Beleidsregels bestuurlijke boete Wet Basisregistratie Personen

Vergelijkbare documenten
Beleidsregel bestuurlijke boete basisregistratie personen gemeente Overbetuwe 2017

Beleidsregels bestuurlijke boete Wet Basisregistratie Personen (Wet BRP)

Beleidsregel bestuurlijke boete Basisregistratie personen gemeente Lelystad 2017

Regeling bestuurlijke boete Wet basisregistratie personen gemeente Haaren 2018'.

Beleidsregel bestuurlijke boete Basisregistratie personen

Beleidsregel bestuurlijke boete BRP Korendijk

Gemeente Tynaarlo - Regeling bestuurlijke boete Wet basisregistratie personen 2017 gemeente Tynaarlo

gemeente roerdalen Beleidsregel bestuurlijke boete Basisregistratie personen gemeente Roerdalen 2016

gelet op het bepaalde in artikel 4.17 van de Wet basisregistratie personen en titel 5.4 van de Algemene wet bestuursrecht;

Regeling opleggen bestuurlijke boete Wet basisregistratie personen (Regeling bestuurlijke boete Wbrp)

Beleidsregel bestuurlijke boete BRP (basisregistratie personen) gemeente Boxmeer

Beleidsregels bestuurlijke boete Wet BRP gemeente Tilburg

Regeling bestuurlijke boete Wet basisregistratie personen gemeente Duiven. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Duiven;

Regeling oplegging bestuurlijke boete Wet basisregistratie personen Amstelveen

Regeling oplegging bestuurlijke boete Wet basisregistratie personen Amstelveen

Jaartal / nummer 2014 / 075. Naam Regeling bestuurlijke boete burgerzaken (Beleidsregel, 2014) Publicatiedatum 6 oktober 2014.

Advies: de beleidsregel en de toelichting oplegging bestuurlijke boete Basisregistratie personen (BRP) vast te stellen.

De gemeente is verantwoordelijk voor een kwalitatief juiste en actuele registratie van de Basisregistratie

Beleidsregels WWB/IOAW/IOAZschriftelijke. verminderde verwijtbaarheid gemeente Tholen 2013

Conceptnota Beleidsregels bestuurlijke boete Wet BRP Een preventief instrument ter ondersteuning van een betrouwbare Basisregistratie Personen

A 1 Subproces Beboeten bij oproep

Beleidsregels bestuurlijke boete Participatiewet Rotterdam 2015

Gemeente Tynaarlo - Uitvoeringsregels bestuurlijke boete Wet basisregistratie personen 2017 gemeente Tynaarlo

BELEIDSREGELS BESTUURLIJKE BOETE WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE ZEEVANG

beleidsregels bestuurlijke boete PW-IOAW-IOAZ De Ronde Venen 2015

Beleid Bestuurlijke Boete BRP Gemeente Waalwijk

Beleidsregel boete gemeentelijke uitkeringen 2017

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stein;

BELEIDSREGELS BESTUURLIJKE BOETE PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ GEMEENTE LEIDSCHENDAM-VOORBURG 2015

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Midden-Groningen

Beleidsregels bestuurlijke boeten haven- en kadegelden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Beleidsregels maatwerk bestuurlijke boete

DE AMBTENAAR BELAST MET DE HEFFING VAN HET HOOGHEEMRAADSCHAP AMSTEL, GOOI EN VECHT

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

Onderwerp Regeling en beleid bestuurlijke boete Wet basisregistratie personen gemeente Heusden 2016

Besluit: De Beleidsregels bestuurlijke boeten Noordelijk Belastingkantoor vast te stellen.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waddinxveen

Regeling Briefadres gemeente Zoeterwoude 2014

Beleidsregel handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Venlo

Handreiking Bestuurlijke Boete

Beleidsregels Bestuurlijke boete

Maatregelenverordening IOAW en IOAZ 2013 gemeente Velsen

Beleidsregel intrekken omgevingsvergunning gemeente Utrecht. Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Utrecht;

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Het college van burgemeester en wethouders van Teylingen,

Beleidsregels voor bestuurlijke boeten bij de heffing van gemeentelijke belastingen

Beleidsregels Boete Participatiewet/Bbz, IOAW en IOAZ Sociale Dienst Oost Achterhoek 2015 en volgende jaren.

