnis tages Cupido minimus Thymelicus acteon Aporia crataegi Limenitis populi Plebeius argus Satyrium w-album Spialia sertorius Argynnis paphia Polyommatus semiargus Brenthis ino Lycaena hippothoe Nymphalis antiopa Coenonympha arcania Euphydryas aurinia Coenonympha tullia Melitaea cinxia Melitaea diamina Bolaria euphrosyne Vaatplanten Groot zeegras Zostera marina Soorten bijlage IV HRL: Zoogdieren

Vervolg tabel 3: Soorten bijlage 1 AMvB/ bijlage IV HRL Vervolg soorten bijlage IV HRL: Bechstein s vleermuis Bever Bosvleermuis Brandt s vleermuis Bruinvis Euraziatische lynx Franjestaart Gewone baardvleermuis Gewone dolfijn Gewone dwergvleermuis Gewone grootoorvleermuis Grijze grootoorvleermuis Grote hoefijzerneus Hamster Hazelmuis Ingekorven vleermuis Kleine dwergvleermuis Kleine hoefijzerneus Laatvlieger Meervleermuis Mopsvleermuis Nathusius dwergvleermuis Noordse woelmuis Otter Rosse vleermuis Tuimelaar Tweekleurige vleermuis Vale vleermuis Watervleermuis Wilde kat Witflankdolfijn Witsnuitdolfijn Myotis bechsteinii Castor fiber Nyctalus leisleri Myotis brandtii Phocoena phocoena Lynx lynx Myotis nattereri Myotis mystacinus Delphinus delphis Pipistrellus pipistrellus Plecotus auritus Plecotus austriacus Rhinolophus ferrumequinum Cricetus cricetus Muscardinus avellanarius Myotis emarginatus Pipistrellus pygmaeus Rhinolophus hipposideros Eptesicus serotinus Myotis dasycneme Barbastella barbastellus Pipistrellus nathusii Microtus oeconomus Lutra lutra Nyctalus noctula Tursiops truncatus Vespertilio murinus Myotis myotis Myotis daubentonii Felis silvestris Lagenorhynchus acutus Lagenorhynchus albirostris Reptielen en amfibieën Boomkikker Geelbuikvuurpad Gladde slang Heikikker Kamsalamander Knoflookpad Hyla arborea Bombina variegate Coronella austriaca Rana arvalis Triturus cristatus Pelobates fuscus

Vervolg tabel 3: Soorten bijlage 1 AMvB/ bijlage IV HRL Vervolg soorten bijlage IV HRL: Muurhagedis Poelkikker Rugstreeppad Vroedmeesterpad Zandhagedis Podarcis muralis Pelophylax lessonae Epidalea calamita Alytes obstetricans Lacerta agilis Dagvlinders Donker pimpernelblauwtje Grote vuurvlinder Pimpernelblauwtje Tijmblauwtje Maculinea nausithous Lycaena dispar Maculinea teleius Maculinea arion Libellen Gaffellibel Gevlekte witsnuitlibel Groene glazenmaker Noordse winterjuffer Oostelijke witsnuitlibel Rivierrombout Sierlijke witsnuitlibel Ophiogomphus cecilia Leucorrhinia pectoralis Aeshna viridis Sympecma paedisca Leucorrhinia albifrons Gomphus flavipes Leucorrhinia caudalis Vissen Houting Steur Coregonus maraena Acipenser sturio Vaatplanten Drijvende waterweegbree Groenknolorchis Kruipend moerasscherm Zomerschroeforchis Luronium natans Liparis loeselii Apium repens Spiranthes aestivalis Kevers Brede geelrandwaterroofkever Gestreepte waterroofkever Heldenbok Juchtleerkever Dytiscus latissimus Graphoderus bilineatus Cerambyx cerdo Osmoderma eremita Tweekleppigen Bataafse stroommossel Platte schijfhoren Unio crassus Anisus vorticulus

Vogels Als maatregelen genomen kunnen worden om de functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaats te garanderen, hoeft geen ontheffing van de Flora- en faunawet aangevraagd te worden. Om zeker te weten of de mitigerende maatregelen voldoende zijn en er inderdaad geen ontheffing nodig is, kan een ontheffing aangevraagd worden om de maatregelen (goed) te laten keuren. Als geen maatregelen genomen kunnen worden om de functionaliteit van de voortplantings- en/of rust- en verblijfplaats te garanderen, dient een ontheffing aangevraagd te worden op grond van een wettelijk belang uit de Vogelrichtlijn. Deze belangen zijn: Bescherming van flora en fauna (b) Veiligheid van het luchtverkeer (c) Volksgezondheid of openbare veiligheid (d) De aanvraag wordt beoordeeld op de volgende punten: In welke mate wordt de functionaliteit van de vaste voortplantings-, rusten/of verblijfplaats aangetast door de activiteiten? Is er een wettelijk belang (belang b, c en d)? Is er een bevredigende oplossing? Komt de gunstige staat van instandhouding niet in gevaar? Bescherming van vogelnesten Artikel 11 van de Flora- en faunawet luidt: Het is verboden nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren. Tijdens de werkzaamheden moet rekening gehouden worden met het broedseizoen van vogels. De Flora- en faunawet kent geen standaardperiode voor het broedseizoen. Het gaat er om of er sprake is van een broedgeval. De meeste vogels maken elk broedseizoen een nieuw nest of zijn in staat om een nieuw nest te maken. Deze vogelnesten voor eenmalig gebruik vallen alleen tijdens het broedseizoen (grofweg half maart-half juli) onder de bescherming van artikel 11 van de Flora- en faunawet. Voor deze soorten is geen ontheffing nodig voor werkzaamheden buiten het broedseizoen en ook niet als maatregelen worden getroffen die voorkomen dat deze soorten zich op de bouwplaats vestigen tijdens het broedseizoen. Een (beperkt) aantal soorten bewoont het nest echter permanent of keert elk jaar terug naar hetzelfde nest. Verblijfplaatsen van deze vogelsoorten zijn jaarrond beschermd:

Nesten die het hele jaar door zijn beschermd Op de volgende categorieën gelden de verbodsbepalingen van artikel 11 van de Flora- en faunawet het gehele seizoen: 1. Nesten die, behalve gedurende het broedseizoen als nest, buiten het broedseizoen in gebruik zijn als vaste rust- en verblijfplaats (voorbeeld: Steenuil). 2. Nesten van koloniebroeders die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk zijn van bebouwing of biotoop. De (fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek en limitatief beschikbaar (voorbeeld: Roek, Gierzwaluw en Huismus). 3. Nesten van vogels, zijnde geen koloniebroeders, die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk van bebouwing. De (fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek en limitatief beschikbaar (voorbeeld: Ooievaar, Kerkuil en Slechtvalk). 4. Vogels die jaar in jaar uit gebruik maken van hetzelfde nest en die zelf niet of nauwelijks in staat zijn een nest te bouwen (voorbeeld: Boomvalk, Buizerd en Ransuil). Nesten die niet het hele jaar door zijn beschermd 5. Nesten van vogels die weliswaar vaak terugkeren naar de plaats waar zij het jaar daarvoor hebben gebroed of de directe omgeving daarvan, maar die wel over voldoende flexibiliteit beschikken om, als de broedplaats verloren is gegaan, zich elders te vestigen. Categorie 5-soorten vragen extra onderzoek, ook al zijn hun nesten niet jaarrond beschermd; deze soorten zijn namelijk wel jaarrond beschermd als zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden dat rechtvaardigen. Aangepaste lijst jaarrond beschermde vogelnesten die momenteel door LNV wordt gehanteerd: Nesten van de volgende soorten zijn jaarrond beschermd indien ze nog in functie zijn: Boomvalk Buizerd Gierzwaluw Grote gele kwikstaart Havik Huismus Kerkuil Oehoe Ooievaar Ransuil Falco subbuteo Buteo buteo Apus apus Motacilla cinerea Accipiter gentilis Passer domesticus Tyto alba Bubo bubo Ciconia ciconia Asio otus

Roek Slechtvalk Sperwer Steenuil Wespendief Zwarte wouw Corvus frugilegus Falco peregrinus Accipiter nisus Athene noctua Pernis apivorus Milvus migrans Nesten van de volgende soorten zijn niet jaarrond beschermd (categorie 5), maar hiervan is inventarisatie wel gewenst: Blauwe reiger Boerenzwaluw Bonte vliegenvanger Boomklever Boomkruiper Bosuil Brilduiker Draaihals Eider Ekster Gekraagde roodstaart Glanskop Grauwe vliegenvanger Groene specht Grote bonte specht Hop Huiszwaluw IJsvogel Kleine bonte specht Kleine vliegenvanger Koolmees Kortsnavelboomkruiper Oeverzwaluw Pimpelmees Raaf Ruigpootuil Spreeuw Tapuit Torenvalk Zeearend Zwarte kraai Zwarte mees Zwarte roodstaart Zwarte specht Ardea cinerea Hirundo rustica Ficedula hypoleuca Sitta europaea Certhia brachydactyla Strix aluco Bucephala clangula Jynx torquilla Somateria mollissima Pica pica Phoenicurus phoenicurus Parus palustris Muscicapa striata Picus viridis Dendrocopos major Upupa epops Delichon urbica Alcedo atthis Dendrocopos minor Ficedula parva Parus major Certhia familiaris macrodactyla Riparia riparia Parus caeruleus Corvus corax Aegolius funereus Sturnus vulgaris Oenanthe oenanthe Falco tinnunculus Haliaeëtus albicilla Corvus corone Parus ater Phoenicurus ochruros Dryocopus martius