Beleidsregels boete sociale zekerheidswetten gemeente Súdwest-Fryslân 2018

Wanneer is eigenlijk sprake van feitelijk leidinggeven of opdracht geven?

besluit vast te stellen de Beleidsregel Bestuurlijke Boete 2017 PW, IOAW, IOAZ en Bbz 2004

Gemeente Raalte Beleidsregels bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz

Gelet op artikel 18a van de Participatiewet, artikel 20a van de IOAW en artikel 20a van de IOAZ;

BOETEBELEIDSREGELS WET KINDEROPVANG EN KWALITEITSEISEN PEUTERSPEELZALEN GEMEENTE WESTVOORNE

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 februari 2012, nr. 2012/3532;

Beleidsregels bestuurlijke boete 2017 GR Ferm Werk

Handhavingsverordening PARTICIPATIEWET, IOAW, IOAZ en Bbz gemeente Groesbeek gemeente Groesbeek 2015

Beleidsregels Bestuurlijke boete WWB, IOAW, IOAZ en Bbz-2004 Versie 2013

Beleidsregels Wet basisregistratie personen Purmerend

Beleidsregels Bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Dit elektronisch gemeenteblad is een officiële uitgave van het college van de gemeente Reusel-De Mierden.

gelet op artikel 24, zesde lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme;

Model Leegstandverordening

Leegstandverordening Maassluis 2017.

Beleidsregel bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW, IOAZ 2015 Gemeente Gilze en Rijen

Beleidsregels boeteoplegging Participatiewet,IOAW en IOAZ 2015 gemeente Heemskerk, eerste wijziging

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Heerenveen

Procesbeschrijving beboeten bij overtreding Wet inburgering

Beleidsregel boete werknemer 2010

gelet op artikel 24, zesde lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme;

Beleidsregels Bestuurlijke boete

Toelichting. Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject

gezien het advies van de Algemene Raadscommissie van 20 november 2014;

Toelichting op de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Heemstede 2014

Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject

Beleidsregels Tegemoetkoming meerkosten zorg Rotterdam 2015

Regeling Briefadres gemeente Zoeterwoude 2017

Gemeente Midden-Delfland - beleidsregels bestuurlijke boete Participatiewet, Ioaw en Ioaz 2018

ECLI:NL:RVS:2012:BY3743

Overheidsorganisatie Gemeente Weesp Officiële naam regeling Beleidsregels Bestuurlijke boete Weesp 2018

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 mei 2009, gelet op de Wet inburgering (WI),

MAATREGELENVERORDENING IOAW EN IOAZ 2010

b e s l u i t vast te stellen de hierna volgende Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Alkmaar.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Gelet op: Artikelen 2 en 3 Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2013

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet gemeente Midden- Delfland 2015

Integraal Handhavingsbeleidsplan De Ronde Venen, 26 september Bijlage VI Toelichting op de bestuursrechtelijke sanctiemiddelen

Beleidsregels Integrale Schulddienstverlening Oost Gelre

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Heerenveen 2015

BELEIDSREGEL BESTUURLIJKE BOETE PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ GEMEENTE UTRECHT 2017

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Transcriptie:

GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Zaanstad. Nr. 78815 27 augustus 2015 Beleidsregels bestuurlijke boete Wet Basisregistratie Personen Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Zaanstad, gelet op het bepaalde in artikel 4.17 van de Wet Basisregistratie Personen en titel 5.4 van de Algemene Wet Bestuursrecht overwegende dat het wenselijk is om beleidsregels vast te stellen met betrekking tot het opleggen van een bestuurlijke boete in het kader van naleving van de Wet Basisregistratie Personen; Besluit vast te stellen: Beleidsregels bestuurlijke boete Wet basisregistratie personen gemeente Zaanstad Artikel 1: begrippen In deze regeling wordt verstaan onder: 1. Wet: Wet basisregistratie personen (BRP); 2. College: het college van burgemeester en wethouders van gemeente Zaanstad; 3. Boete: de bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 4.17 van de Wet; 4. Overtreder: degene die verwijtbaar niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen als bedoeld in artikel 4.17 onder a van de Wet, dan wel zich schuldig heeft gemaakt aan het bepaalde in artikel 4.17 onder b van de Wet; 5. Valsheid in geschrifte: het misdrijf als bedoeld in artikel 225 van het wetboek van Strafrecht. Artikel 2: hoogte van de boete 1. Een boete van 240, - wordt opgelegd aan de overtreder als niet voldaan is aan de aangifteverplichting bedoeld in artikel 2.38, 2.39 en 2.43 van de Wet; 2. Een boete van 240, - wordt opgelegd aan de overtreder als niet voldaan is aan de informatieof zorgplicht bedoeld in artikelen 2.40 vijfde lid, 2.45 lid 2 tot en met 5, artikel 2.50 en 2.52 van de Wet; 3. Een boete van 325, - wordt opgelegd aan de overtreder wanneer niet voldaan is aan de verplichting zoals bedoeld in artikel 2.44 en 2.46 van de Wet; 4. Een boete van 325, - wordt opgelegd aan de overtreder wanneer de overtreder aan te merken is als gelegenheidsgever als bedoeld in artikel 4.17 onder b van de Wet; 5. Een boete van 325, - wordt opgelegd wanneer de overtreder eerder een overtreding heeft begaan, waarvoor eenzelfde boete kan worden opgelegd (recidive); 6. Een boete van 325, - wordt opgelegd wanneer een onjuiste aangifte is gedaan als bedoeld in artikel 2.38, 2.39 en 2.43 van de Wet doordat een tot aangifte verplicht persoon een valse, of vervalste aangifte doet, zich uitgeeft voor iemand anders dan wel valse of vervalste documenten heeft overgelegd. Artikel 3: Bekendmaking en inwerkingtreding 1. De beleidsregels worden bekend gemaakt door het plaatsen ervan in het Gemeenteblad. In een huis-aan-huisblad wordt meegedeeld dat de regeling voor een ieder kosteloos ter inzage ligt in het gemeentehuis. Daarnaast zal de tekst van de regeling worden geplaatst op de website van de gemeente; 2. Deze beleidsregels treden in werking op de eerste dag na de dagtekening van het Gemeenteblad waarin zij wordt gepubliceerd met uitzondering van het bepaalde in artikel onder artikel 2 lid 1, 2, 4, 5 en 6 deze treden in werking bij nader te bepalen besluit. 1

Citeertitel Deze regeling wordt aangehaald als: Beleidsregels bestuurlijke boete Wet basisregistratie personen Aldus vastgesteld burgemeester en wethouders van Zaanstad, mr G.H. Faber, burgemeester drs C. Vermeer, secretaris Toelichting beleidsregels bestuurlijke boete wet basisregistratie personen Algemeen De gemeente moet alle inwoners registreren in de Basisregistratie Personen (BRP). De overheid kan die gegevens steeds opnieuw gebruiken voor haar dienstverlening, hulpverlening in noodsituaties, heffingen en handhaving. Dit maakt de overheid efficiënter, de dienstverlening beter en de aanpak van fraude doeltreffender. Voorwaarde is wel dat de basisregistratie actuele en betrouwbare gegevens bevat. Elke inwoner van Zaanstad is wettelijk verplicht om (bij wijzigingen zo snel mogelijk) de juiste gegevens door te geven aan de gemeente. Hierbij valt te denken aan de tijdige aangifte van vestiging; verhuizing; emigratie en het ter kennis brengen van alle akten over zijn/ haar burgerlijke staat en nationaliteit De Wet BRP heeft een nieuw instrument geïntroduceerd voor de handhaving van de plichten die burgers op grond van de Wet BRP hebben, namelijk een bestuurlijke boete. Artikel 4.17 Wet BRP luidt: Het college van burgemeester en wethouders kan een bestuurlijke boete van ten hoogste 325 opleggen: ter zake van overtreding van de artikelen 2.38, 2.39, 2.40, vijfde lid, 2.43 tot en met 2. 47, 2. 50, 2. 51en 2.52; aan degene met een woonadres in de gemeente die bewust toelaat dat een andere persoon met datzelfde woonadres is ingeschreven, terwijl hij weet dat dit onjuist is. Om uitvoering te geven aan het opleggen van de bestuurlijke boete is het wenselijk om beleidsregels vast te stellen waarin is opgenomen in welke gevallen een bestuurlijke boete zal worden opgelegd en wat de hoogte is van de bestuurlijke boete. Schematisch overzicht s oorten overtredingen die beboet worden en hoogte boete Overtreding Het niet doen van aangifte van inschrijving, verhuizing of vertrek Niet geven van informatie, overleggen van geschriften, in persoon verschijnen Boete Wetsartikelen 2.38, 2.39, 2.43 2.44, 2.45 lid 1, 2.46 en 2.47 2