Bijlage 2: Vleermuizen, ruimtelijke ingrepen en de Flora- en faunawet Vleermuizen en hun leefgebied zijn beschermd door de Flora- en faunawet. In geval van een ruimtelijke ingreep moet ruim van tevoren bekeken worden of deze ingreep nadelige invloed kan hebben op vleermuizen en hoe hiermee omgegaan moet worden. Verblijfplaatsen Vleermuizen maken het hele jaar door gebruik van verschillende verblijfplaatsen (o.a. in bomen en gebouwen). Grofweg zijn vleermuisverblijfplaatsen op te delen in winterverblijfplaats (waar overwinterd wordt), dagkwartieren (waar de mannetjes in de kraamkolonieperiode overdag zitten, alleen of in kleine groepjes), kraamkolonies (vrouwtjes en hun jongen, vaak in grote groepen), paarverblijven (waar gepaard wordt, vaak in het najaar, soms gelijk aan de winterverblijfplaats) en tussenkwartieren (gebruikt in de periode tussen overwinteren en de zomerperiode in). Per type verblijfplaats gebruiken vleermuizen vaak meerdere verblijven waar tussen gewisseld wordt, bijvoorbeeld wanneer elders het klimaat geschikter is of om aan parasieten te ontkomen. Vleermuizen zijn wel zeer honkvast wat betreft de diverse verblijven die ze gebruiken. Dit betekent dat hun verblijven belangrijk zijn voor instandhouding van de populatie en dat deze daarom beschermd worden door de Flora- en faunawet. Sinds mei 2009 is het Vleermuisprotocol vastgesteld. Dit is opgesteld door het Netwerk Groene Bureaus en de Zoogdiervereniging VZZ in overleg met de Dienst Landelijk Gebied (DLG) en de Gegevensautoriteit Natuur (GaN). Het protocol dient als leidraad voor het bepalen hoe en hoe vaak geïnventariseerd moet worden om te voldoen de Flora- en faunawet. Let op: voor het bepalen of een gebouw of een potentieel geschikte boom van belang is als vleermuisverblijfplaats, is over het algemeen een relatief langlopend onderzoek nodig (van april t/m september/oktober) en zijn gemiddeld 5 tot 7 bezoeken nodig. Maatregelen zijn nodig: indien sprake is van een verblijfplaats die van significant belang is of zou kunnen zijn en/of; indien vleermuizen aangetroffen zijn. Er is over het algemeen sprake van een significant belangrijke verblijfplaats (ook wel vaste verblijfplaats genoemd, een verblijfplaats die van belang is voor een populatie) als: er sprake is van een kraamkolonie; er sprake is van een belangrijke overwinteringsplaats of paarplaats; er geen alternatieve verblijfplaatsen in de directe omgeving beschikbaar zijn;

de gunstige staat van instandhouding van de (populatie van) de soort in het geding is bij het verdwijnen van de verblijfplaats. De te nemen maatregelen moeten er voor zorgen dat verbodsbepalingen uit de Flora- en faunawet niet overtreden worden. Dit betekent dat er geen dieren gedood, verwond of actief verstoord mogen worden en dat in geval van significant belangrijke verblijfplaatsen deze behouden blijven of anders tijdig op een goede manier vervangen worden. De functie die het leefgebied voor de betreffende populatie vervult moet onverminderd blijven bestaan. Om te voorkomen dat dieren gedood, verwond of actief verstoord worden, kunnen de volgende maatregelen nodig zijn: niet slopen in de winterslaapperiode (in deze periode kan zelden met zekerheid worden vastgesteld dat vleermuizen afwezig zijn in een potentieel geschikt en onoverzichtelijk object, omdat ze dan ook s nachts passief zijn. Dat maakt ze in deze periode overigens extra kwetsbaar); vlak voor de sloop onderzoeken of er individuen aanwezig zijn in het te slopen object. Zijn deze wel aanwezig dan geldt dat in geval van een significant belangrijke verblijfplaats gewacht moet worden tot het dier of de dieren weg zijn, anders kan het dier/kunnen de dieren ook passief verjaagd worden (door verstoring van het microklimaat of s nachts dichten van de invliegopening) mits zij niet verwond, gedood of actief verstoord worden. Bij het verdwijnen van een verblijfplaats kunnen maatregelen bestaan uit het aanbieden van inpandige voorzieningen in nieuwbouw, zodat deze geschikt is voor vleermuizen om in te verblijven. Om zeker te weten of de geplande maatregelen voldoende zijn kan een ontheffing aangevraagd worden bij de Dienst Regelingen. Een afwijzingsbrief, die stelt dat geen ontheffing nodig is, omdat als de voorgestelde maatregelen genomen worden er immers geen verboden overtreden worden geldt als goedkeuring van de voorgestelde maatregelen. Zijn de maatregelen niet voldoende, dan moeten deze aangepast worden. Als dat niet mogelijk is, is een ontheffing nodig. Deze wordt alleen verstrekt in geval van projecten waarbij sprake is van groot openbaar belang. Jachtgebied en vliegroutes Naast verblijfplaatsen bestaat het leefgebied van vleermuizen uit foerageergebied en vliegroutes (vaak bomenrijen of waterlopen). Deze zijn ook beschermd als zij van significant belang zijn. Zij gelden als significant belangrijk indien bij aantasting de functionaliteit van de verblijfplaats(en) in het geding komt. Is dat het geval, dan zijn maatregelen nodig die dit voorkomen, anders is een ontheffing nodig. Ook hier geldt dat deze alleen verstrekt wordt in geval van projecten waarbij sprake is van groot openbaar belang.