Niet voldoen aan informatie of zorgplicht jegens ingeschrevene of gemeente als briefadresgever of hoofd van een instelling Niet voldoen aan identiteitsplicht Het niet overleggen van een buitenlandse overlijdensakte Het niet overleggen van akten en andere brondocumenten Gelegenheidsgever Onjuiste aangifte met overlegging van valse documenten artikelen 2.40 vijfde lid, 2.45 leden 2 tot en met 5 en 2.50 2.52 2.51 2.44 en 2.46 4.17 sub b 2.38, 2.39 en 2.43 juncto 2.45 Bij het daadwerkelijk opleggen van de boete houdt het college rekening met de omstandigheden in het concrete geval, voor zover bekent. Hierbij wordt gelet op de ernst van de overtreding en de verwijtbaarheid van de overtreder. Daarbij neemt het college de individuele omstandigheden waaronder de overtreding is begaan in aanmerking, voor zover deze bekend zijn. Op grond daarvan vindt een afweging plaats tussen zowel straf verminderende feiten en omstandigheden als strafverzwarende feiten en omstandigheden. Het resultaat van de afweging zal leiden tot een boete die passend is bij de geconstateerde beboetbare gedraging. Op grond hiervan kan de boete in het concrete geval lager of hoger zijn dan de standaardboetes die in de beleidsregels is vastgelegd (maar nooit hoger dan het wettelijk maximum van 325, -). De stelplicht en bewijslast van straf verminderende factoren rust op de belanghebbende. Het college hoeft niet ambtshalve te onderzoeken of er van straf verminderde factoren sprake is. Bij verzachtende omstandigheden ligt de nadruk op buiten de (directe) invloedssfeer van belanghebbende liggende gebeurtenissen. Voor de beoordeling of die omstandigheden tot matiging van de boete aanleiding kunnen geven, kan het van belang zijn of, dan wel in hoeverre, belanghebbende maatregelen heeft getroffen of had kunnen treffen om het verzuim of overtreding te voorkomen. Tot de omstandigheden die aanleiding kunnen geven om de op te leggen of opgelegde boete te matigen behoren ook de financiële omstandigheden van de belanghebbende. Een beroep op financiële omstandigheden kan slechts in bijzondere gevallen tot matiging dan wel vermindering van de boete leiden. Het college zal bij het hanteren van deze matigingsgrond kritisch zijn. Bestuurlijke boete en Algemene W et B estuursrecht In titel 5.4 van de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) staan de algemene regels die van toepassing zijn op een bestuurlijke boete. Horen Bij het opleggen van de boete wordt de eenvoudige procedure gevolgd zoals die in de AWB is neergelegd, gelet op de omstandigheid dat het om een lichte boete gaat met als maximum bedrag 325, -. Er zal in beginsel van de overtreding daarom geen boeterapport worden opgesteld. Omdat de bestuurlijke boete een financiële beschikking is in de zin van artikel 4:12 AWB, vloeit uit dat artikel voort dat in de eenvoudige procedure geen hoorplicht geldt. Bezwaar en beroep Tegen het opleggen van de bestuurlijke boete staat bezwaar en beroep open. De boetebeschikking dient daarom een bezwaarclausule te bevatten. Overlijden overtreder 3

Een bestuurlijke boete kan niet worden opgelegd aan een overtreder die reeds is overleden. In artikel 5:42 van de AWB is bepaald, dat de opgelegde boete vervalt als deze bij leven van de overtreder is opgelegd, maar voor inning van het opgelegde boetebedrag komt te overlijden. Verjaring De bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete vervalt drie jaar nadat de overtreding is begaan (artikel 5:45 AWB). Het is dus van belang te bepalen op welke datum de overtreding van een verplichting op grond van de Wet BRP is begaan. Uitgangspunt is, dat de overtreding wordt begaan op het moment dat het college constateert dat niet aan de wettelijke verplichtingen is voldaan. Elke dag, dat de burger in gebreke blijft, overtreedt hij de wet. De termijn schuift daarmee dus op. Ne bis idem Op grond van het bepaalde in artikel 5:43 van de AWB kan één overtreding slechts één maal worden beboet. Dit vloeit voort uit het beginsel van ne bis in idem. Het gaat hierbij om een sanctionering van hetzelfde feit. Als een persoon eerder beboet is in verband met eenzelfde verplichting, maar later weer niet voldoet aan een deze verplichting, dan is het niet hetzelfde feit. Inherente afwijkingsbevoegdheid Het college heeft ingevolge artikel 3:4 lid 2 juncto 4:84 AWB de mogelijkheid om af te wijken van de beleidsregels inzake het opleggen van de boete. Dit gebeurt als er individuele omstandigheden zijn met een uitzonderlijk karakter die het naar oordeel van het college noodzakelijk maken dat er geen boete wordt opgelegd. Artikelsgewijze toelichting Toelichting artikel 1 Een bestuurlijke boete kan alleen worden opgelegd als er sprake is van verwijtbaar gedrag. De mate van verwijtbaarheid wordt volgens vaste jurisprudentie bepaald op grond van objectieve- en subjectieve verwijtbaarheid. Bij objectieve verwijtbaarheid gaat het om het handelen of nalaten van de burger: heeft hij feitelijk een wettelijke regel overtreden? Bepalend daarbij is of er op hem een verplichting rustte op grond van de Wet BRP. Als uit een geheel van feiten en omstandigheden blijkt dat op hem geen verplichting rustte, is er geen reden tot opleggen van de boete. Of er sprake is van objectief verwijtbaar gedrag blijkt uit het dossier op grond waarvan uiteindelijk een boete wordt opgelegd. Als kan worden vastgesteld dat de burger niet voldaan heeft aan zijn verplichting, wordt de verwijtbaarheid van de gedraging in beginsel aangenomen. Bij subjectieve verwijtbaarheid gaat het om de persoon zelf: wist, of kon hij redelijkerwijs weten, dat hij een verplichting had moeten nakomen? Afhankelijk van de feiten en omstandigheden waarin de burger zich ten tijde van de verplichting bevond, bepaalt het college en eventueel de rechter of er sprake is van een overmachtssituatie, waardoor het de burger op subjectieve gronden niet verweten kan worden dat hij niet aan zijn verplichting voldoet. Een voorbeeld daarvan kan zijn een spoedopname in een ziekenhuis, waardoor iemand niet tijdig aan zijn verplichting kan voldoen. Hierbij is het wel van belang dat de overtreder zo snel mogelijk nadat hij ontslagen is uit het ziekenhuis alsnog aan zijn verplichting voldoet. Blijft hij nalatig in het voldoen aan deze verplichting, dan is hij immers nog steeds in overtreding, terwijl de subjectieve omstandigheden waardoor het nalaten niet verwijtbaar was, niet meer aanwezig zijn. Toelichting artikel 2 4

In het bestuursrecht wordt onderscheid gemaakt tussen lage- en hoge bestuurlijke boeten. Voor lage bestuurlijke boeten gelden minder voorschriften en administratieve regels dan voor hogere boetes. De grens ligt op 340, -. Om onnodige administratieve lasten te voorkomen, heeft de wetgever voor het opleggen van boeten in de Wet BRP gekozen voor een maximumboetebedrag van 325, -. De maximalisering geeft de mogelijkheid te variëren in hoogten van boetes. Uit oogpunt van rechtsgelijkheid en rechtszekerheid stelt het college twee boetes vast, namelijk een standaardboete van 240, - en een hogere boete van 325, -. Een boete als deze kan alleen worden opgelegd, als betrokkene er van tevoren op gewezen is dat bij niet voldoen aan de verplichting mogelijk een boete zal worden opgelegd. Communicatie over dit onderwerp is dus van groot belang, temeer daar van dit handhavingsinstrument ook een preventieverwerking dient uit te gaan. Daarom zal de mogelijkheid tot het opleggen van een boete worden vermeld in alle relevante correspondentie, er komt een aanduiding op de aangifteformulieren en ook op de gemeentelijke website wordt hieraan aandacht besteed. Bij het doen van een valse aangifte zoals bedoeld onder 6 kan een bestuurlijke boete worden opgelegd, vanwege overtreding van de aangifteplicht. Er dient dan wel rekening te worden gehouden met het bepaalde in artikel 5.44 van de AWB (ne bis in idem). Als er naast het overtreden van de aangifteplicht tevens sprake is van mogelijke valsheid in geschrifte, dient de zaak eerst aan het Openbaar Ministerie (OM) te worden voorgelegd. Besluit het OM niet strafrechtelijk te vervolgen, dan kan alsnog een bestuurlijke boete worden opgelegd. Er dient in een dergelijk geval dus aangifte van valsheid in geschrifte bij de politie te worden gedaan. Daarna moet er met het OM worden overlegd: of strafvervolging, of een gemeentelijke bestuurlijke boete. Op grond van genoemd artikel 5:44 mag voor hetzelfde feit niet beide sancties worden opgelegd. 5